1. Missie
Terug naar navigatie - 1. MissieDe missie van de gemeente Montferland is om over een weerstandsvermogen te beschikken van tenminste een ratio van 2,0.
De missie van de gemeente Montferland is om over een weerstandsvermogen te beschikken van tenminste een ratio van 2,0.
Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen van de gemeente wordt bepaald door de mate waarin de gemeente in staat is om in de toekomst aan haar financiële verplichtingen te kunnen voldoen.
waardering | Ratio weerstandsvermogen | Kwalificatie |
A | Groter dan 2,0 | Uitstekend |
B | 1,4 tot 2,0 | Ruim voldoende |
C | 1,0 tot 1,4 | Voldoende |
D | 0,8 tot 1,0 | Matig |
E | 0,6 tot 0,8 | Onvoldoende |
F | Kleiner dan 0,6 | Ruim onvoldoende |
Het financieel beleid van de gemeente Montferland is gebaseerd op drie kernindicatoren voor het nastreven van een gezonde financiële gemeente:
Beschikbare weerstandscapaciteit
Conform de nota reserves en voorzieningen 2018 bestaat onze weerstandscapaciteit uit de volgende componenten:
1. De Algemene reserve en de reserve "Verkoop aandelen Nuon";
2. De reserve grondexploitatie (voor zover boven de minimale buffer van € 2,5 miljoen);
3. Begrotingsruimte en de post onvoorzien.
Op grond van deze jaarstukken wordt de weerstandscapaciteit in Montferland als volgt berekend:
Verwachte weerstandscapaciteit | 2020 | 2021 |
Algemene reserve | € 5,5 mln. | € 7,0 mln. |
Reserve verkoop aandelen Nuon | € 15,1 mln. | € 15,1 mln. |
Reserve grondexploitatie | € 2,5 mln. | € 2,1mln. |
Mutatie Algemene reserve (jaarrekening 2021) | € 2,9 mln. | € 0,8 mln. |
Totaal | € 26,0 mln. | € 25,0 mln. |
Het verwachte saldo van de Algemene reserve bedraagt per eind 2025 € 7,0 mln.
Dit saldo is vooralsnog vrij besteedbaar.
Het saldo van de reserve verkoop aandelen Nuon wordt na de vaststelling van de nota reserves en voorzieningen in november 2018 meegenomen in de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit. De stand van deze reserve bedraagt ultimo 2021 € 15,8 mln.. Op deze reserve rust echter nog een claim van € 750.000 in verband met dekking voor de impuls aan de nieuwe dorpsvoorzieningen in de kernen.
Het saldo van de Reserve Grondexploitatie bedraagt per ultimo 2021 € 4,6 mln. Deze reserve dient als buffer voor specifieke risico's in de grondexploitatie. In de nota reserves en voorzieningen 2018 is de minimale omvang van deze reserve bepaald op € 2,5 mln. Het bedrag boven deze minimale buffer wordt meegenomen in de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit.
Op basis van de genoemde nota nemen we de onbenutte belastingcapaciteit niet meer mee bij de bepaling van de weerstandstandscapaciteit omdat deze niet direct beschikbaar is (wel latent aanwezig). Hierbij sluiten we aan bij de lijn die de provincie hanteert.
Ten opzichte van 2020 is onze weerstandscapaciteit met bijna € 1,0 mln. afgenomen.
Benodigde weerstandscapaciteit
Voor de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit heeft er een inventarisatie van individuele risico’s plaatsgevonden. Omdat niet alle risico’s zich in de praktijk gelijktijdig en in volle omvang zullen voordoen is een reëel risicobedrag berekend.
Het reële risicobedrag is het gemiddeld verwachte risicobedrag dat nodig is op korte termijn.
Op basis van de onlangs geactualiseerde risico-inventarisatie zijn 13 risico’s in beeld gebracht en zijn tevens de beheersmaatregelen voor deze risico's aangegeven. Uit deze risico-inventarisatie en –analyse blijkt een reëel risicobedrag van € 3,045 mln. Hiervan kan € 2,095 mln. worden beschouwd als incidenteel en € 0,95 mln. als structureel.
Dit is de benodigde weerstandscapaciteit van de gemeente.
Indien de berekende weerstandscapaciteit (€ 25,0 mln.) wordt afgezet tegen de benodigde weerstandscapaciteit (€ 3,045 mln.) dan blijkt dat de ratio 8,2 is.
Dit betekent dat de weerstandscapaciteit in Montferland per ultimo het predicaat “uitstekend” krijgt. De omvang van het eigen vermogen en de voorzieningen zijn dus op uitstekend niveau om alle mogelijke risico’s op te vangen. Dit komt vooral omdat wij over een reserve verkoop aandelen Nuon beschikken van ruim € 15 miljoen. Exclusief de reserve Nuon bedraagt deze ratio 3,3 en dat is nog steeds uitstekend.
De ontwikkeling van de weerstandsratio over de afgelopen jaren is als volgt:
Risico's
Risicomanagement kijkt per definitie vooruit. Maar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing is ook voorgeschreven in het jaarverslag. Daarom kijken we ook terug in hoeverre risico's zich hebben voorgedaan die waren opgenomen in de risico-inventarisatie voor de begroting 2021. De drie grootste risico's die zich in 2020 hebben voorgedaan zijn:
Pandemie (Corona)
Ook het jaar 2021 heeft wederom in het teken gestaan voor Corona. In de begroting 2021 hebben we een reëel risico opgenomen van € 1 mln. Zoals bekend ontvangen we diverse compensatiepakketten van het rijk waarmee we de directe lasten/lagere baten kunnen dekken. De financiële gevolgen (met name de indirecte gevolgen) zijn niet volledig in geld uit te drukken. Het is heel goed mogelijk dat er kosten zijn die nog niet zichtbaar zijn ten tijde van de compensatieberekeningen. Het is bijvoorbeeld moeilijk in te schatten hoe hoog de extra kosten worden voor het sociaal domein. Het is bovendien nog gissen naar de precieze gevolgen van de coronacrisis voor de economie, de werkloosheid en de fysieke en mentale gezondheid van de inwoners. Al met al is de financiële impact van de crisis op de gemeentelijke financiën op de langere termijn nog onduidelijk.
Begrotingspositie
In de risico-inventarisatie bij de begroting 2021 hebben we een reëel risico opgenomen van € 750.000 voor het niet volledig realiseren van de voorgenomen bezuinigingen. Uit de monitor bezuinigingen blijkt dat we in 2021 een bedrag van afgerond € 300.000 in 2021 niet hebben kunnen realiseren.
Decentralisaties sociaal domein
In de risico-inventarisatie bij de begroting 2021 hebben we voor dit onderdeel een reëel risico opgenomen van € 750.000. In de meicirculaire gemeentefonds hebben we een aanvullend bedrag van € 0,8 miljoen ontvangen als incidentele compensatie jeugdzorg. In de praktijk zien we dat het sociaal domein een open eind regeling blijft dat hele grote financiële risico's met zich meebrengt. Dit blijkt ook uit de budgetoverschrijdingen die in 2021 wel zijn gedekt middels onttrekkingen aan de reserve sociaal domein.
Toelichting financiële kengetallen
De vijf financiële kengetallen geven samen een beeld van de financiële ontwikkelingen in de gemeente. Eén los kengetal zegt echter weinig over de totale financiële positie. Of een hoge schuldquote voor een gemeente nadelig is, hangt bijvoorbeeld af van het eigen vermogen en hoe groot de kans is dat de schuld weer wordt afgelost. Onderstaande een toelichting op de verschillende kengetallen.
Weerbaarheid: kan de gemeente tegen een stootje?
Netto schuldquote (ongecorrigeerd): De niet gecorrigeerde netto schuldquote geeft het risico voor de gemeente weer als derden niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Denk bij voorbeeld aan een woningcorporatie, die geld heeft geleend bij de gemeente. Hoe lager, hoe beter.
Netto schuldquote (gecorrigeerd): De netto schuldquote geeft aan of de gemeente in staat is de schulden terug te betalen waarvoor zij volledig zelf aan de lat staat. Ook hier geldt: hoe lager, hoe beter.
Solvabiliteit: De mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Dit wordt berekend op basis van het eigen vermogen en de bezittingen van de gemeente. Hoe hoger, hoe beter.
Grondexploitatie: Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. Hier geldt: hoe lager, hoe minder risicovol.
Wendbaarheid: kan de gemeente zich relatief snel aanpassen aan veranderende omstandigheden?
Hierbij zijn de volgende kengetallen van belang:
Belastingcapaciteit: De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin bij het voordoen van een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen of ruimte is voor nieuw beleid. Hoe lager hoe beter.
Structurele exploitatieruimte: Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, door de structurele baten en structurele lasten te vergelijken met de totale baten. Hoe hoger, hoe beter.
Indeling categorieën (%) | ||||
Kengetal | A 'Voldoende' | B 'Matig' | C 'Onvoldoende' | |
1a | Netto schuldquote | < 90% | 90-130% | > 130% |
1b |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen |
< 90% | 90-130% | > 130% |
2 | Solvabiliteitsratio | > 50% | 20-50% | < 20% |
3 | Structurele exploitatieruimte | > 0% | 0% | < 0% |
4 | Grondexploitatie | < 20% | 20-35% | > 35% |
5 |
Belastingcapaciteit |
< 95% | 95-105% | > 105% |
Financiële kengetallen Montferland (%) | ||||
Kengetal | Rek. 2020 | Begroting 2021 | Rek. 2021 | |
1a | Netto schuldquote | 64% | 83% | 58% |
1b |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen |
57% | 73% | 51% |
2 | Solvabiliteitsratio | 27% | 23% | 33% |
3 | Structurele exploitatieruimte | 1,15% | -2,26% | 0,82% |
4 | Grondexploitatie | 4% | 0% | 0% |
5 |
Belastingcapaciteit |
106% | 109% | 109% |
Voldoende |
Matig |
Onvoldoende |
De financiële kengetallen dienen in samenhang te worden bezien om onze financiële positie te beoordelen. Onze schuldquotes zijn in 2021 verder verbeterd ten opzichte van 2020. Onze solvabiliteit is ten opzichte van 2020 met 6 procent verbeterd. Ook ten opzichte van de begroting 2021 zijn onze kengetallen aanmerkelijk verbeterd.
In 2021 vallen vier kengetallen in de categorie voldoende (netto schuldquote, netto schuldquote gecorrigeerd, structurele exploitatieruimte en grondexploitatie), één in de categorie matig (solvabiliteitsratio) en één in de categorie onvoldoende (belastingcapaciteit). Rekening houdend met ons uitstekende weerstandsvermogen kunnen we concluderen dat we de financiële positie van onze gemeente als voldoende kunnen kwalificeren.
De gemeente Montferland heeft een grote oppervlakte aan openbare ruimte in beheer. Daarin vinden veel activiteiten plaats zoals wonen, recreëren en werken. Daarvoor zijn kapitaalgoederen nodig zoals wegen, rioleringen, kunstwerken, openbaar groen, openbare verlichting, sportvelden en gebouwen. De kwaliteit van deze kapitaalgoederen en het onderhoudsniveau ervan is in grote mate bepalend voor de beleving van onze inwoners en mensen die in onze gemeente werken en recreëren en niet in de laatste plaats de voor de (jaarlijkse) lasten. We streven hierbij naar een voldoende onderhoud van onze kapitaalgoederen.
Het onderhoud van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte en het onderhoud aan de gemeente gebouwen wordt uitgevoerd conform de door de raad of het college vastgestelde beleids- en beheerplannen. De plannen worden frequent, in de meeste gevallen eens in de vier jaar, opnieuw vastgesteld.
Op basis van de vastgestelde plannen is per kapitaalgoed inzicht gegeven in het gemeentelijk beleid, de doelstellingen, de geplande onderhoudswerken en de kosten daarvan.
Onderstaand een korte toelichting per onderdeel.
Openbare ruimte
In 2021 hebben wij de verschillende kapitaalgoederen in de openbare ruimte onderhouden volgens de door het college vastgestelde beheerplannen. Daarbij wordt zodanig onderhoud gepleegd, dat voldaan wordt aan de door de raad vastgestelde beeldkwaliteit.
Jaarlijks vinden er meerdere schouwen van de openbare ruime plaats. Daarbij worden duizenden locaties geschouwd. Over het jaar heen moet volgens de CROW (CROW is een kennisorganisatie op het gebied van infrastructuur, openbare ruimte, verkeer en vervoer en werk en veiligheid) 90% van de schouwpunten voldoen aan de vastgestelde beeldkwaliteit. Vooral in het groeiseizoen (mei – okt) is dat nagenoeg niet haalbaar op het onderdeel groen. Met een score van 91% in 2021 voldeden wij echter wel aan de norm.
Wegen
De raad heeft in 2021 het beleidsplan wegen 2021 - 2025 vastgesteld. De wegen worden onderhouden volgens de minimale richtlijnen CROW en het door de raad vastgestelde beeldkwaliteitsniveau. De toevoeging aan de voorziening groot onderhoud wegen was in 2020 € 677.089 cf het beleidsplan wegen (excl. klein onderhoud).
De in 2021 geraamde uitgaven waren € 639.868 (excl. klein onderhoud, waarvan werkelijk is uitgegeven € 588.590. Enkele werkzaamheden zijn doorgeschoven naar 2022 (o.a. onderhoud Peeskesweg).
In 2021 zijn diverse grote en kleinere werkzaamheden uitgevoerd. Onder andere de Berkenlaan en industrieterrein Matjeskolk in Loerbeek, Ompertsestraat, Op den Dam en Reefweg in Azewijn, Kruisallee en Rodenbroekweg in Wijnbergen. De Kemp in Vethuizen, Koppelstraat in Braamt, Holthuizerstraat in Zeddam, Boskant in Kilder, Steegseweg in Beek, Beekseweg in Didam, Smallestraat in Nieuw Dijk, Zeddamseweg in Lengel en Kortestraat in ’s-Heerenberg.
Voor de onverharde wegen is in 2019 het beleidsplan zand- en halfverhardingswegen 2019-2028 vastgesteld. In 2019 is een pilot uitgevoerd met het stabiliseren van de bovenlaag op de Braamweg in Braamt. In 2021 is er een inventarisatie geweest onder de aanwonenden van de onverharde wegen, waarbij zij per weg hun wensen ten aanzien van het type maatregel en/of of onderhoud konden aangegeven. Dit krijgt in 2022 een vervolg.
In 2021 is gestart met de uitvoering van het vervangen straatmateriaal/herinrichten van de Schoolstraat in Kilder. Tevens zijn diverse voorbereidingswerkzaamheden gestart voor het vervangen straatmateriaal/herinrichting van diverse wegen in Braamt (Hiedenbrinkstraat, Mariastraat en Pastoor ter Rielestraat), de straten Daltuin, Dr J.H. van Heeklaan en Montferlandsestraat in ’s-Heerenberg en de Hovelstraat en Kleefsestraat in Beek.
Rioleringen
In 2021 zijn zowel het nieuwe GWRP (Gemeentelijk Water en Rioleringsplan) als ook het Klimaatadaptieplan Montferland vastgesteld. Allebei voor de periode 2022-2026. Via de voorziening kapitaallasten wordt gespaard voor toekomstige investeringen. In 2021 is een bedrag van € 987.000 ten gunste van een investering gebracht conform het GWRP. Dit betrof zowel de toevoeging uit 2021 als die uit 2020. Ten opzichte van de begroting 2021 was het saldo van de kostendekking € 376.000 positief. Van dit bedrag is € 151.000 toegevoegd aan de reserve riolering. Dit betreft het voordeel op het onderdeel rioolheffing als gevolg van een hoger waterverbruik dan geraamd. Het restant van € 225.000 is toegevoegd aan de voorziening riolering ex artikel 44 lid 2 BBV. Dit betreft uitgestelde werkzaamheden die zijn opgenomen in het nieuwe GWRP. Conform dit GWRP zullen de voorziening en de reserve in de komende jaren worden ingezet als dekking van de verwachte tekorten.
Openbare verlichting
De toevoeging aan de voorziening vervanging lichtmasten was in 2021 € 129.452. De werkelijke uitgaven bedroegen ongeveer € 100.000.
In 2021 zijn ongeveer 250 armaturen en 50 lichtmasten op diverse locaties in Loerbeek, Loil, ’s-Heerenberg en Didam vervangen. Eind 2021 is er voor het vervangen van 110 armaturen en 15 masten opdracht gegeven om uit te voeren maar door leveringstermijnen van meer dan vier maand zullen deze in 2022 gerealiseerd worden. Het betreft hier vervangingen in Braamt, Loil en Lengel.
Civiele Kunstwerken
In 2018 is het beleidsplan civiele kunstwerken 2019-2023 vastgesteld. In 2021 is, conform planning, een bedrag van € 19.747 toegevoegd aan de voorziening groot onderhoud civiele kunstwerken. In 2021 zijn herstelwerkzaamheden aan het viaduct over de Drieheuvelenweg bij de Hoge Distelweg/De Zandakkers te ’s Heerenberg uitgevoerd.
In 2021 stond het vervangen van de brug bij de Elsepasweg in ’s-Heerenberg gepland (€ 25.000) . In plaats van geheel vervangen van de brug is er gekozen om een levensduur verlengde onderhoudsmaatregel uit te voeren voor minimaal 20 jaar. De kosten hiervoor waren € 8.310.
Openbaar groen
Gedurende het jaar is het reguliere onderhoud aan het openbaar groen en de bomen uitgevoerd. Dit gebeurt grotendeels door onze eigen buitendienst.
We zijn gestart met het opstellen van een Groenbeleidsplan, dat in 2022 vastgesteld wordt door de raad. Daarnaast is er ook gestart met het opstellen van het Groenbeheerplan, dit geeft uitvoering aan de gestelde ambities in het Groenbeleidsplan. Ook is er in samenspraak met de werkgroep Ecologisch Bermbeheer een beheerplan ecologisch bermbeheer opgesteld en vastgesteld. We gaan in 2022 dit beheerplan tot uitvoering brengen.
Sportvelden
Gedurende het jaar heeft er frequent onderhoud plaatsgevonden op de sportvelden, inclusief de beregening van de velden.
Ondanks dat er als gevolg van de Coronamaatregelen minder op de velden is gespeeld, was onderhoud en watergeven op de velden nodig.
Onderhoud gemeentelijke gebouwen
De gemeente heeft in 2021 heeft gemeente PV panelen aangebracht op sporthal de Muizenberg en voorbereidingen getroffen voorverduurzaming van de installaties van de sporthal om zo in 2022 te komen tot een ‘Energie Neutrale Gebouw’. De bouw van de nieuwe brandweerkazerne in Didam is nagenoeg afgerond. De ingebruikname heeft in februari 2022 plaats gevonden. De ambitie om te komen tot een ‘Energie Neutraal Gebouw’ is ruimschoots gehaald. Het ambitie niveau is zelfs bijgesteld naar ’NUL OP DE METER’ Dit houdt in dat ook de energie die benodigd is bij het gebruik van de kazerne wordt geleverd door zonnepanelen. Het gebouw is ‘gasloos’. Voor 2022 staat de verduurzaming van het gemeentelijk vastgoed op de planning. Eind 2021 is er geen sprake van achterstallig onderhoud.
Voor de financiering van de programma’s zijn financiële middelen nodig. Om tijdig en tegen gunstige condities gelden aan te trekken of uit te zetten is de uitvoering van de treasuryfunctie belangrijk.
De treasuryfunctie omvat het sturen, beheersen, verantwoording afleggen over en het toezicht houden op:
De uitvoering van de treasuryfunctie is gebaseerd op artikel 13 van de “Financiële verordening 2017”. Het treasurystatuut, zoals is vastgesteld op 16 februari 2016, geldt nog steeds. Dit treasurystatuut is gebaseerd op de geldende financiële verordening.
In het treasurystatuut is onder andere geregeld dat, conform de opgelegde verplichting door de rijksoverheid, overtollige middelen moeten worden belegd bij de rijksoverheid of bij andere openbare lichamen. Een nadere uitwerking hiervan vindt plaats in het treasurystatuut.
De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) bevat instrumenten om de risico’s te beperken die gemeenten lopen bij het lenen en het uitzetten van financiële middelen. Een belangrijk instrument is de kasgeldlimiet. Hierbij gaat het om het beperken van renterisico’s op de korte schuld. Korte schuld is bedoeld voor het financieren van de lopende uitgaven. De kasgeldlimiet is 8,5% van het begrotingstotaal en bedroeg voor 2021 € 7,8 mln. (afgerond). In 2021 zijn aan het eind van het jaar enkele kasgeldleningen opgenomen; saldo per 31-12 € 3 mln. Voor de rest van het jaar is veelvuldig gebruik gemaakt van het instrument "Schatkistbankieren" om overtollige middelen te stallen. Binnen het Schatkistbankieren mocht het tegoed op de bankrekeningen gemiddeld per kwartaal in de 1e helft van het jaar niet hoger zijn dan 0,75% van het begrotingstotaal en in de 2e helft van 2021 2%. Daarmee bedroeg de limiet voor 2021 € 0,7 mln (afgerond) c.q. € 1,8 mln.. Het meerdere dient tijdelijk te worden belegd in de schatkist. Als gevolg van de lage rentestanden leverde de belegging in de schatkist geen opbrengsten op.
Overigens zorgde een wijziging van de algemene voorwaarden van de BNG Bank er voor dat het maximumbedrag op onze bankrekening bij de BNG Bank werd beperkt tot € 0,5 mln. Voor het meerdere daarboven is een boeterente verschuldigd. Dat heeft er voor gezorgd dat het meerdere, ondanks de verruiming van de limiet van het schatkistbankieren, alsnog is aangehouden bij de schatkist.
Belangrijke ontwikkelingen die invloed hebben op de treasuryfunctie zijn de uit te voeren investeringen, de grondexploitatie, de bedrijfsvoering en de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt.
Door onder andere de verkoop van grond op DocksNLD, ontvangen voorschotten Tijdelijke Ondersteuning Zelfstandige Ondernemers (TOZO), ontvangen Covid-19 compensatie is de algemene financieringspositie van de gemeente in nagenoeg het hele jaar ruim geweest. Pas in het laatste kwartaal is de situatie veranderd, o.a. door afdrachten aan de gemeente Doetinchem. In 2021 is dan ook geen behoefte aanwezig om een nieuwe langlopende geldlening af te sluiten.
In 2021 is het renteniveau nagenoeg ongewijzigd gebleven. Dit is zowel het gevolg van de ruime geldpolitiek van de Europese Centrale Bank (ECB), waardoor in het algemeen de hoeveelheid geld op de geld- en kapitaalmarkt ruim is, als ook van de vertraging van de economische groei. Niet in de laatste plaats door het Coronavirus. Dit heeft er ook toe geleid dat de rente voor de korte-termijn financiering gedurende het afgelopen jaar negatief was en nog steeds is. De rentetarieven voor de langlopende leningen zijn ook in 2021 historisch laag geweest maar inmiddels, door de economische ontwikkelingen, wat opgelopen. Doordat het opkoopprogramma van de ECB voorlopig nog doorloopt, wordt nu nog geen grote stijging van de rente verwacht. Echter onder druk van de relatief hoge inflatiecijfers is het niet uit te sluiten dat dit programma voortijdig wordt aangepast, hetgeen dan tot hogere rentestanden kan leiden. Dit zou ook een dempend effect op de inflatie moeten hebben. Vooralsnog wordt nog geen rekening gehouden met een significante stijging van de renteniveau's.
Bij het aantrekken van langlopende geldleningen wordt de looptijd van een lening afgestemd op de financieringsbehoefte behorende bij het totaal van de investeringen. Investeringen voor de grondexploitatie worden in het algemeen gefinancierd door een lening die een kortere looptijd heeft dan leningen voor investeringen in gebouwen of wegen. Binnen de gemeente is sprake van totaalfinanciering, waarbij leningen niet worden aangetrokken voor specifieke investeringen (projectfinanciering) maar voor het totaal van de financieringsbehoefte.
Met de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is een overeenkomst financiële dienstverlening aangegaan, op basis waarvan deze bankinstelling dagelijks onze banksaldi beoordeelt en intern verrekent met daggeld dan wel tijdelijke belegging via schatkistbankieren.
De te betalen en te ontvangen rente is gebaseerd op het zogenaamde interbancaire tarief, verhoogd c.q. verlaagd met een opslag van 0,40% en als zodanig uiterst concurrerend met andere instellingen. Alle betalingen en ontvangsten lopen via de rekeningen bij de BNG.
Bij de Rabobank loopt een bankrekening uitsluitend voor het afstorten van liquide middelen van de afdeling Publiekszaken.
De financieringsbehoefte is het verschil tussen de boekwaarde van de investeringen en de vaste financieringsmiddelen. Onder vaste financieringsmiddelen verstaan wij de reserves en voorzieningen plus de opgenomen vaste geldleningen. Verder wordt rekening gehouden met de reguliere aflossingen op bestaande geldleningen.
Op basis van de begroting 2021 was de raming, dat de financieringsbehoefte ten behoeve van investeringen gedekt worden uit de aanwezige middelen. Dat is gelukt. Eind 2021 is een kasgeldlening opgenomen voor de lopende uitgaven. Verder zijn in 2021 zijn geen korte en langlopende geldleningen afgesloten.
Dit onderdeel geeft inzicht in de samenstelling, de grootte en de rentegevoeligheid van de opgenomen leningen. De (verwachte) mutaties als gevolg van nieuwe leningen, (vervroegde) aflossingen, renteconversies e.d. en bijzondere transacties worden toegelicht.
Bedragen x €1.000 | Balans 1-1-2021 |
Opname 2021 |
Aflossing 2021 |
Balans |
Rente 2021 |
Gem. Perc. |
Totaal langlopende geldleningen | 59.781 | 6.756 | 53.025 | 1.281 | 2,14% | |
Totaal woningbouwleningen | 2.156 | 222 | 1.934 | 85 | 3,94% |
Op de balansdatum resteren voor de gemeente nog 12 langlopende leningen, waarvan twee leningen zijn doorgeleend aan Woningcorporatie Plavei (voormalig Woningstichting Bergh).
Voor de gemeente Montferland zijn geen geplande rente herzieningen. Alle lopende leningen hebben een vast rentepercentage gedurende de resterende looptijd.
Voor 2021 bedraagt het rente risico op vaste schuld € 6.554 mln. en is ruim onder de gestelde renterisiconorm € 20.470 mln.. De komende jaren blijft het rente risico op vaste schuld ruim onder de vastgestelde renterisiconorm van 20% van het begrotingssaldo.
Bedragen x € 1.000
RENTERISICONORM | Jaarrekening 2020 | ||||
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | ||
1a | Renteherziening op vaste schuld o/g | ||||
1b | Renteherziening op vaste schuld u/g | ||||
1 | Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) | ||||
2a | Te betalen aflossingen | 6.978 | 6.987 | 6.996 | 7.506 |
2b | Te ontvangen aflossingen | 424 | 231 | 240 | 250 |
2 | Herfinanciering (2a-2b) | 6.554 | 6.756 | 6.756 | 7.256 |
3 | Renterisico op vaste schuld (1+2) | 6.554 | 6.756 | 6.756 | 7.256 |
4 | Begrotingstotaal | 102.349 | 88.494 | 89.388 |
88.862 |
4a | Het vastgesteld percentage | 20 | 20 | 20 | 20 |
4 | Renterisico norm | 20.470 | 17.699 | 17.878 | 17.772 |
5 | Toets renterisico norm | ||||
Renterisico norm (4) | 20.470 | 17.699 | 17.878 | 17.772 | |
Renterisico op vaste schuld (3) | 6.554 | 6.756 | 6.756 | 7.256 | |
5a=(4>3) | Ruimte onder renterisiconorm | 13.916 | 10.943 | 11.122 | 10.516 |
5b=(3>4) | Overschrijding renterisiconorm |
Renteschema | 2021 | |||
a. De externe rentelasten over korte en lange financiering | +/+ | € 1.365.968 | ||
b. De externe rentebaten over de korte en lange financiering | -/- | € - | ||
Saldo externe rentelasten en rentebaten | € 1.365.968 | |||
c1. Doorberekende rente aan de grondexploitatie | -/- | € 75.102 | ||
c2. Doorberekende rente van projectfinanciering taakvelden | -/- | € - | ||
c3. Rentebaat van doorverstrekte specifieke leningen | -/- | € 84.875 | ||
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | € 159.977 | |||
d1. Rente over eigen vermogen | +/+ | € - | ||
d2. Rente over voorzieningen | +/+ | € - | ||
Aan taakvelden toe te rekenen interne rente | € - | |||
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | € 1.205.991 | |||
e. De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente | -/- | € 1.563.550 | ||
f. Renteresultaat op het taakveld Treasury | € 357.559 |
De bedrijfsvoering omvat in algemene zin alle activiteiten, middelen en systemen waarmee de dienstverlening gerealiseerd wordt.
Domvang van de loonkosten en de formatie van de totale ambtelijke organisatie is:
Formatie en budget ambtelijke organisatie | Jaarrekening 2019 | Jaarrekening 2020 | Begroting na wijz. 2021 | Jaarrekening 2021 |
Loonkosten eigen en ingehuurd personeel (x € 1.000): | ||||
|
18.438 |
19.447 |
20.795 |
19.925 |
|
1.781 | 990 | 1.189 | 1.521 |
20.219 |
20.437 |
21.984 |
21.446 |
|
Formatie in fulltime eenheden (fte’s): | ||||
|
294,06 | 283,27 | 297,05 | 283,93 |
|
0,4 | 0,4 | 0 | 0 |
* De werkelijke bezetting per 31-12-2021 is lager dan de toegestane formatie van 297,05 fte. Dit heeft te maken met niet vervulde vacatures.
Apparaatskosten (ofwel organisatiekosten) zijn de noodzakelijke middelen voor het inzetten van personeel (loon- en overige personeelskosten), organisatie-, huisvestings-, materieel-, automatiseringskosten en dergelijke voor de uitvoering van de organisatorische taken. Apparaatskosten zijn dus alle personele en materiële kosten die verbonden zijn aan het functioneren van de ambtelijke organisatie (exclusief griffie en bestuur).
Kosten x € 1.000 | Jaarrekening 2019 | Jaarrekening 2020 | Begroting na wijz. 2021 | Jaarrekening 2021 |
loon- en overige personeelskosten | 18.574 | 19.742 | 20.795 |
19.925 |
kosten externe inhuur | 1.781 | 990 | 1.189 | 1.521 |
huisvestingskosten | 1.379 | 1.334 | 1.306 | 1.349 |
kosten ICT | 1.939 | 2.221 | 2.064 | 1.993 |
tractiekosten | 385 | 502 | 518 | 481 |
facilitaire kosten | 253 | 224 | 191 | 199 |
overige organisatiekosten | 826 | 679 | 1.241 | 1.351 |
totaal | 25.137 | 25.692 | 27.304 | 26.819 |
per inwoner |
€ 698 |
€ 714 | € 758 | € 745 |
Accountantscontrole en (verbijzonderde) interne controle
De jaarrekening 2020 is voorzien van een goedkeurende controleverklaring van de accountant. De uitvoering van de controle verliep naar behoren, rekening houdende met het gegeven dat de controle later dan gepland plaatsvond en in verband met de Corona-maatregelen wederom op afstand.
Sociaal Domein:
De (kwaliteit van de) verantwoordingen van de gecontracteerde zorgaanbieders WMO en Jeugdwet stabiliseert zich:
Dit betekent dat ruim 99% van de uitgaven van afgerond € 15,6 miljoen verantwoord zijn. Voor de rechtmatigheidstoets geldt onveranderd dat voor alle zorg waar geen goedkeurende controleverklaring voor is afgegeven (de "kleinere" zorgverstrekkers met een omzet < € 125.000 vallen hier ook onder) deze door de accountant worden aangemerkt als "onzeker" .
De uitvoering van de Persoonsgebonden budgetten (PGB's) ligt bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Door het ontbreken van een goedkeurende accountantsverklaring (ook weer in 2020 en 2021 het geval) worden ook deze als "onzeker" aangemerkt.
Rechtmatigheidsverantwoording door het college van B&W m.i.v. 2022:
Onze organisatieopzet en onze inrichting van de essentiële financiële processen (gericht op functiescheiding van controlerend en autoriserend), in combinatie met de procesbeschrijvingen is een goede basis voor de verbijzonderde interne controle. Hierdoor is het ook mogelijk voor de accountant om zich in toenemende mate te focussen op een meer organisatiegerichte controlestrategie in plaats van een gegevensgerichte. Deze aanpak vormt een goede basis voor de per 2022 in te voeren "rechtmatigheidsverklaring door het college van B&W" . Ook de rol van de accountant wijzigt hierdoor: Zij beoordeelt m.i.v. 2022 niet langer de rechtmatigheid, maar velt wel een oordeel over de getrouwheid van de exploitatiecijfers en balansmutaties alsmede over de rechtmatigheidsverklaring van het college. In 2021 hebben wij voorbereidende werkzaamheden hiervoor verricht, met name gericht op een toename van deskundigheid en bewustzijn. Ook in 2022 zullen wij dit voortzetten. Ten tijde van het opstellen van deze jaarstukken was de formele wetswijziging overigens nog niet geformaliseerd. Wel worden al de nodige voorbereidingen getroffen, waaronder een 0-meting dat de kwaliteit van de huidige administratieve organisatie in beeld brengt.
Tot slot melden wij dat de controle over het jaar 2023 wederom zal plaatsvinden door de huidige accountant Baker Tilly. Hiervoor hebben wij gebruik gemaakt van de verlengingsoptie in het contract met hen. Dit betekent dat er in het jaar 2023 een Europese aanbesteding voor de controlejaren 2024-2027 zal gaan plaatsvinden.
Informatiebeveiliging en privacy 2021
Het Cybersecuritybeeld Nederland (CSBN) van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding over 2021 spreekt over een permanente dreiging door statelijke en criminele actoren. In het laatste kwartaal 2021 hebben we dit ervaren met de kwetsbaarheid "Apache Log4j". De gemeente Montferland heeft diverse acties ondernomen, conform de richtlijnen en adviezen van de InformatieBeveiligheidsDienst (IBD), en de gevolgen voor de dienstverlening zijn nagenoeg beperkt gebleven.
Er is in 2021 gewerkt aan het doorlopend op orde hebben van basismaatregelen en het vergroten van de weerbaarheid. De overgang naar het gezamenlijke normenkader voor informatiebeveiliging van alle overheidslagen, de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO), geeft daaraan een nieuwe impuls.
De AVG-privacywetgeving is verder ingebed in de gemeentelijke processen. Inwoners maken inmiddels gebruik van hun recht op gegevensinzage en -verwijdering. Afspraken met toeleveranciers over het gebruik van persoonsgegevens worden vastgelegd en nageleefd. We gaan bewuster om met gegevens van inwoners en steeds vaker wordt bij nieuwe projecten een risico-effectbeoordeling (DPIA) opgesteld, waarbij ook wordt samengewerkt in de regio om te voorkomen dat het wiel opnieuw wordt uitgevonden.
Het Bewustwordingsplan Informatieveiligheid is vertraagd door de Covid19 pandemie, maar heeft al wel geleid tot bewuster ‘klikgedrag’ van medewerkers.
De gemeente verantwoordt zich elk jaar via de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA) over de kwaliteit van de informatieveiligheid van diverse informatiesystemen zoals Suwinet, WOZ, BRP, DigiD, BAG, BRO en BGT. De ENSIA audit over 2021 heeft een aantal aandachtspunten opgeleverd die zijn opgenomen in een verbeterplan.
De focus in de komende periode ligt op “weten wat we niet weten” zodat eventueel malafide ingaande en uitgaande netwerk- en berichtenverkeer eerder gesignaleerd wordt. De VNG ondersteunt gemeenten daarin via het programma GGI-Veilig waaraan Montferland deelneemt. Voor de implementatie daarvan heeft de Raad inmiddels ingestemd met additionele middelen.
Het waarborgen van de betrouwbaarheid van de gemeentelijke informatiesystemen staat centraal. We richten ons op het minimaliseren van schade door het voorkomen van beveiligingsincidenten. Ook in de komende jaren gaat het daarbij om risicobeheersing en niet om het uitsluiten van ieder laatste risico. Het behalen van 100% veiligheid is namelijk onmogelijk.
Personeel en organisatie
Jaarrekening 2019 | Jaarrekening 2020 | Jaarrekening 2021 | |
Formatie per 1.000 inwoners | 8,5 fte | 8,4 fte | 8,2 fte |
Bezetting per 1.000 inwoners | 8,1 fte | 7,9 fte | 7,9 fte |
Apparaatskosten per inwoner | € 689 | € 714 | € 745 |
Externe inhuur (% van totale loonsom en kosten inhuur) | 9% | 5% | 8% |
Ziekteverzuim * | 8,4% (6,1%) | 6,6% (5,0%) | 5,8% (4,4%) |
Uitstroom medewerkers | 18 | 38 | 34 |
Doorstroom medewerkers | 8 | 9 | 12 |
Instroom medewerkers | 29 | 27 | 31 |
Factuurbetaling binnen twee weken (onze norm =75%) ** | 83% | 58% | 67% |
* Het ziekteverzuimpercentage is inclusief het verzuim van het personeel met een WSW-dienstverband (vm Laborijn). Het percentage tussen haakjes betreft het verzuim van het ambtelijk personeel exclusief de WSW'ers
** De implementatie van de nieuwe programmatuur Unit4 Business World (UBW) heeft in 2020 en het eerste halfjaar 2021 geleid tot een vertraging in het betalingsproces. Deze is ultimo 2021 weer op peil (het 4e kwartaal 2021 bedroeg de indicator 80%).
Verbonden partijen zijn, volgens artikel 1 Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), die partijen (privaat- of publiekrechtelijk) waarin een gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Van een financieel belang is sprake indien aan de verbonden partij een bedrag beschikbaar is gesteld dat niet verhaalbaar is wanneer de partij failliet gaat of wanneer de gemeente aansprakelijk is voor een bepaald bedrag in de situatie dat de verbonden partij zijn verplichtingen jegens derden niet nakomt. Van een bestuurlijk belang is sprake indien een wethouder, raadslid of ambtenaar namens de gemeente plaatsneemt in het bestuur van de verbonden partij of namens de gemeente instemt, bijvoorbeeld bij een aandeelhoudersvergadering.
Opdrachtgever en eigenaar
De gemeente vervult twee rollen richting de verbonden partijen namelijk de rol van opdrachtgever en de rol van eigenaar.
eigenaar: in de eigenaarsrol beslist de gemeente over de oprichting, missie, de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de verbonden partij. Het gemeentebestuur is mede eigenaar van de verbonden partij en draagt bestuurlijke verantwoordelijkheid (de gemeente neemt deel aan het bestuur). De rol van eigenaar richt zich vooral op de continuïteit en de levensvatbaarheid van de (samenwerking)organisatie.
Het is belangrijk dat de (beleids)doelstellingen van de gemeente ook via de verbonden partijen worden gerealiseerd. De gemeente zelf houdt uiteindelijk de verantwoordelijkheid voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma's in de begroting. In de programma's is al aangegeven welke bijdrage een verbonden partij hieraan levert. Telkens moet worden beoordeeld of een taak wordt uitgevoerd zoals de gemeente dat voor ogen staat en of er voldoende inhoudelijk en financieel toezicht is op het uitvoeren van deze taak.
Kaders
De Wet gemeenschappelijke regeling (Wgr) is er ook op gericht de invloed van de raad op het samenwerkingsverband sterk te maken. Enkele belangrijke punten zijn:
De huidige nota "Verbonden partijen" stamt uit 2012. In het Coalitieprogramma 2018-2022 is o.a. voor het samenwerken in gemeenschappelijke regelingen en/of andere samenwerkingsverbanden een aantal uitgangspunten opgenomen namelijk: de oriëntatie van de inwoners is leidend, helder, de te leveren resultaten moeten transparant en navolgbaar zijn met duidelijke prestatieafspraken en een zo hoog mogelijk democratische legitimiteit. Het voornemen om een nieuwe nota Verbonden Partijen op te stellen is vooralsnog uitgesteld.
Op 19 oktober 2020 heeft de gemeenteraad de startnotitie Missie & Visie voor Montferland vastgesteld en dient deze te worden uitgewerkt. Deze startnotitie omschreef onder andere de volgende visie: Montferland, dé groene poort van Nederland. Deze visie is gebaseerd op de 4 pijlers Logistiek, Leven, Leisure en Landschap. Deze pijlers geven weer waar de gemeente zich voor wil inzetten op korte en lange termijn. Tegelijkertijd besloot de gemeenteraad een traject te starten waarin de koersbepaling voor regionale samenwerking centraal staat. Deze trajecten zijn nu samengevoegd tot één proces.
Indexeringsmethodiek begroting gemeenschappelijke regelingen
De afgelopen jaren bepleitten de Achterhoekse gemeenten één gemeenschappelijk systeem van indexering voor de begrotingen van de gemeenschappelijke regelingen. In de praktijk leidde dit onvoldoende tot het gewenste resultaat omdat enerzijds iedere gemeenschappelijk regeling zijn eigen dynamiek kende waardoor een generieke indexering “te kort door de bocht” bleek. Ook bleek de stem van de Achterhoekse gemeenten een minderheidsbelang te vertegenwoordigen.
Op dit moment ontbreekt een collectief standpunt, maar loopt wel de afspraak dat indexpercentages kritisch worden beoordeeld, zo veel als mogelijk aan de voorkant.
Procedure zienswijzen begrotingen gemeenschappelijke regelingen
Bij alle gemeenschappelijke regelingen stelt het algemeen bestuur de begroting vast. College en gemeenteraad hebben vooraf de mogelijkheid een zienswijze op de begroting te geven. De procedures van de diverse gemeenschappelijke regelingen lopen, ondanks de verruiming, qua tijdsperiode niet parallel aan elkaar en aan die van de reguliere besluitvormingsprocedure van de gemeenteraad. In de procedure adviseert de Auditcommissie de gemeenteraad een zienswijze in te dienen of niet .
De Auditcommissie en uiteindelijk de gemeenteraad doen dit op basis van een door het college vastgestelde notitie waarin kort en bondig geïnformeerd wordt over:
concept advies zienswijze.
In 2021 heeft de gemeenteraad zienswijzen ingediend voor de ODA en de VNOG.
Gevolgen Corona bij de de jaarrekeningen 2021 van de verbonden partijen
Op het moment van afsluiten van dit jaarverslag zijn de jaarstukken 2020 van de verbonden partijen nog niet vastgesteld. Informatie over de voorlopige resultaten zijn deels voorhanden. Op basis van deze informatie kan voorzichtig de conclusie worden getrokken dat wij, evenals in 2020, in financiële zin in beperkte mate worden geconfronteerd met hogere bijdragen als gevolg van Corona.
De eventuele financiële gevolgen zullen wij verwerken in onze Bestuursrapportage 2022.
De benoeming van een bestuurslid kan een bevoegdheid van de raad (raadsregeling) zijn of van het college (collegeregeling).
Gemeenschappelijke regelingen |
Programma |
Burgemeester |
Wethouder Som |
Wethouder Van Halteren |
Wethouder van Leeuwen |
Wethouder Gerritsen |
Wethouder Mijnen
|
Raadslid |
1. Regio Arnhem Nijmegen (C) |
||||||||
a. Gemeenschappelijk Orgaan (C) |
1 |
bestuur | pfo economie | pfo mobiliteit en pfo duurzaamheid | pfo wonen | |||
b. Openbaar Lichaam Groene Metropoolregio (C) |
1 |
AB | plv AB | |||||
2. Euregio Rijn-Waal (R) |
1 |
lid euregioraad | plv lid euregioraad | euregioraad 2 leden + 2 plv leden | ||||
3. Euregio Gronau (R) |
1 |
AB 3 leden + 2 plv leden | ||||||
4. Omgevingsdienst Achterhoek (C) |
3 |
plv AB | AB+DB | |||||
5. Reinigingsdienst de Liemers (R) |
3 |
plv bestuur | bestuur | |||||
6. Vervoersorganisatie regio Arnhem Nijmegen (C) |
3 en 7 |
bestuur | plv bestuur | |||||
7. GGD Gelre IJssel (C) |
5 en 6 |
plv AB | AB | |||||
8. Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers (C) |
6 |
AB en BC | plv AB | |||||
9. Huisvesting Voortgezet Onderwijs in de Liemers (C) |
6 |
plv AB | AB | |||||
10. Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland (C) |
7 |
AB | plv AB | |||||
11. Laborijn (C) |
8 |
AB+DB | plv. AB | AB | ||||
12. Stadsbank Oost Nederland (C) |
8 |
plv AB | AB | |||||
Vennootschappen en coöperaties |
||||||||
Alliander (C) |
Alg |
AA |
plv AA |
|
|
|||
Vitens (C) |
Alg |
|
AA |
plv AA |
|
|
||
Bank Nederlandse Gemeenten (C) |
Alg |
|
AA |
plv AA |
|
|
||
CV AGEM (C) |
3 |
|
|
AL | plv AL |
|
|
|
Agem Gemeentelijke Energie BV |
Alg |
|
|
AA | plv AA |
|
|
|
Leisurelands BV |
4 |
|
AA |
plv AA |
|
|
||
NV Cultuur Centrum Amphion (C) |
6 |
|
AA |
plv AA |
|
|||
Warmtenet Didam BV (per 15 februari 2021) |
3 |
|
|
AA |
|
|
||
Overige |
||||||||
Samenwerkingsovereenkomst West Achterhoek (C) |
4 |
|
|
|
|
stuurgroep |
|
|
Legenda
AA |
afgevaardigde algemene aandeelhoudersvergadering |
AB |
algemeen bestuur |
AL |
afgevaardigde algemene ledenvergadering |
BC |
bestuurscommissie |
(C) |
benoemd door het college |
DB |
dagelijks bestuur |
(R) |
benoemd door de raad |
GV |
gemeentelijk vertegenwoordiger |
plv |
plaatsvervangend |
Bedragen x € 1 | ||||
---|---|---|---|---|
Gemeenschappelijk Orgaan Regio Arnhem Nijmegen gevestigd te Arnhem | ||||
Financieel belang | De deelnemende gemeenten dragen bij op basis van het aantal inwoners (per 1 januari voorgaand kalenderjaar). | |||
Jaarrekening 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | ||
saldo van baten en lasten | 150.892 | 0 | n.v.t. | |
gerealiseerd resultaat | 109.697 | 0 | n.v.t. | |
eigen vermogen | 150.892 | n.v.t. | n.v.t. | |
vreemd vermogen | 0 | n.v.t. | n.v.t. | |
oordeel accountant | goedkeurend | n.v.t. | n.v.t. | |
bijdrage per inwoner | 1,88 | 1,88 | n.v.t. | |
idem totaal | 67.031 | 67.733 | n.v.t. | |
Risico’s | ||||
In 2020 is de besluitvorming (in zowel het college als de gemeenteraad) over de versterkte samenwerking binnen de Regio Arnhem Nijmegen afgerond en is per 1 januari 2021 de gemeenschappelijke regeling Regio Arnhem-Nijmegen (ook wel de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen genoemd) in werking getreden. | ||||
Bedragen x € 1 | ||||
Openbaar Lichaam Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen (per 1-1-2021) | ||||
Financieel belang | De deelnemende gemeenten dragen bij op basis van het aantal inwoners (per 1 januari voorgaand kalenderjaar). | |||
Jaarrekening 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | ||
saldo van baten en lasten | n.v.t. | n.v.t. | 0 | |
gerealiseerd resultaat | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | |
eigen vermogen | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | |
vreemd vermogen | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | |
oordeel accountant | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | |
bijdrage per inwoner | n.v.t. | n.v.t. | 3,50 | |
idem totaal | n.v.t. | n.v.t. | 127.000 | |
Risico’s | De financiële bijdragen van de gemeenten zijn gebaseerd op het uitgangspunt dat elke deelnemende gemeente meedoet aan de vijf opgaven (Regionale Agenda). Als één of meerdere gemeenten niet deelnemen aan alle (5) opgaven kan dat betekenen dat de hieronder genoemde inwonerbedragen hoger worden of dat de gestelde ambities naar beneden toe moeten worden bijgesteld. | |||
Bedragen x € 1 | ||||
Euregio Rijn-Waal gevestigd te Kleve (Duitsland) | ||||
Financieel belang | De deelnemende gemeenten dragen bij op basis van het aantal inwoners. | |||
Jaarrekening 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | ||
saldo van baten en lasten | 112.170 | 6.255 | 11.858 | |
eigen vermogen | 1.651.000 | 1.659.000 | 1.762.000 | |
vreemd vermogen | 2.008.000 | 1.493.767 | 1.272.467 | |
oordeel accountant | goedkeurend | n.v.t. | n.v.t. | |
bijdrage per inwoner | ||||
idem totaal | 7.350 | 7.350 | 7.350 | |
Risico’s | De risico's hangen samen met de gesubsidieerde projecten, waarvan het INTERREG-project de belangrijkst is. Interreg V A heeft een looptijd tot 31.12.2022. Het Interreg VI A programma is in voorbereiding. De precieze gegevens zijn helaas nog niet bekend zodat vanaf het jaar 2023 geen begroting voor hetInterreg VI programma is opgenomen. | |||
Bedragen x € 1 | ||||
Euregio gevestigd te Gronau (Duitsland) | ||||
Financieel belang | De deelnemende gemeenten dragen bij op basis van het aantal inwoners. | |||
Jaarrekening 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | ||
saldo van baten en lasten | 241.260 | 150.441 | Nvt | |
eigen vermogen | 2.063.948 | 2.163.868 | Nvt | |
vreemd vermogen | 23.389.023 | 250.000 | Nvt | |
bijdrage per inwoner | 0,29 minus 10% | 0,29 minus 10% | Nvt | |
idem totaal | 9.299 | 9.403 | Nvt | |
Risico’s | De belangrijkste financiële risico’s zijn geïnventariseerd met behulp van een risicotabel. Hieruit blijkt dat deze financiële risico’s (in totaal € 1,2 miljoen) zich beperken tot personeelskosten (wachtgeldverplichtingen en arbeidsovereenkomsten met ontslagbescherming). Het lidmaatschap van de gemeente Montferland eindigt op 31 december 2021. | |||
Bedragen x € 1 | ||||
Omgevingsdienst Achterhoek gevestigd te Hengelo (Gld) | ||||
Financieel belang | Met ingang van 2017 is er sprake van outputfinanciering op basis van af te nemen / afgenomen diensten. Per ultimo 2020 bedragen de overlopende passiva (nog te betalen bedragen) € 1.537.000. Van het voordelig resultaat over 2020 ad € 538.000 heeft de ODA een bedrag van € 395.000 uitgekeerd aan de partners. Dit leverde voor Montferland een bedrag op van afgerond € 19.000, waarmee onze bijdrage voor 2020 uitkwam op € 361.000. | |||
Jaarrekening 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | ||
saldo van baten en lasten | 538.000 | 0 | 0 | |
gerealiseerd resultaat | 538.000 | 0 | 0 | |
eigen vermogen | 645.000 | 106.000 | 150.000 | |
vreemd vermogen | 1.883.000 | 76.000 | 960.000 | |
oordeel accountant | goedkeurend | n.v.t. | n.v.t. | |
overige bijdrage | 380.000 | 320.400 | 330.500 | |
Risico’s | Outputfinanciering is rechtvaardig maar herbergt ook het risico van grote fluctuatie jaarlijkse gemeentelijke bijdrage als gevolg van verandering economische en/of onvoorziene omstandigheden (stikstofcrisis, PFAS, coronacrisis). | |||
Bedragen x € 1 | ||||
Reinigingsdienst de Liemers gevestigd te Zevenaar | ||||
Financieel belang | De kosten van de RDL worden toegerekend op basis van nacalculatie. De kosten in de begroting vormen de basis voor de voorschotten die de gemeenten Montferland en Zevenaar betalen; de uiteindelijke afrekening volgt op grond van de jaarrekening. | |||
Jaarrekening 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | ||
saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 | |
gerealiseerd resultaat | 0 | 0 | 0 | |
eigen vermogen | 0 | 0 | 0 | |
vreemd vermogen | 0 | 0 | 0 | |
oordeel accountant | Voor de getrouwheid een verklaring met beperking en voor de rechtmatigheid een afkeurende verklaring 1 | n.v.t. | n.v.t. | |
bijdrage totaal | 1.541.174 | 1.389.603 | 1.513.902 | |
Risico’s | De RDL is een uitvoerende regeling. Een exploitatieoverschot of –tekort wordt verrekend met de deelnemende gemeenten. De regeling beschikt daarom niet over een algemene reserve. | |||
1 De verklaring met beperking is bij de jaarrekening 2019 en 2020 afgegeven omdat de volledigheid van de opbrengsten van het aanbiedstation niet is vast te stellen. Voor de rechtmatigheid is een afkeurende verklaring afgegeven omdat de rechtmatigheidsfouten groter zijn dan 3%. Dit had betrekking op het niet altijd goed volgen van de regels op het gebied van de Europese aanbestedingen. | ||||
Bedragen x € 1 | ||||
Vervoersorganisatie regio Arnhem Nijmegen | ||||
Financieel belang | Begrotingsbedragen m.i.v. 2021 zijn gebaseerd op de resultaten van de aanbestedingen. Saldo baten en lasten laat vertekend beeld zien ivm de corona-beperkende maatregelen. | |||
Jaarrekening 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | ||
saldo van baten en lasten | 3.951.272 | 0 | 0 | |
gerealiseerd resultaat | 0 | 0 | 0 | |
eigen vermogen | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | |
vreemd vermogen | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | |
oordeel accountant | goedkeurend | n.v.t. | n.v.t. | |
bijdrage totaal | 484.017 | 454.800 | 551.384 | |
Risico’s | De inrichting van het vervoer is gebaseerd op een “open einde” systematiek. Dit betekent dat de kosten oplopen wanneer een gemeente meer inbrengt of dat er in een periode meer ritten hebben plaatsgevonden dan begroot. Dit brengt een financieel risico met zich mee. Claim Munckhof 3 uurs regeling: Als enige vervoerder verzet Munckhof zich tegen de aanvullende afspraken betreffende de 3 uurs regeling. Deze lagere vergoeding wordt wel toegepast. Het risico is dat na een eventueel juridisch proces Munckhof in het gelijk wordt gesteld en alsnog de kosten dienen te worden vergoed. Voor 2022 wordt dit risico gekapitaliseerd op € 40.000. | |||
Bedragen x € 1 | ||||
GGD Noord- en Oost-Gelderland gevestigd te Apeldoorn | ||||
Financieel belang | Deelnemende gemeenten betalen een bijdrage per inwoner. Daarbij is een onderscheid tussen: • Publieke gezondheidszorg: de bijdrage voor uitvoering van de A-taken voor publieke gezondheidszorg uit de inwonerbijdrage van alle gemeenten; • Jeugdgezondheidszorg: de bijdrage voor uitvoering van de B-taak jeugdgezondheidszorg 4-18 jarigen uit de inwonerbijdrage van 21 gemeenten. (Apeldoorn laat vanaf 2017 de jeugdgezondheidszorg uitvoeren door het Centrum voor Jeugd en Gezin Apeldoorn). De indexering van de inwonerbijdrage voor 2022 is vastgesteld op 0.89%. Deze indexering is conform de door het algemeen bestuur in de vergadering van 21 november 2019 vastgestelde indexeringssystematiek. | |||
Jaarrekening 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | ||
saldo van baten en lasten | 60.000 | -118.000 | 0 | |
gerealiseerd resultaat | 69.000 | 0 | 0 | |
eigen vermogen | 2.970.000 | 2.206.000 | 2.500.000 | |
vreemd vermogen | 7.036.000 | 175.000 | 2.500.000 | |
oordeel accountant | goedkeurend | n.v.t. | n.v.t. | |
bijdrage per inwoner | ||||
Publieke GGZ | 7,80 | 8,10 | 8,17 | |
JGZ | 7,90 | 8,20 | 8,27 | |
Totaal * | 15,70 | 16,30 | 16,44 | |
Bijdrage totaal | 565.427 | 586.772 | 592.417 | |
Risico’s | COVID ’19 zorgt voor financiële effecten op de dienstverlening van de GGD NOG. Voor 2020 en 2021 heeft de Rijksoverheid aangegeven alle extra lasten en gederfde baten door COVID’19 volledig te vergoeden. De accountant signaleert een risico op het moment van het stoppen/afbouwen van de bijdrage van de Rijksoverheid. Ook benoemt de accountant dat het afwachten is in hoeverre de dienstverlening van de GGD NOG zich na COVID-19 herstelt. Het Algemeen Bestuur heeft de onderstaande risico’s als belangrijkste risico’s voor het risicomanagement vastgesteld: 1. Inhoudelijke risico’s en risico’s in de opbrengsten; 2. Risico’s door personele omstandigheden; 3. Risico’s in de bedrijfsvoering; Bovenstaande risico’s zijn gekwantificeerd om het weerstandsvermogen te bepalen. Het aan te houden weerstandsvermogen is €1.623.000. De weerstandscapaciteit is €1.618.000. In euro’s is het weerstandsvermogen €5.000 te laag, maar de weerstandscapaciteit is wel 100%. Het voorstel is dan ook om geen dotatie aan de algemene reserve te doen. | |||
Bedragen x € 1 | ||||
Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers gevestigd te Doetinchem | ||||
Financieel belang | De bijdrage van de deelnemende gemeenten is op basis van het aantal meters overgedragen archief. De bijdrage voor de jaren 2019 tot en met 2022 is bepaald op € 131,75 per meter per jaar. Voor Montferland betekent dit afgerond 1.217 meter namelijk: - in beheer 637,625 m - over te brengen t/m 2018 579.000 m totaal 1.216,625 m | |||
Jaarrekening 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | ||
saldo van baten en lasten | 44.987 | -20.900 | -55.221 | |
gerealiseerd resultaat | 44.987 | -20.900 | -55.221 | |
eigen vermogen | 199.400 | 179.086 | 123.276 | |
vreemd vermogen | 768.234 | 476.087 | 571.966 | |
oordeel accountant | goedkeurend | n.v.t. | n.v.t. | |
bijdrage per meter archief (= inclusief omzetbelasting) | 131,75 | 131,75 | 131,75 | |
idem totaal (exclusief compensabele omzetbelasting) | 157.900 | 157.500 | 157.900 | |
Risico’s | Een buffer van 10% van de omzet wordt noodzakelijk geacht. De relevante risico’s zijn gering voor het Erfgoedcentrum. Een vermogen van € 20.000 wordt als voldoende geacht. Het eigen vermogen dekt dit bedrag ruimschoots. | |||
Bedragen x € 1 | ||||
Huisvesting Voortgezet Onderwijs in de Liemers gevestigd te Zevenaar | ||||
Financieel belang | De bijdrage van de deelnemende gemeenten is afhankelijk van het aantal leerlingen van het voortgezet onderwijs dat in gemeente, voor wat betreft het voortgezet onderwijs, is gehuisvest op de teldatum 1 oktober van het voorgaande kalenderjaar. Jaarlijks wordt bij de begroting het aantal leerlingen voor het begrotingsjaar vastgesteld. Daarbij wordt de weging van de soort voortgezet onderwijs in acht genomen. Onder weging wordt verstaan de factor die het Rijk hanteert bij de berekening van de vergoeding per leerling voor huisvestingslasten in de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds. | |||
Jaarrekening 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | ||
saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 | |
gerealiseerd resultaat | 0 | 0 | 0 | |
eigen vermogen | - | - | - | |
vreemd vermogen | - | - | - | |
oordeel accountant | goedkeurend | n.v.t. | n.v.t. | |
bijdrage | 368.830 | 373.242 | 471.320 | |
Risico’s | De verrekening van de werkelijke kosten met de door de afzonderlijke gemeenten Montferland, Duiven en Zevenaar verschuldigde bijdragen aan de gemeenschappelijke regeling geschiedt via de centraal aangehouden “egalisatiereserve huisvesting VO” bij de gemeente Zevenaar. Echter deze is voor 2022 niet meer toereikend en zal éénmalig worden gevuld met extra gelden. Dat verklaart de verhoogde bijdrage 2022. | |||
Bedragen x € 1 | ||||
Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland gevestigd te Apeldoorn | ||||
Financieel belang | De deelnemende gemeenten dragen bij op basis van een verdeelmodel dat éénmaal in de vier jaar wordt geactualiseerd. Per 2021 is dit verdeelmodel geactualiseerd en het aandeel van Montferland is voor de komende vier jaar vastgesteld op: 4,27%. Bestemming van het jaarresultaat 2020: Het AB van de VNOG heeft inmiddels besloten een deel van de gelden terug te betalen aan de gemeenten (voor Montferland: € 182.500). | |||
Jaarrekening 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | ||
saldo van baten en lasten | 6.756.708 | 0 | 0 | |
gerealiseerd resultaat | 4.929.382 | 0 | 0 | |
eigen vermogen | 14.545.854 | 3.957.663 | 0 | |
vreemd vermogen | 33.028.378 | 39.028.000 | 0 | |
oordeel accountant | goedkeurend | n.v.t. | n.v.t. | |
bijdrage | 1.925.277 | 2.030.000 | 2.061.000 | |
Risico’s | De risico-inventarisatie uit de programmabegroting 2021-2024 is in de begroting 2022-2025 verder gecompleteerd. Daarbij blijft het inherent aan risico’s dat het onzeker is of deze daadwerkelijk plaats zullen vinden. Het managen van risico’s zal altijd een continue proces blijven, er kunnen zich steeds weer andere risico’s voordoen. Op basis van de door Montferland ingediende reactie op de concept-Kadernota 2022-2025 geeft de VNOG aan dat de door hen gehanteerde methode voor het waarderen van risico's is vergeleken met alle andere veiligheidsregio's en deelnemende gemeenten. Er bestaan inderdaad meerdere methoden; de wijze die de VNOG toepast, komt vaker voor en is vooraf ambtelijk afgestemd. De lijn om 90% risico's bij voorrang te reduceren of te begroten wordt door de VNOG onderschreven. | |||
Bedragen x € 1 | ||||
Laborijn gevestigd te Doetinchem | ||||
Financieel belang | De uitvoeringslasten worden op basis van twee verdeelsleutels doorberekend n.l.: 1. sociale werkvoorziening (Wsw) voor alle vier gemeenten: op basis van het aantal Wsw’ers in fte per gemeente, 2. niet-Wsw activiteiten voor Aalten, Doetinchem en Oude IJsselstreek: - 50% op basis van aantal personen dat een uitkering ontvangt uit de gemeente en - 50% op basis van het aantal inwoners uit de gemeente. De rijkssubsidie sociale werkvoorziening die de gemeente ontvangt wordt aan Laborijn doorbetaald op basis van de in dienst zijnde Wsw’ers uit de gemeente. Daarnaast een bijdrage in het exploitatietekort op de uitvoering van de WSW. | |||
Jaarrekening 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | ||
saldo van baten en lasten (WSW) | 4.684.000 | -1.502.663 | 0 | |
gerealiseerd resultaat | 2.351.680 | n.v.t. | 0 | |
eigen vermogen | 11.905.000 | 4.356.000 | 0 | |
vreemd vermogen | 2.612.000 | 1.184.000 | 0 | |
oordeel accountant | goedkeurend | n.v.t. | n.v.t. | |
doorbetaling rijkssubsidie | 4.821.606 | 4.326.209 | 4.025.715 | |
bijdrage in dekkingstekort uitvoeringslasten | 392.203 | 258.072 | 337.463 | |
Risico’s | V.w.b. de WSW: de exploitatietekorten lopen op door de stijgende loonkosten en de dalende rijksbijdrage. | |||
Bedragen x € 1 | ||||
Stadsbank Oost Nederland gevestigd te Enschede | ||||
Financieel belang | De gemeente betaald vanaf 1 januari 2016 aan de Stadsbank a. Voor het programma Algemeen bestuur (de bestaanskosten) naar rato van de afgenomen dienstverlening (75%) en het aantal huishoudens (25%); b. Voor de afgenomen diensten tegen het vastgestelde tarief dus P x Q. | |||
Jaarrekening 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | ||
saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 | |
gerealiseerd resultaat | 223.300 | 0 | 0 | |
eigen vermogen | 1.183.300 | 1.293.900 | 1.088.300 | |
vreemd vermogen | 15.001.100 | 0 | 14.828.700 | |
oordeel accountant | Goedkeurend | n.v.t. | n.v.t. | |
bijdrage / kosten: | ||||
standaard dienstverlening | 103.958 | 133.819 | 108.445 | |
bestaanskosten | 145.463 | 152.941 | 157.747 | |
additionale dienstverlening | 17.130 | 7.413 | 22.316 | |
totaal | 266.552 | 296.804 | 288.508 | |
Risico’s | De ratio van het beschikbaar weerstandsvermogen ten opzichte van het benodigde weerstandsvermogen komt eind 2022 uit op 1,24. De ratio wordt hiermee gekwalificeerd als voldoende (tussen 1,0 en 1,4). |
Vennootschappen en coöperaties | |||
---|---|---|---|
Bedragen x € 1 | |||
Alliander gevestigd te Arnhem | |||
Financiën | Jaarverslag 2018 | Jaarverslag 2019 | Jaarverslag 2020 |
aandelen | |||
aantal | 491.120 st. = 0,36% | 491.120 st. = 0,36% | 491.120 st. = 0,36% |
waarde | 5,00 | 5,00 | 5,00 |
jaarresultaat | 334.000.000 | 253.000.000 | 224.000.000 |
dividenduitkering | |||
per aandeel | 1,100 | 0,830 | 0,690 |
totaal | 538.529 | 407.486 | 336.760 |
eigen vermogen | 4.129.000.000 | 4.224.000.000 | 4.328.000.000 |
vreemd vermogen | 3.363.000.000 | 3.768.000.000 | 4.575.000.000 |
solvabiliteit | 57% | 56% | 53% |
Bedragen x € 1 | |||
Vitens gevestigd te Zwolle | |||
Financiën | Jaarverslag 2018 | Jaarverslag 2019 | Jaarverslag 2020 |
aandelen | |||
aantal | 34.716 st. =0,601% | 34.716 st. =0,601% | 34.716 st. =0,601% |
waarde | 1,00 | 1,00 | 1,00 |
jaarresultaat | 13.000.000 | 11.100.000 | 23.900.000 |
dividenduitkering | |||
per aandeel | 0,90 | - | - |
totaal | 31.244 | 0 | 0 |
eigen vermogen | 533.000.000 | 533.000.000 | 557.000.000 |
vreemd vermogen | 985.900.000 | 1.086.900.000 | 1.067.100.000 |
solvabiliteit | 30,2% | 29,2% | 29,4% |
Bedragen x € 1 | |||
Bank Nederlandse Gemeenten gevestigd te Den Haag | |||
Financiën | Jaarverslag 2018 | Jaarverslag 2019 | Jaarverslag 2020 |
aandelen | |||
aantal | 19.756 st. = 0,035% | 19.756 st. = 0,035% | 19.756 st. = 0,035% |
waarde | 2,50 | 2,50 | 2,50 |
jaarresultaat | 337.000.000 | 163.000.000 | 221.000.000 |
dividenduitkering | |||
per aandeel | 2,85 | - | - |
totaal | 56.305 | 0 | 0 |
eigen vermogen (exclusief hybride kapitaal) | 4.257.000.000 | 4.887.000.000 | 5.097.000.000 |
vreemd vermogen | 132.518.000.000 | 144.802.000.000 | 155.262.000.000 |
solvabiliteit (Trier 1-ratio conform de Basel II regelgeving) | 38% | 38% | 38% |
Bedragen x € 1 | |||
Achterhoekse Groene Energie Maatschappij (coöperatie u.a.) | |||
Financieel belang | De gemeente heeft een startkapitaal ingebracht van € 105.000 in een periode van vijf jaren (2012 tot en met 2016). In 2020 hebben we als aandeelhouder in de Agem Gemeentelijke Energie BV 38 aandelen met een nominale waarde van € 0,01/aandeel ontvangen. Dit is een afzonderlijke verbonden partij. | ||
Jaarverslag 2018 | Jaarverslag 2019 | Jaarverslag 2020 | |
jaarresultaat | 86.703 | 8.881 | 105.420 |
eigen vermogen | 212.121 | 229.698 | 137.293 |
vreemd vermogen | - | - | - |
oordeel accountant | goedkeurend | vrijgesteld | vrijgesteld |
Bedragen x € 1 | |||
Agem Gemeentelijke Energie BV | |||
Financieel belang | In 2020 hebben we als aandeelhouder in de Agem Gemeentelijke Energie BV (beheer en exploitatie van transportnetten voor elektriciteit, aardgas en warm water) 38 aandelen met een nominale waarde van € 0,01/aandeel ontvangen. Dit is een zelfstandige besloten vennootschap, met 8 gemeenten rechtstreeks als aandeelhouder. | ||
Jaarverslag 2018 | Jaarverslag 2019 | Jaarverslag 2020 | |
jaarresultaat | Nvt | Nvt | 26.931 |
eigen vermogen | Nvt | Nvt | 14.413 |
vreemd vermogen | Nvt | Nvt | 666.645 |
oordeel accountant | Nvt | Nvt | vrijgesteld |
Bedragen x € 1 | |||
Leisurelands BV | |||
Financieel belang | Gemeente Montferland was deelnemer in de GR Recreatieschap Achterhoek-Liemers (RAL). In 2013 is besloten de activiteiten van RAL deels over te dragen aan de Vennootschap en de RAL te ontmantelen en te liquideren. In 2020 heeft de voorgenomen akte van levering van aandelen plaatsgevonden. Aan de vm. RAL gemeenten zijn 15.107 aandelen overgedragen met een nominale waarde van € 1,00/aandeel. Voor Montferland gaat het om 1.225 aandelen. | ||
Jaarverslag 2018 | Jaarverslag 2019 | Jaarverslag 2020 | |
jaarresultaat | Nvt | Nvt | Nvt |
eigen vermogen | Nvt | Nvt | Nvt |
vreemd vermogen | Nvt | Nvt | Nvt |
oordeel accountant | Nvt | Nvt | Nvt |
Bedragen x € 1 | |||
N.V. Cultureel Centrum Amphion te Doetinchem | |||
Financiën | Jaarverslag 2018 | Jaarverslag 2019 | Jaarverslag 2020 |
aandelen | |||
aantal | 22 st. | 22 st. | 22 st. |
waarde | 450 | 450 | 450 |
jaarresultaat | 4.773 | -94.964 | 793.526 |
eigen vermogen | 357.882 | 262.918 | 1.056.444 |
vreemd vermogen | 10.791 | 1.205.242 | 1.355.269 |
Bedragen x € 1 | |||
Warmtenetwerk Didam B.V. (per 15 februari 2021) | |||
Financiën | Jaarverslag 2018 | Jaarverslag 2019 | Jaarverslag 2020 |
aandelen | Nvt | Nvt | Nvt |
aantal | Nvt | Nvt | Nvt |
waarde | Nvt | Nvt | Nvt |
jaarresultaat | Nvt | Nvt | Nvt |
eigen vermogen | Nvt | Nvt | Nvt |
vreemd vermogen | Nvt | Nvt | Nvt |
Overig | |||
Bedragen x € 1 | |||
Samenwerkingsovereenkomst bedrijventerreinen West Achterhoek | |||
Financieel belang | De gemeenten zijn verantwoordelijk en dragen financiële risico’s bij een negatieve grondexploitatie na verevening tussen RBT en EBT volgens de verdeelsleutel: - Doetinchem 35% - Montferland 25% - Oude IJsselstreek 20% - Bronckhorst 20% | ||
Jaarrekening 2019 | Jaarrekening 2020 | Begroting 2022 | |
verwacht verlies A18 Bedrijventerrein Doetinchem | 1.852.000 | 415.000 | 415.000 |
storting in verliesvoorziening A18 Bedrijventerrein (25%) | 463.000 | 103.750 | 103.750 |
We willen een efficiënt en rechtvaardig verloop van activiteiten op de grondmarkt bereiken met het oog op het realiseren van publieke doelstellingen als bevordering van het maatschappelijk gewenst ruimtegebruik, het bevorderen van een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten bij gebiedsontwikkeling en het verhogen van de kwaliteit van het ruimtegebruik, de zeggenschap voor de burger en de marktwerking op de grondmarkt.
Gemeentelijk grondbeleid
De hoofdlijnen van het gemeentelijk grondbeleid zijn vastgesteld in de Nota Grondbeleid 2011 (actualisatie volgt in 2022). In deze nota wordt nader ingegaan op:
Het grondbeleid heeft met name grote invloed op programma 2 Ruimtelijke ontwikkeling, programma 3 Beheer leefomgeving en programma 4 Economie en toerisme. De geformuleerde ambities vertalen zich vaak in een vraag naar ruimte en daarmee dus ook naar een vraag over de verdeling van gronden. Daarnaast heeft het grondbeleid een grote financiële impact. Het gaat in het grondbeleid om grote belangen en grote hoeveelheden geld. De eventuele baten, maar vooral de financiële risico’s zijn van belang voor de algemene financiële positie van de gemeente.
Een belangrijk uitgangspunt is, dat de gemeente afhankelijk van de financiële risico’s en eigendomsverhoudingen voor een actief of een faciliterend grondinstrument kiest. Zo zal op uitbreidingslocaties bij voorkeur een actief beleid worden gevoerd. Voor herstructurerings- en inbreidingslocaties zal meer gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden, die de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de daarin opgenomen afdeling grondexploitatie te bieden heeft. De gemeente zal in die gevallen over het algemeen een (actieve) faciliterende insteek kiezen en de kaders stellen. Bij een faciliterend grondbeleid moeten de gemaakte kosten worden verhaald op de grondontwikkelaar. Waar noodzakelijk kan de gemeente binnen de beschikbare financiële bandbreedte een bijdrage leveren. De besluitvorming over ontwikkelingslocaties vindt daarom plaats op basis van de volgende overwegingen:
Planning & control grondexploitatie
Gebiedsontwikkeling en het voeren van een grondexploitatie gaat in fasen en heeft een (door)looptijd van meerdere jaren. Het past daardoor niet goed in de jaarlijkse budgetcyclus. Gelet op de grote financiële impact is planning & control binnen de grondexploitatie essentieel. In verband hiermee zijn in zowel de nota Grondbeleid 2011 als het Budgetkader College de volgende afspraken gemaakt:
Grondprijsbeleid
De gemeente Montferland past marktconforme uitgifteprijzen toe. De vergelijkingsmethode (vaste prijs per m2) geldt in principe voor grondgebonden woningen en bedrijventerreinen. Voor woningbouw wordt onderscheid gemaakt in sociale / betaalbare woningbouw en overige woningen. Bij stapelbouw (woningbouw en commerciële ruimten) wordt de grondprijs situationeel bepaald met gebruikmaking van de residuele methode c.q. grondquote.
Bij nieuwe exploitaties worden eventuele afwijkende uitgifteprijzen ter vaststelling aan u voorgelegd. Per 1 december 2018 zijn 2 nieuwe woningbouw categorieën toegevoegd om te voorzien in meer variëteit in woningtypes en uitstraling en sluiten woningtypologieën en prijsstelling beter op elkaar aan.
De uitgifteprijzen per m2 met prijspeil 2021 en exclusief belastingen zijn:
woningbouw (sociaal max. VON € 172.000) |
€ 175,00 |
(was € 175,00) |
woningbouw (sociaal max. VON € 210.000) |
€ 180,00 |
Nieuw per 1 december 2018 |
woningbouw (sociaal max. VON € 280.000) |
€ 190,00 |
Nieuw per 1 december 2018 |
woningbouw (overig) |
€ 231,00 |
(was € 231,00) |
woningbouw gedifferentieerd (Kerkwijk) |
€ 251,50 |
(was € 251,50) |
bedrijventerrein (EBT) |
€ 124,00 |
(was € 124,00) |
bedrijventerrein (Matjeskolk) |
€ 105,00 |
(was € 105,00) |
bedrijventerrein (DocksNLD) |
€ 125,00 |
(was € 125,00) |
Winst- en verliesneming
Bij de jaarrekening wordt de grondexploitatie per complex geactualiseerd en - indien van toepassing – worden de ramingen van de nog te verwachten lasten en baten bijgesteld. De geraamde verliezen worden verantwoord op het moment dat deze voorzienbaar en onafwendbaar zijn. Er wordt dan per balansdatum een voorziening ‘verlies’ gevormd op basis van contante waarde. De disconteringsvoet die moet worden gehanteerd in de berekening van de contante waarde ten behoeve van het treffen van een verliesvoorziening voor negatieve grondexploitaties wordt voor alle gemeenten bepaald op 2% zijnde het maximale meerjarige streefpercentage van de Europese Centrale Bank voor inflatie binnen de Eurozone.
Conform de richtlijnen BBV dient de geraamde winst van een complex tussentijds te worden genomen op basis van het realiteitsbeginsel. Voor winstneming geldt de methode “Percentage of Completion”. Voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd wordt tussentijds winst genomen naar rato van de voortgang van de grondexploitatie. De tussentijdse winstneming is een waarde correctie die leidt tot een neerwaartse bijstelling van de waarde van het complex en wordt door toekomstige opbrengsten geëgaliseerd.
Tussentijdse winstneming is alleen aan de orde indien voldaan wordt aan de volgende drie randvoorwaarden, namelijk:
In de jaarrekening 2021 heeft dit geleid tot de volgende mutaties, te weten:
Complex |
Naam complex |
Bijstelling winstneming 2021 POC |
Winstneming t/m 2021 POC |
Mutatie in |
P.370 |
Kerkwijk - Didam |
-166.159 |
377.742 |
Reserve grondexploitatie |
P.440 |
Beek - Steegseweg |
0 |
543.076 |
Reserve grondexploitatie |
P.460 |
Stokkum - Eltenseweg |
76.873 |
234.013 |
Reserve grondexploitatie |
P.620 |
Azewijn-Hartjenshof |
101.763 |
169.757 |
Reserve grondexploitatie |
P.810 |
EBT |
130.238 |
4.023.601 |
Reserve grondexploitatie |
P.830 |
Matjeskolk |
141.243 |
1.729.005 |
Reserve grondexploitatie |
P.840 |
DocksNLD |
1.863.598 |
12.290.351 |
Reserve grondexploitatie/ Bijdrage A18 Bedrijvenpark * |
Totaal resultaat / toevoeging reserve |
2.147.556 |
19.367.544 |
|
* De tussentijdse winstneming voor de grondexploitatie DocksNLD, conform de voorgeschreven POC methodiek, bedraagt € 12.290.351 (totale winstneming t/m 2021). De winstneming wordt onder aftrek van een latente vennootschap belastingverplichting en bijdrage Amphion als verplichting opgenomen ter zake een bijdrage aan de grondexploitatie A18 Bedrijvenpark van de gemeente Doetinchem. Cijfermatig ziet dit er als volgt uit € 12.290.351 (totale winstneming t/m 2021) * 0,75 (kwart inhouding VPB) = € 9.217.763 - € 713.416 euro (bijdrage Amphion, zoals vastgelegd in de Samenwerkingsovereenkomst Bedrijventerreinen West Achterhoek) = € 8.504.347 bijdrage t/m 2021 aan het A18 Bedrijvenpark.
Mutatie voorziening in exploitatie genomen complexen
Complex |
Naam complex |
Bijstelling verlies in 2021* |
Geraamd verlies t/m 2021 |
P.040 |
Vinkhof-Zeddam |
50.499 |
378.858 |
P.420 |
Suitbertusschool Stokkum |
36.787 |
215.701 |
P.450 |
Mr. Vermeulenstraat Loerbeek |
344 |
37.282 |
P.490 |
Diekmansweide 's-Heerenberg |
6.530 |
78.369 |
Totaal resultaat / mutatie voorziening |
94.159 |
710.209 |
Voor een complex met een geraamd negatief resultaat wordt een voorziening ‘verlies’ gevormd om het verlies af te dekken.
Weerstandsvermogen
Ten behoeve van de grondexploitaties is de volgende reserve gevormd:
De toevoeging aan de reserve vindt plaats door tussentijdse winstneming volgens de methode “Percentage of Completion” en bij het afsluiten van een complex de gerealiseerde winst respectievelijk vrijval voorziening verliesgevend complex. Daarentegen vindt een onttrekking aan de reserve plaats als gevolg van een dotatie aan de voorziening verliesgevend complex. De reserve kent een ondergrens van € 2,5 miljoen en een bovengrens van € 5 miljoen.
• Raadsprogramma 2014 - 2018
• Nota Grondbeleid 2011
• Budgetkader College
• Nota reserves en voorzieningen 2015
• De structuurvisie Montferland
• De structuurvisie Didam
• Het Masterplan Centrum ’s-Heerenberg
• Het Masterplan Didam
• De vigerende bestemmingsplannen
Het grondbeleid is geen doel op zich. Het is een instrument om andere gemeentelijke beleidsvelden (programma’s) te ondersteunen. Binnen de kaders van het gemeentelijk grondbeleid moeten op economisch verantwoorde wijze onroerende zaken worden beheerd en (nieuwe) bouwlocaties worden (her)ontwikkeld. En wel op een zodanige manier dat ruimtelijk beleid en sectoraal beleid op het gebied van wonen, werken en recreëren kunnen worden gerealiseerd.
Economische situatie en meerjarenperspectief
De Nederlandse economie is zwaar geraakt door de Corona-crisis, maar lijkt zich te herstellen. De eerdere krimp van het bruto binnenlands product van 3,8% in 2020 is omgezet naar een groei van 4,5% in 2021. De Nederlandsche Bank verwacht in 2022 een groei van 3,6%. Daarna zou de economie in rustiger vaarwater komen en groeien met 1,7%. Tegelijkertijd blijft de onzekerheid groot. De mate waarin de Corona-pandemie kan worden beheerst blijft een onzekere en bepalende factor voor de economische vooruitzichten (bron DNB). De gevolgen van de oorlog in Oekraïne zijn bij het opstellen van deze paragraaf niet in te schatten, maar de eerste signalen schetsen een negatief beeld voor de nederlandse economische ontwikkelingen. Dit laat zien dat economische ontwikkelingen moeilijk voorspelbaar zijn en dat het loont om fit te zijn om een schok op te kunnen vangen. De huizenprijzen bleven in 2021 gewoon stijgen (bron CBS). Belangrijke oorzaken lijken de lage hypotheekrente en de schaarste op de woningmarkt.
Het totaal aanbod aan gemeentelijke woningbouwkavels in Montferland bedroeg per 1-1-2021 65 woningbouwkavels. Per 1-1-2022 zijn nog 25 woningbouwkavels beschikbaar waarvan 13 woningbouwkavels zijn gelegen in Kerkwijk. De uitgifte van woningbouwkavels is in 2021 voorspoedig verlopen. Het is aannemelijk dat in de komende twee jaar, gegeven de schaarste aan woningbouwkavels, ook de woningbouwkavels zijn uitgegeven. Voorbereidingen worden getroffen om te komen tot nieuwe woningbouwplannen in lijn met de opgave uit de regionale woondeal.
Prognose totaal resultaat grondexploitatie
Het resultaat van de totale grondexploitatie komt uit op een positief saldo van € 3,442 mln. eindwaarde. Dit is exclusief de tussentijdse winstneming in 2021 van € 2,148 mln. De totale tussentijdse winstneming t/m 2021 komt daarmee uit op € 19,368 mln.
De verliesvoorziening dient in 2021 met € 0,094 mln. te worden verhoogd en komt uit op een totaal t/m 2021 van € 0,710 mln. De genoemde bedragen zijn één op één afkomstig uit onderstaande tabel waarin het totaal overzicht is te zien van alle grondexploitaties.
Bouwgrond in exploitatie (BIE)
Hieronder wordt ingegaan op de in exploitatie genomen gronden gesplitst in woningbouw en bedrijventerreinen.
Woningbouw
In 2021 zijn 9 complexen voor woningbouw actief. In totaal wordt een nadelig saldo geraamd van circa € 83.000 euro. Dit bedrag is exclusief de reeds verplicht genomen winstnemingen 2021. In het totaal overzicht is per complex inzichtelijk wat het verwachte resultaat is. Tevens is per complex inzichtelijk wat de hoogte is van de winst respectievelijk van het verlies.
Op hoofdlijnen kan worden gesteld dat de uitgifte voorspoedig is verlopen en dat zich binnen de verschillende complexen geen bijzonderheden hebben voorgedaan. Hieronder wordt nader ingegaan op twee grotere woningbouwcomplexen Kerkwijk en Steegseweg.
Kerkwijk Didam (P.370)
Vanwege diverse omvangrijke wijzigingen in de planvorming in de fasen 5, 6 en 7 van Kerkwijk in 2018 (aanpassing omvang plangebied en een herverkaveling) is verplicht de grondexploitatie herzien. Deze herziening van de grondexploitatie met alle wijzigingen is op 27 september 2018 vastgesteld.
Nadat de gewijzigde planvorming was vastgesteld heeft veelvuldig overleg plaatsgevonden met de ontwikkelende partijen Klok, Rotij en VWR om te komen tot aanvullende afspraken gegeven deze nieuwe planopzet en met inachtneming van de aanwezige Bouwclaimovereenkomst. In de loop van 2019 is consensus bereikt met de ontwikkelende partijen over de exacte invulling van de fasen 5, 6 en 7. Hierbij moet gedacht worden aan waar welke partij welk type woning zal ontwikkelen met welke VON prijs. Vervolgens is door partijen ingezet op de verkoop. In 2021 zijn in totaal 26 woningbouwkavels verkocht. In totaal zijn nog 13 woningbouwkavels te koop. Parralel aan de verkoop van de woningbouwkavels is gewerkt om te komen tot de realisatie van het bouw- en woonrijp maken. De werkzaamheden lopen in de pas maar door de algemeen toenemende kostenstijgingen in de grond weg en wegenbouw zijn ook de uitgaven in Kerkwijk toegenomen.
Het einde van de ontwikkeling van Kerkwijk komt in zicht. Verwacht wordt dat in 2023 de laatste kavels worden uitgegeven en laatste fases woonrijp worden opgeleverd. Vorig jaar werd - na jaren van negatief verwachte resultaten - een positief resultaat voorzien. Door de prijsstijgingen echter wordt voor Kerkwijk wederom een negatief resultaat verwacht waardoor de eerder verplicht genomen winst van € 543.901 naar beneden wordt bijgesteld met € 166.159. Van omvangrijke risico’s is geen sprake meer.
Steegseweg Beek (P.440)
In 2021 zijn de laatste 3 woningbouwkavels verkocht. Na de eerste uitgifte van grond in 2010 zal in 2022 woonrijp worden opgeleverd. Het positieve resultaat komt uit op circa € 583.000 euro eindwaarde.
Bedrijventerreinen
In 2021 zijn 3 complexen voor bedrijventerreinen actief. Het betreft het complex Matjeskolk in Loerbeek en de twee complexen Euregionaal Bedrijventerrein (EBT) en DocksNLD beide in ’s-Heerenberg. Binnen de complexen Matjeskolk en EBT hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan.
Voor de drie complexen tezamen wordt een batig saldo geraamd van € 3,525 mln. Dit bedrag is exclusief de reeds verplicht genomen winstnemingen 2021. In de tabel met het totaal overzicht zijn de complexen nader uiteengezet en is ook per complex de winstneming t/m 2021 weergegeven.
Hieronder wordt de stand van zaken toegelicht van DocksNLD (gemeentelijke grondexploitatie) en van het A18 Bedrijvenpark (grondexploitatie Doetinchem). De gemeenten Bronckhorst, Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek hebben een Samenwerkingsovereenkomst Bedrijventerrein West-Achterhoek gesloten in 2010 voor het ontwikkelen van het A18 Bedrijvenpark en DocksNLD. De resultaten van beide terreinen worden onderling verevend. De gemeente Montferland heeft een aandeel van 25% in deze samenwerking.
DocksNLD (P.840)
Op DocksNLD is in 2021 de laatste kavel verkocht. In 2022 worden nog afrondende werkzaamheden uitgevoerd en kan de grondexploitatie worden afgesloten. Het positieve eindresultaat komt uit op circa € 12.8 mln. Eindwaarde.
A18 Bedrijvenpark
In 2021 is ruim 4 hectare aan grond gepasseerd bij de notaris. Daarnaast liggen er nog voor 3,5 hectare aan koopovereenkomsten die zullen passeren in 2022. In totaal is er nu circa 35 hectare verkocht op een totaal van circa 75 hectare.
Er zijn volop gesprekken gaande met geïnteresseerde bedrijven. De invloed van Corona op de grondverkopen is vooralsnog beperkt. De belangstelling voor kavels blijft onverminderd groot. Een blijvend risico betreft de striktere eisen rond stikstof waardoor de herziening van het bestemmingsplan voor het noordelijke deel stagneert. Daarnaast vormt de levering van elektriciteit een probleem. Bedrijven die gronden kopen, kunnen geen elektriciteitsaansluiting krijgen. Op dit moment wordt met name nog gezocht naar creatieve oplossingen, maar de verwachting is dat dit in de loop van 2022 tot 2025 tot stagnatie in de uitgifte kan gaan leiden.
De afgelopen jaren liet een tendens van verbeteringen zien in het nadelige resultaat. Dat heeft zich voortgezet in 2021. Na jaren van nadelige resultaten wordt er nu een positief resultaat verwacht van circa € 32.000 eindwaarde (jaarrekening 2020: nadelig € 415.000 eindwaarde).
De in 2020 getroffen voorziening van € 103.750 (gegeven ons aandeel van 25% in de samenwerking) is vrijgevallen en het bedrag is toegevoegd aan de reserve.
In deze paragraaf geven wij inzicht in de gerealiseerde lokale heffingen en woonlastendruk 2021 in de gemeente Montferland. De heffingen van de gemeente zijn te verdelen in:
Bedragen x € 1.000
|
Begroting 2021 |
Realisatie 2021 |
a. Belastingen |
|
|
Onroerende zaakbelastingen |
7.522 |
7.457 |
Hondenbelasting |
267 |
265 |
Toeristenbelasting |
397 |
385 |
Reclamebelasting |
42 |
41 |
Totaal belastingen |
8.228 |
8.148 |
b. Rechten en leges |
|
|
Afvalstoffenheffing |
3.362 |
3.371 |
Rioolheffing |
4.383 |
4.487 |
Baatbelasting |
3 |
3 |
Rechten begraafplaats |
104 |
123 |
Marktgelden |
29 |
24 |
Leges |
2.946 |
3.087 |
Totaal rechten en leges |
10.827 |
11.095 |
Onroerende zaakbelastingen / WOZ
De onroerendezaakbelastingen (OZB) zijn algemene dekkingsmiddelen. Wanneer andere structurele dekkingsmiddelen, inclusief mogelijke bezuinigingsmaatregelen, ontoereikend zijn, kan deze belasting autonoom worden verhoogd. Dit in tegenstelling tot de bestemmingsheffingen zoals afvalstoffenheffing waarvan de opbrengst niet hoger dan kostendekkend mag zijn.
De tarieven 2021 zijn berekend naar de nieuwe vastgestelde WOZ-waarde met waarde peildatum 1 januari 2020.
Tarieven 2021 (% van de WOZ-waarde):
Soort tarief |
Woningen |
Niet-woningen |
Gebruikerstarief |
n.v.t. |
0,1966% |
Eigenarentarief |
0,1397% |
0,2440% |
Hondenbelasting
Deze belasting is gebaseerd op artikel 226 van de Gemeentewet. De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden. Het tarief voor de eerste hond is lager dan het tarief voor elke volgende hond in een huishouden. Voor kennelhouders die geregistreerd staan bij de Raad van beheer op kynologisch gebied geldt een vast tarief. Er geldt een vrijstelling voor blindengeleidehonden, politiehonden en honden jonger dan drie maanden die bij de moederhond verblijven.
Tarieven 2021:
Eerste hond | € 67,37 |
Tweede hond | € 96,74 |
Kennel | € 218,48 |
De opbrengst 2021 is €265.000 en is nagenoeg gelijk aan de raming.
Toeristenbelasting
In de gemeente Montferland wordt toeristenbelasting geheven voor het overnachten in onder andere: recreatiebungalows, campings, hotels etcetera. De toeristenbelasting is verschuldigd als er tegen betaling een overnachting wordt aangeboden, voor personen die niet in onze gemeente staan ingeschreven. Het tarief toeristenbelasting 2021 bedroeg € 1,25 per overnachting. De opbrengst is € 385.000.
Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing wordt ingezameld en doorberekend volgens het “Diftar-principe”. Dat betekent dat naast een vast bedrag tevens een bedrag per lediging in rekening wordt gebracht.
Voor de hoogbouwpercelen is het diftar systeem niet mogelijk, aangezien hiervoor nog geen goed werkend systeem bestaat. Hiervoor geldt een vast bedrag.
Tarieven 2021:
Basistarief 280 liter container | € 172,00 |
Basistarief 180 liter container | € 172,00 |
Bedrag per lediging 280 liter container | € 8,00 |
Bedrag per lediging 180 liter container | € 6,00 |
Hoogbouw eenpersoonshuishouden | € 213,00 |
Hoogbouw meerpersoonshuishouden | € 232,00 |
Rioolheffing
De rioolheffing kan worden geheven van de eigenaar en/of de gebruiker van een perceel dat op de gemeentelijke riolering is aangesloten. In onze gemeente wordt de rioolheffing geheven, van de gebruiker, op basis van het waterverbruik.
Het tarief voor 2021 bedroeg € 2,39 per kubieke meter waterverbruik.
De opbrengst 2021 zal pas definitief bekend zijn na het opstellen van de afrekeningen door Vitens (maart en augustus 2022). Vooralsnog gaan we uit van een totale ontvangst, inclusief afrekening, van € 4.487.000 en dit is € 104.000 hoger dan geraamd. Dit voordeel is toegevoegd aan de reserve riolering.
Marktgelden
In ’s-Heerenberg kennen we een wekelijkse markt, waar voor de gemeente marktgelden in rekening brengt. In Didam heeft de gemeente geen bemoeienis met de wekelijkse markt. In Didam worden uitsluitend leges geheven voor de jaarmarkt. De tarieven zijn ten opzichte van 2020 gelijk gebleven. De opbrengsten vertonen de afgelopen jaren een dalende tendens.
Leges
Onder de naam leges worden rechten geheven voor het verlenen van diensten door de gemeente. De leges staan genoemd in de Legesverordening 2021 en de tarieventabel die daar bij hoort.
Bedrag x € 1.000
|
Begroting 2021 |
Realisatie 2021 |
Reisdocumenten en rijbewijzen |
395 |
477 |
Huwelijken en overige leges publieksbalie |
67 |
102 |
Omgevingsvergunningen |
2.267 |
2.285 |
Leges bestemmingsplan (wijziging/vrijstelling) |
108 |
103 |
Leges overig |
109 |
120 |
Totaal leges |
2.946 |
3.087 |
De inwoners van de gemeente Montferland met een periodieke WWB-, AOW-, WAO- of ANW-uitkering hebben tegelijk met de aanslag 2021 een brief ontvangen waarin vermeld stond dat zij in aanmerking kwamen voor kwijtschelding en de aanslag afvalstoffenheffing basisbedrag en rioolheffing derhalve niet hoefden te betalen. In totaal zijn dit 169 huishoudens.
In 2021 hebben 179 inwoners een toekenning ontvangen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding op basis van een aanvraag. In 2021 hebben 67 inwoners een afwijzing ontvangen op het kwijtscheldingsverzoek.
Na de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in 2007 volgde met de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet een nieuwe tranche aan transities. De uitvoering van deze nieuwe taken ging gepaard met in de tijd oplopende bezuinigingstaakstellingen. De budgetten die beschikbaar zijn gesteld voor deze nieuwe taken zijn gebundeld in één budget voor het sociaal domein. Uit dit budget moet de gemeente de volgende uitgaven bekostigen:
Voor de gemeentelijke monitor Sociaal Domein verwijzen we u naar Hoofdstuk 4.4. Monitor bezuinigingen 2020. In deze monitor vind u ook de bezuinigingen in het Sociaal Domein.
Hier wordt een weergave gegeven van de stand van zaken van alle bezuinigingsopgaven tot en met het jaar 2020. Het blijkt andermaal lastig om het precieze effect van een maatregel te becijferen. Eén van de redenen daarvoor is dat een aantal maatregelen hetzelfde effect beogen en dus moeilijk te zeggen valt welk effect aan welke maatregel is toe te schrijven. Bovendien hebben we in het sociaal domein te maken met een telkens veranderende omgeving; het vlak van wetgeving en inkoop is in beweging en ook de autonome ontwikkelingen van aantallen aanvragen hebben invloed op het effect “onder aan de streep”.
Het pakket maatregelen uit 2017 is grotendeels gerealiseerd. De totale realisatiegraad ligt met 95% van de doelstelling zelfs boven het percentage dat op basis van ervaringen uit het verleden verwacht mag worden. Uiteraard moet deze ontwikkeling gevolgd worden, maar directe acties zijn hier niet nodig. Voor het pakket uit 2019 bereiken we momenteel nog niet de gewenste realisatiegraad, meerdere redenen liggen daar (mogelijk) aan ten grondslag. 2020 is het eerste jaar waarin de maatregelen uit dit pakket hun vruchten zouden moeten afwerpen. Het is logisch dat er in het eerste jaar aanloopproblemen zijn en dat niet alles gerealiseerd wordt. In 2020 werd de realisatie van een deel van de maatregelen bemoeilijkt als gevolg van de coronabeperkingen. Daarnaast lijkt het erop dat we met het pakket van 2019 bij het “hoger hangende fruit” zijn aanbeland. Maatregelen die gewaagder zijn en meer moeite kosten om te realiseren, waarbij ook de meetbaarheid van het financiële effect van die maatregelen moeilijk is.
Met de gemeenten in de Achterhoek is intensief samengewerkt. In het bijzonder moet dan gewezen worden op de stappen die gezet zijn om te komen tot een nieuwe manier van inkopen van Wmo, Jeugdzorg en Beschermd wonen. Niet langer op basis van het open house model, maar door middel van een openbare aanbesteding. Wmo, Jeugdzorg en Beschermd wonen worden ingedeeld in segmenten waar de aanbieders op basis van een lumpsum kunnen inschrijven. Naar verwachting zal deze nieuwe manier van inkopen voor onze gemeente leiden tot een lichte kostendaling voor met name de Jeugdzorg en Beschermd wonen.
De transities sociaal domein zijn gepaard gegaan met forse kortingen op het door het rijk beschikbaar gestelde budget. Dit geldt met name voor de Jeugdzorg. Daarnaast is Montferland een nadeelgemeente. Dat wil zeggen dat het verschil tussen de inkomsten uit het verdeelmodel en de historische uitgaven voor Jeugdzorg in Montferland nadelig uitpakken. Het betreft in totaal een structureel tekort van circa € 2 mln. Dit structurele tekort op de Jeugdzorg kan niet opgevangen worden binnen de Jeugdzorg zelf. De belangrijkste redenen hiervoor is dat het een openeinderegeling betreft in combinatie met de hoogte van de korting.
Het afgelopen jaar zijn er stappen gezet om de kosten terug te dringen. Met de zorgaanbieders is kritisch gekeken naar de kosten van Jeugdzorgtrajecten. Dit heeft geleid tot een kleine daling van de gemiddelde kostprijs per traject. Verder moet gedacht worden aan de inzet van praktijkondersteuners bij huisartsen en het bieden van ambulante hulpverlening door het sociaalteam. Beide voorkomen onnodig gebruik van professionele jeugdhulp.
Een probleem blijft dat een groot aantal verwijzingen naar Jeugdzorg gebeurt buiten de gemeente om, door rechters en huisartsen. De kosten van deze zorg kan de gemeente niet kritisch op kosten toetsen.
De gemeente maakt deel uit van de GR Laborijn voor wat betreft de uitvoering van de Wsw. Het aanwijzingsbesluit werd gecontinueerd. De rijksbijdrage per SE’er is in 2020 in tegenstelling tot 2019 gestegen. Deze extra bijdrage was niet voorzien. Daarnaast is op de salariskosten ook een positief resultaat geboekt. Samen met een eenmalige bate naar aanleiding van de uittreding van Oude IJsselstreek wordt voor onze gemeente een teruggaaf voorzien van € 185.000.
De gevolgen van het Covid-19 virus en de noodzakelijke maatregelen die hiervoor zijn getroffen werken door in diverse geledingen van onze samenleving:
Ook op onze bedrijfsvoering waren en zijn er de nodige gevolgen.
In de loop van 2020 werd de impact geleidelijk aan duidelijk, direct en indirect. Bij raadsbesluit van 9 september 2021 heeft de gemeenteraad ingestemd met een pakket aan maatregelen met als doel om de negatieve gevolgen van de coronacrisis voor onze samenleving zo veel mogelijk op te vangen c.q. te verzachten, het zogenaamde "Corona Herstelplan". In deze paragraaf maken wij financieel inzichtelijk hoe de stand van zaken is met betrekking tot de uitvoering.
Op meerdere plaatsen in deze jaarstukken 2021 komt het onderwerp "Corona" aan bod. In deze paragraaf "Corona" zoomen wij in op de volgende aspecten:
Hier volgen meerdere financiële overzichten.
Op de eerste plaats gaat het om de zgn. TOZO-regeling. Deze regeling is een rijkscompensatie die is verlopen via een specifieke uitkering.
Bedragen x € 1.000
Regeling |
(Netto) uitgaven levensonderhoud |
(Netto) besteding kapitaalverstrekking (+ aantal besluiten) |
Totaal |
Tozo 1 (1 maart tot 1 juni 2020) | 10 (0) | 0 (0) | 10 |
Tozo 2 (1 juni tot 1 oktober 2020) | - 6 (0) | 0 (0) | - 6 |
Tozo 3 (1 oktober t/m 31 december 2020) | - 444 (88) | - 50 (20) | - 495 |
Tozo 4 (geldend van 1 april 2021 tot 1 juli 2021) | - 217 (79) | - 12 (5) | - 229 |
Tozo 5 (geldend van 1 juli tot 1 oktober 2021) | - 121 (37) | - 4 (2) | - 126 |
Totaal | - 778 (204) | - 67 (27) | - 846 |
De TOZO wordt op basis van werkelijke kosten en een vast bedrag per aanvraag voor de uitvoeringskosten afgerekend. Deze afrekening maakt onderdeel uit van de accountantscontrole bij de programmarekening (SISA). Van het bevoorschotte bedrag van afgerond € 1,7 mln. is ruim € 959.000 besteed (inclusief een vergoeding voor uitvoeringskosten). Het restant is als transitorische post op de balans gezet en dient te worden terugbetaald.
Op de tweede plaats brengen wij hierna op programmaniveau in beeld wat de financiële gevolgen zijn. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in gevolgen door meeruitgaven (nadeel), minder inkomsten (nadeel) en minder uitgaven (voordeel).
Bedragen x € 1.000
Programma | Meeruitgaven | Minder inkomsten | Minder uitgaven | Saldo |
1 Relatie inwoners en bestuur | 62 | 71 | ||
2 Ruimtelijke ontwikkeling | ||||
3 Beheer leefomgeving | 45 | 45 | ||
4 Economie en toerisme | 11 | 11 | ||
5 Gezondheid en bevordering gezonde leefstijl | 122 | 246 | ||
6 Jeugd, onderwijs en cultuur | 166 | 23 | - 14 | 181 |
7 Maatschappelijke ondersteuning en veiligheid | 140 | - 65 | 75 | |
8 Werk en inkomen | 155 | 155 | ||
40 Algemene dekkingsmiddelen | 65 | 65 | ||
50 Overhead en ondersteuning | 184 | 215 | ||
Saldo | 876 | 100 | - 79 | 896 |
Op de derde plaats brengen wij de financiële gevolgen in relatie tot de ontvangen overheidscompensaties. Deze opsomming is leidend voor de uiteindelijke storting in de reserve "Corona".
De rijksoverheid heeft voor meerdere groepen in de samenleving (bedrijven, maatschappelijke instellingen, burgers) steunmaatregelen in het leven geroepen. Ook de provincie Gelderland kent meerdere steunregelingen. Bij de meerderheid van de regelingen is de gemeente geen partij. Voor een aantal aandachtsgebieden is de geldstroom wel via de gemeenten gelopen. Verder zijn, met name via het Gemeentefonds, diverse rijkscompensaties verstrekt die wij deels voor dit doel hebben geoormerkt, maar grotendeels hebben herbestemd ten behoeve van de uitvoering van het Corona herstelplan.
Onderstaand overzicht geeft inzicht in deze regelingen en laten tevens zien welke uitgaven in 2021 wij ten laste van deze regelingen hebben gebracht. Voor het complete inzicht zijn hierin ook meegenomen de minderinkomsten alsmede de posten waar door de Corona juist minder is uitgegeven.
Bedragen x € 1.000
Regeling | Compensatie | Uitgaven | Saldo |
Beginstand: reserve Corona per 31-12-2021 (w.v. € 62 ingezet ten behoeve van Coronaherstelplan) | 446 | - 161 | 223 |
Gemeentefonds, diverse steunpakketten 2021 | |||
w.v. ingezet ten behoeve van het Corona Herstelplan | 771 | - 289 | 544 |
w.v. in te zetten voor update Corona Herstelplan | 403 | 0 | 403 |
w.v. ingezet voor overige taken in het kader van Corona | 610 | - 343 | 267 |
Subsidie provincie (gemeenschapsvoorzieningen) | 36 | - 36 | - |
Diverse specifieke uitkeringen, exclusief Sisa-uitkeringen (betreft m.n. kwijtschelding sportaccommodaties) | 70 | - 70 | - |
Totaal compensatie 2021 | 2.336 | - 899 | 1.437 |
Conclusie is dat afgerond € 1.437.000 niet is besteed en dit bedrag is dan ook de stand van de reserve Corona per 31-12-2021. Deze middelen zijn voor het grootste deel niet vrij besteedbaar omdat er de nodige claims op liggen. Het gaat met name om de verdere uitvoering van het Corona Herstelplan en de update hiervan. Afzonderlijk is de gemeenteraad hierover geïnformeerd. In het volgende overzicht brengen we de financiële samenvatting van de monitor Corona Herstelplan in beeld.
Hfdst. | Taakonderdeel | Beleidsvoorstel | Raming (rbs 9-9-21) |
Werkelijk 2021 |
Prognose 2022 |
Prognose 2023 |
Prognose 2024 |
Werkelijk/ prognose totaal |
2 | Economie | OZB-compensatie horeca en niet-essentiële winkels | 80.000 | 65.456 | 65.456 | |||
Vrijstelling staangeld kermisexploitanten | 12.000 | 23.000 | 23.000 | |||||
MKB deal vouchers | 25.000 | 11.251 | 11.251 | |||||
Totaal | 117.000 | 99.707 | 0 | 0 | 0 | 99.707 | ||
3 | Sociaal maatschappelijke effecten | Formatie-uitbreiding | pm | 0 | 0 | |||
Inzet middelen ten behoeve van re-integratie | 67.000 | 0 | pm | pm | pm | 0 | ||
Toename Schuldhulpverlening zelfstandigen | pm | 0 | 0 | |||||
Toename Schuldhulpverlening | 40.000 | 0 | 40.000 | 40.000 | ||||
Minimabeleid (inclusief TONK) | 100.000 | 44.433 | pm | pm | pm | 44.433 | ||
Totaal | 207.000 | 44.433 | 40.000 | 0 | 0 | 84.433 | ||
4 | Kinderopvang jeugd en onderwijs | Zomerscholen 2-6 jaar (in uitvoering)* | 20.000 | 15.311 | 15.311 | |||
Perspectief jeugd en jongeren (in uitvoering) | 33.400 | 33.400 | 33.400 | |||||
Jongeren werk (Keet) (in uitvoering) | 15.400 | 15.400 | 15.400 | |||||
Mentale ondersteuning jeugd (in uitvoering) | 17.000 | 9.000 | 8.000 | 17.000 | ||||
Mentale ondersteuning jonge mantelzorgers (in uitvoering) | 6.600 | 6.600 | 6.600 | |||||
Activiteiten en ontmoeting jeugd (in uitvoering) | 10.000 | 10.000 | 10.000 | |||||
Integrale vroeghulp | 17.500 | 0 | 0 | |||||
Totaal | 119.900 | 89.711 | 8.000 | 0 | 0 | 97.711 | ||
5 | Sport | Coronaherstelfonds sportclubs | 25.000 | 971 | 15.000 | 9.029 | 25.000 | |
Sport en beweegstimulering | 20.000 | 6.560 | 13.440 | 20.000 | ||||
Onderzoek sport en beweeggedrag | 10.000 | 9.330 | 670 | 10.000 | ||||
Monitoren en vergroten vaccinatiebereidheid | 5.000 | 2.744 | 2.256 | 5.000 | ||||
Lokaal en regionaal beweeg- en sportakkoord* | 30.000 | 20.000 | 30.000 | 50.000 | ||||
Sport in de openbare ruimte | 30.000 | 12.515 | 17.485 | 30.000 | ||||
Beweegmakelaar ouderen | 17.500 | 0 | 17.500 | 17.500 | ||||
Lokaal preventieakkoord* | 15.000 | 45.142 | 15.000 | 60.142 | ||||
Stimuleren gecombineerde leefstijlinterventie | 15.000 | 0 | 7.500 | 7.500 | 15.000 | |||
Totaal | 167.500 | 97.262 | 118.851 | 16.529 | 0 | 232.642 | ||
6 | Cultuur | Tijdelijke subsidieregeling Coronasteun | 50.000 | 0 | 35.000 | 15.000 | 50.000 | |
Ondersteuning culturele verenigingen | 30.000 | 0 | 15.000 | 10.000 | 25.000 | |||
Ondersteuning beroepsbeoefenaren in de cultuursector | 20.000 | 0 | 0 | |||||
Totaal | 100.000 | 0 | 50.000 | 25.000 | 0 | 75.000 | ||
7 | Zorg welzijn en veiligheid | Ondersteuningspakket ouderen (in uitvoering) | 80.000 | 19.200 | 60.800 | pm | pm | 80.000 |
Ondersteuning kwetsbare doelgroepen (in uitvoering) | 90.000 | 18.500 | 72.500 | pm | pm | 91.000 | ||
Totaal | 170.000 | 37.700 | 133.300 | 0 | 0 | 171.000 | ||
Subtotaal | 881.400 | 368.813 | 350.151 | 41.529 | 0 | 760.493 | ||
* Dekking: | ||||||||
Specifieke uitkering Sportakkoord | -20.000 | -20.000 | -20.000 | |||||
Specifieke uitkering Onderwijsachterstandenbeleid (OAB): zomerscholen | 0 | -15.151 | -15.151 | |||||
Specifieke uitkering Preventieakkoord | 0 | -45.142 | -45.142 | |||||
Totaal Generaal | 861.400 | 288.520 | 350.151 | 41.529 | 0 | 680.200 |
Naast de hierboven geschetste directe financiële gevolgen hebben de Corona-maatregelen op meer terreinen financiële impact. Denk hierbij aan de doorbetaalde maandbetalingen aan de zorgaanbieders gedurende de Lockdown. Deze wettelijke maatregel was noodzakelijk om het voortbestaan van de zorgstructuur te borgen. Bijkomend aspect is wel dat deze steunmaatregel op gespannen voet staat met de rechtmatigheid. Daar gaan we hierna verder op in. Vanuit de wetgever is aandacht gevraagd voor diverse aspecten (ontwikkelingen / maatregelen / besluiten) die op gespannen voet kunnen staan met de rechtmatigheid. Als eerste noemen wij de "Begrotingsrechtmatigheid".
Maar het gaat verder.
In onderstaande tabel worden alle aspecten benoemd en wordt aangegeven hoe wij daar in deze jaarstukken mee zijn omgegaan.
Aspect | Toelichting en verwerking in de jaarstukken | ||||||||||||
Begrotingsrechtmatigheid (niet door de gemeenteraad geautoriseerde uitgaven) | Door diverse niet-voorziene uitgaven bestaat de kans op overschrijding van de programmalasten. Zoveel als mogelijk hebben wij in de bestuurs- en managementrapportage 2021 deze uitgaven door de gemeenteraad laten formaliseren. In de paragraaf "Rechtmatigheid" wordt hierover per programma gerapporteerd. | ||||||||||||
Balanswaarderingen |
Hiermee wordt bedoeld de impact van Corona op:
|
||||||||||||
Impact op weerstandsvermogen | De in de begroting vermelde scenarioanalyses worden gemonitord in de paragraaf "Weerstandsvermogen". Ook de hernieuwde risicopositie en de gevolgen voor ons weerstandsvermogen (algemene reserve) worden hierin tegen het licht gehouden. | ||||||||||||
Betaalde bijdragen en subsidies aan instellingen zonder prestatieleveringen dan wel anders vorm gegeven prestaties |
De rijksoverheid en diverse andere geledingen hebben zich ingezet om de gemeenten te bewegen om bijdragen aan zorginstellingen te continueren. Wij hebben geconstateerd dat de zorgleveranciers WMO en Jeugd de dienstverlening goed hebben aangepast aan de beperkingen door Corona en dit heeft in 2021, anders dan in 2020, dan ook niet geleid tot het verstrekken van zgn. "Continuïteitsbijdragen". Dit was wel het geval voor het doelgroepenvervoer. Het gaat om de volgende betalingen. Bedragen x € 1.000
|
||||||||||||
Betaalde subsidies aan instellingen waarbij niet wordt voldaan aan de subsidievoorwaarden |
De rijksoverheid en diverse belangenverenigingen hebben zich ook ingezet om gemeenten te bewegen flexibel om te gaan rond subsidies aan regionale en lokale instellingen. Aan een aantal instellingen zijn subsidies verstrekt waarbij men niet heeft kunnen voldoen aan de voorwaarden die in de beschikking is gesteld. Ook hiervoor geldt dat dit niet in overeenstemming is met ons normenkader (i.c. Algemene subsidieverordening). Het gaat om het volgende.
|
Het begrotingscriterium houdt in dat de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s. Onrechtmatige begrotingsoverschrijdingen die conform de richtlijnen van de Commissie BBV meewegen in het accountantsoordeel zijn daarom:
De algemene lijn is dus dat begrotingsoverschrijdingen die binnen het beleidskader van de raad passen niet worden meegewogen in het accountantsoordeel. Begrotingsafwijkingen zijn niet strijdig met het budgetrecht mits deze tussentijds of in de jaarrekening achteraf worden gemeld en toegelicht met bijvoorbeeld een verwijzing naar raadsbesluiten of informatieverstrekking aan de raad, zoals ook vastgelegd in het "Budgetkader college 2017".
Vooraf:
In de paragraaf Rechtmatigheid van de Programmarekening 2020 hebben wij gemeld dat de programma-indeling, als gevolg van een nieuw financieel rekeningschema, op onderdelen was aangepast (verschuivingen tussen programma's, per saldo geen financiële consequenties). Ook bleek dat bij het afsluiten van het boekjaar 2020, begin april 2021, enkele aanpassingen niet juist waren doorgevoerd. Dit laatste werkt ook door naar het jaar 2021: De primaire ramingen in de programmabegroting 2021 zijn opgesteld vóór deze constatering.
In de tabel hierna worden 3 kolommen getoond: de eerste kolom betreffen de primaire ramingen op de programma’s die zijn gepresenteerd bij de vaststelling op 13 november 2020 (primair); de tweede kolom met de juiste raming per programma (primair) en de derde kolom de raming na alle wijzigingen 2021.
bedragen x € 1.000
Programma | Programma (T) | Begroting 2021 primair (programmabegroting) |
Begroting 2021 primair |
Begroting 2021 na wijziging |
1 | Relatie inwoners en bestuur | 1.802 | 3.330 | 3.952 |
2 | Ruimtelijke ontwikkeling | 1.172 | 1.193 | 1.807 |
3 | Beheer leefomgeving | 5.945 | 5.945 | 4.104 |
4 | Economie en toerisme | - 113 | 461 | - 72 |
5 | Gezondheid en bevordering gezonde leefstijl | 2.660 | 4.539 | 4.842 |
6 | Jeugd, onderwijs en cultuur | 16.857 | 14.383 | 15.566 |
7 | Maatschappelijke ondersteuning en veiligheid | 16.525 | 16.644 | 16.463 |
8 | Werk en inkomen | 9.526 | 9.408 | 8.984 |
Algemene dekkingsmiddelen * | - 66.579 | - 66.581 | - 65.988 | |
Overhead en ondersteuning | 12.205 | 10.678 | 10.341 | |
Vennootschapsbelasting | 0 | 0 | 0 | |
Eindtotaal | 0 | 0 | 0 |
* Primaire raming is inclusief het oorspronkelijk geraamd begrotingstekort van € 2.451.000.
Beoordeling begrotingsrechtmatigheid
Alleen de lasten van de jaarrekening 2021 zijn op programmaniveau beoordeeld op afwijkingen. De conclusie is dat vijf programma’s plus de hoofdstukken "Algemene dekkingsmiddelen", " Overhead" en "Vennootschapsbelasting" een overschrijding laten zien. In de onderstaande tabel zijn de geraamde lasten (na wijziging), de werkelijke lasten, het verschil hiertussen en de soort afwijking per programma weergegeven.
Programma's |
Geraamde lasten |
Werkelijke lasten |
Afwijking (V = voordelig; N = nadelig) |
Toelichting |
|
1 Relatie inwoners en bestuur | 4.597 | 4.771 | 173 N | De afwijking past binnen de afspraken. | |
2 Ruimtelijke ontwikkeling | 2.690 | 4.807 | 2.118 N |
Betreft met name hogere lasten GREX-woningbouw die worden gecompenseerd door hogere baten; een en ander conform de budgetafspraken. |
|
3 Beheer leefomgeving | 16.259 | 16.372 | 113 N | De afwijking past binnen de afspraken. | |
4 Economie en toerisme | 786 | 8.323 | 7.537 N | Betreft met name hogere lasten GREX-bedrijventerreinen die worden gecompenseerd door hogere baten; een en ander conform de budgetafspraken. | |
5 Gezondheid en bevordering leefstijl | 6.816 | 6.672 | 144 V | De afwijking past binnen de afspraken. | |
6 Jeugd, onderwijs en cultuur | 19.008 | 19.365 | 357 N | De afwijkingen zijn een gevolg van open-eind-regelingen (jeugd). | |
7 Maatschappelijke ondersteuning en veiligheid | 19.363 | 18.909 | 455 V | Binnen de producten van dit programma zijn er nagenoeg geen overschrijdingen. | |
8 Werk en inkomen | 17.146 | 16.058 | 1.088 V | Binnen de producten van dit programma zijn er geen overschrijdingen. | |
Algemene dekkingsmiddelen | 8.134 | 8.654 | 520 N | De afwijkingen passen binnen de afspraken. | |
Overhead | 11.822 | 12.019 | 197 N | Met name de mutaties in de reserves komen in dit programma tot uitdrukking. Hier zijn in de regel aanzienlijke bedragen mee gemoeid. Eén verdere overschrijding wordt veroorzaakt door incidentele kosten op het terrein van ICT. Zie de toelichting in de volgende tabel. | |
Vennootschapsbelasting | 0 | 422 | 422 N | De afwijking past binnen de afspraken. De opgenomen verplichting is het resultaat van GREX. | |
Totale lasten en verschil | 106.622 | 116.372 | 9.750 N |
bedragen x € 1.000
Toelichting overschrijding uitgaven:
Binnen de vermelde programma’s laten enkele onderdelen een significante overschrijding op de lasten zien. Deze zijn getoetst aan het beleidskader van de raad, i.c. de afspraken uit het "Budgetkader college 2017" (omdat hier de relevante overschrijdingen op onderdelen worden toegelicht sluiten de bedragen niet aan bij het totaal van de afwijking op het betreffende programma uit de voorgaande tabel).
Programma | Onderdeel | Afwijking | Toelichting |
1. Relatie inwoners en bestuur | Diverse | 173 | Betreft kostenoverschrijdingen die worden gecompenseerd |
door extra opbrengsten. | |||
2 Ruimtelijke ontwikkeling | Grondexploitatie- woongebieden | 2.607 | Administratieve boeking, namelijk activeren boekwaarde gronden waar tegenover ook hogere baten staan. |
4 Economie en toerisme | Grondexploitatie-bedrijventerreinen | 7.232 | Administratieve boeking, namelijk activeren boekwaarde gronden waar tegenover ook hogere baten staan. |
5 Gezondheid en bevordering leefstijl | Sportaccommodaties | 200 | Het betreft hier een nabetaling over 2019-2020 aan Sportfondsen Didam BV (De Hoevert): Bijdrage in de huurkosten naar aanleiding van een huuraanpassing met terugwerkende kracht. Deze nabetaling valt geheel weg door een hogere huuropbrengst. Deze transactie vloeit voort uit een BTW-wetgeving. |
6 Jeugd, onderwijs en cultuur | Onderwijshuisvesting | 107 | Met name een stijging van energielasten leiden tot fors hogere huisvestingskosten. Deze worden deels terugontvangen. De uiteindelijke meerkosten worden verrekend met de reserve onderwijshuisvesting. |
Algemene dekkingsmiddelen | Reserve Corona | 961 | Het saldo van de ontvangen rijkscompensaties versus de uitgaven in het kader van de coronamaatregelen is gereserveerd. De voornaamste uitgaven vinden nog plaats in 2022 en 2023. |
Overhead | Mutaties reserves | 464 | Het gaat hier sec om de stortingen in de reserves. Deze wijken af, voornamelijk door het niet geraamde positieve resultaat met betrekking tot de loonkosten. In de toelichting op de balans worden de mutaties toegelicht. |
Vennootschapsbelasting | Grondexploitatie | 422 | Deze verplichting is opgenomen in verband met de resultaten GREX. |
bedragen x € 1.000
De geconstateerde overschrijdingen van de uitgaven passen allen binnen het door de raad vastgesteld beleid dan wel komen voort uit het opstellen van de jaarstukken en zijn een gevolg van de rekeningvoorschriften.
In bijlage 4.2 wordt inzicht gegeven in het verloop in 2021 van de beschikbaar gestelde kredieten. Ook met betrekking tot de kredieten is de conclusie dat de uitgaven rechtmatig hebben plaatsgevonden.
De rechtmatige totstandkoming van de uitgaven en inkomsten in de jaarrekening is, naast de getrouwheid, een aspect dat door de accountant beoordeeld moet worden. De accountant moet expliciet verklaren en dus onderzoeken dat de baten en lasten en de balansmutaties in het overzicht van baten en lasten tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting (het begrotingscriterium) en de relevante externe en interne wet- en regelgeving (het voorwaardencriterium).
In het controleprotocol 2019-2022, vastgesteld door uw raad op 21 november 2019, geeft u nadere aanwijzingen aan de accountant over
Voor de goedkeuring- en rapporteringtoleranties is uitgegaan van de wettelijk voorgeschreven maatstaven.
Strekking controleverklaring accountant met betrekking tot de rechtmatigheid en getrouwheid
Goedkeurend | Met beperking | Oordeelonthouding | Afkeurend | |
Goedkeuringstolerantie | ||||
|
≤ 1% | > 1% < 3% | - | ≥ 3% |
|
≤ 3% | > 3% < 10% | ≥ 10% | - |
Rapporteringstolerantie |
|
Uitgaande van de totale werkelijke uitgaven over 2021 van afgerond € 117 miljoen betekenen de genoemde percentages dat een totaalbedrag van afgerond € 1.200.000 aan fouten en een totaalbedrag aan onzekerheden van afgerond € 3.500.000 in de jaarrekening de goedkeurende strekking van de controleverklaring niet zullen aantasten.
In de werkprocessen zijn interne beheersingsmaatregelen opgenomen. Binnen een werkproces worden de mutaties getoetst aan de wettelijke en eigen gemeentelijke regels en uitvoeringsvoorschriften.
Door middel van een verbijzonderde interne controle (hierna: VIC) wordt een onafhankelijke controle van buiten het proces uitgevoerd. Hierbij wordt beoordeeld of de opzet van de administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) daadwerkelijk bestaat en werkt; met andere woorden worden de afspraken nageleefd en wordt er in overeenstemming met de regelgeving gehandeld.
De VIC is in 2021 uitgevoerd op basis van het Controleplan 2021. De omvang van het proces is van belang. In overleg met de accountant is de materialiteit hierin bepaald op € 630.000, afgeleid van de goedkeuringstolerantie van 1% van de geraamde lasten van circa € 90 miljoen minus de controletolerantie van 30% (dus: 70% van 1% van € 90 miljoen). Naast de omvang (in euro) van het proces / de regeling wordt ook rekening gehouden met de volgende aspecten:
Met betrekking tot de laatste bullet: In toenemende mate worden de controles systeemtechnisch ingeregeld, dus aan de voorkant. Als gevolg hiervan verschuift de controle zich ook geleidelijk aan naar de betrouwbaarheid en juistheid van de werking van de IT-toepassingen.
Opvallende items die in 2021 in de scope van de accountantscontrole zitten en die voor een deel ook weer terugkomen in de VIC betreffen:
De relevante voorwaarden van de gemeentelijke regelgeving zijn de voorwaarden met betrekking tot recht, hoogte en duur.
Uitkomsten toetsing processen :
bedragen x € 1.000
Processen (bedragen op begrotingsbasis) | Omvang | Fout | Onzekerheid |
Salarissen (personeel en bestuur) | € 23.000 | € 0 | € 0 |
Inkoop: aanbesteding, factuurverwerking, crediteuren en betaling 1) | € 50.000 | € 390 | € 0 |
Grondexploitatie | |||
- lasten | € 3.300 | € 0 | € 0 |
- baten | € 8.000 | € 0 | € 0 |
Belastingen, rechten en leges | € 17.700 | € 0 | € 0 |
Verstrekte subsidies | € 6.900 | € 0 | € 0 |
Uitkeringen, loonkostensubsidie en minimabeleid | € 7.300 | € 0 | € 0 |
WMO - ZIN (voorzieningen, begeleiding en huishoudelijke hulp) 2) | € 10.000 | € 0 | € 643 |
Jeugdzorg - ZIN 2) | € 8.800 | € 0 | € 463 |
WMO en Jeugdzorg - PGB 2) | € 736 | € 0 | € 736 |
Treasury | Variabel | € 0 | € 0 |
Verhuuropbrengsten | € 1.200 | € 0 | € 0 |
Leerlingenvervoer | € 600 | € 0 | € 0 |
1) Voor enkele gemeentelijke inkooptrajecten is niet de juiste Europese aanbestedingsprocedure gevolgd;
2) Deze onzekerheden worden in overleg met de accountant na afloop van het boekjaar vastgesteld (het betreft zorguitgaven waarvan de leverancier geen goedkeurende accountantsverklaring heeft overlegd (niet verplicht bij leveranciers waarvan de omzet < € 125.000).
De vermelde fouten en onzekerheden zijn in overeenstemming met het accountantsrapport.