2.5 Paragrafen

Paragraaf A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

1. Missie

Terug naar navigatie - 1. Missie

De missie van de gemeente Montferland is om over een weerstandsvermogen te beschikken van tenminste een ratio van 2,0.

2. Context en achtergronden

Terug naar navigatie - 2. Context en achtergronden

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen van de gemeente wordt bepaald door de mate waarin de gemeente in staat is om in de toekomst aan haar financiële verplichtingen te kunnen voldoen.

waardering Ratio weerstandsvermogen Kwalificatie
A Groter dan 2,0 Uitstekend
B 1,4 tot 2,0 Ruim voldoende
C 1,0 tot 1,4 Voldoende
D 0,8 tot 1,0 Matig
E 0,6 tot 0,8 Onvoldoende
F Kleiner dan 0,6  Ruim onvoldoende

Het financieel beleid van de gemeente Montferland is gebaseerd op drie kernindicatoren voor het nastreven van een gezonde financiële gemeente:

  • een (materieel) sluitende meerjarenbegroting;
  • uitstekend weerstandsvermogen;
  • een houdbare schuldpositie.

Voor gemeenten geldt dat vanwege de onbegrensde leencapaciteit bij de BNG (en daardoor altijd aanwezige liquiditeit) per definitie geen onzekerheid kan bestaan over de continuïteitsveronderstelling. De gemeente heeft een sluitende meerjarenbegroting en de provincie heeft aangegeven dat we dat we onder repressief toezicht staan. Dit stelt ons in staat zelfstandig en autonoom (financieel) beleid te voeren.

4. Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - 4. Ontwikkelingen

Beschikbare weerstandscapaciteit

Conform de nota reserves en voorzieningen 2022 bestaat onze weerstandscapaciteit uit de volgende componenten:

1. De Algemene reserve en de reserve "Verkoop aandelen Nuon";

2. De reserve grondexploitatie (voor zover boven de minimale buffer van € 2 miljoen);

3. Begrotingsruimte en de post onvoorzien.

Op grond van deze jaarstukken wordt de weerstandscapaciteit in Montferland als volgt berekend: 

Verwachte weerstandscapaciteit 2021 2022
Algemene reserve € 7,8 mln. € 10,1 mln.
Reserve verkoop aandelen Nuon € 15,1 mln. € 15,3 mln. 
Reserve grondexploitatie € 2,1 mln. € 2 mln.
Mutatie Algemene reserve (jaarrekening 2022)   € 6,5 mln.
Totaal € 25,0 mln. € 33,9 mln. 

Het verwachte saldo van de Algemene reserve bedraagt per eind 2026 € 7,4 mln. Dit bedrag kunnen we aanvullen met het positieve saldo van de primaire begroting 2023 van € 2,7 miljoen . Derhalve een totaalbedrag van € 10,1 miljoen. Dit saldo is vooralsnog vrij besteedbaar.

Het saldo van de reserve verkoop aandelen Nuon wordt na de vaststelling van de nota reserves en voorzieningen in november 2018 meegenomen in de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit. De stand van deze reserve bedraagt ultimo 2022 € 15,3mln.. 

Het saldo van de Reserve Grondexploitatie bedraagt per ultimo 2022  € 4,0 mln. Deze reserve dient als buffer voor specifieke risico's in de grondexploitatie. In de nota reserves en voorzieningen 2022 is de minimale omvang van deze reserve bepaald op € 2,0 mln. Het bedrag boven deze minimale buffer wordt meegenomen in de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit.

Op basis van de genoemde nota nemen we de onbenutte belastingcapaciteit niet meer mee bij de bepaling van de weerstandstandscapaciteit omdat deze niet direct beschikbaar is (wel latent aanwezig). Hierbij sluiten we aan bij de lijn die de provincie hanteert.

Ten opzichte van 2021 is onze weerstandscapaciteit met bijna € 9 mln. toegenomen.

 

Benodigde weerstandscapaciteit

Voor de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit heeft er een inventarisatie van individuele risico’s plaatsgevonden. Omdat niet alle risico’s zich in de praktijk gelijktijdig en in volle omvang zullen voordoen is een reëel risicobedrag berekend.
Het reële risicobedrag is het gemiddeld verwachte risicobedrag dat nodig is op korte termijn.

Op basis van de onlangs geactualiseerde risico-inventarisatie zijn 12 risico’s in beeld gebracht en zijn tevens de beheersmaatregelen voor deze risico's aangegeven. Uit deze risico-inventarisatie en –analyse blijkt een reëel risicobedrag van € 3,15 mln. Hiervan kan € 2,15 mln. worden beschouwd als incidenteel en € 1 mln. als structureel.
Dit is de benodigde weerstandscapaciteit van de gemeente.

Indien de berekende weerstandscapaciteit (€ 33 ,9 mln.) wordt afgezet tegen de benodigde weerstandscapaciteit (€ 3,15 mln.) dan blijkt dat de ratio 10,8 is.
Dit betekent dat de weerstandscapaciteit in Montferland per ultimo het predicaat “uitstekend” krijgt. De omvang van het eigen vermogen en de voorzieningen zijn dus op uitstekend niveau om alle mogelijke risico’s op te vangen. Dit komt vooral omdat wij over een reserve verkoop aandelen Nuon beschikken van ruim € 15 miljoen. Exclusief de reserve Nuon bedraagt deze ratio 5,6 en dat is nog steeds uitstekend.

De ontwikkeling van de weerstandsratio over de afgelopen jaren is als volgt:

Risico's

Risicomanagement kijkt per definitie vooruit. Maar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing is ook voorgeschreven in het jaarverslag. Daarom kijken we ook terug in hoeverre risico's zich hebben voorgedaan die waren opgenomen in de risico-inventarisatie voor de begroting 2022. De drie  grootste risico's die zich in 2022 hebben voorgedaan zijn:

Wachtgeld voormalig bestuur

In de risico-inventarisatie bij de begroting 2022 is geen bedrag opgenomen voor dit onderdeel. In de tweede kwartaalrapportage van 2022 hebben we een voorziening moeten treffen van bijna € 1,3 miljoen voor dit onderdeel. Dit betreft  de bijgestelde personele lasten in verband met wachtgeld voormalig bestuur. In de voorziening Voormalig bestuur is een storting gedaan om toekomstige lasten wachtgeld voormalig bestuur op te kunnen vangen. Dit betreft een aanvulling voor 2022 en daarnaast een storting in de voorziening voor jaren 2023 tot en  met 2026.

Bedrijfsvoering

Al geruime tijd wordt onderkend dat gemeenten te maken hebben met een lastig bedrijfsvoeringsvraagstuk, namelijk een tekort aan personeel. Veel gemeenteambtenaren gaan de komende jaren met pensioen. Vanwege de krappe arbeidsmarkt is het lastig om nieuwe medewerkers aan te trekken. Onze gemeente wordt hier ook al enige tijd mee geconfronteerd. De gemeente staat voor een grote uitdaging om de vakkennis de komende jaren vast te houden om de grote ambities van de gemeente te kunnen realiseren. Dit risico stond niet opgenomen in de begroting 2022, maar in de inventarisatie bij de jaarstukken hebben we een reëel risico opgenomen van € 300.000. De exacte omvang van het in 2022 opgetreden risico is niet aan te geven.

Gemeenschappelijke regelingen (met name ODA)

In de risico-inventarisatie bij de begroting 2022 hebben we een reëel risico opgenomen van € 200.000 voor dit onderdeel. In de jaarrekening zien we een overschrijding op het budget van de ODA van €225.000. Deze overschrijding is een gevolg van meer afgenomen (inzet) op toezicht-en handhavingszaken (waaronder enkele grote handhavingszaken, o.a. drugslabs) en meer gevraagde milieuadviezen (in verband met ruimtelijke plannen/ontwikkelingen). Alles op basis van outputfinanciering en dat is voor de gemeente een open eind regeling.

 

 

 

5. Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - 5. Financiële kengetallen

Toelichting financiële kengetallen

De vijf financiële kengetallen geven samen een beeld van de financiële ontwikkelingen in de gemeente. Eén los kengetal zegt echter weinig over de totale financiële positie. Of een hoge schuldquote voor een gemeente nadelig is, hangt bijvoorbeeld af van het eigen vermogen en hoe groot de kans is dat de schuld weer wordt afgelost. Onderstaande een toelichting op de verschillende kengetallen.

 

Weerbaarheid: kan de gemeente tegen een stootje?

Netto schuldquote (ongecorrigeerd): De niet gecorrigeerde netto schuldquote geeft het risico voor de gemeente weer als derden niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Denk bij voorbeeld aan een woningcorporatie, die geld heeft geleend bij de gemeente. Hoe lager, hoe beter.

Netto schuldquote (gecorrigeerd): De netto schuldquote geeft aan of de gemeente in staat is de schulden terug te betalen waarvoor zij volledig zelf aan de lat staat. Ook hier geldt: hoe lager, hoe beter.

Solvabiliteit: De mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Dit wordt berekend op basis van het eigen vermogen en de bezittingen van de gemeente. Hoe hoger, hoe beter.

Grondexploitatie: Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. Hier geldt: hoe lager, hoe minder risicovol.

 

Wendbaarheid: kan de gemeente zich relatief snel aanpassen aan veranderende omstandigheden?

Hierbij zijn de volgende kengetallen van belang:

Belastingcapaciteit: De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin bij het voordoen van een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen of ruimte is voor nieuw beleid. Hoe lager hoe beter.

Structurele exploitatieruimte: Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, door de structurele baten en structurele lasten te vergelijken met de totale baten. Hoe hoger, hoe beter.

 

       Indeling categorieën (%)
  Kengetal A 'Voldoende'  B 'Matig' C 'Onvoldoende'
1a Netto schuldquote < 90% 90-130% > 130%
1b

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

< 90% 90-130% > 130%
2 Solvabiliteitsratio > 50% 20-50% < 20%
3 Structurele exploitatieruimte > 0% 0% < 0%
4 Grondexploitatie  < 20%  20-35% > 35%

5

Belastingcapaciteit 

< 95% 95-105% > 105%

 

       Financiële kengetallen Montferland (%)
  Kengetal Rek. 2021 Begroting 2022 Rek. 2022
1a Netto schuldquote 58% 74% 62%
1b

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

51% 64% 53%
2 Solvabiliteitsratio 33% 31% 37%
3 Structurele exploitatieruimte 0,82% -0,81% 6,6%
4 Grondexploitatie 0% 0% 0%

5

Belastingcapaciteit 

109% 104% 104%

 

Voldoende

Matig

Onvoldoende

De financiële kengetallen dienen in samenhang te worden bezien om onze financiële positie te beoordelen. Onze solvabiliteit is in 2022 verder verbeterd ten opzichte van 2021. Vanwege het forse positieve resultaat is het kengetal structurele exploitatieruimte aanzienlijk verbeterd.

In 2022 vallen vier kengetallen in de categorie voldoende (netto schuldquote, netto schuldquote gecorrigeerd, structurele exploitatieruimte en grondexploitatie) en  twee in de categorie matig (solvabiliteitsratio en belastingcapaciteit). Rekening houdend met ons uitstekende weerstandsvermogen kunnen we concluderen dat we de financiële positie van onze gemeente als voldoende kunnen kwalificeren. 

 

Paragraaf B. Onderhoud kapitaalgoederen

1. Missie

Terug naar navigatie - 1. Missie

De gemeente Montferland heeft een grote oppervlakte aan openbare ruimte in beheer. Daarin vinden veel activiteiten plaats zoals wonen, recreëren en werken. Daarvoor zijn kapitaalgoederen nodig zoals wegen, rioleringen, kunstwerken, openbaar groen, openbare verlichting, sportvelden en gebouwen. De kwaliteit van deze kapitaalgoederen en het onderhoudsniveau ervan is in grote mate bepalend voor de beleving van onze inwoners en mensen die in onze gemeente werken en recreëren en niet in de laatste plaats de voor de (jaarlijkse) lasten. We streven hierbij naar een voldoende onderhoud van onze kapitaalgoederen.

2. Context en achtergronden

Terug naar navigatie - 2. Context en achtergronden

Het onderhoud van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte en het onderhoud aan de gemeente gebouwen is uitgevoerd conform de door de raad of het college vastgestelde beleids- en beheerplannen. De plannen worden frequent, in de meeste gevallen eens in de vier jaar, opnieuw vastgesteld.

Op basis van de vastgestelde plannen is per kapitaalgoed inzicht gegeven in het gemeentelijk beleid, de doelstellingen, de geplande onderhoudswerken en de kosten daarvan.

3. Kaderstellende beleidsnota's

Terug naar navigatie - 3. Kaderstellende beleidsnota's
  • Het Coalitieprogramma 2018-2022
  • Nota reserves en voorzieningen 2018
  • Budgetkader College 2017
  • Beleidsplan wegen 2018-2021
  • Beleidsplan civiele kunstwerken 2018-2023
  • Beleidsplan licht in de openbare ruimte 2020-2024
  • Groenstructuurplan 2011
  • Nota kunstgrasvelden
  • Gemeentelijk Rioleringsplan 2016-2020 + 2021/GWRP
  • Integraal Verkeer en Vervoersplan (i-VVP)
  • IBOR (raadsbesluit 2014)
  • Beleidsplan Toegankelijkheid Openbare Ruimte 2017-2021
  • Beleids- en uitvoeringsplan Gladheidsbestrijding 2016-2021
  • Nota vastgoedbeleid 2015

4. Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - 4. Ontwikkelingen

Onderstaand een korte toelichting per onderdeel. 

Openbare ruimte

In 2022 hebben wij de verschillende kapitaalgoederen in de openbare ruimte onderhouden volgens de door het college vastgestelde beheerplannen. Daarbij wordt zodanig onderhoud gepleegd, dat voldaan wordt aan de door de raad vastgestelde beeldkwaliteit.

Jaarlijks vinden er meerdere schouwen van de openbare ruime plaats. Daarbij worden duizenden locaties geschouwd. Over het jaar heen moet volgens de CROW (CROW is een kennisorganisatie op het gebied van infrastructuur, openbare ruimte, verkeer en vervoer en werk en veiligheid) 90% van de schouwpunten voldoen aan de vastgestelde beeldkwaliteit. Vooral in het groeiseizoen (mei – okt) is dat nagenoeg niet haalbaar op het onderdeel groen. Met een score van 92% in 2022 voldeden wij echter wel aan de norm.

 

Wegen

De raad heeft in 2022 het beleidsplan wegen 2021 - 2025 vastgesteld. De wegen worden onderhouden volgens de minimale richtlijnen CROW en het door de raad vastgestelde beeldkwaliteitsniveau. De toevoeging aan de voorziening groot onderhoud wegen was in 2022
€ 661.970 volgens het beleidsplan wegen (excl. klein onderhoud). De raming was € 780.355,= en de uitgaven waren € 697.540,=. Dat de uitgaven lager waren dan de raming heeft te maken met het feit dat een aantal in 2022 geplande werken niet zijn uitgevoerd. Onder andere de rotonde Immenhorst/Plantsoensingel Zuid is op een sobere, maar wel doelmatige wijze hersteld, zodat deze weer een aantal jaren mee kan. Deze keus is gemaakt vanwege de op dat moment enorm hoge asfaltprijs. Daarnaast is de Singel/Els in Didam doorgeschoven om die parallel te laten lopen met het IVVP uitvoeringsprogramma. Wel moet er nog een indexering worden betaald over 2022 van circa € 70.000,= waarmee de uitgaven weer in de pas lopen met de raming.

In 2022 zijn diverse grote en kleinere werkzaamheden uitgevoerd. Onder andere zijn de fietspaden van de Doetinchemseweg in Kilder voorzien van nieuw asfalt, de Heideweg in Didam is voorzien van nieuw asfalt en dat geldt ook voor de Zuidermarkweg in Beek. Daarnaast meerdere asfaltwerken van kleinere omvang.
In 2022 is uitvoering gegeven aan het vervangen van straatmateriaal/herinrichten van de Kleefsestraat en Hovelstraat in Beek, de van Marlestraat en Pastoor Bluemerstraat in Ki;lder en  diverse wegen in Braamt (Hiedenbrinkstraat, Mariastraat en Pastoor ter Rielestraat) en diverse wegen in ’s-Heerenberg (Daltuin, Dr .H. van Heeklaan en Montferlandsestraat) in ’s-Heerenberg.

Voor de onverharde wegen is in 2019 het beleidsplan zand- en halfverhardingswegen 2019-2028 vastgesteld. In 2022 is een pilot uitgevoerd met het aanbrengen van het product Padvast op het Nachtegaalslaantje en de Molenberg in Stokkum. Omdat die pilot volledig voldoet aan onze verwachtingen en die van de aanwonenden is dit in 2022 verder toegepast op meerdere onverharde wegen. Dit krijgt in 2023 een vervolg.

 

Nachtegaalslaantje en Stokkum, nadat Padvast is aangebracht.

 

Rioleringen

Het huidige GWRP (Gemeentelijk Water en Riolerings Plan) heeft een looptijd van 2022-2026. Dit plan is de basis voor het uitvoeren van onze wettelijke zorgplichten op het gebied van afvalwater, grondwater en hemelwater.

Gedurende het jaar 2022 is het reguliere onderhoud aan het rioolstelsel uitgevoerd zoals het reinigen en inspecteren van de pomputten, rioolgemalen, rioolleidingen, kolkenzuigen, verhelpen verstoppingen.

We zijn gestart met het maken van een analyse van ons stelsel en opstellen van een beheerplan vrijverval riolering. Ook is er gestart met het beoordelen van alle rioolinspecties en deze visueel zichtbaar te maken op kaart. De kleine onderhoudswerkzaamheden aan het rioolstelsel (zoals verhelpen verstoppingen) zijn dit jaar opnieuw aanbesteed aan 2 lokale/regionale partijen. 

In 2022 is een bedrag van €  895.000 ten gunste van een investeringen 2022 gebracht conform het GWRP. Ten opzichte van de begroting 2022 was het saldo van de kostendekking € 354.000 negatief. Dit saldo is nagenoeg conform begroting binnen het GWRP. Van dit bedrag is € 77.000 onttrokken aan de reserve riolering. Dit betreft het nadeel op het onderdeel rioolheffing als gevolg van een lager waterverbruik dan geraamd. Het restant van € 277.000 is onttrokken aan de voorziening riolering ex artikel 44 lid 2 BBV.. Conform dit GWRP zullen de voorziening en de reserve in de komende jaren worden ingezet als dekking van de verwachte tekorten.

 

Openbare verlichting

De toevoeging aan de voorziening vervanging lichtmasten was in 2022 € 134.809. De werkelijke uitgaven bedroegen ongeveer € 200.000.
In 2022 zijn ongeveer 700 armaturen en 150 lichtmasten op diverse locaties in Braamt, Beek, Loil, ’s- Heerenberg, Nieuw Dijk, Kilder, Didam en het buitengebied vervangen (inclusief enkele projecten zoals Bloemenbuurt en de St Jansgildestraat). In 2022 zijn alle armaturen met SOX-lampen vervangen naar LED armaturen. De SOX-lampen zijn niet meer verkrijgbaar vanwege Europese regelgeving. Alle SOX armaturen zijn in 2022 nu vervangen.

 

Sint Jansgildestraat in Beek met links de oude verlichting en rechts de nieuwe.

 

Civiele Kunstwerken

In 2018 is het beleidsplan civiele kunstwerken 2019-2023 vastgesteld. In 2022 is, conform planning, een bedrag van € 20.564 toegevoegd aan de voorziening groot onderhoud civiele kunstwerken. In 2022 is de tunnel aan de Oude Doetinchemseweg in Zeddam gereinigd, het betonoppervlak dient in 2023 opnieuw geconserveerd moeten worden.
Alle overige onderhoudsmaatregelen vanuit de inspectie van 2017 zijn uitgevoerd.
In december 2022 zijn alle kunstwerken geïnspecteerd. De bevindingen van deze inspectie zullen verwerkt worden in een nieuw beleids-/beheerplan voor 2024-2028.

Oude Doetinchemseweg Zeddam, situatie tunnel voor en na reiniging

 

Openbaar groen

Gedurende het jaar is het reguliere onderhoud aan het openbaar groen en de bomen uitgevoerd. Dit gebeurt grotendeels door onze eigen buitendienst.
We zijn gestart met het opstellen van een Groenbeleidsplan, dat in 2023 vastgesteld wordt door de raad. Daarnaast is er ook gestart met het opstellen van het Groenbeheerplan, dit geeft uitvoering aan de gestelde ambities in het Groenbeleidsplan. 

 

Sportvelden

Gedurende het jaar heeft er frequent onderhoud plaatsgevonden op de sportvelden, inclusief de beregening van de velden.

 

Onderhoud gemeentelijke gebouwen

De gemeente heeft in 2022 voorbereidingen getroffen voor de verdere verduurzaming van de installaties van de Muizenberg. De aanbesteding van de warmtepompen heeft plaatsgevonden en de werkzaamheden zullen in de eerste helft van 2023 afgerond worden. De sporthal wordt een ‘Energie Neutraal Gebouw’. Op de gemeentewerf zijn de screens vervangen. Op een aantal locaties is schilderwerk uitgevoerd. In 2022 heeft de 'herinspectie' van de gemeentelijke gebouwen plaatsgevonden. Tevens is een duurzaamheidsplan voor de gebouwen opgesteld. Deze plannen zullen in 2023 aan de gemeenteraad ter vaststelling worden aangeboden.  Eind 2022 is er geen sprake van achterstallig onderhoud.

Paragraaf C. Financiering

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

Voor de financiering van de programma’s zijn financiële middelen nodig. Om tijdig en tegen gunstige condities gelden aan te trekken of uit te zetten is de uitvoering van de treasuryfunctie belangrijk.

De treasuryfunctie omvat het sturen, beheersen, verantwoording afleggen over en het toezicht houden op:

  • De financiële vermogenswaarden;
  • de financiële geldstromen;
  • de financiële posities en de daaraan verbonden risico’s.

De uitvoering van de treasuryfunctie is gebaseerd op artikel 13 van de “Financiële verordening 2017”. Het treasurystatuut, zoals is vastgesteld op 16 februari 2016, geldt nog steeds. Dit treasurystatuut is gebaseerd op de geldende financiële verordening.

In het treasurystatuut is onder andere geregeld dat, conform de opgelegde verplichting door de rijksoverheid, overtollige middelen moeten worden belegd bij de rijksoverheid of bij andere openbare lichamen. Een nadere uitwerking hiervan vindt plaats in het treasurystatuut. 

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) bevat instrumenten om de risico’s te beperken die gemeenten lopen bij het lenen en het uitzetten van financiële middelen. Een belangrijk instrument is de kasgeldlimiet. Hierbij gaat het om het beperken van renterisico’s op de korte schuld. Korte schuld is bedoeld voor het financieren van de lopende uitgaven. De kasgeldlimiet is 8,5% van het begrotingstotaal en bedroeg voor 2022 € 8,1 mln. (afgerond). In 2022 zijn meerdere grotere uitgaven verricht (o.a. aankopen gronden) waardoor regelmatig kasgeldleningen uitgezet werden, waarbij het kasgeldlimiet in de loop van het jaar 2022 is overschreden. Hierdoor waren we genoodzaakt een Langlopende lening (november 2022) af te sluiten om aan de wettelijke verplichting te voldoen. 

Algemene ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Algemene ontwikkelingen

Belangrijke ontwikkelingen die invloed hebben op de treasuryfunctie zijn de uit te voeren investeringen, de grondexploitatie, de bedrijfsvoering en de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt.

In 2022 is het renteniveau relatief snel gestegen t.o.v. 2021. Dit is o.a. het gevolg van de renteverhogingen door de Europese Centrale Bank (ECB) veroorzaakt door de hoge inflatie die minder tijdelijk bleek dan eerder was voorzien. De olieprijs is verder opgelopen als gevolg van een toenemende vraag en de geopolitieke spanningen rond de Oekraïne. Bovendien houden knelpunten in de productie en de logistiek langer aan. Ook zien we dat bedrijven in de dienstensector de prijzen verhogen om de omzetverliezen als gevolg van de pandemie te compenseren. Doel van rentestijging door ECB is een dempend effect op de inflatie.

Beleid bij nieuwe leningen

Terug naar navigatie - Beleid bij nieuwe leningen

Bij het aantrekken van langlopende geldleningen wordt de looptijd van een lening afgestemd op de financieringsbehoefte behorende bij het totaal van de investeringen. Investeringen voor de grondexploitatie worden in het algemeen gefinancierd door een lening die een kortere looptijd heeft dan leningen voor investeringen in gebouwen of wegen. Binnen de gemeente is sprake van totaalfinanciering, waarbij leningen niet worden aangetrokken voor specifieke investeringen (projectfinanciering) maar voor het totaal van de financieringsbehoefte. 

Relatiebeheer

Terug naar navigatie - Relatiebeheer

Met de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is een overeenkomst financiële dienstverlening aangegaan, op basis waarvan deze bankinstelling dagelijks onze banksaldi beoordeelt en intern verrekent met daggeld dan wel tijdelijke belegging via schatkistbankieren.
De te betalen en te ontvangen rente is gebaseerd op het zogenaamde interbancaire tarief, verhoogd c.q. verlaagd met een opslag van 0,40% en als zodanig uiterst concurrerend met andere instellingen. Alle betalingen en ontvangsten lopen via de rekeningen bij de BNG.
Bij de Rabobank loopt een bankrekening uitsluitend voor het afstorten van liquide middelen van de afdeling Publiekszaken. 

Financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Financieringsbehoefte

De financieringsbehoefte is het verschil tussen de boekwaarde van de investeringen en de vaste financieringsmiddelen. Onder vaste financieringsmiddelen verstaan wij de reserves en voorzieningen plus de opgenomen vaste geldleningen. Verder wordt rekening gehouden met de reguliere aflossingen op bestaande geldleningen.

Voor jaar 2022 wordt de financieringsbehoefte ten behoeve van investeringen gedekt worden uit de aanwezige middelen. In 2022 is een langlopende geldleningen ad 15 mln met aflossing in 20jr afgesloten. 

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Dit onderdeel geeft inzicht in de samenstelling, de grootte en de rentegevoeligheid van de opgenomen leningen. De (verwachte) mutaties als gevolg van nieuwe leningen, (vervroegde) aflossingen, renteconversies e.d. en bijzondere transacties worden toegelicht.

 

Bedragen x €1.000 Balans
1-1-2022
Opname
2022
Aflossing
2022

Balans
31-12-2022

 Rente 2021

Gem. Perc.

Totaal langlopende geldleningen 53.025  15.000 6.256 61.769 1.193 2,08%
Totaal woningbouwleningen 1.934   231 1.703 75 4,18%

 

Op de balansdatum resteren voor de gemeente nog 13 langlopende leningen, waarvan twee leningen zijn doorgeleend aan Woningcorporatie Plavei (voormalig Woningstichting Bergh).

Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Renterisiconorm

Voor de gemeente Montferland zijn geen geplande rente herzieningen. Alle lopende leningen hebben een vast rentepercentage gedurende de resterende looptijd.
Voor 2021 bedraagt het rente risico op vaste schuld  € 6.554 mln. en is ruim onder de gestelde renterisiconorm € 20.470 mln.. De komende jaren blijft het rente risico op vaste schuld ruim onder de vastgestelde renterisiconorm van 20% van het begrotingssaldo.

Bedragen x € 1.000

  RENTERISICONORM Jaarrekening 2022    
    2022 2023 2024 2025
1a Renteherziening op vaste schuld o/g        
1b Renteherziening op vaste schuld u/g        
1 Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b)        
           
2a Te betalen aflossingen 6.487 6.746 6.756 6.766
2b Te ontvangen aflossingen -231 -240 -250 -260
2 Herfinanciering (2a-2b) 6.256 6.506 6.506 6.506
           
3 Renterisico op vaste schuld (1+2) 6.256 6.506 6.506 6.506
           
4 Begrotingstotaal 95.799 99.512 98.360

99.882

4a Het vastgesteld percentage 20 20 20 20
4 Renterisico norm 19.160 19.902 19.672 19.976
           
5 Toets renterisico norm        
  Renterisico norm (4) 19.160 19.902 19.672 19.976
  Renterisico op vaste schuld (3) -6.256 -6.506 -6.506 -6.506
5a=(4>3) Ruimte onder renterisiconorm 12.904 13.396 13.166 13.470
5b=(3>4) Overschrijding renterisiconorm        

 

Renteschema

Terug naar navigatie - Renteschema
Renteschema    2022  
a. De externe rentelasten over korte en lange financiering +/+   € 1.292.631  
b. De externe rentebaten over de korte en lange financiering  -/-   € -16.942  
Saldo externe rentelasten en rentebaten     € 1.275.689  
         
         
c1. Doorberekende rente aan de grondexploitatie  -/- €   7.998    
c2. Doorberekende rente van projectfinanciering taakvelden  -/- € -     
c3. Rentebaat van door verstrekte specifieke leningen  -/-

€   120.668

   
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente     € 1.147.023  
         
d1. Rente over eigen vermogen +/+ € -    
d2. Rente over voorzieningen +/+ € -    
Aan taakvelden toe te rekenen interne rente     € -  
         
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente     € 1.147.023  
         
e. De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente  -/-   € 1.718.923  
         
f. Renteresultaat op het taakveld Treasury     € 571.899  

 

Paragraaf D. Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De bedrijfsvoering omvat in algemene zin alle activiteiten, middelen en systemen  waarmee de dienstverlening gerealiseerd wordt.

Formatie en budget ambtelijke organisatie

Terug naar navigatie - Formatie en budget ambtelijke organisatie

De omvang van de loonkosten en de formatie van de totale ambtelijke organisatie is:   

 Formatie en budget ambtelijke organisatie Jaarrekening 2020 Jaarrekening 2021 Begroting na wijz. 2022 Jaarrekening 2022
Loonkosten eigen en ingehuurd personeel (x € 1.000):        
  • eigen personeel

19.447

19.925

21.992

20.697

  •  tijdelijk/extern personeel
990 1.521 3.106 2.891
  20.437

21.446

25.098

23.588

 Formatie in fulltime eenheden (fte’s):        
  •  vast
283,27 283,93 307,76 287,00
  •  boventallig
0,4 0 0 0

 

* De werkelijke bezetting per 31-12-2022 is lager dan de toegestane formatie. Dit heeft te maken met niet ingevulde vacatures.

Apparaatskosten

Terug naar navigatie - Apparaatskosten

Apparaatskosten (ofwel organisatiekosten) zijn de noodzakelijke middelen voor het inzetten van personeel (loon- en overige personeelskosten), organisatie-, huisvestings-, materieel-, automatiseringskosten en dergelijke voor de uitvoering van de organisatorische taken. Apparaatskosten zijn dus alle personele en materiële kosten die verbonden zijn aan het functioneren van de ambtelijke organisatie (exclusief griffie en bestuur).

 Kosten x € 1.000 Jaarrekening 2020  Jaarrekening 2021 Begroting na wijz. 2022 Jaarrekening 2022
 loon- en overige personeelskosten 19.742 19.681 21.684

20.413

 kosten externe inhuur 990 1.521 3.106 2.891
 huisvestingskosten 1.334 1.349 1.454 1.463
 kosten ICT 2.221 1.993 2.157 1.989
 tractiekosten 502 481 618 596
 facilitaire kosten 224 199 184 161
 overige organisatiekosten 679 1.351 1.047 906
totaal 25.692 26.575 30.250 28.419
per inwoner
€ 714
€ 738

€ 833

€ 783

 

Verdieping van enkele onderwerpen

Terug naar navigatie - Verdieping van enkele onderwerpen

Accountantscontrole en (verbijzonderde) interne controle

De jaarrekening 2021 is voorzien van een goedkeurende controleverklaring van de accountant. De uitvoering van de controle verliep naar behoren. 

Sociaal Domein
De (kwaliteit van de) verantwoordingen van de gecontracteerde zorgaanbieders WMO en Jeugdwet stabiliseert zich: Waar in 2016 nog 35 zorgaanbieders geen of geen goedkeurende accountantsverklaringen konden overleggen, beperkt zich dit al enige jaren tot slechts enkele aanbieders. Wel zien we een lichte achteruitgang over het jaar 2021, welke valt te herleiden naar de extra controle-eisen in verband met de Corona-maatregelen. 

Circa  99% van de uitgaven van afgerond € 16,7 miljoen  zijn verantwoord. Voor de rechtmatigheidstoets geldt onveranderd dat voor alle zorg waar geen goedkeurende controleverklaring voor is afgegeven (de "kleinere" zorgverstrekkers met een omzet < € 125.000 vallen hier ook onder) deze door de accountant worden aangemerkt als "onzeker" .
De uitvoering van de Persoonsgebonden budgetten (PGB's) ligt bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Door het ontbreken van een goedkeurende accountantsverklaring (ook weer in 2021 en 2022 het geval) worden ook deze als "onzeker" aangemerkt.  

Rechtmatigheidsverantwoording door het college van B&W met ingang van 2023
Eind 2022 is (eindelijk) de wetswijziging geformaliseerd waardoor het college van B&W, voor het eerst in de jaarstukken 2023, een verklaring aflegt over de rechtmatigheid van het door haar gevoerde beleid in 2023. Ook de rol van de accountant wijzigt hierdoor: Zij beoordeelt m.i.v. 2022 niet langer de rechtmatigheid, maar velt wel een oordeel over de getrouwheid van de exploitatiecijfers en balansmutaties alsmede over de rechtmatigheidsverklaring van het college. 
In 2022 hebben wij verder alvast voorbereidende werkzaamheden verricht, zoals het uitvoeren van een 0-meting waarbij de kwaliteit van de huidige administratieve organisatie in beeld is gebracht. Naar aanleiding hiervan zijn een aantal verbeteracties opgesteld, gericht op een toename van robuustheid, deskundigheid en bewustzijn in de organisatie. In 2023 zullen wij dit verder voortzetten.
De noodzakelijke actualisatie van een drietal verordeningen  heeft inmiddels plaatsgevonden. Door de gemeenteraad is vastgesteld de Financiële verordening 2023, de Controleverordening 2023 en de verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid 2023.

Tot slot melden wij dat de controle over het jaar 2023 wederom zal plaatsvinden door de huidige accountant Baker Tilly. Hiervoor hebben wij gebruik gemaakt van de verlengingsoptie in het contract met hen. Dit betekent dat er in het jaar 2023 een Europese aanbesteding voor de controlejaren 2024-2027 zal gaan plaatsvinden.

 

Frauderisicobeheersing

De NBA heeft in 2020 aangekondigd dat zij het beleid op de gebieden Fraude en Continuïteit meer concreet en meer zichtbaar tot uitdrukking wil  brengen. Dit wordt gedaan met een aanvulling op Controlestandaard 700. De aanvulling in Standaard 700 komt er in hoofdlijnen op neer dat vanaf het boekjaar 2022 de accountant verplicht is om in de controleverklaring specifiek te  vermelden welke frauderisico’s zij bij de controle van de jaarrekening hebben geïdentificeerd en welke werkzaamheden onze gemeente ten aanzien van deze risico’s hebben uitgevoerd. 

De primaire verantwoordelijkheid voor het voorkomen en detecteren van fraude (waaronder corruptie) berust bij het college van burgemeester en wethouders. Deze verantwoordelijkheid betreft ook het onderhouden van een zodanige interne beheersing om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder dat deze afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
Binnen onze gemeente is er binnen de interne beheersing aandacht voor frauderisico’s en de preventie daarvan: Jaarlijks stellen hiertoe wij een interne frauderisicoanalyse op. Organisatiebreed worden de risico's en beheersmaatregelen geinventariseerd en genalyseerd. In 2022 gaat het om 14 activiteiten / processen, waarvan wij de getroffen beheersmaatregelen, voor het minimaliseren van de frauderisico’s, als "voldoende" beoordelen . 
Dit laat echter onverlet dat de onderbouwing om de prestatielevering aan te tonen  bij de factuurbetalingen beter kan.  Dit ondanks de per 2023 ingestelde maatregel (in het proces "factuurbetaling") dat systeemtechnisch wordt afgedwongen dat facturen door twee personen worden gecontroleerd. 

Al met al is de conclusie dat de drempel om fraude te plegen behoorlijk hoog ligt, maar dat er geen 100% garantie is dat zich geen fraudegeval zal kunnen voordoen.  

 

Informatiebeveiliging en privacy  

Het Cybersecuritybeeld Nederland (CSBN) van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding over 2022 geeft aan dat het niet de vraag is óf bedrijven en overheidsinstellingen worden aangevallen, maar wannéér. Cyberaanvallen door andere landen en door criminele organisaties zijn het nieuwe normaal. De gemeente Montferland zet in 2023 dan ook versterkt in op bewustwordingscampagnes onder medewerkers om het risico van een hack te minimaliseren. 

Er is in 2022 gewerkt aan het doorlopend op orde hebben van basismaatregelen en het vergroten van de weerbaarheid. In 2022 is hiertoe een informatieveiligheid management systeem aangeschaft, waardoor we meer 'in control' zullen zijn ten aanzien van de documentatie, processen en procedures. 
De actualisatie van het informatieveiligheidsbeleid is in 2022 gestart en wordt begin 2023 vastgesteld, voor de periode van 4 jaar. Daarna wordt deze uitgewerkt in de diverse gemeentelijke processen. Daarnaast wordt er in 2023 uitvoering gegeven aan een verbeterplan om te voldoen aan de WPG (Wet politiegegevens). 

De gemeente verantwoordt zich elk jaar via de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA) over de kwaliteit van de informatieveiligheid van diverse informatiesystemen zoals Suwinet, WOZ, BRP, DigiD, BAG, BRO en BGT. De ENSIA audit over 2022 heeft een aantal aandachtspunten opgeleverd die zijn opgenomen in een verbeterplan.
Een speerpunt in de komende periode is het vaststellen van een calamiteitenplan; vastgestelde procedures die schade als gevolg van een natuurlijke of door mensen veroorzaakte calamiteit kan minimaliseren. Daarnaast blijven we alert op eventueel malafide ingaande en uitgaande netwerk- en berichtenverkeer. 
Het waarborgen van de betrouwbaarheid van de gemeentelijke informatiesystemen staat centraal. We richten ons op het minimaliseren van schade door het voorkomen van beveiligingsincidenten. Ook in de komende jaren gaat het daarbij om risicobeheersing en niet om het uitsluiten van ieder laatste risico. Het behalen van 100% veiligheid is namelijk onmogelijk. 

 

Personeel en organisatie

Organisatieontwikkeling
In 2022 zijn we gestart met een onderzoek naar onze organisatie-inrichting. In de eerste fase is onderzocht in hoeverre aanpassing van de structuur wenselijk is om aan te sluiten bij de gewenste organisatieontwikkeling en het toekomstbeeld. Hieruit is naar voren gekomen dat dat wenselijk is, in het bijzonder om het werken aan de grote opgaven goed vorm te kunnen geven. In 2023 start fase 2, waarbij er dan duidelijkheid moet komen over hoe de aanpassingen er dan uit dienen te zien.

Vacaturevervulling
Veel aandacht en inspanning is in 2022 gegaan naar het vervuld krijgen van vacatures. Dit kostte veel inspanning door enerzijds de krapte op de arbeidsmarkt en anderzijds toename van het aantal vacatures. Tot op heden lukt het met veel inspanning de vacatures grotendeels vervuld te krijgen. Om dit ook in de toekomst het hoofd te kunnen bieden, zijn er projectgroepen geformeerd die zich o.a. bezighouden met Werving en Aantrekkelijk werkgeverschap.

Overige ontwikkelingen
2022 heeft in het teken gestaan van een aantal grote instrumenten (grotendeels voortkomend uit HR-strategie 2022-2025). Deze instrumenten zijn voorbereid en gaan januari/februari 2023 live. Dit zijn:

  • Nieuwe HR-gesprekkencyclus, waarbij de traditionele drie-gesprekkeneenheid wordt losgelaten en meer gericht op en vanuit eigen initiatief medewerker de gesprekken worden gevoerd;
  • Montferland Academie: ten behoeve van de persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers is een online leerplatform ingericht met een bibliotheek met standaardopleidingen die aangevuld wordt met eigen materiaal en trainingen;
  • Optimalisering en digitalisering HR-processen: diverse HR-processen die handmatig werden uitgevoerd zijn, na eerst geoptimaliseerd te zijn, gedigitaliseerd;
  • Ondersteuning medewerkers op financieel gebied: tezamen met ons eigen financieel loket is ondersteuning ingericht met verschillende mogelijkheden om medewerkers die door bijvoorbeeld de inflatie behoefte hebben aan financiële ondersteuning.
 

Paragraafgegevens

Terug naar navigatie - Paragraafgegevens

 

   Jaarrekening 2020 Jaarrekening 2021 Jaarrekening 2022
 Formatie per 1.000 inwoners 8,4 fte 8,2 fte 8,5 fte
 Bezetting per 1.000 inwoners 7,9 fte 7,9 fte 8,0 fte
 Apparaatskosten per inwoner € 714 €  738 € 783
 Externe inhuur (% van totale loonsom en kosten inhuur) 5% 8% 14%
 Ziekteverzuim * 6,6% (5,0%)  5,8% (4,4%) 7,7% (6,5%)  
 Uitstroom medewerkers 38 34 38 
 Doorstroom medewerkers 9 12 17
 Instroom medewerkers 27 31 49
Factuurbetaling binnen twee weken (onze norm =75%)  58%  67% 74%

 

* Het ziekteverzuimpercentage is inclusief het verzuim van het personeel met een WSW-dienstverband (vm Laborijn). Het percentage tussen haakjes betreft het verzuim van het ambtelijk personeel exclusief de WSW'ers

Paragraaf E. Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Verbonden partijen zijn, volgens artikel 1 Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), die partijen (privaat- of publiekrechtelijk) waarin een gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Van een financieel belang is sprake indien aan de verbonden partij een bedrag beschikbaar is gesteld dat niet verhaalbaar is wanneer de partij failliet gaat of wanneer de gemeente aansprakelijk is voor een bepaald bedrag in de situatie dat de verbonden partij zijn verplichtingen jegens derden niet nakomt. Van een bestuurlijk belang is sprake indien een wethouder, raadslid of ambtenaar van de gemeente namens de gemeente plaatsneemt in het bestuur van de verbonden partij of namens de gemeente stemt in bijvoorbeeld een aandeelhoudersvergadering.

Opdrachtgever en eigenaar

De gemeente vervult twee rollen richting de verbonden partijen, namelijk de rol van opdrachtgever en de rol van eigenaar.

  • opdrachtgever: de gemeente is afnemer/opdrachtgever van de verbonden partij. De verbonden partij levert diensten of producten, is uitvoerder van gemeentelijk beleid. Vaak gaat dit in de vorm van een basispakket dat door alle deelnemers in de samenwerking wordt afgenomen met daarnaast een aanvullend (maatwerk) pakket dat voor afzonderlijke deelnemers op maat wordt afgesproken;
  • eigenaar: in de eigenaarsrol beslist de gemeente over de oprichting, missie, de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de verbonden partij. Het gemeentebestuur is mede eigenaar van de verbonden partij en draagt bestuurlijke verantwoordelijkheid (de gemeente neemt deel aan het bestuur). De rol van eigenaar richt zich vooral op de continuïteit en de levensvatbaarheid van de (samenwerking)organisatie.
    Het is belangrijk dat de (beleids)doelstellngen van de gemeente ook via de verbonden partijen worden gerealiseerd. De gemeente zelf houdt uiteindelijk de verantwoordelijkheid voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma's in de begroting. In de programma's is al aangegeven welke bijdrage een verbonden partij hieraan levert. Telkens moet worden beoordeeld of een taak wordt uitgevoerd zoals de gemeente dat voor ogen staat en of er voldoende inhoudelijk en financieel toezicht is op het uitvoeren van deze taak.

Kaders

De Wet gemeenschappelijke regeling (Wgr) is met ingang van 1 juli 2022 gewijzigd. De Wgr maakt (publiekrechtelijke) samenwerking mogelijk tussen gemeenten, provincies en waterschappen. Met deze wijziging krijgen volksvertegenwoordigers, zoals raadsleden, meer invloed op de besluitvorming van dit soort samenwerkingen en kunnen ze die beter controleren. Het deel van de Wgr dat rechten geeft aan volksvertegenwoordigers is direct ingegaan. Voor het andere deel (verplichtingen om bestaande gemeenschappelijke regelingen aan te passen, om zo scherpere afspraken te maken over bijvoorbeeld uittreding of evaluatie) geeft de wet een implementatie-periode van twee jaar. Enkele belangrijke punten zijn:

  • De algemene en financiële kaders voor het volgende begrotingsjaar moeten door het samenwerkingsverband uiterlijk vóór 30 april aangeboden worden aan de raden van de deelnemers (artikel 34b Wgr). Voor de gemeente Montferland betekent dit dat deze informatie beschikbaar is tijdens de behandeling van de Kadernota;
  • De jaarrekening en het verslag van de accountant moeten eveneens uiterlijk 30 april worden aangeboden aan de raad;
  • De termijn waarbinnen de raad een zienswijze kan indienen op de ontwerpbegroting van een samenwerkingsverband is twaalf weken. De vastgestelde begroting van het samenwerkingsverband moet daarom uiterlijk 15 juli toegezonden worden aan de provincie.
  • Lokale rekenkamers en rekenkamercommissies kunnen ook onderzoek doen bij samenwerkingsverbanden die op grond van de Wgr zijn ingesteld;
  • Een bestuur van een samenwerkingsverband kan de overgedragen bevoegdheden niet zelf uitbreiden

De huidige nota Verbonden Partijen stamt uit 2012 en behoeft actualisatie. Dat was reeds het voornemen van de vorige coalitie en is ook één van de conclusies uit het Rekenkamerrapport "Kiezen of delen:...rendement op regionale samenwerking". De bevindingen uit het rapport zijn omarmd door de gemeenteraad.
In 2021/2022 heeft de gemeenteraad het traject doorlopen waarin de koersbepaling voor regionale samenwerking centraal stond. Inmiddels heeft de gemeenteraad besloten voornemens te zijn, onder voorwaarden, aan te sluiten bij de regio Achterhoek. Het traject krijgt in het najaar van 2023 een vervolg. Zodra een en ander een vastere vorm krijgt zal het opstellen van de nieuwe nota Verbonden Partijen worden opgepakt. 

Indexeringsmethodiek begroting gemeenschappelijke regelingen

De afgelopen jaren bepleitten de Achterhoekse gemeenten één gemeenschappelijk systeem van indexering voor de begrotingen van de gemeenschappelijke regelingen. In de praktijk leidde dit onvoldoende tot het gewenste resultaat omdat enerzijds iedere gemeenschappelijk regeling zijn eigen dynamiek kende waardoor een generieke indexering “te kort door de bocht” bleek. Anderzijds bleek de stem van de Achterhoekse gemeenten een minderheidsbelang te vertegenwoordigen. Op dit moment ontbreekt een collectief standpunt, maar loopt wel de afspraak dat indexpercentages kritisch worden beoordeeld, zo veel als mogelijk aan de voorkant.

 

Procedure zienswijzen begrotingen gemeenschappelijke regelingen

Bij alle gemeenschappelijke regelingen stelt het algemeen bestuur de begroting vast. College en gemeenteraad hebben vooraf de mogelijkheid een zienswijze op de begroting te geven. De procedures van de diverse gemeenschappelijke regelingen lopen, ondanks de verruiming, qua tijdsperiode niet parallel aan elkaar en aan die van de reguliere besluitvormingsprocedure van de gemeenteraad. De begrotingen van de gemeenschappelijke regelingen worden dan ook gezamenlijk, gebundeld in een raadsnotitie, medio juni aan de raad voorgelegd. Hieraan vooraf adviseert de Auditcommissie de gemeenteraad om al dan niet een zienswijze in te dienen.
De Auditcommissie en uiteindelijk de gemeenteraad doen dit op basis van een door het college vastgestelde notitie waarin kort en bondig geïnformeerd wordt over:

  • belangrijke beleidsinhoudelijke ontwikkelingen die aanleidingen geven tot aanpassing van de koers van de regeling
  • de gevolgen voor de financiën en/of financiële bijdrage
  • financiële kerngegevens als verdeelsleutel financiële bijdrage, het bedrag per eenheid en het totaal, de reserve- en schuldpositie en de risico’s en de beheersing daarvan
  • (eventuele) concept advies zienswijzen.

Op 30 juni 2022 heeft de gemeenteraad ingestemd met alle voorgelegde begrotingen 2023 en zijn geen zienswijzen ingediend.

Bestuurlijk belang - bezetting bestuurszetels

Terug naar navigatie - Bestuurlijk belang - bezetting bestuurszetels

De benoeming van een bestuurslid kan een bevoegdheid van de raad (raadsregeling) zijn of van het college (collegeregeling).

 

Gemeenschappelijke regelingen

Programma

Burgemeester 

Wethouder Derksen

Wethouder Groote

Wethouder Mos

Wethouder Wolsing

 

Raadslid

1. Groene Metropoolregio (C)

1

AB   plv AB     RegioAgendaCommissie:
2 leden

2. Euregio Rijn-Waal (R)

1

lid euregioraad     plv lid euregioraad  

euregioraad 2 leden
+ 2 plv. leden

3. Omgevingsdienst Achterhoek (C)

3

  plv AB   AB    

4. Reinigingsdienst de Liemers (R)

3

  AB+DB   plv AB    

5. Vervoersorganisatie regio Arnhem Nijmegen (C)

3 en 7

  bestuur   plv bestuur    

6. GGD Gelre IJssel (C)

5 en 6

    plv AB   AB  

7. Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers (C)

6

    AB+BC   plv AB  

8. Huisvesting Voortgezet Onderwijs in de Liemers (C)

6

    AB   plv AB  

9. Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland (C)

7

AB   plv AB      

10. Laborijn (C)

8

  AB plv AB+DB   AB+DB  

11. Stadsbank Oost Nederland (C)

8

    plv AB   AB  

Vennootschappen en coöperaties

Alliander (C)

Alg

 

AA

  plv AA

 

 

Vitens (C)

Alg

 

AA

  plv AA

 

 

Bank Nederlandse Gemeenten (C)

Alg

 

AA

  plv AA

 

 

Coöperatieve Achterhoekse Groene Energiecentrale AGEM U.A. (C)

3

 

 

plv AL  

AL

 

Agem Gemeentelijke Energie BV

Alg

 

 

plv AA  

AA

 

Leisurelands BV

4

 

 

AA  

plv AA

 

NV Cultuur Centrum Amphion (C)

6

 

 

AA  

plv AA

 

Warmtenet Didam BV (per 15 februari 2021)

3

 

 

plv AA  

AA

 

Samenwerkingsovereenkomst regio Achterhoek + (C)

4

 

BO (water)

 

 

 

 

 

Legenda

AA

afgevaardigde algemene aandeelhoudersvergadering

AB

algemeen bestuur

AL

afgevaardigde algemene ledenvergadering

BO

bestuurlijk overleg 

(C)

benoemd door het college

DB

dagelijks bestuur

(R)

benoemd door de raad

plv

plaatsvervangend

Gemeenschappelijke regelingen

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen
Bedragen x € 1
Openbaar Lichaam Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen
Financieel belang De deelnemende gemeenten dragen bij op basis van het aantal inwoners.
Jaarrekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
saldo van baten en lasten € 331.012 € 0 € 0
gerealiseerd resultaat € 331.012 € 0 € 0
eigen vermogen € 331.012 € 100.000 € 100.000
vreemd vermogen € 0 € 0 € 0
oordeel accountant goedkeurend n.v.t. n.v.t.
bijdrage per inwoner € 4,80* € 3,50 € 7,09
idem totaal € 145.116* € 127.000 € 255.240
Risico’s De financiële bijdragen van de gemeenten zijn gebaseerd op het uitgangspunt dat elke deelnemende gemeente meedoet aan de vijf opgaven (Regionale Agenda). Als één of meerdere gemeenten niet deelnemen aan alle (5) opgaven kan dat betekenen dat de inwonerbedragen hoger worden of dat de gestelde ambities naar beneden toe moeten worden bijgesteld.
* Inwonerbijdrage 2021: Naast vermelde € 4,80 heeft de provincie Gelderland een bijdrage in de vorm van subsidie beschikbaar gesteld, waardoor de inwonerbijdrage in 2021 kon worden beperkt.
Bedragen x € 1
Euregio Rijn-Waal gevestigd te Kleve (Duitsland)
Financieel belang De deelnemende gemeenten dragen bij op basis van het aantal inwoners.
Jaarrekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
saldo van baten en lasten € -12.346 € 11.858 € 21.111
eigen vermogen € 1.762.660 1.750.000 niet bekend
vreemd vermogen € 1.493.767 € 1.272.467 € 926.444
oordeel accountant goedkeurend n.v.t. n.v.t.
bijdrage per inwoner
idem totaal 7.350 € 7.350 volgt
Risico’s De risico's hangen samen met de gesubsidieerde projecten, waarvan het INTERREG-project de belangrijkst is. Interreg V A heeft een looptijd tot 31.12.2022. Het Interreg VI A programma is in voorbereiding. De precieze gegevens zijn helaas nog niet bekend zodat vanaf het jaar 2023 geen begroting voor het Interreg VI programma is opgenomen.
Bedragen x € 1
Omgevingsdienst Achterhoek gevestigd te Hengelo (Gld)
Financieel belang Met ingang van 2017 is er sprake van outputfinanciering op basis van af te nemen / afgenomen diensten/producten. Per ultimo 2021 bedragen de overlopende passiva (nog te betalen bedragen) € 1.171.000. Van het voordelig resultaat over 2021 ad € 104.000 heeft de ODA een bedrag van € 104.000 uitgekeerd aan de partners. Dit leverde voor Montferland een bedrag op van afgerond € 5.700, waarmee onze bijdrage voor 2021 uitkwam op € 436.400.
Jaarrekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
saldo van baten en lasten € 104.000 € 0 € 0
gerealiseerd resultaat € 104.000 € 0 € 0
eigen vermogen € 354.000 € 150.000 € 210.000
vreemd vermogen € 1.718.000 € 960.000 € 1.050.000
oordeel accountant Goedkeurend n.v.t. n.v.t.
overige bijdrage € 442.100 € 330.500 € 426.900
Risico’s Outputfinanciering is rechtvaardig maar herbergt ook het risico van grote fluctuatie jaarlijkse gemeentelijke bijdrage (grotendeels open einde regeling), mede als gevolg van verandering economische en/of onvoorziene omstandigheden (bijv. coronacrisis, milieucalamiteiten, ondermijning/ontdekking drugslabs).
Bedragen x € 1
Reinigingsdienst de Liemers gevestigd te Zevenaar
Financieel belang De kosten van de RDL worden toegerekend op basis van nacalculatie. De kosten in de begroting vormen de basis voor de voorschotten die de gemeenten Montferland en Zevenaar betalen; de uiteindelijke afrekening volgt op grond van de jaarrekening.
Jaarrekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
saldo van baten en lasten € 0 € 0 € 0
gerealiseerd resultaat € 0 € 0 € 0
eigen vermogen € 0 € 0 € 0
vreemd vermogen 1 € 0 € 0 € 0
oordeel accountant Voor de getrouwheid een verklaring met beperking en voor de rechtmatigheid een afkeurende verklaring2 n.v.t. n.v.t.
bijdrage totaal € 1.714.128 € 1.513.902 € 1.555.903
Risico’s De RDL is een uitvoerende regeling. Een exploitatieoverschot of –tekort wordt verrekend met de deelnemende gemeenten. De regeling beschikt daarom niet over een algemene reserve.
1 De vaste activa van de RDL is gefinancierd via de gemeente Zevenaar. De boekwaarde bedraagt ultimo 2021 € 1.497.909.
2 De verklaring met beperking is bij de jaarrekening 2021 afgegeven omdat de volledigheid van de opbrengsten van het aanbiedstation niet is vast te stellen. Voor de rechtmatigheid is een afkeurende verklaring afgegeven omdat de rechtmatigheidsfouten groter zijn dan 3%. Dit had betrekking op het niet altijd goed volgen van de regels op het gebied van de Europese aanbestedingen.
Bedragen x € 1
Vervoersorganisatie regio Arnhem Nijmegen
Financieel belang Begrotingsbedragen m.i.v. 2021 zijn gebaseerd op de resultaten van de aanbestedingen. Saldo baten en lasten laat vertekend beeld zien i.v.m. de corona-beperkende maatregelen. Begroting 2023 is incl. extra brandstofopslag van 8%.
Jaarrekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
saldo van baten en lasten € 0 € 0 € 0
gerealiseerd resultaat € 0 € 0 € 0
eigen vermogen € 0 n.v.t. n.v.t.
vreemd vermogen € 0 n.v.t. n.v.t.
oordeel accountant goedkeurend n.v.t. n.v.t.
bijdrage totaal € 359.173 € 551.384 € 561.680
Risico’s De inrichting van het vervoer is gebaseerd op een “open einde” systematiek. Dit betekent dat de kosten oplopen wanneer een gemeente meer inbrengt of dat er in een periode meer ritten hebben plaatsgevonden dan begroot. Dit brengt een financieel risico met zich mee.
Bedragen x € 1
GGD Noord- en Oost-Gelderland gevestigd te Apeldoorn
Financieel belang Deelnemende gemeenten betalen een bijdrage per inwoner. Daarbij is een onderscheid tussen: • Publieke gezondheidszorg: de bijdrage voor uitvoering van de A-taken voor publieke gezondheidszorg uit de inwonerbijdrage van alle gemeenten; • Jeugdgezondheidszorg: de bijdrage voor uitvoering van de B-taak jeugdgezondheidszorg 4-18 jarigen uit de inwonerbijdrage van 21 gemeenten. (Apeldoorn laat vanaf 2017 de jeugdgezondheidszorg uitvoeren door het Centrum voor Jeugd en Gezin Apeldoorn). De indexering van de inwonerbijdrage voor 2023 is vastgesteld op 2,63%. Deze indexering is conform de door het Algemeen Bestuur vastgestelde indexeringssystematiek in de vergadering van 21 november 2019.
Jaarrekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
saldo van baten en lasten € 105.000 € 0 € 0
gerealiseerd resultaat € 77.000 € 0 € 0
eigen vermogen € 2.912.000 € 2.500.000 € 2.405.000
vreemd vermogen € 9.902.000 € 2.500.000 € 2.540.000
oordeel accountant goedkeurend n.v.t. n.v.t.
bijdrage per inwoner
Publieke GGZ 8,10 8,17 8,38
JGZ 8,20 8,27 9,00
Totaal * 16,30 16,44 18,40
Bijdrage € 586.772 € 592.417 € 668.977
Bijdrage incidenteel € 27.258
Risico’s De accountant heeft een goedkeurende verklaring op getrouwheid en rechtmatigheid over de jaarrekening van 2021 gegeven. Er zijn geen fouten en/of onzekerheden in de controle vastgesteld. Het eigen vermogen is voldoende om de risico’s af te dekken en de Europese aanbestedingsregels zijn nageleefd. Ook zijn de betalingen van de facturen rechtmatig en zijn er voldoende beheersmaatregelen genomen om er zeker van te zijn dat alle baten binnen de GGD NOG zijn verantwoord. Het Algemeen Bestuur heeft de onderstaande risico’s als belangrijkste risico’s voor het risicomanagement vastgesteld: 1. Inhoudelijke risico’s en risico’s in de opbrengsten; 2. Risico’s door personele omstandigheden; 3. Risico’s in de bedrijfsvoering; Bovenstaande risico’s zijn gekwantificeerd om het weerstandsvermogen te bepalen. Het aan te houden weerstandsvermogen is op 31 december 2021 €1.629.000. De weerstandscapaciteit is €1.618.000. In euro’s is het weerstandsvermogen €11.000 te laag, maar de weerstandscapaciteit is met 99% wel bijna volledig. De GGD NOG stelt daarom voor om geen dotatie aan de algemene reserve te doen.
Bedragen x € 1
Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers gevestigd te Doetinchem
Financieel belang De bijdrage van de deelnemende gemeenten is op basis van het aantal meters overgedragen of nog over te dragen papieren archief. De bijdrage voor de jaren 2023 tot en met 2026 is bepaald op € 143,625 per meter per jaar. Het aantal meters is 1.158,735.
Jaarrekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
saldo van baten en lasten € -6.461 € -55.221 € 38.207
gerealiseerd resultaat € -6.461 € -55.221 € 38.207
eigen vermogen € 192.939 € 123.276 € 175.946
vreemd vermogen € 661.684 € 571.966 € 592.838
oordeel accountant Goedkeurend n.v.t. n.v.t.
bijdrage per meter archief (= inclusief omzetbelasting) € 131,75 € 131,75 € 143,63
idem totaal (exclusief compensabele omzetbelasting) € 159.605 € 157.900 € 166.423
Risico’s Een buffer van 10% van de omzet wordt noodzakelijk geacht. De relevante risico’s zijn gering voor het Erfgoedcentrum. Een vermogen van € 20.000 wordt als voldoende geacht. Het eigen vermogen dekt dit bedrag ruimschoots.
Bedragen x € 1
Huisvesting Voortgezet Onderwijs in de Liemers gevestigd te Zevenaar
Financieel belang De bijdrage van de deelnemende gemeenten is afhankelijk van het aantal leerlingen van het voortgezet onderwijs dat in gemeente, voor wat betreft het voortgezet onderwijs, is gehuisvest op de teldatum 1 oktober van het voorgaande kalenderjaar. Jaarlijks wordt bij de begroting het aantal leerlingen voor het begrotingsjaar vastgesteld. Daarbij wordt de weging van de soort voortgezet onderwijs in acht genomen. Onder weging wordt verstaan de factor die het Rijk hanteert bij de berekening van de vergoeding per leerling voor huisvestingslasten in de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds.
Jaarrekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
saldo van baten en lasten € 0 € 0 € 0
gerealiseerd resultaat € 0 € 0 € 0
eigen vermogen € 0 € 0 € 0
vreemd vermogen € 0 € 0 € 0
oordeel accountant Goedkeurend n.v.t. n.v.t.
bijdrage € 364.503 € 471.320 € 422.877
Risico’s De verrekening van de werkelijke kosten met de door de afzonderlijke gemeenten Montferland, Duiven en Zevenaar verschuldigde bijdragen aan de gemeenschappelijke regeling geschiedt via de centraal aangehouden “egalisatiereserve huisvesting VO” bij de gemeente Zevenaar. Echter, deze reserve is vanaf 2022 leeg waardoor er op werkelijke kosten wordt afgerekend. Dat verklaart de verhoogde bijdrage 2023.
Bedragen x € 1
Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland gevestigd te Apeldoorn
Financieel belang De deelnemende gemeenten dragen bij op basis van een verdeelmodel dat éénmaal in de vier jaar wordt geactualiseerd. Per 2021 is dit verdeelmodel geactualiseerd en het aandeel van Montferland is voor de komende vier jaar vastgesteld op: 4,27%. Besluitvorming over de bestemming van het jaarresultaat 2021 volgt separaat in juni (DB 2 juni 2022, AB 23 juni 2022).
Jaarrekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
saldo van baten en lasten € 6.312.267 € 0 € 0
gerealiseerd resultaat € 5.266.036 € 0 € 0
eigen vermogen € 15.534.707 € 0 € 0
vreemd vermogen € 28.066.542 € 0 € 0
oordeel accountant Goedkeurend n.v.t. n.v.t.
bijdrage € 2.030.000 € 2.061.000 € 2.182.000
Risico’s In deze begroting zijn de risico’s benoemd, maar het blijft inherent aan risico’s dat het onzeker is of deze daadwerkelijk plaats zullen vinden. Het managen van risico’s zal altijd een continue proces blijven, er kunnen zich steeds weer andere risico’s voordoen. Zo is door de oorlog in Oekraïne sprake van groeiende onzekerheid in de wereld. Denk aan stijgende grondstofprijzen, stijgende energiekosten, cybercriminaliteit en (geopolitieke) instabiliteit. De effecten hiervan op de realisatie van de begroting en de kostenontwikkelingen van de komende begrotingen, kan niemand op dit moment overzien of voorspellen.
Bedragen x € 1
Laborijn gevestigd te Doetinchem
Financieel belang De uitvoeringslasten worden op basis van twee verdeelsleutels doorberekend n.l.: 1. sociale werkvoorziening (Wsw) voor alle vier gemeenten: op basis van het aantal Wsw’ers in fte per gemeente, 2. niet-Wsw activiteiten voor Aalten, Doetinchem en Bronckhorst: - 50% op basis van aantal personen dat een uitkering ontvangt uit de gemeente en - 50% op basis van het aantal inwoners uit de gemeente. De budgetten voor Wsw worden via het gemeentefonds aan de gemeenten toegekend. De deelnemende gemeenten stellen deze budgetten één op één ter beschikking aan Laborijn die voor de uitvoering van het betreffende programma en verantwoording van deze gelden zorgt. De budgetten in de begroting zijn gebaseerd op de laatst bekende circulaires.
Jaarrekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
saldo van baten en lasten (WSW) € 578.000 € 0 € 0
gerealiseerd resultaat € 375.000 € 0 € 0
eigen vermogen € 10.557.000 € 0 € 0
vreemd vermogen € 11.616.000 € 0 € 0
oordeel accountant Voor de getrouwheid een goedkeurende verklaring en voor de rechtmatigheid een oordeel met beperking1 n.v.t. n.v.t.
doorbetaling rijkssubsidie € 4.647.283 € 4.025.715 € 3.876.957
bijdrage in dekkingstekort uitvoeringslasten € 258.072 € 337.463 € 62.834
Risico’s V.w.b. de WSW: de loonwaarde is hoger geworden en de rijksbijdrage ook.
1 Laborijn heeft een aantal inkoopopdrachten niet in overeenstemming met de Europese aanbestedingsregels aanbesteed. De met deze opdracht samenhangende uitgaven bedragen totaal € 1,6 miljoen en zijn hiermee hoger dan de grens van 1%.
Bedragen x € 1
Stadsbank Oost Nederland gevestigd te Enschede
Financieel belang De gemeente betaalt vanaf 1 januari 2016 aan de Stadsbank a. Voor het programma Algemeen bestuur (de bestaanskosten) naar rato van de afgenomen dienstverlening (75%) en het aantal huishoudens (25%); b. Voor de afgenomen diensten tegen het vastgestelde tarief dus P x Q.
Jaarrekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
saldo van baten en lasten € -40.000 € 0 € 0
gerealiseerd resultaat € -117.200 € 0 € -79.000
eigen vermogen € 960.000 € 1.088.300 € 892.100
vreemd vermogen € 14.781.400 € 15.001.100 € 14.591.300
oordeel accountant Goedkeurend n.v.t. n.v.t.
bijdrage / kosten:
standaard dienstverlening € 84.424 € 108.445 € 109.190
bestaanskosten € 166.911 € 157.747 € 163.323
additionale dienstverlening € 17.332 € 22.316 € 20.150
totaal € 300.167 € 288.508 € 284.031
Risico’s De ratio van het beschikbaar weerstandsvermogen ten opzichte van het benodigde weerstandsvermogen komt eind 2023 uit op 1,02. De ratio wordt hiermee gekwalificeerd als voldoende (tussen 1,0 en 1,4).

Overig

Terug naar navigatie - Overig
Vennootschappen en coöperaties
Bedragen x € 1
Alliander gevestigd te Arnhem
Financiën Jaarverslag 2019 Jaarverslag 2020 Jaarverslag 2021
aandelen
aantal 491.120 st. = 0,36% 491.120 st. = 0,36% 491.120 st. = 0,36%
waarde 5,00 5,00 5,00
jaarresultaat 253.000.000 224.000.000 242.000.000
dividenduitkering
per aandeel 0,83 0,69 0,75
totaal 407.486 336.760 363.000
eigen vermogen 4.224.000.000 4.328.000.000 4.470.000.000
vreemd vermogen 3.768.000.000 4.575.000.000 4.694.000.000
solvabiliteit 56% 53% 54%
Bedragen x € 1
Vitens gevestigd te Zwolle
Financiën Jaarverslag 2019 Jaarverslag 2020 Jaarverslag 2021
aandelen
aantal 34.716 st. =0,601% 34.716 st. =0,601% 34.716 st. =0,601%
waarde 1,00 1,00 1,00
jaarresultaat 11.100.000 23.900.000 19.400.000
dividenduitkering
per aandeel - - -
totaal 0 0 0
eigen vermogen 533.000.000 559.000.000 600.000.000
vreemd vermogen 1.086.900.000 1.067.100.000 1.128.600.000
solvabiliteit 29,2% 29,4% 30,2%
Bedragen x € 1
Bank Nederlandse Gemeenten gevestigd te Den Haag
Financiën Jaarverslag 2019 Jaarverslag 2020 Jaarverslag 2021
aandelen
aantal 19.756 st. = 0,035% 19.756 st. = 0,035% 19.756 st. = 0,035%
waarde 2,50 2,50 2,50
jaarresultaat 163.000.000 221.000.000 236.000.000
dividenduitkering
per aandeel 1,27 1,81 2,28
totaal 25.090 35.758 45.044
eigen vermogen (exclusief hybride kapitaal) 4.887.000.000 5.097.000.000 5.062.000.000
vreemd vermogen 144.802.000.000 155.262.000.000 149.057.000.000
solvabiliteit (Trier 1-ratio conform de Basel II regelgeving) 38% 38% 38%
Bedragen x € 1
Achterhoekse Groene Energie Maatschappij (coöperatie u.a.)
Financieel belang De gemeente heeft een startkapitaal ingebracht van € 105.000 in een periode van vijf jaren (2012 tot en met 2016). In 2020 hebben we als aandeelhouder in de Agem Gemeentelijke Energie BV 38 aandelen met een nominale waarde van € 0,01/aandeel ontvangen. Dit is een afzonderlijke verbonden partij.
Jaarverslag 2019 Jaarverslag 2020 Jaarverslag 2021
jaarresultaat 8.881 -105.420 -48.734
eigen vermogen 229.698 137.293 88.559
vreemd vermogen - - -
oordeel accountant vrijgesteld vrijgesteld vrijgesteld
Bedragen x € 1
Agem Gemeentelijke Energie BV
Financieel belang In 2020 hebben we als aandeelhouder in de Agem Gemeentelijke Energie BV (beheer en exploitatie van transportnetten voor elektriciteit, aardgas en warm water) 38 aandelen met een nominale waarde van € 0,01/aandeel ontvangen. Dit is een zelfstandige besloten vennootschap, met 8 gemeenten rechtstreeks als aandeelhouder.
Jaarverslag 2019 Jaarverslag 2020 Jaarverslag 2021
jaarresultaat Nvt 26.931 -23.639
eigen vermogen Nvt 14.413 -9.226
vreemd vermogen Nvt 666.645 666.586
oordeel accountant Nvt vrijgesteld vrijgesteld
Bedragen x € 1
Leisurelands BV
Financieel belang Gemeente Montferland was deelnemer in de GR Recreatieschap Achterhoek-Liemers (RAL). In 2013 is besloten de activiteiten van RAL deels over te dragen aan de Vennootschap en de RAL te ontmantelen en te liquideren. In 2020 heeft de voorgenomen akte van levering van aandelen plaatsgevonden. Aan de vm. RAL gemeenten zijn 15.107 aandelen overgedragen met een nominale waarde van € 1,00/aandeel. Voor Montferland gaat het om 1.225 aandelen.
Jaarverslag 2019 Jaarverslag 2020 Jaarverslag 2021
jaarresultaat Nvt Nvt Nvt
eigen vermogen Nvt Nvt Nvt
vreemd vermogen Nvt Nvt Nvt
oordeel accountant Nvt Nvt Nvt
Bedragen x € 1
N.V. Cultureel Centrum Amphion te Doetinchem
Financiën Jaarverslag 2019 Jaarverslag 2020 Jaarverslag 2021
aandelen
aantal 22 st. 22 st. 22 st.
waarde 450 450 450
jaarresultaat -94.964 793.526 -71.110
eigen vermogen 262.918 2.366.860 2.295.750
vreemd vermogen 1.205.242 44.853 264.863
Bedragen x € 1
Warmtenetwerk Didam B.V. (per 15 februari 2021)
Financiën Jaarverslag 2019 Jaarverslag 2020 Jaarverslag 2021
aandelen
aantal Nvt Nvt 5.000
waarde Nvt Nvt 50.000
jaarresultaat Nvt Nvt -4.000
eigen vermogen Nvt Nvt 996.000
vreemd vermogen Nvt Nvt 1.632.000
Overig
Bedragen x € 1
Samenwerkingsovereenkomst bedrijventerreinen West Achterhoek
Financieel belang De gemeenten zijn verantwoordelijk en dragen financiële risico’s bij een negatieve grondexploitatie na verevening tussen RBT en EBT volgens de verdeelsleutel: - Doetinchem 35% - Montferland 25% - Oude IJsselstreek 20% - Bronckhorst 20%
Jaarrekening 2020 Jaarrekening 2021 Begroting 2023
verwacht verlies A18 Bedrijventerrein Doetinchem 415.000 0 0
storting in verliesvoorziening A18 Bedrijventerrein (25%) 103.750 0 0

Paragraaf F. Grondbeleid

1. Missie

Terug naar navigatie - 1. Missie

We willen een efficiënt en rechtvaardig verloop van activiteiten op de grondmarkt bereiken met het oog op het realiseren van publieke doelstellingen als bevordering van het maatschappelijk gewenst ruimtegebruik, het bevorderen van een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten bij gebiedsontwikkeling en het verhogen van de kwaliteit van het ruimtegebruik, de zeggenschap voor de burger en de marktwerking op de grondmarkt.

2. Context en achtergronden

Terug naar navigatie - 2. Context en achtergronden

Gemeentelijk grondbeleid

De hoofdlijnen van het gemeentelijk grondbeleid zijn vastgesteld in de Nota Grondbeleid 2011 (actualisatie volgt in 2023). In deze nota wordt nader ingegaan op:

  1. Een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting;
  2. een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert;
  3. een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie;
  4. een onderbouwing van de winstneming;
  5. de beleidsuitgangspunten betreffende de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s voor de grondzaken.

Het grondbeleid heeft met name grote invloed op programma 2 Ruimtelijke ontwikkeling, programma 3 Beheer leefomgeving en programma 4 Economie en toerisme. De geformuleerde ambities vertalen zich vaak in een vraag naar ruimte en daarmee dus ook naar een vraag over de verdeling van gronden. Daarnaast heeft het grondbeleid een grote financiële impact. Het gaat in het grondbeleid om grote belangen en grote hoeveelheden geld. De eventuele baten, maar vooral de financiële risico’s zijn van belang voor de algemene financiële positie van de gemeente.

Een belangrijk uitgangspunt is, dat de gemeente afhankelijk van de financiële risico’s en eigendomsverhoudingen voor een actief of een faciliterend grondinstrument kiest. Zo zal op uitbreidingslocaties bij voorkeur een actief beleid worden gevoerd. Voor herstructurerings- en inbreidingslocaties zal meer gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden, die de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de daarin opgenomen afdeling grondexploitatie te bieden heeft. De gemeente zal in die gevallen over het algemeen een (actieve) faciliterende insteek kiezen en de kaders stellen. Bij een faciliterend grondbeleid moeten de gemaakte kosten worden verhaald op de grondontwikkelaar. Waar noodzakelijk kan de gemeente binnen de beschikbare financiële bandbreedte een bijdrage leveren. De besluitvorming over ontwikkelingslocaties vindt daarom plaats op basis van de volgende overwegingen:

  • Wat wil de gemeente bereiken?
  • Kunnen de beoogde doelen gehaald worden?
  • Wat kan de gemeente financieel en organisatorisch aan?
  • Hoeveel risico kan en mag de gemeente lopen in relatie tot het weerstandsvermogen?
  • Over welke grondposities beschikt de gemeente en over welke posities kan de gemeente beschikken?

 

Planning & control grondexploitatie

Gebiedsontwikkeling en het voeren van een grondexploitatie gaat in fasen en heeft een (door)looptijd van meerdere jaren. Het past daardoor niet goed in de jaarlijkse budgetcyclus. Gelet op de grote financiële impact is planning & control binnen de grondexploitatie essentieel. In verband hiermee zijn in zowel de nota Grondbeleid 2011 als het Budgetkader College de volgende afspraken gemaakt:

  1. De gemeenteraad stelt voor aanvang van de realisatiefase van een plan de opzet van de grondexploitatie vast en stelt dan tevens de benodigde kredieten / budgetten voor de uitvoering van het plan beschikbaar.
  2. De vastgestelde grondexploitaties worden jaarlijks geactualiseerd en verwerkt in de jaarrekening. Door het vaststellen van de jaarrekening, stelt de raad ook de (herziene) exploitatieopzetten vast evenals de eventuele bijstelling van de kredieten / budgetten grondexploitatie.
  3. Voor het in ontwikkeling nemen van gronden is in de begroting een budget ten aanzien van voorbereidingskosten opgenomen.
  4. Het college kan strategische grondaankopen doen. Hiertoe is in de begroting een jaarbudget opgenomen van € 500.000.
  5. Met in achtneming van de budgethouders regeling wijst het college op basis van de (herziene) grondexploitaties de jaarbudgetten toe aan de budgethouders binnen de door de raad gestelde budgettaire kaders.
  6. Binnen de grondexploitatie wordt actief risicomanagement gevoerd door:
    • De uitgangspunten van de planexploitatie continu te monitoren en zo nodig voorstellen tot bijstelling te doen;
    • risicobeheersing standaard onderwerp van gesprek te maken bij projectgroep overleg;
    • de onderdelen van de planontwikkeling realistisch in te schatten;
    • activiteiten in het planontwikkelingsproces te toetsen aan vastgestelde financiële kaders en het planresultaat te toetsen aan de mogelijkheden en onmogelijkheden met betrekking tot het weerstandsvermogen van de gemeente. 

 

Grondprijsbeleid

De gemeente Montferland past marktconforme uitgifteprijzen toe. De vergelijkingsmethode (vaste prijs per m2) geldt in principe voor grondgebonden woningen en bedrijventerreinen. Voor woningbouw wordt onderscheid gemaakt in sociale / betaalbare woningbouw en overige woningen. Bij stapelbouw (woningbouw en commerciële ruimten) wordt de grondprijs situationeel bepaald met gebruikmaking van de residuele methode c.q. grondquote.

Bij nieuwe exploitaties worden eventuele afwijkende uitgifteprijzen ter vaststelling aan u voorgelegd.

 

De uitgifteprijzen per m2 met prijspeil 2022 en exclusief belastingen zijn:

 

  woningbouw (sociaal max. VON € 172.000)

€ 175,00

(was € 175,00)

  woningbouw (sociaal max. VON € 210.000)

€ 180,00

Nieuw per 1 december 2018

  woningbouw (sociaal max. VON € 280.000)

€ 190,00

Nieuw per 1 december 2018

  woningbouw (overig)

€ 231,00

(was € 231,00)

  woningbouw gedifferentieerd (Kerkwijk)

€ 251,50

(was € 251,50)

  bedrijventerrein (EBT)

€ 124,00

(was € 124,00)

  bedrijventerrein (Matjeskolk)

€ 105,00

(was € 105,00)

  bedrijventerrein (DocksNLD)

€ 125,00

(was € 125,00)

 

Winst- en verliesneming

Bij de jaarrekening wordt de grondexploitatie per complex geactualiseerd en - indien van toepassing – worden de ramingen van de nog te verwachten lasten en baten bijgesteld. De geraamde verliezen worden verantwoord op het moment dat deze voorzienbaar en onafwendbaar zijn. Er wordt dan per balansdatum een voorziening ‘verlies’ gevormd op basis van contante waarde. De disconteringsvoet die moet worden gehanteerd in de berekening van de contante waarde ten behoeve van het treffen van een verliesvoorziening voor negatieve grondexploitaties wordt voor alle gemeenten bepaald op 2% zijnde het maximale meerjarige streefpercentage van de Europese Centrale Bank voor inflatie binnen de Eurozone.

Conform de richtlijnen BBV dient de geraamde winst van een complex tussentijds te worden genomen op basis van het realiteitsbeginsel. Voor winstneming geldt de methode “Percentage of Completion”. Voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd wordt tussentijds winst genomen naar rato van de voortgang van de grondexploitatie. De tussentijdse winstneming is een waarde correctie die leidt tot een neerwaartse bijstelling van de waarde van het complex en wordt door toekomstige opbrengsten geëgaliseerd.

 

Tussentijdse winstneming is alleen aan de orde indien voldaan wordt aan de volgende drie randvoorwaarden, namelijk:

  1. Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat; én
  2. De opbrengsten zijn voldoende zeker;
  3. De nog te maken kosten en risico’s zijn goed in te schatten. 

In de jaarrekening 2022 heeft dit geleid tot de volgende mutaties, te weten:

Complex

Naam complex

Bijstelling winstneming

2022 POC

Winstneming t/m

2022 POC

Mutatie in

P.370

Kerkwijk - Didam

220.989

598.731

Reserve grondexploitatie

P.440

Beek - Steegseweg

79.360

622.436

Reserve grondexploitatie

P.500

Roncallischool - Zeddam

35.343

35.343

Reserve grondexploitatie

P.810

EBT

4.734

4.028.335

Reserve grondexploitatie

P.830

Matjeskolk

278.901

2.007.906

Reserve grondexploitatie

P.840

DocksNLD

-946.675

11.343.675

Reserve grondexploitatie/

Bijdrage A18 Bedrijvenpark *

Totaal resultaat / toevoeging reserve

-327.348

18.636.426

 

* De tussentijdse winstneming voor de grondexploitatie DocksNLD, conform de voorgeschreven POC methodiek, bedraagt € 11.343.675 (totale winstneming t/m 2022). De winstneming wordt onder aftrek van een latente vennootschap belastingverplichting en bijdrage Amphion als verplichting opgenomen ter zake een bijdrage/verevening aan de grondexploitatie A18 Bedrijvenpark van de gemeente Doetinchem.


Mutatie voorziening in exploitatie genomen complexen
 

Complex

Naam complex

Bijstelling verlies in 2022*  

Geraamd verlies t/m 2022

P.040

Vinkhof-Zeddam

59.457

438.315

P.420

Suitbertusschool Stokkum

29.389 245.090

P.450

Mr. Vermeulenstraat Loerbeek

6.220 43.502

P.490

Diekmansweide 's-Heerenberg

-14.912 63.457

Totaal resultaat / mutatie voorziening                 

80.154 790.364

Voor een complex met een geraamd negatief resultaat wordt een voorziening ‘verlies’ gevormd om het verlies af te dekken.

 

*een negatief getal betreft een neerwaartse bijstelling van de verlies voorziening. De voorziening wordt als gevolg kleiner.

 

Af te sluiten complexen

In het onderstaande overzicht zijn twee af te sluiten complexen weergegeven waarbij per complex inzichtelijk is wat de totale winst is inclusief de bijstelling ervan in 2022.

 

Complex

Naam complex

Bijstelling winstneming 2022

Totale winst bij afsluiting

P.460

Stokkum - Eltenseweg

60.271

294.284

P.620

Hartjenshof Azewijn

89.379 259.136

Totaal resultaat / mutatie voorziening                 

149.650 553.420

 

Weerstandsvermogen

Ten behoeve van de grondexploitaties is één reserve gevormd, zijnde:    

  • Reserve Grondexploitatie

De toevoeging van de reserve vindt plaats door tussentijdse winstneming volgens de methode “Percentage of Completion” en bij het afsluiten van een complex de gerealiseerde winst respectievelijk vrijval voorziening verliesgevend complex. Daarentegen vindt een onttrekking van de reserve plaats als gevolg van een dotatie aan de voorziening verliesgevend complex. De reserve kent een ondergrens van € 2 mln. en een bovengrens van € 4 mln. op basis van de Nota reserves en voorzieningen 2022.

Binnen de algemene reserve zijn middelen geoormerkt, die kunnen dienen als buffer voor het opvangen van risico’s. De risico’s in de grondexploitatie moeten, indien het saldo van de reserve grondexploitatie onvoldoende is, mede hieruit gedekt worden.

3. Kaderstellende (beleids)nota's

Terug naar navigatie - 3. Kaderstellende (beleids)nota's
  • Coalitieakkoord Montferland 2022 – 2026
  • Nota Grondbeleid 2011
  • Budgetkader College
  • Nota reserves en voorzieningen
  • De structuurvisie Montferland
  • De structuurvisie Didam
  • Het Masterplan Centrum ’s-Heerenberg
  • Het Centrumplan Didam
  • De vigerende bestemmingsplannen

4. Doelstellingen

Terug naar navigatie - 4. Doelstellingen

Het grondbeleid is geen doel op zich. Het is een instrument om andere gemeentelijke beleidsvelden (programma’s) te ondersteunen. Binnen de kaders van het gemeentelijk grondbeleid moeten op economisch verantwoorde wijze onroerende zaken worden beheerd en (nieuwe) bouwlocaties worden (her)ontwikkeld. En wel op een zodanige manier dat ruimtelijk beleid en sectoraal beleid op het gebied van wonen, werken en recreëren kunnen worden gerealiseerd.

5. Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - 5. Ontwikkelingen

Economische situatie en meerjarenperspectief
Na een korte dip eind 2022 kan de economie in 2023 weer langzaam op gang komen. Geholpen door het prijsplafond van de overheid om de gevolgen van de energieprijsstijging op te vangen. DNB verwacht een economische groei van 0,8% in 2023 en 1,6% in 2024. 

Voor wat beteft de huizenmarkt is sprake van een kentering. Jarenlang zijn de huizenprijzen sterk gestegen. Daar is in 2022 een einde aan gekomen. DNB verwacht dat de huizenprijzen in de komende twee jaren samen met 6% dalen. De hypotheekrentes zijn meer gestegen dan verwacht. Daardoor wordt het voor huizenkopers moeilijker om een woning te financieren (DNB). 

Het totaal aanbod aan gemeentelijke woningbouwkavels in Montferland bedroeg per 1-1-2022 25 woningbouwkavels. Per 1-1-2023 zijn nog 14 woningbouwkavels beschikbaar. 
Als gevolg van het Didam-arrest dien je bij nieuwe woningbouwplannen mededingingsruimte te bieden. Bij het woningbouwplan Roncallischool in Zeddam wordt hier voor het eerst mee gewerkt. Voorbereidingen worden getroffen om te komen tot een groot aantal nieuwe woningbouwplannen in lijn met de opgave uit de regionale woondeal.

Prognose totaal resultaat grondexploitatie 
Het resultaat van de totale grondexploitatie komt uit op een positief saldo van € 579.000 euro eindwaarde. Dit is exclusief de neerwaartse bijstelling van de winstneming in 2022 van € 178.000 euro. De totale tussentijdse winstneming t/m 2022 komt daarmee uit op € 19,190 mln. 
De verliesvoorziening dient in 2022 met € 80.000 euro te worden verhoogd en komt uit op een totaal t/m 2022 van € 790.000 euro. De genoemde bedragen zijn één op één afkomstig uit onderstaande tabel waarin het totaal overzicht is te zien van alle grondexploitaties.

Terug naar navigatie - Vervolg ontwikkelingen

Bouwgrond in exploitatie (BIE)
Hieronder wordt ingegaan op de in exploitatie genomen gronden gesplitst in woningbouw en bedrijventerreinen.

Woningbouw
In 2022 zijn 9 complexen voor woningbouw actief. In totaal wordt een nadelig saldo geraamd van circa € 53.000 euro. Dit bedrag is exclusief de reeds verplicht genomen winstnemingen 2022. In het totaal overzicht is per complex inzichtelijk wat het verwachte resultaat is. Tevens is per complex inzichtelijk wat de hoogte is van de winst respectievelijk van het verlies.

Op hoofdlijnen kan worden gesteld dat de uitgifte voorspoedig is verlopen en dat zich binnen de verschillende complexen geen bijzonderheden hebben voorgedaan. Hieronder wordt nader ingegaan op woningbouwcomplex Kerkwijk.

 

Kerkwijk Didam (P.370)
Vanwege diverse omvangrijke wijzigingen in de planvorming in de fasen 5, 6 en 7 van Kerkwijk in 2018 (aanpassing omvang plangebied en een herverkaveling) is verplicht de grondexploitatie herzien. Deze herziening van de grondexploitatie met alle wijzigingen is op 27 september 2018 vastgesteld.
Nadat de gewijzigde planvorming was vastgesteld heeft veelvuldig overleg plaatsgevonden met de ontwikkelende partijen Klok, Rotij en VWR om te komen tot aanvullende afspraken gegeven deze nieuwe planopzet en met inachtneming van de aanwezige Bouwclaimovereenkomst. In de loop van 2019 is consensus bereikt met de ontwikkelende partijen over de exacte invulling van de fasen 5, 6 en 7. Hierbij moet gedacht worden aan waar welke partij welk type woning zal ontwikkelen met welke VON prijs. Vervolgens is door partijen ingezet op de verkoop. In 2022 zijn in totaal 10 woningbouwkavels verkocht. Het einde van de ontwikkeling van Kerkwijk komt in zicht. Verwacht wordt dat in 2023 de laatste 4 kavels worden uitgegeven en de laatste fases woonrijp worden opgeleverd. Kerkwijk komt uit op een positief resulaat van circa € 268.000. Daarnaast is gegeven de verplichte winstsneming reeds circa € 378.000 aan winst genomen. Van omvangrijke risico’s is geen sprake meer.

 

Bedrijventerreinen
In 2022 zijn 3 complexen voor bedrijventerreinen actief. Het betreft het complex Matjeskolk in Loerbeek en de twee complexen Euregionaal Bedrijventerrein (EBT) en DocksNLD beide in ’s-Heerenberg. Binnen de complexen Matjeskolk en EBT hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan.

Voor de drie complexen tezamen wordt een batig saldo geraamd van € 632.000. Dit bedrag is exclusief de reeds verplicht genomen winstnemingen 2022. In de tabel met het totaal overzicht zijn de complexen nader uiteengezet en is ook per complex de winstneming t/m 2022 weergegeven.

Hieronder wordt de stand van zaken toegelicht van DocksNLD (gemeentelijke grondexploitatie) en van het A18 Bedrijvenpark (grondexploitatie Doetinchem). De gemeenten Bronckhorst, Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek hebben een Samenwerkingsovereenkomst Bedrijventerrein West-Achterhoek gesloten in 2010 voor het ontwikkelen van het A18 Bedrijvenpark en DocksNLD. De resultaten van beide terreinen worden onderling verevend. De gemeente Montferland heeft een aandeel van 25% in deze samenwerking.

 

DocksNLD (P.840)
Op DocksNLD is in 2021 het laatste kavel verkocht. In 2022 is gestart met de bouw van het laatste distributiecentrum. Als gevolg is inmiddels goed in beeld welke laatste werkzaamheden er nog moeten worden uitgevoerd. Het betreft de volgende werkzaamheden: afronding groen, realisatie van een fietspad, realisatie Verkeers Regel Installatie (VRI), realisatie van een keerlus voor vrachtwagens en de plaatsing van borden. Tevens dient het profiel van een watergang te worden aangepast voordat kan worden overgegaan tot overdracht van deze gronden aan het Waterschap.

De kosten van de VRI, fietspad en keerlus zijn alle drie te laag ingeschat. Bij de VRI is nagelaten een indexatie toe te passen (gegeven de uitzonderlijke kostenstijging is een groot verschil ontstaan). De twee opgenomen stelposten voor het fietspad en de keerlus zijn te laag gebleken. Op het moment van opnemen van de stelposten bij de jaarrekening van 2021 was nog onvoldoende in beeld wat exact stond te gebeuren. De noodzaak van realisatie van een fietspad en de aanleg van een keerlus (o.a. vanuit veiligheid) zijn aan de orde gekomen op het moment van het in volle bedrijf zijn van de distributiecentra. Gegeven de voornoemde gang van zaken zijn de volgende nadelige verschillen ontstaan: VRI circa 45.000 euro, fietspad circa 120.000 euro en keerlus 350.000 euro. De plankosten zijn met 80.000 euro ook overschreden. De oorzaak van een overschrijding qua plankosten is gelegen in de vele contacten die er zijn geweest met de verschillende eigenaren/huurders van de nieuwe bedrijfspanden. Door de toename aan kosten is het positief resultaat van circa 12,8 mln. gezakt naar 12,1 mln. Looptijd t/m 2024.

 

A18 Bedrijvenpark

Het noordelijk deelgebied van het A18 Bedrijvenpark is in zijn geheel, vanwege de grote interesse, aan de grondexploitatie toegevoegd. Voor alle grond zijn gesprekken gaande om te komen tot verkoop. De prognose is dat in 2028 alle grond is verkocht.

Aanwezige risico’s zijn het op enig moment niet meer kunnen aansluiten van bedrijven op het electriciteitsnet. Tevens kunnen kosten oplopen in het kader van de verwerving van agrarische vastgoed. Dit vastgoed kan worden ingezet als stikstofcompenserende maatregel. Door de toegenomen interesse is het positief resultaat van circa 0,03 mln. opgelopen naar 3,5 mln.

Paragraaf G. Lokale heffingen

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

In deze paragraaf geven wij inzicht in de gerealiseerde lokale heffingen en woonlastendruk 2022 in de gemeente Montferland. De heffingen van de gemeente zijn te verdelen in:

  • belastingen (algemeen dekkingsmiddel);
  • rechten (vergoeding voor specifiek verrichte diensten);
  • leges (vergoeding voor verrichte administratieve diensten).

Opbrengst lokale heffingen

Terug naar navigatie - Opbrengst lokale heffingen

Bedragen x € 1.000

 

 

Begroting 2022

Realisatie 2022

 

a. Belastingen

 

 

Onroerende zaakbelastingen

7.550

7.556

Hondenbelasting

         272

         263

Toeristenbelasting                                             

      385

         421

Reclamebelasting

4

41

Totaal belastingen

          8.247

          8.281

b. Rechten en leges

 

 

Afvalstoffenheffing                  

  3.409

          3.385

Rioolheffing

        4.464

     4.402

Baatbelasting

          2

          2

Rechten begraafplaats

122

137

Marktgelden

29

27

Leges

1.856

2.023

Totaal rechten en leges

          9.882

        9.976

 

 

Belastingen

Terug naar navigatie - Belastingen

Onroerende zaakbelastingen / WOZ

De onroerendezaakbelastingen (OZB) zijn algemene dekkingsmiddelen. Wanneer andere structurele dekkingsmiddelen, inclusief mogelijke bezuinigingsmaatregelen, ontoereikend zijn, kan deze belasting autonoom worden verhoogd. Dit in tegenstelling tot de bestemmingsheffingen zoals afvalstoffenheffing waarvan de opbrengst niet hoger dan kostendekkend mag zijn.

De tarieven 2022 zijn berekend naar de nieuwe vastgestelde WOZ-waarde met waarde peildatum 1 januari 2021.

Tarieven 2022 (% van de WOZ-waarde):

 

Soort tarief

Woningen

Niet-woningen

Gebruikerstarief

n.v.t.

0,1969%

Eigenarentarief

0,1283%

0,2443%

 

Hondenbelasting

Deze belasting is gebaseerd op artikel 226 van de Gemeentewet. De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden. Het tarief voor de eerste hond is lager dan het tarief voor elke volgende hond in een huishouden. Voor kennelhouders die geregistreerd staan bij de Raad van beheer op kynologisch gebied geldt een vast tarief. Er geldt een vrijstelling voor blindengeleidehonden, politiehonden en honden jonger dan drie maanden die bij de moederhond verblijven.

Tarieven 2022:

Eerste hond € 68,31
Tweede hond € 98,09
Kennel € 221,54

 

Toeristenbelasting 

In de gemeente Montferland wordt toeristenbelasting geheven voor het overnachten in onder andere: recreatiebungalows, campings, hotels etcetera. De toeristenbelasting is verschuldigd als er tegen betaling een overnachting wordt aangeboden, voor personen die niet in onze gemeente staan ingeschreven. Het tarief toeristenbelasting 2022 bedroeg € 1,25 per overnachting. De opbrengst is € 400.000.

Rechten en leges

Terug naar navigatie - Rechten en leges

Afvalstoffenheffing

De afvalstoffenheffing wordt ingezameld en doorberekend volgens het “Diftar-principe”. Dat betekent dat naast een vast bedrag tevens een bedrag per lediging in rekening wordt gebracht.

Voor de hoogbouwpercelen is het diftar systeem niet mogelijk, aangezien hiervoor nog geen goed werkend systeem bestaat. Hiervoor geldt een vast bedrag.

Tarieven 2022:

Basistarief 280 liter container € 174,00
Basistarief 180 liter container € 174,00
Bedrag per lediging 280 liter container € 8,00
Bedrag per lediging 180 liter container € 6,00
Hoogbouw eenpersoonshuishouden € 216,00
Hoogbouw meerpersoonshuishouden € 235,00

 

Rioolheffing

De rioolheffing kan worden geheven van de eigenaar en/of de gebruiker van een perceel dat op de gemeentelijke riolering is aangesloten. In onze gemeente wordt de rioolheffing geheven, van de gebruiker, op basis van het waterverbruik.

Het tarief voor 2022 bedroeg € 2,39 per kubieke meter waterverbruik.

Marktgelden

In ’s-Heerenberg kennen we een wekelijkse markt, waarvoor de gemeente marktgelden in rekening brengt. In Didam heeft de gemeente geen bemoeienis met de wekelijkse markt. In Didam worden uitsluitend leges geheven voor de jaarmarkt. De tarieven zijn ten opzichte van 2022 gelijk gebleven. De opbrengsten vertonen de afgelopen jaren een dalende tendens.

 

Leges

Onder de naam leges worden rechten geheven voor het verlenen van diensten door de gemeente. De leges staan genoemd in de Legesverordening 2022 en de tarieventabel die daar bij hoort. 

 Bedrag x € 1.000

 

Begroting 2022

Realisatie 2022

Reisdocumenten en rijbewijzen

          454

          509

Huwelijken en overige leges publieksbalie

          97

          123

Omgevingsvergunningen

  1.137

1.195

Leges bestemmingsplan (wijziging/vrijstelling)

         94

          109

Leges overig

        74

87

Totaal leges

1.856

2.023

 

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingsbeleid

De inwoners van de gemeente Montferland met een periodieke WWB-, AOW-, WAO- of ANW-uitkering hebben tegelijk met de aanslag 2022 een brief ontvangen waarin vermeld stond dat zij in aanmerking kwamen voor kwijtschelding en de aanslag afvalstoffenheffing basisbedrag en rioolheffing derhalve niet hoefden te betalen. In totaal zijn dit 365 huishoudens.

In 2022 hebben 153 inwoners een toekenning ontvangen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding op basis van een aanvraag. In 2022 hebben 9 inwoners een afwijzing ontvangen op het kwijtscheldingsverzoek.

Paragraaf H. Sociaal Domein

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Na de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in 2007 volgde met de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet een nieuwe tranche aan transities. De uitvoering van deze nieuwe taken ging gepaard met stevige bezuinigingstaakstellingen. De budgetten voor deze nieuwe taken zijn gebundeld in één budget voor het sociaal domein. Uit dit budget moet de gemeente de volgende uitgaven bekostigen:

  • uitgaven voor re-integratie/participatie van de gemeentelijke doelgroep (burgers met een uitkering op basis van de Participatiewet);
  • uitgaven voor werknemers met een lopend SW-dienstverband (de groep die voor 1 januari 2015 is ingestroomd);
  • uitgaven aan nieuwe taken Wmo 2015 (individuele begeleiding en groepsondersteuning);
  • uitgaven op het vlak van de Jeugdwet (lokaal, (boven-)regionaal en landelijke ondersteuning/zorg).

Gemeentelijke monitor Sociaal Domein

Terug naar navigatie - Gemeentelijke monitor Sociaal Domein

Voor de gemeentelijke monitor Sociaal Domein verwijzen we u naar Hoofdstuk 4.3. Monitor bezuinigingen 2022 in het Sociaal Domein. In dit hoofdstuk wordt een weergave gegeven van de stand van zaken van alle bezuinigingsopgaven. Het blijkt complex om het precieze effect van een maatregel te becijferen. Een aantal maatregelen beogen bijvoorbeeld hetzelfde effect: het is dus moeilijk te zeggen welk effect aan welke maatregel is toe te schrijven. Verder is er sprake van telkens veranderende omgeving: wetgeving wijzigt, de inkoop is inmiddels anders georganiseerd en ook zaken als corona, inflatie en energielasten hebben uiteindelijk effect “onder aan de streep”.

Positieve uitkomst is dat het pakket maatregelen uit 2017 grotendeels is gerealiseerd. De realisatiegraad ligt met 95% van de doelstelling ruim boven het percentage dat op basis van ervaringen uit het verleden verwacht mag worden. Vanaf 2023 volgen we actief via de beschikbare dashboards de uitgaven. Dit in combinatie met trends en ontwikkelingen. Waar nodig worden wijzigingen doorgevoerd om iedere euro zo effectief als mogelijk te laten zijn.

Regionale samenwerking

Terug naar navigatie - Regionale samenwerking

Met de gemeenten in de Achterhoek wordt intensief samengewerkt. In 2022 is via een aanbesteding de Wmo en de Jeugdzorg opnieuw ingekocht. Het aantal aanbieders is fors teruggebracht. Er wordt niet langer ingekocht volgens de p maal q systematiek maar op een prijs per traject. Beschermd wonen is nog regionaal georganiseerd (komt per 2024 over naar gemeenten).  De samenwerking binnen de Sociaal Domein regio Achterhoek (SDA) is in 2022 geïntensiveerd. Een Stuurgroep rondom de governance is gestart. Doel is de huidige opzet en samenwerking te evalueren en deze waar nodig duurzaam te versterken.

Jeugdwet

Terug naar navigatie - Jeugdwet

De transities sociaal domein zijn in de start gepaard gegaan met forse kortingen op het door het rijk beschikbaar gestelde budget (met name Jeugdzorg). Daarnaast is Montferland een nadeelgemeente, wat in totaal een structureel tekort van ongeveer € 2 mln opleverde. Dit structurele tekort is niet op op te vangen binnen de Jeugdzorg aangezien er sprake is van een openeinderegeling.

Een systeemprobleem blijft dat een groot aantal verwijzingen naar Jeugdzorg gebeurt buiten de gemeente om, door rechters en huisartsen. Hierop is geen regie te voeren: niet op inhoud en niet op de kosten. 

De afgelopen jaren zijn stappen gezet om de kosten terug te dringen. De kosten van Jeugdzorgtrajecten zijn beoordeeld (kleine daling van de gemiddelde kostprijs). Er zijn praktijkondersteuners bij huisartsen gestart en het sociaal team biedt kortdurend ambulante hulpverlening aan. Tevens worden via Welcom veel preventieve activiteiten aangeboden, die zeker in 2022 zeer actief zijn benut. Al deze inzet voorkomt onnodig gebruik van professionele (duurdere) jeugdhulp.

Participatiewet – WSW

Terug naar navigatie - Participatiewet – WSW

De bezuinigingsopdracht op-Meedoen in Montferland is gerealiseerd. De uitgaven aan Meedoen zijn afgeraamd. 

De gemeente maakt deel uit van de Gemeenschappelijke Regeling Laborijn voor wat betreft de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Het aanwijzingsbesluit is gecontinueerd. 

Paragraaf I. Corona

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De eerste maanden van 2022 waren hopelijk de laatste maanden dat de gevolgen van het Covid-19 virus merkbaar waren.  In deze paragraaf blikken wij terug over 2022 en geven wij financieel inzicht in de gevolgen voor onze lokale samenleving en voor onze bedrijfsvoering. 

  • Sociaal-maatschappelijk;
  • Economisch;
  • Onderwijs;
  • Zorg, gezondheid en veiligheid;
  • Welzijn, sport en cultuur.

Bij raadsbesluit van 9 september 2021 heeft de gemeenteraad ingestemd met een pakket aan maatregelen met als doel om de negatieve gevolgen van de coronacrisis voor onze samenleving zo veel mogelijk op te vangen c.q. te verzachten, het zogenaamde "Corona Herstelplan". Dit herstelplan is gemonitord (raad 14 april 2022) waarbij het Herstelplan tevens is geactualiseerd .

In deze paragraaf maken wij financieel inzichtelijk hoe de stand van zaken is met betrekking tot de uitvoering.    

Op meerdere plaatsen in deze jaarstukken 2022 komt het onderwerp "Corona" nog aan bod. In deze paragraaf  "Corona" zoomen wij in op de totale uitgaven en inkomsten 2022 als gevolg van de Corona-maatregelen.

Voor het jaar 2022 zijn er, anders dan in 2020 en 2021, geen aspecten meer (ontwikkelingen / maatregelen / besluiten) die op gespannen voet staan met de rechtmatigheid.

Uitgaven en inkomsten 2022 als gevolg van de Corona-maatregelen

Terug naar navigatie - Uitgaven en inkomsten 2022 als gevolg van de Corona-maatregelen

De TOZO-regeling:
De regeling is meermalen verlengd en de laatstgeldende Tozo 5 had een werkingsduur tot 1 oktober 2021. In de jaarrekening 2022 hebben slechts enkele nabetalingen plaatsgevonden.
Inmiddels zijn ondernemers wel begonnen met het aflossen van de Tozo-leningen bedrijfskapitaal. Deze aflossingen verrekenen we met de rijksoverheid.  

Hier volgen meerdere financiële overzichten. 

Hierna brengen wij als eerst in beeld wat de totale financiële gevolgen zijn  op programmaniveau . 

Bedragen x € 1.000

Programma Meeruitgaven
1 Relatie inwoners en bestuur 62
2 Ruimtelijke ontwikkeling 0
3 Beheer leefomgeving 0
4 Economie en toerisme 8
5 Gezondheid en bevordering gezonde leefstijl 58
6 Jeugd, onderwijs en cultuur 189
7 Maatschappelijke ondersteuning en veiligheid 196
8 Werk en inkomen 238
40 Algemene dekkingsmiddelen 96
50 Overhead en ondersteuning 39
Saldo 885

Hoe verhouden deze uitgaven 2022 zich tot de ontvangen overheidscompensaties en de gereserveerde middelen en welk bedrag moeten we verrekening met de reserve "Corona"?
De rijksoverheid heeft voor meerdere groepen in de samenleving (bedrijven, maatschappelijke instellingen, burgers) steunmaatregelen in het leven geroepen. Ook de provincie Gelderland kende in 2020/2021 meerdere steunregelingen. Bij de meerderheid van de regelingen is de gemeente geen partij. Voor een aantal aandachtsgebieden is de geldstroom wel via de gemeenten gelopen. Verder zijn, met name via het Gemeentefonds, diverse rijkscompensaties verstrekt die wij deels voor dit doel hebben geoormerkt, maar grotendeels hebben herbestemd ten behoeve van de uitvoering van het Corona herstelplan.

Onderstaand overzicht geeft inzicht in deze regelingen en laten tevens zien welke uitgaven in 2022 wij ten laste van deze regelingen hebben gebracht.   

Bedragen x € 1.000

Regeling Compensatie Uitgaven Saldo
Beginstand reserve Corona per 1 januari 2022     1.437
Bij: Gemeentefonds, laatste steunpakketten 2022 235    
 Af: Ingezet ten behoeve van het Corona Herstelplan 2022 (zie volgend overzicht)                                        - 564                 
Af: Ingezet t.b.v. het Hybride werken   - 70  
Af: Ingezet voor overige taken in het kader van Corona    - 321  
Sisa-uitkeringen (toegangscontrole, inhalen onderwijsvertragingen, compensatie Laco) 233 -  233 -
Rijkscompensatie derving huuropbrengsten sportaccommodaties (nov. 2021 - jan. 2022)  24 - 24 -
Totaal en tevens stand reserve Corona per 31 december 2022                                            717

 

Conclusie is dat afgerond € 717.000 niet is besteed en dit bedrag is dan ook de stand van de reserve Corona per 31-12-2022. Deze middelen zijn voor het grootste deel niet vrij besteedbaar omdat er de nodige claims op liggen. Het gaat om:

  • de verdere uitvoering van het Corona Herstelplan in 2023/2024 € 359.000
  • Het vervolg en de afronding van het project Hybride werken € 129.000

Als we hiermee rekening houden dan is de conclusie dat een bedrag van € 229.000 vrij kan vallen in 2022.  

 

Monitor Corona Herstelplan

Terug naar navigatie - Monitor Corona Herstelplan

Afzonderlijk is de gemeenteraad geïnformeerd over het Corona Herstelplan. In het volgende overzicht brengen we de financiële samenvatting van de monitor Corona Herstelplan nogmaals in beeld.      

Bedragen x € 1.000

Hfdst. Taakonderdeel       Beleidsvoorstel Werkelijk
2021
Raming
 2022-2024
(rbs. 14-4-2022)
Werkelijk
2022
Prognose
2023
(bijgesteld)
Prognose
2024
(bijgesteld)
Werkelijk 2021/2022
+
prognose
 2023/2024
2 Economie            
    OZB-compensatie horeca en niet-essentiele winkels               65               106                 96                 -                   -                  161
    Vrijstelling staangeld kermisexploitanten               23                -                   -                   -                   -                    23
    MKB deal vouchers               11                 60                 -                   60                 -                    71
    Montferland breed evenement               -                   40                 -                   40                 -                    40
    Liemerse uitdaging               -                    8                   8                   5                 -                    13
    Totaal              100               214                103                105                 -                  308
3 Sociaal maatschappelijke effecten               -                  -                   -                   -                   -                    -  
    Formatie-uitbreiding               -                  -                   -                   -                   -                    -  
    Inzet middelen tbv re-integratie               -    Pm                  -                   -                   -                    -  
    Toename Schuldhulpverlening zelfstandigen               -                  -                   -                   -                   -                    -  
    Toename Schuldhulpverlening               -                   40                 -                   -                   -                    -  
    Minimabeleid (incl. TONK)               44  Pm                 168                 -                   -                  212
    Totaal               44                 40                168                 -                   -                  212
4 Kinderopvang jeugd en Onderwijs               -                  -                   -                   -                   -                    -  
    Zomerscholen 2-6 jaar (in uitvoering)*               15                -                   -                   -                   -                    15
    Perspectief jeugd en jongeren (in uitvoering)               33                -                   -                   -                   -                    33
    Jongeren werk (Keet) (in uitvoering)               15                -                   -                   -                   -                    15
    Mentale ondersteuning jeugd (in uitvoering)                 9                  8                 -                   -                   -                     9
    Mentale ondersteuning jonge mantelzorgers (in uitvoering)                 7                -                   -                   -                   -                     7
    Activiteiten en ontmoeting jeugd (in uitvoering)               10                -                   -                   -                   -                    10
    Integrale vroeghulp               -                  -                   -                   -                   -                    -  
    Begeleide Omgangsregeling Humanitas               -                   45                   6                 13                 13                  32
    Totaal               90                 53                   6                 13                 13                122
5 Sport               -                  -                   -                   -                   -                    -  
    Coronaherstelfonds sportclubs                 1                 24                   0                 10                 10                  21
    Sport en beweegstimulering                 7                 13                 15                 -                   -                    21
    Onderzoek sport en beweeggedrag                 9                  1                   1                 -                   -                    10
    Monitoren en vergroten vaccinatiebereidheid                 3                  2                   0                   2                 -                     5
    Lokaal en regionaal beweeg- en sportakkoord*               20                 30                 -                   30                 -                    50
    Sport in de openbare ruimte               13                 17                 14                   4                 -                    30
    Beweegmakelaar ouderen               -                   18                 18                 -                   -                    18
    Lokaal preventieakkoord **               45                 15                 -                   15                 -                    60
    Stimuleren gecombineerde leefstijlinterventie               -                   15                   5                 10                 -                    15
    Bewonersinitiatieven voor sport en bewegen in de openbare ruimte               -                   50                 -                   44                   6                  50
    Totaal               97               185                 52                114                 16                230
6 Cultuur               -                  -                   -                   -                   -                    -  
    Tijdelijke subsidieregeling Coronasteun               -                   50                 44                 -                   -                    44
    Ondersteuning culturele verenigingen               -                   25                 -                   -                   -                    -  
    Ondersteuning beroepsbeoefenaren in de cultuursector               -                  -                   -                   -                   -                    -  
    Ondersteuning professionele culturele instellingen               -                 100                 88                 25                 25                138
    Totaal               -                 175                132                 25                 25                182
7 Zorg Welzijn en Veiligheid               -                  -                   -                   -                   -                    -  
    Ondersteuningspakket ouderen (in uitvoering)               19                 61                 31                 30                 -                    80
    Ondersteuning kwetsbare doelgroepen (in uitvoering)               19                 73                 73                 18                 -                  109
    Totaal               38               133                103                 48                 -                  189
                    -                  -                   -                   -                   -                    -  
    Subtotaal                369                  800                   564                   305                     54                1.292
    *De Zomerschool vormt inmiddels een regulier onderdeel van
  het Onderwijsachterstandenbeleid
              -                  -                   -                   -                   -                    -  
    ** Dekking:               -                  -                   -                   -                   -                    -  
    Specifieke uitkering Sportakkoord              -20                -                   -                   -                   -                  -20
    Specifieke uitkering Onderwijsachterstandenbeleid (OAB): Zomerscholen              -15                -                   -                   -                   -                  -15
    Specifieke uitkering Preventieakkoord              -45                -                   -                   -                   -                  -45
                 -               -                   -                   -                   -                 -  
    Totaal Generaal                289                  800                   564                   305                     54                1.212

Paragraaf J. Wet open overheid (Woo)

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De Woo is de opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en deze is in werking getreden per 1 mei 2022. De Woo stelt het actief openbaar maken van informatie aan de burger centraal. De Woo bevat nieuwe verplichtingen die twee hoofdonderwerpen betreffen: het actief openbaar maken van documenten in 11 informatiecategorieën en het op orde brengen van de informatiehuishouding. Als informatie niet (goed) wordt bewaard en gearchiveerd, kan deze informatie niet openbaar worden gemaakt. De overheid kan dan minder goed worden gecontroleerd door burgers en journalisten. 

Actieve openbaarmaking

Terug naar navigatie - Actieve openbaarmaking

Informatie uit de 11 informatiecategorieën wordt deels al openbaar gemaakt, bijvoorbeeld de raadsstukken. Als voorbereiding op het openbaar maken van andere categorieën zijn voorbereidingen getroffen in de gemeentelijke infrastructuur. De twee voornaamste componenten zijn: de aansluiting op PLOOI en de invoering van DataMask. PLOOI is het Platform Open Overheidsinformatie, waarop alle documenten gepubliceerd moeten worden. DataMask is de applicatie waarmee documenten geautomatiseerd geanonimiseerd kunnen worden. DataMask is inmiddels geïntegreerd in het centrale document beheersysteem. De koppeling tussen het document beheersysteem en PLOOI is stop gezet, omdat de minister heeft besloten om de ontwikkeling van het huidige platform stop te zetten en eerst te investeren in een eenvoudigere variant. 

Informatiehuishouding op orde

Terug naar navigatie - Informatiehuishouding op orde

Bij de 2e kwartaalrapportage 2022 is een bedrag van € 104.000 via de reserve resultaatbestemming doorgeschoven naar 2023. Dit bedrag wordt ingezet om in 2023 de achterstand weg te werken in de archivering van bouwvergunningen. Verder wordt er een 0-meting uitgevoerd waaruit zal blijken welke stappen gezet moeten worden om de informatiehuishouding op orde te brengen. 

Paragraaf K. Rechtmatigheid

Begrotingscriterium

Terug naar navigatie - Begrotingscriterium

Het begrotingscriterium houdt in dat de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s. Onrechtmatige begrotingsoverschrijdingen die conform de richtlijnen van de Commissie BBV meewegen in het accountantsoordeel zijn daarom:

  1. overschrijding niet passend binnen het beleid en tegen beter weten in niet gemeld;
  2. overschrijding passend binnen het beleid maar tegen beter weten in niet gemeld;
  3. overschrijding gecompenseerd door niet direct gerelateerde extra inkomsten waarbij de raad (nog) geen besluit heeft genomen over die extra inkomsten;
  4. overschrijding door activiteiten als boetes, procedures en naheffingsaanslagen tijdens het verantwoordingsjaar;
  5. overschrijding op investeringen met als gevolg hogere kapitaallasten in het jaar van investeren.

De algemene lijn is dus dat begrotingsoverschrijdingen die binnen het beleidskader van de raad passen niet worden meegewogen in het accountantsoordeel. Begrotingsafwijkingen zijn niet strijdig met het budgetrecht mits deze tussentijds of in de jaarrekening achteraf worden gemeld en toegelicht met bijvoorbeeld een verwijzing naar raadsbesluiten of informatieverstrekking aan de raad, zoals ook vastgelegd in het "Budgetkader college 2017".

Vooraf: 
In de loop van 2022 zijn enkele budgetten, om technische redenen, onder een ander programma ondergebracht. In de tabel hierna hebben we derhalve een extra kolom opgenomen: In de eerste kolom de primaire ramingen op de programma’s zoals deze zijn gepresenteerd bij de vaststelling op 4 november 2021 (primair) en in de tweede kolom de ramingen per programma (primair) na deze verschuivingen. Tot slot in de derde kolom de raming na alle wijzigingen 2022. 

bedragen x € 1.000

Programma Programma

Begroting 2022 primair
(vaststelling
4-11-2021)

Begroting 2022 primair
(na correctie)

Begroting 2022 na wijziging
1 Relatie inwoners en bestuur 3.633 3.686 5.279
2 Ruimtelijke ontwikkeling 1.568 1.568 1.949
3 Beheer leefomgeving 6.262 6.262 7.570
4 Economie en toerisme - 170 - 170 92
5 Gezondheid en bevordering gezonde leefstijl 4.648 4.648 5.027
6 Jeugd, onderwijs en cultuur 13.938 13.938 14.689
7 Maatschappelijke ondersteuning en veiligheid 18.512 18.512 19.431
8 Werk en inkomen 8.924 8.924 11.078
  Algemene dekkingsmiddelen * - 68.088 - 68.054 - 74.160
  Overhead en ondersteuning 10.686 10.686 9.377
  Vennootschapsbelasting 0 0 - 331
Eindtotaal   0 0 0

* Raming is inclusief het geraamd begrotingsoverschot van € 86.000 (primair) c.q. € 108.000 (primair na correctie) c.q. € 2.934.000 (na wijziging). 

Beoordeling begrotingsrechtmatigheid: Alleen de lasten van de jaarrekening 2022 zijn op programmaniveau beoordeeld op afwijkingen. De conclusie is dat vier programma’s en het hoofdstuk  "Algemene dekkingsmiddelen" een overschrijding laten zien. In de onderstaande tabel zijn de geraamde lasten (na wijziging), de werkelijke lasten, het verschil hiertussen en de soort afwijking per programma weergegeven.

bedragen x € 1.000

Programma

Geraamde lasten 

Werkelijke lasten 

Afwijking (V = voordelig; N = nadelig)   

Toelichting

 
1 Relatie inwoners en bestuur 5.942 5.720 222 V De afwijking past binnen de afspraken.  
2 Ruimtelijke ontwikkeling 4.142 7.273 - 3.132 N

Betreft met name hogere lasten GREX-woningbouw die worden gecompenseerd door hogere baten; een en ander conform de budgetafspraken.

 
3 Beheer leefomgeving 18.237 18.349 - 112 N De afwijking past binnen de afspraken (open einde regelingen).  
4 Economie en toerisme 742 2.931 - 2.189 N Betreft met name hogere lasten GREX-bedrijventerreinen die worden gecompenseerd door hogere baten; een en ander conform de budgetafspraken.   
5 Gezondheid en bevordering leefstijl 7.781 7.423 358 V De afwijking past binnen de afspraken.  
6 Jeugd, onderwijs en cultuur 20.771 23.449 - 2.678 N De afwijkingen zijn een gevolg van open-eind-regelingen (jeugdzorg, energiekosten onderwijs) en de toevoeging van de Gemeentefondscompensatie voor Jeugdzorg aan de reserve Sociaal Domein.  
7 Maatschappelijke ondersteuning en veiligheid 21.967 21.092 875 V Binnen de producten van dit programma zijn er (netto) geen overschrijdingen. De kosten voor noodopvang vluchtelingen uit Oekraïne worden gedekt uit de gemeentefondscompensatie (Algemene dekkingsmiddelen).  
8 Werk en inkomen 18.597 17.912 684 V Binnen de producten van dit programma zijn er geen overschrijdingen.    
Algemene dekkingsmiddelen 6.382 6.434 - 52 N De afwijkingen passen binnen de afspraken.  
Overhead 11.826 11.107 719 V De afwijkingen passen binnen de afspraken.  
Vennootschapsbelasting - 331 - 331 0    
Totale lasten en verschil 116.056 121.359 - 5.303 N    
 

Toelichting overschrijding uitgaven:
Binnen de vermelde programma’s laten enkele onderdelen een significante overschrijding op de lasten zien. Deze zijn getoetst aan het beleidskader van de raad, i.c. de afspraken uit het "Budgetkader college 2017". Omdat hier de relevante overschrijdingen op onderdelen worden toegelicht sluiten de bedragen niet aan bij het totaal van de afwijking op het betreffende programma uit de voorgaande tabel. 

bedragen x € 1.000

Programma  Onderdeel Afwijking  Toelichting 
2 Ruimtelijke ontwikkeling Grondexploitatie-woongebieden 3.459 Administratieve boekingen, namelijk activeren boekwaarde gronden i.r.t. verrekeningen met reserves. De overige producten binnen dit programma laten een positief saldo zien.  
3 Beheer leefomgeving  Bijdrage aan GGD 230  De werkelijke bijdrage is aanmerkelijk hoger door controle- en handhavingsacties (o.a. 2 drugslabs). Ingevolge het Budgetkader 2017 tellen overschrijdingen t.b.v. gemeenschappelijke regeling niet mee in het rechtmatigheidsoordeel.   
4 Economie en toerisme Grondexploitatie-bedrijventerreinen 2.365 Administratieve boekingen, namelijk activeren boekwaarde gronden i.r.t. verrekeningen met reserves. 
6 Jeugd, onderwijs en cultuur  Toevoegingen aan reserves "Sociaal Domein" en "Onderwijshuisvesting" 2.689 Per saldo lopen de uitgaven en inkomsten van het Sociaal Domein en de Onderwijshuisvesting budgetneutraal door de jaarrekening. 
Algemene dekkingsmiddelen Voormalig personeel 307 Pas op het einde van het jaar worden de verplichtingen m.b.t. voormalig personeel gectualiseerd. Overigens wordt dit nadeel volledig opgevangen binnen de voordelen op de totale personeelslasten (hoofstuk "Overhead").    
 

De geconstateerde overschrijdingen van de uitgaven passen allen binnen het door de raad vastgestelde beleid dan wel komen voort uit het opstellen van de jaarstukken en zijn een gevolg van de rekeningvoorschriften. 

In bijlage 4.2 wordt inzicht gegeven in het verloop in 2022 van de beschikbaar gestelde kredieten. In dit overzicht zitten enkele overschrijdingen, maar nadere analyse laat zien dat deze uitdrukkelijk niet het gevolg zijn van beleidswijzigingen, maar het effecten betreft van onontkoombare externe ontwikkelingen, alles binnen de uitvoering van de afgesproken taak. Het gaat dus om prijs- en volumestijgingen.
Ook met betrekking tot de kredieten is dan de conclusie dat de uitgaven rechtmatig hebben plaatsgevonden.   

Uitgangspunten van de raad

Terug naar navigatie - Uitgangspunten van de raad

De rechtmatige totstandkoming van de uitgaven en inkomsten in de jaarrekening is, naast de getrouwheid, een aspect dat door de accountant beoordeeld moet worden. De accountant moet expliciet verklaren en dus onderzoeken dat de baten en lasten en de balansmutaties in het overzicht van baten en lasten tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting (het begrotingscriterium) en de relevante externe en interne wet- en regelgeving (het voorwaardencriterium).

In het controle-protocol 2019-2022, vastgesteld door uw raad op 21 november 2019, geeft u nadere aanwijzingen aan de accountant over:

  • de reikwijdte van de accountantscontrole;
  • de daarvoor geldende normstellingen;
  • de daarbij te hanteren goedkeuring- en rapporteringstoleranties.

Voor de goedkeuring- en rapporteringtoleranties is uitgegaan van de wettelijk voorgeschreven maatstaven.

 Strekking controleverklaring accountant met betrekking tot de rechtmatigheid en getrouwheid

  Goedkeurend Met beperking Oordeelonthouding Afkeurend
Goedkeuringstolerantie        
  • Fouten in de jaarstukken
    (% van lasten)
≤ 1% > 1% < 3% - ≥ 3%
  • Onzekerheden in controle
    (% van lasten)
≤ 3% > 3% < 10% ≥ 10% -
Rapporteringstolerantie
  1. De gemeenteraad heeft als maatstaf gesteld dat de accountant elke fout en onzekerheid vanaf € 125.000 rapporteert.
  2. Voor de specifieke uitkeringen die op basis van de SISA verantwoord worden is de rapporteringstolerantie gelijk aan de BADO, namelijk voor uitkeringen met een omvang:
  • tot € 125.000                                     - € 12.500
  • van € 125.000 tot € 1.000.00   - 10% van de specifieke uitkering
  • vanaf € 1.000.000                            - € 125.000

 

 

 

 

 

 

Uitgaande van de totale werkelijke uitgaven over 2022 van afgerond € 120 miljoen betekenen de genoemde percentages dat een totaalbedrag van afgerond € 1.200.000 aan fouten en een totaalbedrag aan onzekerheden van afgerond € 3.600.000 in de jaarrekening de goedkeurende strekking van de controle-verklaring niet zullen aantasten. 

Verbijzonderde interne controle

Terug naar navigatie - Verbijzonderde interne controle

In de werkprocessen zijn interne beheersingsmaatregelen opgenomen. Binnen een werkproces worden de mutaties getoetst aan de wettelijke en eigen gemeentelijke regels en uitvoeringsvoorschriften.
Door middel van een verbijzonderde interne controle (hierna: VIC) wordt een onafhankelijke controle van buiten het proces uitgevoerd. Hierbij wordt beoordeeld of de opzet van de administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) daadwerkelijk bestaat en werkt; met andere woorden worden de afspraken nageleefd en wordt er in overeenstemming met de regelgeving gehandeld.

De VIC is in 2022 uitgevoerd op basis van het Controle-plan 2022. De omvang van het proces is van belang. In overleg met de accountant is de materialiteit hierin bepaald op € 630.000, afgeleid van de goedkeuringstolerantie van 1% van de geraamde lasten van circa € 90 miljoen minus de controle-tolerantie van 30% (dus: 70% van 1% van € 90 miljoen). Naast de omvang (in euro) van het proces / de regeling wordt ook rekening gehouden met de volgende aspecten:

  • complexiteit van de regelgeving;
  • bevindingen van voorgaand jaar;
  • wijzigingen in wet- en regelgeving;
  • getroffen interne beheersingsmaatregelen;
  • mutaties in procedures / betrokken medewerkers;
  • eventuele andere overwegingen (bijvoorbeeld politieke focus);
  • mate waarin IT-hulpmiddelen worden benut.

Met betrekking tot de laatste bullet:                                                                                                                                                                                                                                                                                                  In toenemende mate worden de controles systeemtechnisch ingeregeld, dus aan de voorkant. Als gevolg hiervan verschuift de controle zich ook geleidelijk aan naar de betrouwbaarheid en juistheid van de werking van de IT-toepassingen.

Opvallende items die in 2022 in de scope van de accountantscontrole zitten en die voor een deel ook weer terugkomen in de VIC betreffen:

  • rechtmatige toepassing van de wettelijke aanbestedingsvereisten, i.c. de Europese aanbestedingsgrenzen (evenals in 2020/2021);
  • toename aantal SISA-regelingen: van 4 (2019) naar 10 (2020) naar 19 (2021) naar 24 (2022).

De relevante voorwaarden van de gemeentelijke regelgeving zijn de voorwaarden met betrekking tot recht, hoogte en duur.

Uitkomsten toetsing processen:

bedragen x € 1.000

Processen (bedragen op begrotingsbasis) Omvang  (afgerond) Fout Onzekerheid 
Salarissen (personeel en bestuur) € 23.000 € 0 € 0
Inkoop: aanbesteding, factuurverwerking, crediteuren en betaling 1)  € 60.000 €  0 € 157
Grondexploitatie      
 - Lasten  € 3.000 € 0 € 0
 - Baten € 3.000 € 0 € 0
Belastingen, rechten en leges € 18.000 € 0 € 0
Verstrekte subsidies € 7.000 € 0 € 0
Uitkeringen, loonkostensubsidie en minimabeleid € 6.000 € 0 € 0
WMO - ZIN (voorzieningen, begeleiding en huishoudelijke hulp)  + Jeugdzorg - ZIN 2) € 19.100 € 0 € 1.232
WMO en Jeugdzorg - PGB 2) € 655 € 0 € 78
Treasury Variabel € 0 € 0
Verhuuropbrengsten € 1.600 € 0 € 0
Leerlingenvervoer € 600 € 0 € 0

1) Voor twee gemeentelijke inkooptrajecten is niet de juiste Europese aanbestedingsprocedure gevolgd.
2) Deze onzekerheden worden in overleg met de accountant na afloop van het boekjaar definitief vastgesteld. Het betreft zorguitgaven waarvan de leverancier geen goedkeurende accountantsverklaring heeft overlegd (niet verplicht bij leveranciers waarvan de omzet < € 125.000 is). 

De vermelde fouten en onzekerheden zijn in overeenstemming met het accountantsrapport.