1. Samenvatting

1.1 Inleiding

Terug naar navigatie - 1.1. Inleiding

Voor u ligt de begroting 2023 en de meerjarenramingen voor de periode 2024 tot en met 2026 van de gemeente Montferland. Deze begroting is de eerste begroting in deze raadsperiode. De meerjarenbegroting is structureel sluitend. Wel zijn er grote zorgen over de huidige en de nog te verwachte economische situatie en meer specifiek de dalende koopkracht als gevolg van extreem sterk stijgende energie- en voedselprijzen. Eind augustus berekende het CBS dat de inflatie 12% hoger is dan in augustus 2021. Een van de oorzaken zijn de torenhoge energieprijzen. Om het effect daarvan te dempen heeft de Rijksoverheid al € 150 miljoen beschikbaar gesteld aan gemeenten voor de aanpak van energiearmoede bij kwetsbare huishoudens. Ook is de btw op energie tijdelijk verlaagd van 21% naar 9%.  

De energiearmoede doet zich inmiddels niet alleen voor bij kwetsbare huishoudens, alle huishoudens worden geraakt door de energiecrisis. Is het niet als direct gevolg van de gestegen energieprijzen, dan is dit wel het gevolg van gestegen prijzen voor voedsel en andere levensbehoeften. Daarom heeft het kabinet (medio september) bekend gemaakt dat er een noodfonds van honderden miljoenen wordt opgericht om huishoudens die in financiële problemen komen door de hoge energierekeningen en dreigen te worden afgesloten van energie, te ondersteunen.

De (geopolitieke) situatie in Oekraïne is voortdurend aan verandering onderhevig en de sancties tegen Rusland worden steeds strenger. De effecten daarvan zijn vooral merkbaar op de energiemarkt. Maar ook voor andere producten is er sprake van sterk stijgende prijzen en/of leveringsproblemen. Een interventie door de Rijksoverheid is waarschijnlijk, maar het is een reële mogelijkheid dat de prijzen voor energie nog verder zullen gaan stijgen de komende tijd.

Mede door deze grote onzekerheid is het ondanks de mooie zwarte cijfers verstandig om de financiële ruimte die er is in de begroting, behoedzaam in te zetten. De energiecrisis treft ons allemaal, niet alleen huishoudens, maar ook verenigingen, organisaties en het bedrijfsleven. Het college werkt aan een crisisplan om aanvullend aan de maatregelen die het Rijk neemt onze samenleving te kunnen ondersteunen. Dit crisisplan is als nieuw beleid in de begroting opgenomen. De omvang van het pakket is op dit moment nog niet duidelijk.

Corona
De Covid-19 pandemie heeft in 2020 en 2021 tot grote maatschappelijke en economische gevolgen geleid. Vanaf januari 2022 zijn stapsgewijs de coronamaatregelen opgeheven. Ondanks dat het lijkt alsof Corona er niet meer is, zijn er nog steeds mensen die besmet raken en ziek worden. Naast de gevolgen voor de gezondheidszorg heeft dit impact op de beschikbaarheid van werknemers. Mede gelet op de krappe arbeidsmarkt is het niet ondenkbaar dat dit in de komende periode van invloed gaat zijn op de beschikbaarheid van dienstverlening en de mogelijkheden om alle werkzaamheden uit te voeren.

Extra en stijgende kosten
De oorlog in Oekraïne heeft ook een grote stroom aan ontheemden teweeg gebracht. De gemeente Montferland heeft naast de realisatie van de reguliere taakstelling voor statushouders een grote inspanning geleverd in de opvang van Oekraïense ontheemden. Vanuit het Rijk zijn inmiddels subsidies beschikbaar gesteld om de gemeente tegemoet te komen in de extra kosten die hiervoor zijn gemaakt.
De gevolgen van de gestegen voedsel- en materiaalprijzen hebben zijn weerslag op de gemeente Montferland. De inkoop van producten wordt daarmee duurder en ook de lonen stijgen naar verwachting over de hele linie. De uitvoering van projecten wordt niet alleen duurder door stijging van de prijzen. Mede gelet op de krappe arbeidsmarkt is het denkbaar dat projecten stagneren. Op de prijsstijgingen is in de kadernota 2023 geanticipeerd door een post loon- en prijsstijgingen op te nemen. Deze is verwerkt in de huidige begroting. 

Meerjarenbegroting 2023 - 2026
Net als vorig jaar kunnen wij u een sluitende meerjarenbegroting aanbieden en voldoet de begroting  aan het uitgangspunt van een "gezonde financiële huishouding ".  
De voornaamste oorzaken voor het fiks hogere begrotingssaldo in 2025 zijn een bruto verhoging (€ 3.612.000) van de Algemene Uitkering (meicirculaire 2022). In berichtgeving vanuit het Rijk is aangegeven dat vanaf 2026 het gemeentefonds niet langer via de de normeringssystematiek wordt geïndexeerd maar alleen nog maar een nominaal accres voor de loon- en prijsontwikkelingen verstrekt. Dit in combinatie met de opschalingskorting die vanaf 2026 weer volledig wordt doorgevoerd zorgt ervoor dat het begrotingssaldo voor 2026 flink afneemt. In de media wordt dit inmiddels aangeduid met "het ravijnjaar". Desondanks verwachten wij ook voor dat jaar een sluitende begroting. 

Begrotingssaldi 2023-2026

bedragen x € 1.000

  2023 2024 2025 2026
Begrotingssaldi incl. nieuw beleid en  aframen stelposten 2.123 2.606 6.218 1.639

Voor alle jaarschijven zien we zwarte cijfers. Vanaf hoofdstuk 1.1.3 zal dieper op de cijfers ingegaan worden en volgt er een analyse van de begrotingssaldi.

 

Begrotingscyclus
In de volgende figuur is de begrotingscyclus 2023 weergegeven

.

 

 

De begroting die voor u ligt is gebaseerd op de meicirculaire 2022. In de berichtgeving over deze meicirculaire werd aangegeven dat dit de meest ingewikkelde is van de afgelopen 20 jaar. Enerzijds door de veelheid aan onderwerpen waarover nog geen definitieve duidelijkheid is, anderzijds vanwege de herverdeling van het gemeentefonds aangaande 2023. In de meicirculaire 2022 zijn de herverdeeleffecten definitief vastgesteld, hierbij is de uitkomst voor Montferland nagenoeg gelijk zoals deze was opgenomen in de Kadernota 2023.

In 2025 is conform de september- en meicirculaire 2022 een verwacht voordeel herijking gemeentefonds opgenomen (€  2,5 mln. meer tov 2024). Vanaf 2026 zal het gemeentefonds niet langer via de normeringssystematiek worden geïndexeerd. 

1.1.1 Financiële huishouding

Terug naar navigatie - 1.1.1 Financiële huishouding

Ons uitgangspunt is een “gezonde financiële huishouding”. Dat wil zeggen: het beschikbaar hebben van voldoende middelen voor de benoemde taken. De afgelopen jaren zijn we volop bezig geweest om onze financiële huishouding op orde te brengen. De saldi van de Kadernota 2023 laten een positief saldo zien. 

1.1.2 Kadernota 2022

Terug naar navigatie - 1.1.2 Kadernota 2022

Op 9 juni 2022 heeft u de Kadernota 2023 vastgesteld. Behalve de uitgangspunten voor de (meerjaren)begroting 2023 - 2026 zijn ook de te verwachten financiële ontwikkelingen voor de komende jaren vastgelegd. Voor het tweede jaar op rij kan een positieve meerjarenbegroting gepresenteerd worden. 
De opgenomen voorstellen nieuw beleid in de Kadernota zijn conform besluitvorming meegenomen in deze begroting en zoals hierboven beschreven is het crisisplan aan het nieuwe beleid toegevoegd. Het is aan de gemeenteraad om te bepalen welke nieuwe voorstellen aangenomen worden. Tevens zijn de amendementen aangaande de Kadernota 2023 financieel verwerkt in deze Programmabegroting. Zo is het Groenbeleidsplan niet meegenomen en zijn de kapitaallasten 2024 IKC toegevoegd aan de reserve onderwijshuisvesting. 

Ontwikkelingen na de Kadernota 2022
Bij het opstellen van de Kadernota 2023 was nog geen overeenstemming van het coalitieakkoord 2022-2026. De gemeenteraad gaat aan de slag met het opstellen van een breed bestuursakkoord. Vooruitlopend op het bestuursakkoord zal in deze begroting worden voorgesteld om een budget van € 90.000 beschikbaar te stellen voor de voorgenomen onderzoeken bij de speerpunten uit het coalitieakkoord; het Industrieterrein 's-Heerenberg, een alternatief voor de wasvoorziening en een sobere zwemvoorziening. 

Accres
Voor alle jaren vanaf 2022 is sprake van een opwaartse bijstelling van het accres. Stijgen de Rijksuitgaven dan stijgt de uitkering uit het gemeentefonds evenredig mee. De accressen zijn hoger dan gemeld in de maartbrief 2022 en bijgesteld op basis van de meicirculaire 2022. In de jaren 2022 tot en met 2025 zijn de hogere accressen het gevolg van de koppeling AOW aan stapsgewijze verhoging van het wettelijke minimumloon, inkomstenbelasting box 3 en defensie uitgaven. Ook is het accres opwaarts bijgesteld als gevolg van een hogere loon- en prijsontwikkeling dan tot nu toe werd aangenomen. 
In het Rijks Coalitieakkoord "Omzien naar elkaar, vooruit kijken naar de toekomst 2021-2025", zijn vanaf 2023 middelen voor woningbouwimpuls (totaal € 1.000 miljoen) en volkshuisvesting (totaal € 600 miljoen) opgenomen in de vorm van een specifieke uitkering (SPUK). Gemeenten kunnen daar door middel van een aanvraag een beroep op doen. 
Ter dekking van de SPUK’s is voor de jaren 2023 tot en met 2025 jaarlijks een bedrag van € 250 miljoen aan het accres onttrokken. 
Het accres is voor 2026 niet berekend, maar vastgezet op een taakstellende plus van € 840 miljoen ten opzichte van de septembercirculaire 2021. 
Twee belangrijke wijzigingen zijn aangebracht voor het accres:
1.    Het accres wordt tot en met 2025 grotendeels op basis van bestaande afspraken berekend
2.    Vanaf 2026 zal het gemeentefonds niet langer via de normeringssystematiek worden geïndexeerd. 

De minister koerst op september 2022 om meer duidelijkheid te kunnen geven over bekostiging vanaf 2026.

Netto gevolgen meicirculaire 2022 tov de Kadernota 2023

bedragen x € 1.000

 

2023

2024

2025

2026

Netto resultaat

1.662

1.652

2.808

581

Sinds 2015 worden gemeenten geconfronteerd met de zogenaamde opschalingskorting (een korting op het gemeentefonds). Deze opschalingskorting is opgelegd met het oogpunt dat gemeenten door gedwongen opschaling kosten zouden besparen.  Het opschalen van alle gemeenten naar 100.000+ gemeenten is nooit gerealiseerd en van tafel gegaan. Omdat de beoogde efficiencyvoordeel al dubieus was en er geen beleidsmatige onderbouwing meer is voor deze opschalingskorting, is de opschalingskorting voor de duur van de kabinetsperiode geschrapt. De voordelen van deze opschalingskorting zijn tot en met 2025 verwerkt  in de Kadernota en meegenomen in deze meerjarenbegroting.  In 2026 wordt de opschalingskorting weer volledig doorgevoerd.  In combinatie met de ontwikkeling van het accres is in 2026 een daling van het resultaat te zien. 

Sociaal Domein
De omvangrijkste taakmutatie van de meicirculaire 2022 is de definitieve verdeling van € 1.445 miljoen voor 2023 ter compensatie van de tekorten in de jeugdzorg. Het kabinet gaat de komende tijd met gemeenten en andere relevante partijen verder in gesprek over de Hervormingsagenda Jeugd, die moet bestaan uit een combinatie van een set kostenbesparende maatregelen en een financieel kader waarmee een structureel houdbaarder jeugdstelsel wordt gerealiseerd. Bij het afsluiten van de Hervormingsagenda zal het kabinet ook besluiten over de extra middelen voor 2024 en verder die aan gemeenten beschikbaar worden gesteld.
Voor de gemeente Montferland betekent dit een incidentele compensatie van € 4.247.000 in 2023 voor de jeugdzorg. In onze ramingen was een bedrag van € 548.000 opgenomen. De extra reservering  in 2023 bedraagt derhalve € 3.699.000 (toevoeging aan de budgetten).
Voor de jaren 2024 en volgende is geen duidelijkheid over de compensatie van de jeugdzorg. Voorzichtigheidshalve is in de uitwerking van de meicirculaire een bedrag van € 1.770.000 opgenomen, zijnde 75% van de ontvangen incidentele compensatie 2022 (€ 2.361.000). De stelpost was € 548.000 en wordt dan ook verhoogd met € 1.222.000.

Herverdeling Gemeentefonds
In de meicirculaire 2022 zijn de herverdelingseffecten definitief vastgesteld. Het nieuwe verdeelstelsel is geactualiseerd naar de stand van 1 januari 2023. Het ingroeipad, waarmee gemeenten naar de nieuwe verdeling ingroeien, wordt beperkt tot 3 jaar. Het maximale positieve of negatieve effect is voor 2023 € 7,50 per inwoner, voor 2024 en 2025 elk € 15 per inwoner. In totaliteit is het maximale effect € 37,13 per inwoner. De definitieve financiële consequenties van het nieuwe verdeelstel voor Montferland zijn:

Definitieve financiële consequenties herverdelingseffecten

Jaar

Bedrag per inwoner

Aantal inwoners

2023

 € 7,50

36.890

2024

 € 22,50

36.890

2025

 € 37,13

36.890

2026

 € 37,13

36.890

Deze cijfers sluiten aan bij de Kadernota 2023.

1.1.3 Begrotingssaldo 2023 - 2026

Terug naar navigatie - 1.1.3 Begrotingssaldo 2023 - 2026

Op basis van de bekend zijnde ontwikkelingen, is de conclusie dat onze begrotingssaldi aanzienlijk zijn verbeterd ten opzichte van de vorige begroting.

Onderstaand overzicht geeft het meerjarig begrotingsperspectief weer (incl. coalitieprogramma en incl. het nieuw beleid).
In paragraaf 1.2 zullen we dit nader toelichten.

Begrotingssaldi 2023-2026

bedragen x € 1.000

 

2023

2024

2025

2026

Begrotingssaldi bestaand beleid

2.680

3.608

6.607

2.086

Amendement Kadernota 2023

 

-670

 

 

Begrotingssaldi  bestaand beleid incl amendement Kadernota 2023

2.680

2.938

6.607

2.086

Nieuw beleid 2023-2026

-557

-363 -421 -478

Aframen stelposten en taakstelling inkoop

465

31

31

31

Reserveren resultaat stelpost 2023 voor hogere energielasten 2023

-465

 

 

 

Begrotingssaldi incl nieuw beleid, coalitieakkoord, correctie stelposten

2.123

2.606

6.218

1.639

We zien dat alle jaarschijven een positief saldo laten zien. Het nieuw beleid 2023-2026 kan worden voldaan uit de geraamde overschotten op de begroting.

 

Hoe verhoudt dit saldo zich ten opzichte van hetgeen wij hadden verwacht?
In de Kadernota 2023 werd al een meerjarig positief saldo getoond. Na uitwerking van de meicirculaire 2022 zijn de begrotingssaldi toegenomen. Een mooi resultaat na de jarenlange inspanning om de financiële huishouding op orde te brengen. Toch is een waarschuwing op zijn plaats. Ondanks dat het Rijk de komende jaren extra middelen toekend voor de Wmo en  Jeugdzorg, bestaat er nog  grote onzekerheid over de financiering  door het Rijk vanaf 2026.

Beoordeling Provincie
Om, net zoals voorgaande jaren, voor repressief toezicht in aanmerking te komen, dient:

  • De begroting 2023 reëel en structureel in evenwicht te zijn;
  • Als dat niet het geval is, dient aangetoond te worden dat de meerjarenraming uiterlijk in 2026 reëel (=realistische ramingen) en structureel in evenwicht is. M.i.v. 2020 is het volgende hierbij gekomen:
    • Bij de beoordeling van het structureel en reëel evenwicht, beoordelen zij of er sprake is van een opschuivend perspectief. Daarmee wordt bedoeld dat het niet is toegestaan om ieder jaar opnieuw een (meerjaren)begroting aan te bieden waarbij uitsluitend de laatste jaarschijf in evenwicht is.

Concreet: de jaarschijf 2023 moet structureel sluitend zijn, dus na eliminatie van de incidentele baten en lasten. Het alternatief is een structureel sluitende meerjarenbegroting (geënt op de jaarschijf 2026) en aantoonbaar geen sprake van opschuivend perspectief.

Presentatie structureel begrotingssaldo

bedragen x € 1.000

Omschrijving  Lasten  Baten  Saldo 
Progr 1. Relatie inwoners en bestuur             4.349 579       -3.771
Progr 2. Ruimtelijke ontwikkeling         1.854 1.515         -339
Progr 3. Beheer leefomgeving         18.201  11.009            -7.202
Progr 4. Economie en toerisme            612 484            -128
Progr 5. Gezondheid en bevordering gezonde leefstijl      7.036 1.124        -5.912
Progr 6. Jeugd, onderwijs en cultuur      17.984 2.254       -15.729
Progr 7. Maatschappelijke ondersteuning en veiligheid    18.028 373       -17.656
Progr 8. Werk en inkomen              16.421 7.060           -9.361
Totaal programma's         84.485 24.397         -60.088
Overzicht algemene dekkingsmiddelen  3.267 78.895        75.628
Overzicht Overhead en ondersteuning 12.296 647          -11.649
Bedrag heffing Vennootschapsbelasting                   -  
Bedrag voor Onvoorzien  10               -10
Subtotaal programma's incl. algemene dekkingsmiddelen, overhead, vennootschapsbelasting en onvoorzien 100.059 103.393             3.880
Toevoegingen en ontrekkingen aan reserves 6.956 5.199        -1.757
Geraamd resultaat 107.014  109.137              2.123
Incidentele baten en lasten  50 1.400            1.350
Structureel begrotingssaldo                       773

Presentatie meerjarig structureel begrotingssaldi

bedragen x € 1.000

Omschrijving 2023 2024 2025 2026
Subtotaal programma's incl algemene dekkingsmiddelen, overhead, vennootschapsbelasting en onvoorzien 3.880 3.892 5.472 1.181
Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves 1.757 1.287 -745 -450
Geraamd resultaat bestaand beleid incl verwerking financiele gevolgen 2.123 2.606 6.217 1.639
Incidentele baten en lasten 1.350  -705 15 15
Structureel begrotingssaldo 773 3.311 6.202 1.624

Na toevoeging van het nieuw beleid 2023-2026 en het elimineren van incidentele posten laten de cijfers een sluitende begroting zien voor 2026. In bijlage 4.5 zullen we dit nader toelichten.

1.2 Financiële uitkomsten

Terug naar navigatie - 1.2. Financiële uitkomsten

Het begrotingsperspectief 2023 - 2026 is als volgt opgebouwd.  

 

bedragen x € 1.000

 

2023

2024

2025

2026

Begrotingssaldi bestaand beleid

2.680

3.608

6.607

2.086

Amendement Kadernota 2023

 

-670

 

 

Begrotingssaldo bestaand  incl amendement Kadernota 2023

2.680

2.938

6.607

2.086

 

De voornaamste uitgangspunten en enkele kanttekeningen zijn, dat:

  • Het gaat om bestaand beleid (incl. nieuw beleid en Coalitieprogramma 2023 - 2026);
  • De lasten en baten 2024-2026 zijn geraamd in constante prijzen, prijsniveau 2023;
  • De bezuinigingen voor 100% zijn gerealiseerd.

1.2.1. Bestaand beleid

Terug naar navigatie - 1.2.1. Bestaand beleid

De Kadernota 2023, vastgesteld op 9 juni 2022, toont een structureel positief begrotingssaldo.  Het saldo voor het begrotingsjaar 2023 is hoger uitgevallen dan becijferd in de Kadernota 2023.  Voornaamste oorzaak hiervan is de hogere uitkering vanuit het gemeentefonds (€ 1.662.000).

In de navolgende analyse geven wij de ontwikkelingen weer sinds de vaststelling van de begroting 2022. We richten ons hierbij op de jaarschijf 2023. De conclusie is dat het saldo van het bestaande beleid met € 2.118.000 is verbeterd.

 

Van begroting 2022 naar begroting 2023:

bedragen x € 1.000

Analyse Tov Begroting 2022 (j. 2023)
Verwacht saldo jaarschijf 2023   552 V
Reeds voorzien in Kadernota   1.771 V
       
Nominale aanpassingen (loon- en prijsstijgingen):      
Loonkosten personeel (cao, stijging premies) 470   V
Prijsstijgingen (incl. budgetsubsidies) 81   V
af: dekking OZB 1,4% en overig cf Kadernota 270   V
af: dekking compensatie gemeentefonds (hoger accres) 0   V
Subtotaal nominale ontwikkelingen   821 V
       
Diverse bedrijfsvoeringskosten (alle programma's) -225   N
Programma 2: Ruimtelijke ontwikkeling      
Correctie energiepark Braamt -108   N
Advisering beroepsprocedure gemeentehuislocatie -51   N
Voorbereiding grondexploitaties -61   N
Programma 3: Beheer leefomgeving      
Openbaar groen  -50   N
Milieubeheer (ODA) -89   N
Programma 4: Economie en toerisme      
Toeristenbelasting -80   N
Uitvoering plannen toeristische ontwikkelgebieden en pijlers -50   N
Programma 5: Gezondheid en bevordering gezonde leefstijl      
Aanvullende huuropbrengsten sportaccomodaties 163   V
Jeugdgezondheidszorg - Yunio  -115   N
Programma 50: Overhead en ondersteuning      
Overhead div kosten 85   V
Programma 6: Jeugd, onderwijs en cultuur      
Correctie bezuiniging welzijnsorganisatie 100   V
Terugboekingen bezuinigingen (conform Kadernota 2023-2026) 78   V
Programma 7: Maatschappelijke ondersteuning en veiligheid      
Valpreventie bij ouderen en nacalculatie mobiliteit 62   V
WMO-vervoersvoorzieningen(BVO DRAN) 82   V
Budgetsubsidie Welcom 100   V
Reserve huisvesting onderwijs  -367   N
Programma 8: Werk en inkomen      
Armoede en schuldenbeleid -166   N
Bijdrage GR Laborijn 250   V
Overig -22   N
Totaal mutaties   -464 N
       
Saldo bestaand beleid begroting 2023   2.670 V

 

Hieronder worden de afwijkingen toegelicht.

 

Nominale ontwikkelingen
Loonkosten:
De stijging van de loonsom (€ 470.000) heeft verschillende oorzaken. Naast de loonontwikkelingen vanuit wet- en regelgeving, heeft het team Sociale Zaken uitbreiding van het takenpakket (Wet Inburgering),  en zijn er extra capaciteit Handhaving; een programmaregisseur Klimaatadaptie en een Informatiespecialist geraamd. Daarnaast zijn er aanpassingen personele lasten conform het GWRP en tijdelijke uitbreiding. 

Prijsstijgingen:
Voor 2022 een aanvullende compensatie van 2,7% doorgevoerd en voor 2023 is prijsbijstelling van 2,3%, ook voor incidentele aanpassingen,

Dekking door verhoging eigen inkomsten:
Conform de Kadernota 2023 is het tarief van de OZB met maximaal de inflatie geïndexeerd.  

Compensatie gemeentefonds:
In de analyse van de meicirculaire 2022 is aangegeven dat de bruto uitkering vanuit het gemeentefonds toeneemt.  De voordelen komen voort uit de accressen, extra uitkering sociaal domein, herverdeeleffect, opschalingskorting en BTW compensatiefonds. Tegenover deze hogere uitkering staan diverse uitgaven, die als last zijn opgenomen bij de verschillende programma's.  

 

Diverse bedrijfsvoerings-kosten (alle programma's)
Hier vallen onder andere de kosten van opleidingen en cursussen, onkostenvergoeding personeel,  inhuur personeel derden en interne doorbelastingen etc. Omdat deze kosten zich over alle programma's  voordoen is het nadeel in een  totaal post opgenomen.

 

Programma 2 Ruimtelijke ontwikkeling

De inkomsten van energiepark Braamt zijn dubbel geraamd. In programma 2 wordt de opbrengst gecorrigeerd. Daarnaast zorgen gestegen advieskosten  door toegenomen woningbouw, voorbereidingskosten voor het opstellen van een nieuwe  Grond-exploitatieplan en kosten voor de beroepsprocedure met betrekking tot de voormalige gemeentehuis-locatie voor een stijging van de lasten.

 

Programma 3 Beheer leefomgeving

Bijdrage verhoging aan de Gemeenschappelijke Regeling ODA voor de uitvoering van extra gemeentelijke bodemtaken (Milieubeheer) en terugboeking bezuiniging Groenstructuurplan (conform voorstel Kadernota 2023) geven hogere lasten.

 

Programma 4 Economie en toerisme

Uitvoering plannen toeristische ontwikkelgebieden en lagere opbrengst toeristenbelasting.

 

Programma (40) Algemene dekkingsmiddelen

De toelichting van de Algemene dekkingsmiddelen  is eerder al beschreven bij de nominale ontwikkelingen. Hier verder geen toelichting.

 

Programma 5 Gezondheid en bevordering gezonde levensstijl
Hogere lasten door onder andere het annuleren van de bezuiniging Montferland Run. Daarnaast zullen voor sportaccommodaties de bestekken hoger uitvallen (loon-,  transport-, brandstof-, grondstoffen- en bemestingskosten .  Aanvullende huuropbrengsten sportaccommodaties.

De bijdrage aan Yunio: De lasten nemen toe als gevolg dat de thuisbegeleiding te laag is ingeschat. 

 

Programma (50) Overhead en ondersteuning
De kosten voor de arbeidsmarktcommunicatie en wervingskosten vallen hoger uit door de krappe arbeidsmarkt.  Overige overheadkosten zijn onder andere bedrijfsgezondheidzorg, leasekosten en wegenbelasting, schoonmaakkosten, projectkosten en ondersteuning door Capra, EFK,  UWB, ADP en advocaten, etc. 

 

Programma 6 Jeugd, onderwijs en cultuur
Hogere bijdrage voor het uitgeplaatste archief. Gedeeltelijke huuropzegging en hogere terug ontvangsten van energie. Terugboeking bezuinigingen Medisch advies ambulant en dagbehandeling en het versterken eigen toegang (conform voorstel Kadernota 2023-2026) en correctie op bezuiniging welzijnsorganisaties zoals Welcom, de Bibliotheek, Amphion en Kustwerk. 

 

Programma 7 Maatschappelijke ondersteuning en veiligheid
Hogere bijdrage aan Wmo -vervoersvoorziening (BVO DRAN), deze verhoging is conform de Kadernota 2023. Bij de Wmo huishoudelijke voorzieningen worden de tarieven jaarlijks aangepast. De wachtlijst die er nog staat wordt in 2023 weggewerkt wat betekent dat er meer cliënten zijn, en daarmee ook hogere kosten. De budgetsubsidie aan Welcom is aangepast.

Conform de begroting VNOG wordt de bijdrage verhoogd en verschuiving van de piketvergoeding van gemeenten naar de veiligheidsregio's.  

Toevoeging in de reserve huisvesting onderwijshuisvesting.

 

Programma 8 Werk en inkomen
Participatiewet - Bijstand en LKS (Loonkosten subsidie)  (bijstelling saldo BUIG) is neerwaarts bijgesteld.   

Het armoede en schuldenbeleid is bijgesteld op basis van prognose kosten 2022. Een autonome stijging doordat er meer gebruik wordt gemaakt van regelingen.

Conform de meicirculaire en de begroting van Laborijn wordt de bijdrage naar boven bijgesteld. 

1.2.2 Nieuw Beleid

Terug naar navigatie - 1.2.2 Nieuw Beleid

Ieder jaar is er ook sprake van “nieuw beleid”. Voor 2023 en verder leven er een aantal beleidswensen vanuit het college welke voortkomen uit:

• Het in werking treden van nieuwe of gewijzigde regelgeving;
• Noodzakelijk/aanvullende maatregelen om de beoogde doelstellingen te realiseren;
• Actualisatie/bijstelling van beoogde doelstellingen, bijvoorbeeld omdat deze niet meer actueel/realistisch zijn;
• Coalitieakkoord 2022 - 2026.

In onderstaand overzicht vindt u het nieuwe beleid welke voorgesteld wordt op te nemen in de begroting 2023-2026.

 

Voorstellen nieuw beleid 2023bedragen x € 1.000

 

2023

2024

2025

2026

Coördinator Risicojeugd

45

45

45

45

Robuuste inkoopafdeling

pm

pm

pm

pm

Personele kosten HR-strategie

68

68

68

68

Uitbreiding personele capaciteit BOA’s ivm onregelmatige werktijden

100

100

100

100

Pilot evenementenbeleid

104

 

 

 

Crisisplan

pm

pm

pm

pm

Kapitaallasten herinrichting openbare ruimten kernen Loil, Nieuw Dijk, Stokkum en Azewijn

 

 

58

115

Handhaving grens minimabeleid op 120%

150

150

150

150

Voorstel coalitieakkoord; 3 onderzoeken

90

 

 

 

Totaal nieuw beleid

557

363

421

478

 

Toelichting op de voorstellen nieuw beleid:

Formatieve uitbreiding van 0,67fte ten behoeve van de functie coördinator Risico-jeugd € 45.000.

Robuuste inkoopafdeling: Ter realisering van de inspanningsverplichting op inkoopgebied. De organisatie is momenteel onvoldoende uitgerust om op gebied van inkoop onderhandelingen met leveranciers te ondersteunen  PM.

Personele kosten HR-strategie: Mede door de krapte op de arbeidsmarkt versterkte recruitment. Daarnaast om de HR-strategie voor de komende jaren structureel te kunnen ontwikkelen  € 68.000.

Herhaaldelijk is de wens geuit dat BOA’s regelmatig ook ’s-avonds en in weekends werken. Om een wenselijk rooster structureel te kunnen bemensen wordt voorgesteld de personele capaciteit BOA’s structureel uit te breiden € 99.700.

Pilot evenenementenbeleid: Ondersteuning evenementen in afwachting van besluitvorming evenementenvisie (2 fte schaal 5 en 11 incidenteel).

Crisisplan: Enorme stijging van energie-  en levensonderhoud lasten treffen niet alleen de kwetsbare huishoudens, ook middenklasse huishoudens, organisaties en het bedrijfsleven worden getroffen met significant hogere (energie)lasten. Het crisisplan geeft een uitwerking van de maatregelen die de gemeente neemt, aanvullend op die van het kabinet, om burgers, organisaties en bedrijfsleven tegemoet te kunnen komen. De omvang van de maatregelen is nog niet bekend, PM. 

De herinrichting openbare ruimte van de dorpskernen Loil, Nieuw Dijk, Stokkum en Azewijn maakt deel uit van de in uitvoering zijnde dorpsvisies. Tijdens de herinrichting wordt onder andere staatwerk, openbaar groen, riolering en verlichting aangepakt. De uitvoering in gepland in 2024-2025 waarbij elk jaar € 900.000 wordt geïnvesteerd (totale investering € 1.800.000). De bijbehorende kapitaallasten (afschrijving en rente) zijn meegenomen als nieuw beleid. De investering wordt in 20 jaar afgeschreven waarbij in 2025 € 57.500 en in 2026 en verdere jaren € 115.000 als kapitaallasten wordt opgenomen. 

Handhaving grens minimabeleid 120%:  Het CBS heeft berekend dat de inflatie t.o.v. vorig jaar augustus 12% bedraagt. Om de minima tegemoet te komen wordt voorgesteld de grens van minimabeleid te handhaven op 120%.

Onderzoeken voor  in het coalitieakkoord 2022-2026 opgenomen speerpunten: Industrieterrein 's-Heerenberg Oost, de wasservice en overdekte zwemvoorziening.  Voor elk van deze onderzoeken is € 30.000 geraamd.

1.2.3 Status Bezuinigingen en maatregelen bedrijfsvoering en overige taakvelden

Terug naar navigatie - 1.2.3 Status Bezuinigingen en maatregelen bedrijfsvoering en overige taakvelden

Bezuinigingen
Bij de Kadernota is een uitgebreide update gegeven over behaalde resultaten. Voor 2023 staat een bedrag van € 2.390.000 als bezuiniging te behalen, oplopend naar € 2.513.000 in 2026.   Voor alsnog wordt er vanuit gegaan dat deze bedragen ook werkelijk behaald gaan worden. 

De geraamde bezuinigingen op de stelposten zijn meer dan gerealiseerd. Op de stelposten is dan ook een positief saldo ontstaan. 

 

Overzicht stelposten

bedragen x € 1.000

 

2023

2024

2025

2026

Saldo stelpost bedrijfsvoering (2020)

338

-95

-95

-95

Saldo stelpost onvoorzien (2018)

127

127

127

127

Totaal resultaat stelposten

465

31

31

31

 

Voorgesteld wordt om de stelposten op € 0 te zetten en de positieve resultaten op de stelposten vrij te laten vallen. Waarbij het resultaat van 2023 beschikbaar blijft om hogere lasten voor energie op te vangen. Wanneer dit in 2023 niet volledig besteed wordt, dit bedrag vrij te laten vallen ten gunste van de algemene middelen. De resultaten 2024- 2026 vrij te laten vallen ten gunste van de algemene middelen. 

De volledige taakstelling uit 2020 is behaald. Resteert nog wel het streven om binnen de inkoop van de gemeente Montferland een voordeel te behalen van  €  400.000. 

Een update van de bezuinigingen die worden gerealiseerd in 2023 en verder vindt u in bijlage 4.7 Monitor bezuinigingen.

1.2.4 Algemene reserve

Terug naar navigatie - 1.2.4 Algemene reserve

De Algemene reserve is een belangrijke component binnen onze weerstandscapaciteit. 

De actuele stand van de Algemene Reserve is als volgt:

bedragen x € 1.000

  2022 2023 2024 2025 2026
Stand per 1-1 (o.g.v. jaarrekening 2021) 8.046 7.676 6.356 6.306 6.256
           
Toevoegingen:          
Afwikkeling resultaat 2021 773        
Terugstorting voorfinanciering exploitatiewinst  49        
           
Onttrekkingen:          
21int04394 Capaciteitsuitbreiding griffie -53        
19int00197 restant uitgaven krediet aanpassing sportparken -25        
20int00770 2022-M04 Incidentele kosten ICT beveiligingsplan -127        
2022-M06 Kadernota Motie M1 Omgevingsvisie -50        
2022-2025 Motie Begroting M13 Energiebesparen door te ontzorgen -50 -50 -50 -50  
Amendement 25-2-2021: Restant uitgaven bodemsanering speelterrein Rodingsveen -36        
Resterende lasten hybride werken 2022 -111        
Amendement Begroting2022-2025 A1: extra capaciteit handhaving -240 -240      
Sportvoorziening Open Club Nevelhorst -500        
Sportvoorziening Didam   -1.030      
           
Totalen 7.676 6.356 6.306 6.256 6.256

 

De conclusie is dat de hoogte van de Algemene Reserve van uitstekende omvang is. De berekende weerstandsratio bedraagt namelijk 8,0. Dit is inclusief de Nuon reserve. 
Tegelijkertijd met het vaststellen van de Begroting 2023-2026 wordt een geactualiseerde Nota Reserves en Voorzieningen 2022-2026 vastgesteld. In deze Nota wordt uitgegaan van een ratio dat het weerstandsvermogen minimaal 2,0 (uitstekend) is. Dan dient de bandbreedte van de Algemene Reserve tussen de € 6,0 en de € 10,0 miljoen te liggen.  Eind 2023 ligt het saldo van de Algemene Reserve binnen deze bandbreedte. 

De weerstandsratio - exclusief deze Nuonreserve - bedraagt 2,9, waardoor op dit moment onze algemene reserve voldoende is om de op dit moment bekende zijnde risico’s te kunnen afdekken.

Het verloop van de algemene reserve blijft grotendeels afhankelijk van onze grootste bron van inkomsten (tevens ook grootste afhankelijkheid), zijnde de Rijksoverheid. De bijdragen van het Gemeentefonds en de algemene uitkering zijn en blijven onzekere factoren.

1.2.5 Reserve Sociaal Domein

Terug naar navigatie - 1.2.5 Reserve Sociaal Domein

De actuele stand van de Reserve Sociaal Domein is als volgt:

bedragen x € 1.000

  2022 2023 2024 2025 2026
Stand per 1-1 (o.g.v. jaarrekening 2021) 3.116 3.645 4.564 3.506 2.952
           
Toevoegingen:          
Indicatie incidentele compensatie Jeugdhulp 2022 1.861        
Rervering incidentele compensatie Jeugdhulp 2023-2026   3.699 1.222 1.222 1.222
Integratie Uitkering Voogdij 18+ 814 893 893 894 894
Compensatie salarislasten zorgdomein (Wmo en Jeugd) 177 176 176 179 179
           
Onttrekkingen:          
Vanuit de Jeugdzorg wordt ter dekking van extra kosten onttrokken -522        
Verlenging inhuur met half jaar -45        
Uitbreiding POH 2022-2024 -66        
1 Fte informatie specialist -75        
Dekking terugboeking bezuinigingen conform kadernota 2023 -201 -201 -201 -201 -201
Tijdelijke inzet middelen inkoop Wmo en Jeugd -210        
Eenmalig aanvullend budget 2022 inzake implementatie nieuwe inkoop Jeugd, Wmo en beschermd wonen -258        
Inzet 4 fte voor 1 jaar ivm afhandeling wachtlijsten en afhandeling -300        
Vanuit de Wmo wordt ter dekking van extra kosten onttrokken -630        
Correctie subsidieregeling jeugdhulp -16        
2023-M04 ivm sterk gestegen kosten onttrekking uit reserve   -1.648 -1.648 -1.648 -1.648
Theoretische uitnutting   -2.000 -1.500 -1.000 -1.000
           
Totalen 3.645 4.564 3.506 2.952 2.398

 

Jeugdzorg
Voor 2023 heeft het Rijk € 1.445 miljoen definitief beschikbaar gesteld ter compensatie van de tekorten in de jeugdzorg.  Het kabinet gaat de komende tijd met gemeenten en andere relevante partijen verder in gesprek over de Hervormingsagenda Jeugd. Deze moet bestaan uit een combinatie van een set kostenbesparende maatregelen en een financieel kader waarmee een structureel houdbaarder jeugdstelsel  wordt gerealiseerd. Bij het afsluiten van de Hervormingsagenda zal het kabinet ook besluiten over extra middelen voor 2024 en verder die aan gemeenten beschikbaar worden gesteld. Voor de jaren 2023-2026 was de afspraak (Rijk, VNG en het IPO) dat gemeenten een stelpost  mochten opnemen in de begroting. Uitgangspunt hierbij was om vanuit het  behoedzaamheidsprincipe hiervoor een maximum van 75% van de netto-reeks van de arbitragecommissie te hanteren. De compensatie 2023 is in de meicirculaire 2022 volledig gegeven en verwerkt in deze begroting (€ 3.699.000). Voor de jaren 2024-2026  is conform het behoedzaamheidsprincipe (75%  van de incidentele compensatie die in 2022 is ontvangen) de stelpost verhoogd (€ 1.222.000). 

In de meicirculaire 2022 zijn de salarislasten zorgdomein (Jeugd en Wmo) voor 2023-2026 gecompenseerd € 176.000)

 

Voogdij/18+
Met ingang van 2022 is het woonplaatsbeginsel van kracht gegaan.: de voogdijregeling is afgeschaft en gemeenten zijn nu verantwoordelijk voor de kinderen die vanuit de eigen gemeenten ter behandeling worden doorgezonden. Op grond van deze regeling ontvangen we met ingang van 2022 structureel een bedrag van € 814.000. In de meicirculaire 2022 is daar een structurele verhoging van € 79.000 bijgekomen. 

 

Ontwikkeling
De gemeente Montferland is per 1 juli 2022 samen de regio Achterhoek gemeenten gestart met nieuwe contracten met zorgaanbieders op basis van een lumpsum aanbesteding. Deze werkwijze is dermate afwijkend en innovatief dat er op dit moment beperkt zicht is op de (financiële) effecten van deze nieuwe werkwijze. De eerste signalen zijn dat de regeling meer gaat kosten dan gedacht en daarnaast komt aan het eind van het boekjaar een verevening tussen zorgaanbieders en gemeenten en tussen gemeenten onderling. Hier is niet op te sturen en kan forse financiële consequenties hebben. Nu de coronapandemie achter ons ligt wordt het corona-effect in de (jeugd)zorg steeds beter zichtbaar. Problematiek die tijdens corona  niet behandeld is of juist problematiek door de coronapandemie worden nu zichtbaar en zorgen voor extra gebruik van de (jeugd)zorg.  Het Rijk gaat taakstellingen op het Sociaal Domein vaststellen waardoor op middellange termijn financiële druk kan ontstaan. Deze ontwikkelingen zijn dermate onzeker dat gekozen is om een theoretische uitnutting op te nemen in de reserve. Het is niet de vraag of er extra lasten zullen komen, het is de vraag hoe hoog deze extra lasten zullen zijn. 

Jaar Onttrekking reserve
2023 € 2,0 mln
2024 € 1,5 mln
2025 € 1,0  mln
2026 € 1,0  mln

 

Het resterend saldo van deze reserve kan gebruikt worden voor nieuwe initiatieven of ter dekking van hogere kosten. 

1.2.6 Woonlasten

Terug naar navigatie - 1.2.6 Woonlasten

De belastingverordeningen 2023 liggen in november 2022 aan de gemeenteraad ter vaststelling voor. De berekeningen van de belastingopbrengsten in deze begroting is gebaseerd op de tariefvoorstellen uit deze belastingverordeningen 2023. In de Kadernota 2023 is aangegeven dat de rioolheffing en de afvalstoffenheffing 100% kostendekkend zijn. De OZB mag met maximaal de inflatie worden verhoogd.  Voor de overige tarieven wordt uitgegaan van een indexatie van 4,1% volgens de meest recente berekeningen van het CPB. 

De totale woonlasten voor een gemiddeld huishouden (afvalstoffenheffing, rioolheffing en OZB) stijgen in 2023 met 6,3% (€ 53) ten opzichte van de geraamde woonlasten gemiddeld huishouden voor 2022.
De stijging in 2023 wordt veroorzaakt door een verhoging van de tarieven voor afvalstoffenheffing vastrecht (11%), de rioolheffing (4%) en OZB (5%). 

Voor een nadere toelichting verwijzen we u graag naar de paragraaf G. Lokale heffingen.