2.5 Paragrafen

Paragraaf A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

1. Missie

Terug naar navigatie - 1. Missie

De missie van de gemeente Montferland is om over een weerstandsvermogen te beschikken van ten minste een ratio van 2,0.

2. Context en achtergronden

Terug naar navigatie - 2. Context en achtergronden

Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen van de gemeente wordt bepaald door de mate waarin de gemeente in staat is om in de toekomst aan haar financiële verplichtingen te kunnen voldoen.

waardering Ratio weerstandsvermogen Kwalificatie
A Groter dan 2,0 Uitstekend
B 1,4 tot 2,0 Ruim voldoende
C 1,0 tot 1,4 Voldoende
D 0,8 tot 1,0 Matig
E 0,6 tot 0,8 Onvoldoende
F Kleiner dan 0,6  Ruim onvoldoende

Het financieel beleid van de gemeente Montferland is gebaseerd op drie kernindicatoren voor het nastreven van een gezonde financiële gemeente:

  • een (materieel) sluitende meerjarenbegroting;
  • uitstekend weerstandsvermogen;
  • een houdbare schuldpositie.

 

4. Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - 4. Ontwikkelingen

Beschikbare weerstandscapaciteit

Conform de nota reserves en voorzieningen 2018 bestaat onze weerstandscapaciteit uit de volgende componenten:

1. De Algemene reserve en de reserve "Verkoop aandelen Nuon;

2. De reserve grondexploitatie (voor zover boven de minimale buffer van € 2,5 miljoen);

3. Begrotingsruimte en de post onvoorzien.

Op grond van deze jaarstukken wordt de weerstandscapaciteit in Montferland als volgt berekend: 

Verwachte weerstandscapaciteit 2019 2020
Algemene reserve € 5,1 mln. € 5,5 mln. 
Reserve verkoop aandelen Nuon € 15,1 mln. € 15,1 mln. 
Reserve grondexploitatie € 2,5 mln. € 2,5 mln.
Mutatie Algemene reserve (jaarrekening 2020) -/- € 0,3mln. € 2,9 mln
Totaal € 22,4 mln. 26,0 mln. 

 

Het verwachte saldo van de Algemene reserve bedraagt per eind 2024 € 5,5 mln.
Dit saldo is vooralsnog vrij besteedbaar.

Het saldo van de reserve verkoop aandelen Nuon wordt na de vaststelling van de nota reserves en voorzieningen in november 2018 meegenomen in de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit. De stand van deze reserve bedraagt ultimo 2020 € 15,8 mln.. Op deze reserve rust echter nog een claim van € 750.000 in verband met dekking voor de impuls aan de nieuwe dorpsvoorzieningen in de kernen.

Het saldo van de Reserve Grondexploitatie bedraagt per ultimo 2020  € 5,0 mln. Deze reserve dient als buffer voor specifieke risico's in de grondexploitatie. In de nota reserves en voorzieningen 2018 is de minimale omvang van deze reserve bepaald op € 2,5 mln. Het bedrag boven deze minimale buffer wordt meegenomen in de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit.

Op basis van de genoemde nota nemen we de onbenutte belastingcapaciteit niet meer mee bij de bepaling van de weerstandstandscapaciteit omdat deze niet direct beschikbaar is (wel latent aanwezig). Hierbij sluiten we aan bij de lijn die de provincie hanteert.

Ten opzichte van 2019 is onze weerstandscapaciteit met ruim € 3,5 mln. toegenomen, met name als gevolg van het positieve rekeningsresultaat.

Benodigde weerstandscapaciteit

Voor de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit heeft er een inventarisatie van individuele risico’s plaatsgevonden. Omdat niet alle risico’s zich in de praktijk gelijktijdig en in volle omvang zullen voordoen is een reëel risicobedrag berekend.
Het reële risicobedrag is het gemiddeld verwachte risicobedrag dat nodig is op korte termijn.

Op basis van de onlangs geactualiseerde risico-inventarisatie zijn 12 risico’s in beeld gebracht en zijn tevens de beheersmaatregelen voor deze risico's aangegeven. Uit deze risico-inventarisatie en –analyse blijkt een reëel risicobedrag van afgerond € 3,87 mln. Hiervan kan €  2,370 mln. worden beschouwd als incidenteel en € 1,5 mln. als structureel.
Dit is de benodigde weerstandscapaciteit van de gemeente.

Indien de berekende weerstandscapaciteit (€ 26,0 mln.) wordt afgezet tegen de benodigde weerstandscapaciteit (€ 3,87 mln.) dan blijkt dat de ratio 6,72 is.
Dit betekent dat de weerstandscapaciteit in Montferland per ultimo het predicaat “uitstekend” krijgt. De omvang van het eigen vermogen en de voorzieningen zijn dus op uitstekend niveau om alle mogelijke risico’s op te vangen.  Dit komt vooral omdat wij over een reserve verkoop aandelen Nuon beschikken van ruim € 15 miljoen.


De ontwikkeling van de weerstandsratio over de afgelopen jaren is als volgt:

Risico's

Risicomanagement kijkt per definitie vooruit. Maar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing is ook voorgeschreven in het jaarverslag. Daarom kijken we ook terug in hoeverre risico's zich hebben voorgedaan die waren opgenomen in de risico-inventarisatie voor de begroting 2020. De drie  grootste risico's die zich in 2020 hebben voorgedaan zijn:

Pandemie (overige risico's in de begroting)

Het grootste risico dat is opgetreden is is een risico dat bijna niemand van te voren had verwacht: een pandemie. De financiële gevolgen (zowel direct als indirect)  zijn niet volledig in geld uit te drukken.  Hoewel het Rijk als uitgangspunt heeft om gemeenten de kosten die ze maken als gevolg van de coronacrisis te compenseren, is het nog maar de vraag of dit in werkelijkheid ook volledig gebeurt.  Het is heel goed mogelijk dat er kosten zijn die nog niet zichtbaar zijn ten tijde van de compensatieberekeningen. Het is bijvoorbeeld moeilijk in te schatten hoe hoog de extra kosten worden voor het sociaal domein. Het is bovendien nog gissen naar de precieze gevolgen van de coronacrisis voor de economie, de werkloosheid en de fysieke en mentale gezondheid van de inwoners. Al met al is de financiële impact van de crisis op de gemeentelijke financiën nog onduidelijk.

Bodemverontreiniging (overige risico's in de begroting)

In de risico-inventarisatie was voor het totaal van  overige risico's (waaronder bodemverontreiniging) een bedrag opgenomen van € 500.000. In de loop van het jaar is geconstateerd dat vanwege de verontreinigde afdeklaag op het speelterrein Rodingsveen in 's-Heerenberg sanerende maatregelen nodig zijn.  De uiteindelijk gekozen variant brengt kosten met zich mee voor een bedrag van € 467.000. 

Pensioenvoorziening (gewezen) wethouders

Voor de pensioenvoorziening van (gewezen) wethouders is de gemeente eigen risicodrager. De benodigde gelden voor de toekomstige pensioenen zijn in een voorziening ondergebracht. 

Als gevolg van de zeer lage rentestand hebben we in 2020 een aanvullend bedrag van € 571.000 in deze voorziening moeten storten ten opzichte van de primitieve begroting 2020. Deze bijstelling is overigens al grotendeels bijgesteld in de bestuursrapportage.

 

 

5. Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - 5. Financiële kengetallen

Toelichting financiële kengetallen

De vijf financiële kengetallen geven samen een beeld van de financiële ontwikkelingen in de gemeente. Eén los kengetal zegt echter weinig over de totale financiële positie. Of een hoge schuldquote voor een gemeente nadelig is, hangt bijvoorbeeld af van het eigen vermogen en hoe groot de kans is dat de schuld weer wordt afgelost. Onderstaande een toelichting op de verschillende kengetallen.

Weerbaarheid: kan de gemeente tegen een stootje?

Netto schuldquote (ongecorrigeerd): De niet gecorrigeerde netto schuldquote geeft het risico voor de gemeente weer als derden niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Denk bij voorbeeld aan een woningcorporatie, die geld heeft geleend bij de gemeente. Hoe lager, hoe beter.

Netto schuldquote (gecorrigeerd): De netto schuldquote geeft aan of de gemeente in staat is de schulden terug te betalen waarvoor zij volledig zelf aan de lat staat. Ook hier geldt: hoe lager, hoe beter

Solvabiliteit: De mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Dit wordt berekend op basis van het eigen vermogen en de bezittingen van de gemeente. Hoe hoger, hoe beter.

Grondexploitatie: Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. Hier geldt: hoe lager, hoe minder risicovol.

Wendbaarheid: kan de gemeente zich relatief snel aanpassen aan veranderende omstandigheden?

Hierbij zijn de volgende kengetallen van belang:

Belastingcapaciteit: De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin bij het voordoen van een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen of ruimte is voor nieuw beleid. Hoe lager hoe beter.

Structurele exploitatieruimte: Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, door de structurele baten en structurele lasten te vergelijken met de totale baten. Hoe hoger, hoe beter.

 

       Indeling categorieën (%)
  Kengetal A 'Voldoende'  B 'Matig' C 'Onvoldoende'
1a Netto schuldquote < 90% 90-130% > 130%
1b

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

< 90% 90-130% > 130%
2 Solvabiliteitsratio > 50% 20-50% < 20%
3 Structurele exploitatieruimte > 0% 0% < 0%
4 Grondexploitatie  < 20%  20-35% > 35%

5

Belastingcapaciteit 

< 95% 95-105% > 105%

 

       Financiële kengetallen Montferland (%)
  Kengetal Rek. 2019 Begr. 2020 Rek. 2020
1a Netto schuldquote 65% 119% 64%
1b

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

58% 112% 57%
2 Solvabiliteitsratio 25% 20% 27%
3 Structurele exploitatieruimte 0,31% -1,6% 1,15%
4 Grondexploitatie 6% 5% 4%

5

Belastingcapaciteit 

107% 111% 106%

 

Voldoende

Matig

Onvoldoende

De financiële kengetallen dienen in samenhang te worden bezien om onze financiële positie te beoordelen. Onze schuldquotes zijn in 2020 licht verbeterd ten opzichte van 2019. Ook onze solvabiliteit is ten opzichte van 2019 met 2 procent verbeterd.

In 2020 vallen vier kengetallen in de categorie voldoende (netto schuldquote, netto schuldquote gecorrigeerd, structurele exploitatieruimte en grondexploitatie) en één in de categorie matig (solvabiliteitsratio) en één in de categorie onvoldoende  (belastingcapaciteit). Rekening houdend met ons uitstekende weerstandsvermogen kunnen we concluderen dat we de financiële positie van onze gemeente als voldoende kunnen kwalificeren. 

 

Paragraaf B. Onderhoud kapitaalgoederen

1. Missie

Terug naar navigatie - 1. Missie

De gemeente Montferland heeft een grote oppervlakte aan openbare ruimte in beheer. Daarin vinden veel activiteiten plaats zoals wonen, recreëren en werken. Daarvoor zijn kapitaalgoederen nodig zoals wegen, rioleringen, kunstwerken, openbaar groen, openbare verlichting, sportvelden en gebouwen. De kwaliteit van deze kapitaalgoederen en het onderhoudsniveau ervan is in grote mate bepalend voor de beleving van onze inwoners en mensen die in onze gemeente werken en recreeren en niet in de laatste plaats de voorde (jaarlijkse) lasten. We streven hierbij naar een voldoende onderhoud van onze kapitaalgoederen.

2. Context en achtergronden

Terug naar navigatie - 2. Context en achtergronden

Het onderhoud van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte en het onderhoud aan de gemeente gebouwen wordt uitgevoerd conform de door de raad of het college vastgestelde beleids- en beheerplannen. De plannen worden frequent, in de meeste gevallen eens in de vier jaar, opnieuw vastgesteld.

Op basis van de vastgestelde plannen is per kapitaalgoed inzicht gegeven in het gemeentelijk beleid, de doelstellingen, de geplande onderhoudswerken en de kosten daarvan.

3. Kaderstellende beleidsnota's

Terug naar navigatie - 3. Kaderstellende beleidsnota's
  • Het Coalitieprogramma 2018-2022
  • Nota reserves en voorzieningen 2018
  • Budgetkader College 2017
  • Beleidsplan wegen 2018 - 2021
  • Beleidsplan civiele kunstwerken 2018-2023
  • Beleidsplan licht in de openbare ruimte 2020-2024
  • Groenstructuurplan 2011
  • Nota kunstgrasvelden
  • Gemeentelijk Rioleringsplan 2016-2020
  • Integraal Verkeer en Vervoersplan (i-VVP)
  • IBOR (raadsbesluit 2014)
  • Beleidsplan Toegankelijkheid Openbare Ruimte 2017-2021
  • Beleids- en uitvoeringsplan Gladheidsbestrijding 2016-2021
  • Nota vastgoedbeleid 2015

4. Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - 4. Ontwikkelingen

Onderstaand een korte toelichting per onderdeel. 

Openbare ruimte

In 2020 hebben wij de verschillende kapitaalgoederen in de openbare ruimte onderhouden volgens de door het college vastgestelde beheerplannen. Daarbij wordt zodanig onderhoud gepleegd, dat voldaan wordt aan de door de raad vastgestelde beeldkwaliteit.

Jaarlijks vinden er meerdere schouwen van de openbare ruime plaats. Daarbij worden duizenden locaties geschouwd. Over het jaar heen moet volgens de CROW (CROW is een kennisorganisatie op het gebied van infrastructuur, openbare ruimte, verkeer en vervoer en werk en veiligheid) 90% van de schouwpunten voldoen aan de vastgestelde beeldkwaliteit. Vooral in het groeiseizoen (mei – okt) is dat nagenoeg niet haalbaar op het onderdeel groen. Met een score van 91% in 2020 voldeden wij echter wel aan de norm.

Wegen

De raad heeft in 2017 het beleidsplan wegen 2018 - 2021 vastgesteld. De wegen worden onderhouden volgens de minimale richtlijnen CROW en het door de raad vastgestelde beeldkwaliteitsniveau. De toevoeging aan de voorziening groot onderhoud wegen was in 2020 € 914.757 cf het beleidsplan wegen.

De in 2020 geraamde uitgaven waren € 886.309, waarvan werkelijk is uitgegeven € 832.000. Het verschil wordt veroorzaakt doordat de werkzaamheden aan De Els in Didam (voor een bedrag van € 58.000). Vanwege de weersomstandigheden zijn deze uitgaven  doorgeschoven naar 2021. 

In 2020 zijn  diverse grote en kleinere werkzaamheden uitgevoerd. Onder andere de Netterdseweg in Azewijn, Oude Doetinchemseweg in Zeddam, Manhorstweg en Foxheuvelstraat in Didam, Doetinchemseweg in Kilder, Werfhout in Didam, De Immenhorst in ‘s-Heerenberg, Wehlseweg in Loil en Linthorsterstraat in Stokkkum. Ook diverse fietspaden zijn onderhouden zoals fietspad Brede Steeg en Goorsestraat in ‘s-Heerenberg en fietspaden langs de Zeddamseweg in Braamt. De aansluitingen van de bestaande wegen en de parallelwegen bij de ontbrekende schakel in Lengel zijn gelijktijdig met de realisatie onderhouden.
Voor de onverharde wegen is in 2019 het beleidsplan zand- en halfverhardingswegen 2019-2028 vastgesteld. In 2019 is een pilot uitgevoerd met het stabiliseren van de bovenlaag op de Braamweg in Braamt. In 2020 zou hier een vervolg aangegeven worden met bijeenkomsten met de diverse aanwonenden. Door de corona-maatregelen is dit vertraagd en gestreefd wordt nu om dit in 2021 te realiseren.

Rioleringen
In 2015 is het vigerende GRP 2016-2020 vastgesteld. Dit GRP is met 1 jaar verlengt tot 31-12-2021. Hierin is opgenomen dat met ingang van 2018 een voorziening voor vervangingsinvesteringen wordt gevormd vanuit de exploitatie. Via deze voorziening wordt gespaard voor toekomstige vervangingsinvesteringen. De toevoeging aan de voorziening bedroeg in 2019 € 337.000. Dit bedrag is in 2020 ten gunste van een investering gebracht conform het GRP. Ten opzichte van de begroting was het saldo voor de kostendekking € 403.000 positief. Dit bedrag is toegevoegd aan de voorziening riolering ex. artikel 44 lid 2 van het BBV. In 2020 zijn delen van het drukrioleringssysteem in het buitengebied gerenoveerd wat betreft pompen en besturingssystemen. Daarnaast zijn verstoppingen verholpen en kleinere herstelwerkzaamheden aan het riool uitgevoerd. Vanwege capaciteitsproblemen op de afdeling door ziekte en door personeelswisselingen is de uitvoering van de geplande rioolvervangingen voor 2020 niet voorbereid. Deze worden weer opgenomen in het nieuwe GRP. In 2021 zal een nieuw GRP 2022-2026 worden opgesteld, waarbij wij samen met onze partners van het afvalwaterteam Etten (Doetinchem, Oude IJsselstreek en het Waterschap) het beleidsmatige deel op zullen stellen.

Openbare verlichting


De toevoeging aan de voorziening vervanging lichtmasten was in 2020 € 127.289. De werkelijke uitgaven bedroegen € 62.000. In 2020 zijn ruim 75 armaturen en 20 lichtmasten op diverse locaties in Azewijn, Kilder, Nieuw Dijk, Zeddam en Didam vervangen. In 2020 is door personele onderbezetting ruim € 120.000 minder uitgegeven dan voorzien. Dit betreft diverse projecten die wel voorbereid zijn, maar  in 2021 gerealiseerd gaan worden.

In 2020 is het beleidsplan openbare verlichting, waarin duurzaamheid en energie belangrijke thema’s zijn, geactualiseerd. Hierin is ook het amendement verwerkt om in 2020 10% van de verlichting uit te zetten en in 2022 nog eens 10%. Dit zal middels een participatieproces met bewoners uitgewerkt moeten worden. In 2020 is die participatie twee keer opgestart, maar moest door de coronamaatregelen telkens weer afgezegd worden. Naar verwachting kan dit proces nu in het najaar 2021 opgestart worden zodat in 2022 gestart wordt met de uitvoering van het uitschakelen van openbare verlichting.

Civiele Kunstwerken

In 2018 is het beleidsplan civiele kunstwerken 2019-2023 vastgesteld. In 2020 is, conform planning, een bedrag van € 19.000 toegevoegd aan de voorziening groot onderhoud civiele kunstwerken. In 2020 waren er geen werkzaamheden nodig die vanuit de voorziening worden bekostigd. De geraamde uitgaven in 2020 waren € 9.300, maar dit bedrag is al in 2019 besteed aan herstelwerkzaamheden aan het viaduct Oude Doetinchemseweg in Zeddam vanwege verkeersveiligheid.

Openbaar groen

Gedurende het jaar is het reguliere onderhoud aan het openbaar groen en de bomen uitgevoerd. Dit gebeurt grotendeels door onze eigen buitendienst.

In 2020 is het een bomenbeleidsplan door de gemeenteraad vastgesteld.

Daarnaast is een start gemaakt met ecologisch bermbeheer. Er is een pilot uitgevoerd waarbij de bermen anders worden beheerd. Het maaisel wordt afgevoerd en verwerkt tot bokashi (pilot). Deze wijze van bermbeheer bevordert de biodiversiteit. De ervaring wordt gebruikt voor het opstellen van een nieuw onderhoudsbestek.

Sportvelden

Gedurende het jaar heeft er frequent onderhoud plaatsgevonden op de sportvelden, inclusief de beregening van de velden.

Ondanks dat er als gevolg van de Coronamaatregelen minder op de velden is gespeeld, was onderhoud en watergeven op de velden nodig.

Onderhoud gemeentelijke gebouwen

De gemeente heeft in 2020 zeven woningen verkocht. De voorbereidingen voor de bouw van de nieuwe brandweerkazerne zijn in volle gang. Momenteel zijn we bezig met het vergunnings- en aanbestedingstraject. De oplevering van de nieuwe kazerne staat gepland voor de eerste maanden van 2022. We zijn gestart met een onderzoek naar extra verduurzamingsmaatregelen in 2021. In 2020 is  de gymzaal in Kilder is in 2020 gerenoveerd. Tenslotte zijn In 2020 de meerjaren onderhoudsplanningen voor de gemeentelijke gebouwen geactualiseerd. 

Paragraaf C. Financiering

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

Voor de financiering van de programma’s zijn financiële middelen nodig. Om tijdig en tegen gunstige condities gelden aan te trekken of uit te zetten is de uitvoering van de treasuryfunctie belangrijk.

De treasuryfunctie omvat het sturen, beheersen, verantwoording afleggen over en het toezicht houden op:

  • De financiële vermogenswaarden;
  • de financiële geldstromen;
  • de financiële posities en de daaraan verbonden risico’s.

De uitvoering van de treasuryfunctie is gebaseerd op artikel 13 van de “Financiële verordening 2017”. Het treasurystatuut, zoals is vastgesteld op 16 februari 2016, geldt nog steeds. Dit treasurystatuut is gebaseerd op de geldende financiële verordening.

In het treasurystatuut is onder andere geregeld dat, conform de opgelegde verplichting door de rijksoverheid, overtollige middelen moeten worden belegd bij de rijksoverheid of bij andere openbare lichamen. Een nadere uitwerking hiervan vindt plaats in het treasurystatuut.

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) bevat instrumenten om de risico’s te beperken die gemeenten lopen bij het lenen en het uitzetten van financiële middelen. Een belangrijk instrument is de kasgeldlimiet. Hierbij gaat het om het beperken van renterisico’s op de korte schuld. Korte schuld is bedoeld voor het financieren van de lopende uitgaven. De kasgeldlimiet is 8,5% van het begrotingstotaal en bedroeg voor 2020 € 7,5 mln. (afgerond). In 2020 zijn geen kasgeldleningen opgenomen en wordt gebruik gemaakt van het instrument "Schatkistbankieren" om overtollige middelen te stallen. Binnen het Schatkistbankieren mag het tegoed op de bankrekeningen gemiddeld per kwartaal niet hoger zijn dan 0,75% van het begrotingstotaal en bedroeg voor 2020 € 0,7 mln (afgerond). Het meerdere dient tijdelijk te worden belegd in de schatkist. In het derde en vierde kwartaal heeft als gevolg van majeure ontvangsten op een vrijdag of voor een feestdag op kwartaalniveau een geringe overschrijding van het drempelbedrag plaatsgevonden. Als gevolg van de lage rentestanden leverde de belegging in de schatkist geen opbrengsten op.

Algemene ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Algemene ontwikkelingen

Belangrijke ontwikkelingen die invloed hebben op de treasuryfunctie zijn de uit te voeren investeringen, de grondexploitatie, de bedrijfsvoering en de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt.

Door onder andere de verkoop van grond op DocksNLD, ontvangen voorschotten Tijdelijke Ondersteuning Zelfstandige Ondernemers (TOZO), ontvangen Covid-19 compensatie is de algemene financieringspositie van de gemeente verder verbeterd. In 2020 is dan ook geen behoefte aanwezig om een nieuwe langlopende geldlening af te sluiten.

In 2020 is het renteniveau nagenoeg ongewijzigd gebleven. Dit is zowel het gevolg van de ruime geldpolitiek van de Europese Centrale Bank (ECB), waardoor in het algemeen de hoeveelheid geld op de geld- en kapitaalmarkt ruim is, als ook van de vertraging van de economische groei. Niet in de laatste plaats door het Coronavirus. Dit heeft er ook toe geleid dat de rente voor de korte-termijn financiering gedurende het afgelopen jaar negatief was en nog steeds is. De rentetarieven voor de langlopende leningen met looptijden tot 15 jaar zijn lange tijd negatief geweest maar zijn door de gevolgen van het coronavirus inmiddels opgelopen. Doordat de ECB weer een ruim opkoopprogramma is gestart wordt voorlopig geen verdere stijging van de rente verwacht. Voor de rest van het lopende jaar wordt dan ook nog geen rekening gehouden met een significante stijging van de renteniveau's.

Beleid bij nieuwe leningen

Terug naar navigatie - Beleid bij nieuwe leningen

Bij het aantrekken van langlopende geldleningen wordt de looptijd van een lening afgestemd op de financieringsbehoefte behorende bij het totaal van de investeringen. Investeringen voor de grondexploitatie worden in het algemeen gefinancierd door een lening die een kortere looptijd heeft dan leningen voor investeringen in gebouwen of wegen. Binnen de gemeente is sprake van totaalfinanciering, waarbij leningen niet worden aangetrokken voor specifieke investeringen (projectfinanciering) maar voor het totaal van de financieringsbehoefte.

Relatiebeheer

Terug naar navigatie - Relatiebeheer

Met de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is een overeenkomst financiële dienstverlening aangegaan, op basis waarvan deze bankinstelling dagelijks onze banksaldi beoordeelt en intern verrekent met daggeld dan wel tijdelijke belegging via schatkistbankieren.
De te betalen en te ontvangen rente is gebaseerd op het zogenaamde interbancaire tarief, verhoogd c.q. verlaagd met een opslag van 0,40% en als zodanig uiterst concurrerend met andere instellingen. Alle betalingen en ontvangsten lopen via de rekeningen bij de BNG.
Bij de Rabobank loopt een bankrekening uitsluitend voor het afstorten van liquide middelen van de afdeling Publiekszaken.

Financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Financieringsbehoefte

De financieringsbehoefte is het verschil tussen de boekwaarde van de investeringen en de vaste financieringsmiddelen. Onder vaste financieringsmiddelen verstaan wij de reserves en voorzieningen plus de opgenomen vaste geldleningen. Verder wordt rekening gehouden met de reguliere aflossingen op bestaande geldleningen.

Op basis van de begroting 2020 is de raming, dat de financieringsbehoefte ten behoeve van investeringen gedekt worden uit de aanwezige middelen. Eind 2019 is een kasgeldlening opgenomen die in januari 2020 is afgelost. Verder zijn in 2020 zijn geen korte en langlopende geldleningen afgesloten.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Dit onderdeel geeft inzicht in de samenstelling, de grootte en de rentegevoeligheid van de opgenomen leningen. De (verwachte) mutaties als gevolg van nieuwe leningen, (vervroegde) aflossingen, renteconversies e.d. en bijzondere transacties worden toegelicht.

 

Bedragen x €1.000 Balans
1-1-2020
Opname
2020
Aflossing
2020

Balans
31-12-2020

 Rente 2020

Gem. Perc.

Totaal langlopende geldleningen 67.536   7.756 59.780 1.460 2,29%
Totaal woningbouwleningen 2.370   214 2.156 93 4,13%

 

Op de balansdatum resteren voor de gemeente nog 12 langlopende leningen, waarvan twee leningen zijn doorgeleend aan Woningcorporatie Plavei (voormalig Woningstichting Bergh).

Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Renterisiconorm

Voor de gemeente Montferland zijn geen geplande rente herzieningen. Alle lopende leningen hebben een vast rentepercentage gedurende de resterende looptijd.
Voor 2020 bedraagt het rente risico op vaste schuld  € 7,524 mln. en is ruim onder de gestelde renterisiconorm € 17,695 mln.. De komende jaren blijft het rente risico op vaste schuld ruim onder de vastgestelde renterisiconorm van 20% van het begrotingssaldo.

Bedragen x € 1.000

  RENTERISICONORM Jaarrekening 2020    
    2020 2021 2022 2023
1a Renteherziening op vaste schuld o/g        
1b Renteherziening op vaste schuld u/g        
1 Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b)        
           
2a Te betalen aflossingen 7.970 6.978 6.987 6.996
2b Te ontvangen aflossingen 445 222 231 240
2 Herfinanciering (2a-2b) 7.525 6.756 6.756 6.756
           
3 Renterisico op vaste schuld (1+2) 7.525 6.756 6.756 6.756
           
4 Begrotingstotaal 88.474 89.386 88.494 89.388
4a Het vastgesteld percentage 20 20 20 20
4 Renterisico norm 17.695 17.877 17.699 17.878
           
5 Toets renterisico norm        
  Renterisico norm (4) 17.695 17.877 17.699 17.878
  Renterisico op vaste schuld (3) 7.525 6.756 6.756 6.756
5a=(4>3) Ruimte onder renterisiconorm 10.170 11.121 10.943 11.122
5b=(3>4) Overschrijding renterisiconorm        

 

Renteschema

Terug naar navigatie - Renteschema
Renteschema    2020  
a. De externe rentelasten over korte en lange financiering +/+   € 1.615.342  
b. De externe rentebaten over de korte en lange financiering  -/-   € -  
Saldo externe rentelasten en rentebaten     € 1.615.342  
         
         
c1. Doorberekende rente aan de grondexploitatie  -/- € 126.500    
c2. Doorberekende rente van projectfinanciering taakvelden  -/- € -     
c3. Rentebaat van doorverstrekte specifieke leningen  -/- € 102.371    
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente     € 228.871  
         
d1. Rente over eigen vermogen +/+ € -    
d2. Rente over voorzieningen +/+ € -    
Aan taakvelden toe te rekenen interne rente     € -  
         
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente     € 1.386.471  
         
e. De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente  -/-   € 1.493.792  
         
f. Renteresultaat op het taakveld Treasury     € 107.321  

 

Paragraaf D. Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De bedrijfsvoering omvat in algemene zin alle activiteiten, middelen en systemen  waarmee de dienstverlening gerealiseerd wordt.

Formatie en budget ambtelijke organisatie

Terug naar navigatie - Formatie en budget ambtelijke organisatie

De omvang van de loonkosten en de formatie van de totale ambtelijke organisatie is:   

 Formatie en budget ambtelijke organisatie Jaarrekening 2018 Jaarrekening 2019 Begroting na wijz. 2020 Jaarrekening 2020
Loonkosten eigen en ingehuurd personeel (x € 1.000):        
  • eigen personeel

17.638

18.438

20.112

19.447

  •  tijdelijk/extern personeel
1.466 1.781 1.152 990
  19.104

20.219

21.265 

20.438 

 Formatie in fulltime eenheden (fte’s):        
  •  vast
281,65 294,06 304,02 283,27
  •  boventallig
0,4 0,4 0,4 0,4

 

* De werkelijke bezetting per 31-12-2020 is lager dan de toegestane formatie (304 fte). Dit heeft te maken met niet vervulde vacatures.

Apparaatskosten

Terug naar navigatie - Apparaatskosten

Apparaatskosten (ofwel organisatiekosten) zijn de noodzakelijke middelen voor het inzetten van personeel (loon- en overige personeelskosten), organisatie-, huisvestings-, materieel-, automatiseringskosten en dergelijke voor de uitvoering van de organisatorische taken. Apparaatskosten zijn dus alle personele en materiële kosten die verbonden zijn aan het functioneren van de ambtelijke organisatie (exclusief griffie en bestuur).

 Kosten x € 1.000 Jaarrekening 2018  Jaarrekening 2019 Begroting na wijz. 2020 Jaarrekening 2020
 loon- en overige personeelskosten 18.746 18.574 20.332 19.742
 kosten externe inhuur 1.487 1.781 1.152 990
 huisvestingskosten 1.379 1.379 1..319 1.334
 kosten ICT 1.852 1.939 2.141 2.221
 tractiekosten 413 385 506 502
 facilitaire kosten 421 253 262 224
 overige organisatiekosten 603 826 800 679
totaal 24.901 25.137 26.512 25.692 
per inwoner
€ 698
€ 698 € 736  € 714

 

Verdieping van enkele onderwerpen

Terug naar navigatie - Verdieping van enkele onderwerpen

Financiën

M.i.v. 2020 is een nieuw administratief systeem ingevoerd, "Unit4 Businessworld". Het jaar 2020 stond, helaas langer dan verwacht, in het teken van implementatie. Ook nog in 2021 werken we de mogelijkheden verder uit om te komen tot vereenvoudiging, vernieuwing en het toekomstbestendig maken van de administratie. 

 

Accountantscontrole en (verbijzonderde) interne controle

De jaarrekening 2019 is voorzien van een goedkeurende controleverklaring van de accountant. De uitvoering van de controle verliep naar behoren, rekening houdende met het gegeven dat de controle op afstand plaatsvond, in de eerste week van de lockdown. Montferland zat wederom bij de eerste gemeenten waaraan de accountant een verklaring kon afgeven (medio mei 2020).

De (kwaliteit van de) verantwoordingen van de gecontracteerde zorgaanbieders WMO en Jeugdwet over 2019 is verder toegenomen. Over 2019 zijn van drie zorgaanbieders geen verantwoording ontvangen (betreft overigens een marginaal bedrag, 0,3% van de omzet). Ter vergelijk: In 2016 waren dit er nog nog 35.  De controleverklaringen van de zorgaanbieders (verplicht bij omzet > € 125.000) waarvan Montferland in 2020 diensten heeft afgenomen zijn alle voorzien van een goedkeurende verklaring. 
Dit betekent dat nagenoeg 100% van de uitgaven van afgerond € 14,5 miljoen verantwoord zijn, waarvan € 13 9 miljoen voorzien is van een (goedkeurende) controleverklaring (zie grafiek).

Onze organisatieopzet en onze inrichting van de essentiële financiële processen (gericht op functiescheiding van controlerend en autoriserend), in combinatie met de procesbeschrijvingen is een goede basis voor de verbijzonderde interne controle. Hierdoor is het ook mogelijk voor de accountant om zich in toenemende mate te focussen op een meer organisatiegerichte controlestrategie in plaats van een gegevensgerichte. Deze aanpak vormt een goede basis voor de  rechtmatigheidsverklaring van het college (vanaf 2021). Ook de rol van de accountant wijzigt hierdoor: Zij beoordeeld m.i.v. 2021 niet langer de rechtmatigheid, maar velt wel een oordeel over de getrouwheid van de exploitatiecijfers en balansmutaties alsmede over de rechtmatigheidsverklaring van het college.
In 2021 zullen wij verder vorm geven aan de wetzwijziging. Ten tijde van het opstellen van deze jaarstukken was de formele wetswijziging nog niet geformaliseerd.

Informatiebeveiliging en privacy 2020

Het Cybersecuritybeeld Nederland (CSBN) van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding over 2020 spreekt over een permanente dreiging door statelijke en criminele actoren. Gedurende het jaar hebben we ervaren wat dat in de praktijk kan betekenen: Het jaar startte met Citrix-files, twee gemeenten en een veiligheidsregio in Oost-Nederland hadden te maken met malware en gijzelsoftware, digitale raadsvergaderingen werden verstoord en updates van legitieme software bleken besmet met ‘achterdeuren’. De gemeente Montferland heeft hiervan geen significante hinder ondervonden maar is wel op de proef gesteld met phishing-mails, pogingen tot zogenaamde CEO-fraude en incidenten bij partners. Er is gewerkt aan het doorlopend op orde hebben van basismaatregelen en het vergroten van de weerbaarheid. De overgang naar het gezamenlijke normenkader voor informatiebeveiliging van alle overheidslagen, de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO), geeft daaraan een nieuwe impuls.

De AVG-privacywetgeving is verder ingebed in de gemeentelijke processen. Inwoners maken inmiddels gebruik van hun recht op gegevensinzage en -verwijdering. Afspraken met toeleveranciers over het gebruik van persoonsgegevens worden vastgelegd en nageleefd. We gaan bewuster om met gegevens van inwoners en steeds vaker wordt bij nieuwe projecten een risico-effectbeoordeling (DPIA) opgesteld, waarbij ook wordt samengewerkt in de regio om te voorkomen dat het wiel opnieuw wordt uitgevonden. Het Bewustwordingsplan Informatieveiligheid is vertraagd door de Covid19 pandemie, maar heeft al geleid tot bewuster ‘klikgedrag’ van medewerkers.

In het voorjaar van 2020 heeft een datalek plaatsgevonden bij aanvragen van inwoners die via de website van de gemeente verliepen. Daarbij zijn persoonsgegevens verwisseld en getoond aan de verkeerde persoon. De oorzaak zat in een technisch manco. Door snel optreden werd het probleem direct verholpen en zijn de betrokkenen persoonlijk ingelicht. Er heeft melding plaatsgevonden aan de Autoriteit Persoonsgegevens.

De gemeente verantwoordt zich elk jaar via de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA) over de kwaliteit van de informatieveiligheid van diverse informatiesystemen zoals Suwinet, BRP, DigiD, BAG, BRO en BGT. Ook de WOZ wordt op termijn toegevoegd en Montferland heeft aan een pilot van VNG deelgenomen. De ENSIA audit over 2020 heeft een aantal aandachtspunten opgeleverd die zijn opgenomen in een verbeterplan.

De focus in de komende periode ligt op “weten wat we niet weten” zodat eventueel malafide ingaande en uitgaande netwerk- en berichtenverkeer eerder gesignaleerd wordt. De VNG ondersteunt gemeenten daarin via het programma GGI-Veilig waaraan Montferland deelneemt. Voor de implementatie daarvan heeft de Raad inmiddels ingestemd met additionele middelen.
Het waarborgen van de betrouwbaarheid van de gemeentelijke informatiesystemen staat centraal. We richten ons op het minimaliseren van schade door het voorkomen van beveiligingsincidenten. Ook in de komende jaren gaat het daarbij om risicobeheersing, niet om het uitsluiten van ieder laatste risico. Het behalen van 100% veiligheid is onmogelijk.

 

Personeel en organisatie

2020 heeft voor onze organisatie natuurlijk voor een deel in het teken gestaan van corona-gerelateerde zaken, zoals het thuiswerken. Dit laatste heeft er mede voor gezorgd dat vitaliteit in de schijnwerpers kwam. Er heeft in 2020 een tweetal aanbestedingstrajecten plaatsgevonden: 'medische ondersteuning' en 'flexwerk'. Dit heeft er in geresulteerd dat we zowel wat betreft de arbodienstverlening als inhuur flexkrachten in 2021 met nieuwe leveranciers gaan werken. Verder is het traject Organisatieontwikkeling senioren begeleid, is er verder vormgegeven aan de opzet van lean en zijn er trainingen Waarderend onderzoeken verzorgd. Ook zijn belangrijke stappen gezet in de totstandkoming en de uitvoering van de taakstellingsafspraken Personeel. 

 

Integriteit

Ook in 2020 stonden bewustwording en het voorkomen van inbreuken op de integriteit weer voorop. Eind 2020 was de jaarlijkse online training om het integriteitsbewustzijn van de medewerkers scherp te houden en op die manier te borgen binnen de organisatie. De uitkomsten van deze Integriteitsmodule 2020 komen begin 2021 beschikbaar en worden dan besproken binnen de organisatie.

Paragraafgegevens

Terug naar navigatie - Paragraafgegevens
   Jaarrekening 2018 Jaarrekening 2019 Jaarrekening 2020
 Formatie per 1.000 inwoners 8,4 fte 8,5 fte 8,4 fte
 Bezetting per 1.000 inwoners 7,8 fte 8,1 fte 7,9 fte
 Apparaatskosten per inwoner € 698 €  689 € 714
 Externe inhuur (% van totale loonsom en kosten inhuur) 7% 9% 5%
 Ziekteverzuim * 6,7% (4,5%)  8,4% (6,1%) 6,6% (5,0%)
 Uitstroom medewerkers 27 18 38
 Doorstroom medewerkers 5 8 9
 Instroom medewerkers 48 29 27
Factuurbetaling binnen twee weken (onze norm =75%) ** 85%  83% 58%

 

* Het ziekteverzuimpercentage is inclusief het verzuim van het personeel met een WSW-dienstverband (vm Laborijn). Het percentage tussen haakjes betreft het verzuim van het ambtelijk personeel exclusief de WSW'ers
**  De implementatie van de nieuwe programmatuur Unit4 Business World (UBW) heeft met name in het eerste halfjaar geleid tot een vertraging in het betalingsproces. Deze is ultimo 2020 weer op peil. 

Paragraaf E. Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Verbonden partijen zijn, volgens artikel 1 Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), die partijen (privaat- of publiekrechtelijk) waarin een gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Van een financieel belang is sprake indien aan de verbonden partij een bedrag beschikbaar is gesteld dat niet verhaalbaar is wanneer de partij failliet gaat of wanneer de gemeente aansprakelijk is voor een bepaald bedrag in de situatie dat de verbonden partij zijn verplichtingen jegens derden niet nakomt. Van een bestuurlijk belang is sprake indien een wethouder, raadslid of ambtenaar namens de gemeente plaatsneemt in het bestuur van de verbonden partij of namens de gemeente instemt,  bijvoorbeeld bij een aandeelhoudersvergadering. 

 

Opdrachtgever en eigenaar

De gemeente vervult twee rollen richting de verbonden partijen namelijk de rol van opdrachtgever en de rol van eigenaar.

  • opdrachtgever: de gemeente is afnemer/opdrachtgever van de verbonden partij.  De verbonden partij levert diensten of producten, is uitvoerder van gemeentelijk beleid. Vaak gaat dit in de vorm van een basispakket dat door alle deelnemers in de samenwerking wordt afgenomen met daarnaast een aanvullend (maatwerk) pakket dat voor afzonderlijke deelnemers op maat wordt afgesproken;
  • eigenaar: in de eigenaarsrol beslist de gemeente over de oprichting, missie, de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de verbonden partij. Het gemeentebestuur is mede eigenaar van de verbonden partij en draagt bestuurlijke verantwoordelijkheid (de gemeente neemt deel aan het bestuur). De rol van eigenaar richt zich vooral op de continuïteit en de levensvatbaarheid van de (samenwerking)organisatie.

Het is belangrijk dat de (beleids)doelstellingen van de gemeente ook via de verbonden partijen worden gerealiseerd. De gemeente zelf houdt uiteindelijk de verantwoordelijkheid voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma's in de begroting. In de programma's is al aangegeven welke bijdrage een verbonden partij hieraan levert. Telkens moet worden beoordeeld of een taak wordt uitgevoerd zoals de gemeente dat voor ogen staat en of er voldoende inhoudelijk en financieel toezicht is op het uitvoeren van deze taak.

 

Kaders

De Wet gemeenschappelijke regeling (Wgr) is er ook op gericht de invloed van de raad op het samenwerkingsverband sterk te maken. Enkele  belangrijke punten zijn:

  • De algemene en financiële kaders voor het volgende begrotingsjaar moeten door het samenwerkingsverband uiterlijk vóór 15 april aangeboden worden aan de raden van de deelnemers (artikel 34b Wgr). Voor de gemeente Montferland betekent dit dat deze informatie beschikbaar tijdens de behandeling van de Kadernota;
  • De jaarrekening en het verslag van de accountant moet eveneens uiterlijk 15 april worden aangeboden aan de raad;
  • De termijn waarbinnen de raad een zienswijze kan indienen op de ontwerpbegroting van een samenwerkingsverband is acht weken. De vastgestelde begroting van het samenwerkingsverband moet daarom uiterlijk 1 augustus toegezonden worden aan de provincie. In de praktijk betekent dit overigens dat in verband met het zomerreces dat de huidige termijn van 6 weken uitgangspunt blijft;
  • Lokale rekenkamers en rekenkamercommissies kunnen ook onderzoek doen bij samenwerkingsverbanden die op grond van de Wgr zijn ingesteld;
  • Een bestuur van een samenwerkingsverband kan de overgedragen bevoegdheden niet zelf uitbreiden;
  • Bij een openbaar lichaam dat uitsluitend is ingesteld door de raad, is het niet toegestaan dat leden van het college zitting nemen in het algemeen bestuur;
  • Een nieuwe samenwerkingsvorm is ingevoerd: de bedrijfsvoeringsorganisatie (BVO).

 

De huidige nota "Verbonden partijen" stamt uit 2012. In het Coalitieprogramma 2018-2022 is o.a. voor het samenwerken in gemeenschappelijke regelingen en/of andere samenwerkingsverbanden een aantal uitgangspunten opgenomen namelijk: de oriëntatie van de inwoners is leidend, helder, de te leveren resultaten moeten transparant en navolgbaar zijn met duidelijke prestatieafspraken en een zo hoog mogelijk democratische legitimiteit. Het voornemen om een nieuwe nota Verbonden Partijen op te stellen is vooralsnog uitgesteld.   

Op 19 oktober 2020 heeft de gemeenteraad de startnotitie Missie & Visie voor Montferland vastgesteld  en dient deze te worden uitgewerkt. Deze startnotitie omschreef onder andere de volgende visie: Montferland, dé groene poort van Nederland. Deze visie is gebaseerd op de 4 pijlers Logistiek, Leven, Leisure en Landschap. Deze pijlers geven weer waar de gemeente zich voor wil inzetten op korte en lange termijn. Tegelijkertijd besloot de gemeenteraad een traject te starten waarin de koersbepaling voor regionale samenwerking centraal staat. Deze trajecten zijn nu samengevoegd tot één proces.

 

Indexeringsmethodiek begroting gemeenschappelijke regelingen

De afgelopen jaren bepleitten de Achterhoekse gemeenten één gemeenschappelijk systeem van indexering voor de begrotingen van de gemeenschappelijke regelingen. In de praktijk leidde dit onvoldoende tot het gewenste resultaat omdat enerzijds iedere gemeenschappelijk regeling zijn eigen dynamiek kende waardoor een generieke indexering “te kort door de bocht” bleek. Ook bleek de stem van de Achterhoekse gemeenten een minderheidsbelang te vertegenwoordigen.
Op dit moment ontbreekt een collectief standpunt, maar loopt wel de afspraak dat indexpercentages kritisch worden beoordeeld, zo veel als mogelijk aan de voorkant.

 

Procedure zienswijzen begrotingen gemeenschappelijke regelingen

Bij alle gemeenschappelijke regelingen stelt het algemeen bestuur de begroting vast. College en gemeenteraad hebben vooraf de mogelijkheid een zienswijze op de begroting te geven. De procedures van de diverse gemeenschappelijke regelingen lopen, ondanks de verruiming, qua tijdsperiode niet parallel aan elkaar en aan die van de reguliere besluitvormingsprocedure van de gemeenteraad. In de procedure adviseert de Auditcommissie de gemeenteraad een zienswijze in te dienen of niet .

De Auditcommissie en uiteindelijk de gemeenteraad doen dit op basis van een door het college vastgestelde notitie waarin kort en bondig geïnformeerd wordt over:

  • belangrijke beleidsinhoudelijke ontwikkelingen die aanleidingen geven tot aanpassing van de koers van de regeling
  • de gevolgen voor de financiën en/of financiële bijdrage
  • financiële kerngegevens als verdeelsleutel voor de financiële bijdrage, het bedrag per eenheid en het totaal, de reserve- en schuldpositie en de (beheersing van de) risico’s 
  • concept advies zienswijze. 

 

In 2020 heeft de gemeenteraad een tweetal zienswijzen ingediend (begrotingen 2020 van de VNOG en de ODA).

 

Gevolgen Corona bij de de jaarrekeningen 2020 van de verbonden partijen

Op het moment van afsluiten van dit jaarverslag zijn de jaarstukken 2020 van de verbonden partijen nog niet vastgesteld. Informatie over de voorlopige resultaten zijn deels voorhanden. Op basis van deze informatie kan voorzichtig de conclusie worden getrokken dat wij in financiële zin in beperkte mate worden geconfronteerd met hogere bijdragen als gevolg van Corona. Wel zijn er geluiden dat de accountant bij de controle aanloopt tegen onrechtmatigheden als gevolg van Corona.    
De eventuele financiële gevolgen zullen wij verwerken in onze Bestuursrapportage 2021.

Bestuurlijk belang - bezetting bestuurszetels

Terug naar navigatie - Bestuurlijk belang - bezetting bestuurszetels

De benoeming van een bestuurslid kan een bevoegdheid van de raad (raadsregeling) zijn of van het college (collegeregeling).

 

Gemeenschappelijke regelingen

Programma

Burgemeester de Baat

Wethouder Som

Wethouder Van Halteren

Wethouder van Leeuwen

Wethouder Gerritsen

Wethouder Mijnen

 

Raadslid

1. Regio Arnhem Nijmegen (C)

1

bestuur pfo economie   pfo mobiliteit en pfo duurzaamheid pfo wonen    

2. Euregio Rijn-Waal (R)

1

lid euregioraad   plv lid euregioraad       euregioraad 2 leden + 2 plv leden

3. Euregio Gronau (R)

1

            AB 3 leden + 2 plv leden

4. Omgevingsdienst Achterhoek (C)

3

      plv AB AB+DB    

5. Reinigingsdienst de Liemers (R)

3

      plv bestuur bestuur    

6. Vervoersorganisatie regio Arnhem Nijmegen (C)

3 en 7

      bestuur   plv bestuur  

7. GGD Gelre IJssel (C)

5 en 6

  plv AB       AB  

8. Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers (C)

6

AB en BC   plv AB        

9. Huisvesting Voortgezet Onderwijs in de Liemers (C)

6

  plv AB AB        

10. Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland (C)

7

AB       plv AB    

11. Laborijn (C)

8

  AB+DB plv. AB     AB  

12. Stadsbank Oost Nederland (C)

8

  plv AB AB        

Vennootschappen en coöperaties

Alliander (C)

Alg

 

AA

plv AA    

 

 

Vitens (C)

Alg

 

AA

plv AA    

 

 

Bank Nederlandse Gemeenten (C)

Alg

 

AA

plv AA    

 

 

CV AGEM (C)

3

 

 

  AL plv AL

 

 

Agem Gemeentelijke Energie BV

Alg

 

 

  AA plv AA

 

 

Leisurelands BV

4

 

AA

plv AA    

 

 

NV Cultuur Centrum Amphion (C)

6

 

AA

     

plv AA

 

Warmtenet Didam BV (per 15 februari 2021)

3

 

 

    AA

 

 

Overige

Samenwerkingsovereenkomst West Achterhoek (C)

4

 

 

 

 

stuurgroep

 

 

 

Legenda

AA

afgevaardigde algemene aandeelhoudersvergadering

AB

algemeen bestuur

AL

afgevaardigde algemene ledenvergadering

BC

bestuurscommissie

(C)

benoemd door het college

DB

dagelijks bestuur

(R)

benoemd door de raad

GV

gemeentelijk vertegenwoordiger

plv

plaatsvervangend

Gemeenschappelijke regelingen

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen
Bedragen x € 1
Gemeenschappelijk Orgaan Regio Arnhem Nijmegen gevestigd te Arnhem
Financieel belang De deelnemende gemeenten dragen bij op basis van het aantal inwoners (per 1 januari voorgaand kalenderjaar).
Jaarrekening 2019 Begroting 2020 Begroting 2021
saldo van baten en lasten 84.368 0 0
gerealiseerd resultaat 84.368 0 0
eigen vermogen 104.606 n.v.t. n.v.t.
vreemd vermogen 0 n.v.t. n.v.t.
oordeel accountant goedkeurend n.v.t. n.v.t.
bijdrage per inwoner 1,88 1,77 1,88
idem totaal 67.031 67.733 67.733
Risico’s De solvabiliteit van de Economic Board is eind 2019 63%
In 2020 is de besluitvorming (in zowel het college als de gemeenteraad) over de versterkte samenwerking binnen de Regio Arnhem Nijmegen afgerond en is per 1 januari 2021 de gemeenschappelijke regeling Regio Arnhem-Nijmegen (ook wel de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen genoemd) in werking getreden.
Bedragen x € 1
Euregio Rijn-Waal gevestigd te Kleve (Duitsland)
Financieel belang De deelnemende gemeenten dragen bij op basis van het aantal inwoners.
Jaarrekening 2019 Begroting 2020 Begroting 2021
saldo van baten en lasten 192.469 8.724 6.255
eigen vermogen 1.458.086 1.477.000 1.650.000
vreemd vermogen 2.166.841 1.297.883 1.493.767
oordeel accountant goedkeurend n.v.t. n.v.t.
bijdrage per inwoner
idem totaal 7.275 7.350 7.375
Risico’s De risico's hangen samen met de gesubsidieerde projecten, waarvan het INTERREG-project de belangrijkst is. Deze eindigt ultimo 2021. Het risico bij gesubsidieerde projecten zit in het gegeven dat subsidiegrondslagen veelal zijn gelimiteerd. Overschrijdingen komen voor rekening van de Euregio.
Bedragen x € 1
Euregio gevestigd te Gronau (Duitsland)
Financieel belang De deelnemende gemeenten dragen bij op basis van het aantal inwoners.
Jaarrekening 2019 Begroting 2020 Begroting 2021
saldo van baten en lasten 173.860 14.505 85.415
eigen vermogen 1.880.088 1.928.012 2.163.868
vreemd vermogen 31.583.984 250.000 250.000
bijdrage per inwoner [1]  0,29 minus 10% 0,29 minus 10% 0,29 minus 10%
idem totaal 9.299 9.403 9.399
Risico’s De belangrijkste financiële risico’s zijn geïnventariseerd met behulp van een risicotabel. Hieruit blijkt dat deze financiële risico’s (in totaal € 1,2 miljoen) zich beperken tot personeelskosten (wachtgeldverplichtingen en arbeidsovereenkomsten met ontslagbescherming). Het lidmaatschap van de gemeente Montferland eindigt op 31 december 2021.
Bedragen x € 1
Omgevingsdienst Achterhoek gevestigd te Hengelo (Gld)
Financieel belang Met ingang van 2017 is er sprake van outputfinanciering op basis van af te nemen / afgenomen diensten. In 2019 bedroeg de werkelijke bijdrage van de gemeente Montferland €284.000. Het nadelig saldo wordt voor een deel opgevangen uit het eigen vermogen. Daarnaast wordt een bedrag van € 495.000 ten laste van de partners gebracht. Dit betekent voor Montferland nog een aanvullende bijdrage van € 20.000.
Jaarrekening 2019 Begroting 2020 Begroting 2021
saldo van baten en lasten -668.000 0 0
gerealiseerd resultaat -668.000 0 0
eigen vermogen -389.000 134.000 106.000
vreemd vermogen 98.000 313.000 76.000
oordeel accountant goedkeurend n.v.t. n.v.t.
overige bijdrage 284.000 331.400 320.400
Risico’s Outputfinanciering is rechtvaardig maar herbergt ook het risico van grote fluctuatie jaarlijkse gemeentelijke bijdrage als gevolg van verandering economische en/of onvoorziene omstandigheden (stikstofcrisis, PFAS, coronacrisis).
Bedragen x € 1
Reinigingsdienst de Liemers gevestigd te Zevenaar
Financieel belang De kosten van de RDL worden toegerekend op basis van nacalculatie. De kosten in de begroting vormen de basis voor de voorschotten die de gemeenten Montferland en Zevenaar betalen, de uiteindelijke afrekening volgt op grond van de jaarrekening.
Jaarrekening 2019 Begroting 2020 Begroting 2021
saldo van baten en lasten 0 0 0
gerealiseerd resultaat 0 0 0
eigen vermogen 0 0 0
vreemd vermogen 0 0 0
oordeel accountant Met beperking /afkeurend * n.v.t. n.v.t.
bijdrage totaal 1.478.462 1.473.629 1.389.603
Risico’s De RDL is een uitvoerende regeling. Een exploitatieoverschot of –tekort wordt verrekend met de deelnemende gemeenten. De regeling beschikt daarom niet over een algemene reserve. Mede doordat er wijzingen plaatshebben in het afvalinzamelsysteem is het moeilijk is om de hoeveelheden afval op het aanbiedstation vooraf goed in te kunnen schatten.
* Getrouwheid : met beperking (onzekerheid over volledigheid opbrengsten Afvalaanbiedstation.
Rechtmatigheid : afkeurend (fout in de Europese aanbestedingen > 3% van de omzet)
Bedragen x € 1
Vervoersorganisatie regio Arnhem Nijmegen
Financieel belang De kosten worden jaarlijks verdeeld: - Organisatie o.b.v. van aantal inwoners met een drempelbedrag van € 5.000 per deelnemer - Regiecentrale, vraagafhankelijk vervoer o.b.v. gebruik en route gebonden vervoer een vaste vergoeding en o.b.v. gebruik - Vervoer o.b.v. gebruik
Jaarrekening 2019 Begroting 2020 Begroting 2021
saldo van baten en lasten 155.854 0 0
gerealiseerd resultaat 0 0 0
eigen vermogen n.v.t. 0 n.v.t.
vreemd vermogen n.v.t. 0 n.v.t.
oordeel accountant Goedkeurend n.v.t. n.v.t.
bijdrage totaal 511.496 565.304 454.800
Risico’s De inrichting van het vervoer is gebaseerd op een “open einde” systematiek. Dit betekent dat de kosten oplopen wanneer een gemeente meer inbrengt of dat er in een periode meer ritten hebben plaatsgevonden dan begroot. Dit brengt een financieel risico met zich mee. Claim Munckhof 3 uurs regeling: Als enige vervoerder verzet Munckhof zich nog steeds tegen de aanvullende afspraken betreffende de 3 uurs regeling die gemaakt zijn bij de vorige contracten, de contracten met een looptijd tot en met juli 2020. De lagere vergoeding naar aanleiding van de 3 uurs regeling is in werkelijkheid wel toegepast. Het risico is dat na een eventueel juridisch proces Munckhof in het gelijk wordt gesteld en alsnog de kosten dienen te worden vergoed. Tot en met juli 2020 heeft Munckhof een totaalbedrag van circa € 70.000 geclaimd.
Bedragen x € 1
GGD Noord- en Oost-Gelderland gevestigd te Apeldoorn
Financieel belang De indeling van de GGD-taken is: A. Wettelijke GGD-taken (gemeentelijke bijdrage: o.b.v. bedrag per inwoner); B. Wettelijke gemeentelijke taken (gemeentelijke bijdrage: o.b.v. bedrag per inwoner); C. Autonome gemeentelijke taken (gemeentelijke bijdrage: o.b.v. aantal geleverde producten/diensten tegen de kostprijs); D. Externe taken (kosten worden doorberekend aan de externe opdrachtgevers)
Jaarrekening 2019 Begroting 2020 Begroting 2021
saldo van baten en lasten -119.000 -210.000 -118.000
gerealiseerd resultaat 71.000 0 0
eigen vermogen 2.838.000 2.652.000 2.206.000
vreemd vermogen 177.000 125.000 175.000
oordeel accountant goedkeurend n.v.t. n.v.t.
bijdrage per inwoner
Publieke GGZ 7,41 7,83 8,10
JGZ 7,58 7,93 8,20
Totaal * 14,98 15,76 16,30
Bijdrage totaal 539.750 567.941 586.772
Risico’s De GGD werkt (volgens afspraak) met een vuistregel. Daarbij is bij elk risico ingeschat wat de kans is dat een risico zich voor doet en wat de impact is. In deze systematiek wordt uitgegaan van een vierjaarstermijn. Daarnaast wordt onderscheid gemaakt in overhead kosten en kosten in het primaire proces. Uit deze rekensom komt € 1.621.000. Beschikbaar is € 1.618.000 zodat de ratio weerstandsvermogen 1,0 is. Door geen dotatie te verrichten aan algemene reserve zal weerstandsvermogen gehandhaafd blijven.
Bedragen x € 1
Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers gevestigd te Doetinchem
Financieel belang De bijdrage van de deelnemende gemeenten is op basis van het aantal meters overgedragen archief. De bijdrage voor de jaren 2019 tot en met 2022 is bepaald op € 131,75 per meter per jaar. Voor Montferland betekent dit afgerond 1.217 meter namelijk: - in beheer 637,625 m - over te brengen t/m 2018 579.000 m totaal 1.216,625 m
Jaarrekening 2019 Begroting 2020 Begroting 2021
saldo van baten en lasten 107.994 24.676 -20.900
gerealiseerd resultaat 107.994 24.676 -20.900
eigen vermogen 154.413 127.874 179.086
vreemd vermogen 513.419 471.936 476.087
oordeel accountant goedkeurend n.v.t. n.v.t.
bijdrage per meter archief (= inclusief omzetbelasting) 131,75  131,75  131,75
idem totaal (exclusief compensabele omzetbelasting) 157.500 157.500 157.500
Risico’s Een buffer van 10% van de omzet wordt noodzakelijk geacht. De relevante risico’s zijn gering voor het Erfgoedcentrum. Een vermogen van € 20.000 wordt als voldoende geacht. Het eigen vermogen dekt dit bedrag ruimschoots.
Bedragen x € 1
Huisvesting Voortgezet Onderwijs in de Liemers gevestigd te Zevenaar
Financieel belang De bijdrage van de deelnemende gemeenten is afhankelijk van het aantal leerlingen van het voortgezet onderwijs dat in gemeente, voor wat betreft het voortgezet onderwijs, is gehuisvest op de teldatum 1 oktober van het voorgaande kalenderjaar. Jaarlijks wordt bij de begroting het aantal leerlingen voor het begrotingsjaar vastgesteld. Daarbij wordt de weging van de soort voortgezet onderwijs in acht genomen. Onder weging wordt verstaan de factor die het Rijk hanteert bij de berekening van de vergoeding per leerling voor huisvestingslasten in de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds.
Jaarrekening 2019 Begroting 2020 Begroting 2021
saldo van baten en lasten 0  0  0
gerealiseerd resultaat 0  0  0
eigen vermogen - - -
vreemd vermogen - - -
oordeel accountant goedkeurend n.v.t. n.v.t.
bijdrage 396.857 368.829 364.503
Risico’s De verrekening van de werkelijke kosten met de door de afzonderlijke gemeenten Montferland, Duiven en Zevenaar verschuldigde bijdragen aan de gemeenschappelijke regeling geschiedt via de centraal aangehouden “egalisatiereserve huisvesting VO” bij de gemeente Zevenaar.
Bedragen x € 1
Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland gevestigd te Apeldoorn
Financieel belang De deelnemende gemeenten dragen vanaf het jaar 2016 bij op basis van het nieuw ontwikkelde verdeelmodel met éénmaal per vier jaar een actualisatie. De eerste actualisatie is in 2021. Het aandeel van Montferland is derhalve voor 2019: 4,12%, 2020: 4,17% en geactualiseerd voor 2021: 4,27%
Jaarrekening 2019 Begroting 2020 Begroting 2021
saldo van baten en lasten 8.278.946 -852.400 0
gerealiseerd resultaat 4.202.654 -539.400 0
eigen vermogen 3.640.663 1.809.000 3.957.663
vreemd vermogen 37.969.230 52.672.000 39.028.000
oordeel accountant Goedkeurend n.v.t. n.v.t.
bijdrage 1.845.738 1.925.277 2.030.000
(incl. effect Kadernota
2020 € 192.844 en
indexering € 51.361)
Risico’s Eind 2018 heeft de gemeentelijke commissie geadviseerd kritisch te kijken naar de risico-inventarisatie en daarbij het benodigde weerstandsvermogen mee te wegen. Bij de uitvoering hiervan zijn risico’s in beeld gebracht met de wetenschap dat het managen van risico’s altijd een continue proces zal blijven, er kunnen zich steeds weer andere risico’s voordoen. Risico’s voor de VNOG zijn bijvoorbeeld: - continuïteit van repressieve dienst kan in gevaar komen door onvoldoende mensen en middelen, door uitval ICT-voorzieningen of door een tekort aan vrijwilligers; - onduidelijkheid rondom verantwoordelijkheid voor aanpassing gebouwen en/of kazernes; - mogelijke aanpassing van de rechtspositie (Wnra) van vrijwilligers kan grote gevolgen hebben, financieel en in paraatheid; - mogelijk wegvallen van exploitatie(baten) bij stoppen bij Openbaar Brand-/ Regionaal Meldsysteem (OMS) met gevaar voor discontinuïteit meldingen.
Bedragen x € 1
Laborijn gevestigd te Doetinchem
Financieel belang De uitvoeringslasten worden op basis van twee verdeelsleutels doorberekend n.l.: 1. sociale werkvoorziening (Wsw) voor alle vier gemeenten: op basis van het aantal Wsw’ers in fte per gemeente, 2. niet-Wsw activiteiten voor Aalten, Doetinchem en Oude IJsselstreek: - 50% op basis van aantal personen dat een uitkering ontvangt uit de gemeente en - 50% op basis van het aantal inwoners uit de gemeente. De rijkssubsidie sociale werkvoorziening die de gemeente ontvangt wordt aan Laborijn doorbetaald op basis van de in dienst zijnde Wsw’ers uit de gemeente. Daarnaast een bijdrage in het exploitatietekort op de uitvoering van de WSW.
Jaarrekening 2019 Begroting 2020 Begroting 2021
saldo van baten en lasten (WSW) 603.000 0 -1.502.663
gerealiseerd resultaat 1.092.342 0 n.v.t.
eigen vermogen 7.221.000 n.v.t. 4.356.000
vreemd vermogen 2.038.000 n.v.t. 1.184.000
oordeel accountant goedkeurend n.v.t. n.v.t.
doorbetaling rijkssubsidie 4.813.851 4.517.887 4.326.209
bijdrage in dekkingstekort uitvoeringslasten 346.448 392.203 258.072
Risico’s V.w.b. de WSW: de exploitatietekorten lopen op door de stijgende loonkosten en de dalende rijksbijdrage.
Bedragen x € 1
Stadsbank Oost Nederland gevestigd te Enschede
Financieel belang De gemeente betaald vanaf 1 januari 2016 aan de Stadsbank a. Voor het programma Algemeen bestuur (de bestaanskosten) naar rato van de afgenomen dienstverlening (75%) en het aantal huishoudens (25%); b. Voor de afgenomen diensten tegen het vastgestelde tarief dus P x Q.
Jaarrekening 2019 Begroting 2020 Begroting 2021
saldo van baten en lasten 615.500 1.700 0
gerealiseerd resultaat 683.900 0 0
eigen vermogen 1.696.100 1.082.200 1.293.900
vreemd vermogen 0 0 0
oordeel accountant Goedkeurend n.v.t. n.v.t.
bijdrage / kosten:
standaard dienstverlening 121.895 122.937 133.819
bestaanskosten 139.743 147.435 152.941
additionale dienstverlening 6.919 3.408 7.413
totaal 268.557 273.780 296.804
Risico’s De ratio van het beschikbaar weerstandsvermogen ten opzichte van het benodigde weerstandsvermogen komt eind 2021 uit op 1,7. De ratio wordt hiermee gekwalificeerd als ruim voldoende (tussen 1,4 en 2,0).

Overig

Terug naar navigatie - Overig
Vennootschappen en coöperaties
Bedragen x € 1
Alliander gevestigd te Arnhem
Financiën Jaarverslag 2017 Jaarverslag 2018 Jaarverslag 2019
aandelen
aantal 491.120 st. = 0,36% 491.120 st. = 0,36% 491.120 st. = 0,36%
waarde 5,00 5,00 5,00
jaarresultaat 203.000.000 334.000.000 253.000.000
dividenduitkering
per aandeel 0,669 1,100 0,830
totaal 328.502 538.529 407.486
eigen vermogen 3.942.000.000 4.129.000.000 4.224.000.000
vreemd vermogen 3.393.000.000 3.363.000.000 3.768.000.000
solvabiliteit 57% 57% 56%
Bedragen x € 1
Vitens gevestigd te Zwolle
Financiën Jaarverslag 2017 Jaarverslag 2018 Jaarverslag 2019
aandelen
aantal 34.716 st. =0,601% 34.716 st. =0,601% 34.716 st. =0,601%
waarde 1,00 1,00 1,00
jaarresultaat 47.700.000 13.000.000 11.100.000
dividenduitkering
per aandeel 3,30 0,90 -
totaal 114.562 31.244 0
eigen vermogen 533.700.000 533.000.000 533.000.000
vreemd vermogen 975.800.000 985.900.000 1.086.900.000
solvabiliteit 30,9% 30,2% 29,0%
Bedragen x € 1
Bank Nederlandse Gemeenten gevestigd te Den Haag
Financiën Jaarverslag 2018 Jaarverslag 2019 Jaarverslag 2020
aandelen
aantal 19.756 st. = 0,035% 19.756 st. = 0,035% 19.756 st. = 0,035%
waarde 2,50 2,50 2,50
jaarresultaat 337.000.000 163.000.000 221.000.000
dividenduitkering
per aandeel 2,85 - -
totaal 56.305 0 0
eigen vermogen (exclusief hybride kapitaal) 4.257.000.000 4.887.000.000 5.097.000.000
vreemd vermogen 132.518.000.000 144.802.000.000 155.262.000.000
solvabiliteit (Trier 1-ratio conform de Basel II regelgeving) 38% 38% 38%
Bedragen x € 1
Achterhoekse Groene Energie Maatschappij (coöperatie u.a.)
Financieel belang De gemeente heeft een startkapitaal ingebracht van € 105.000 in een periode van vijf jaren (2012 tot en met 2016). In 2020 hebben we als aandeelhouder in de Agem Gemeentelijke Energie BV 38 aandelen met een nominale waarde van € 0,01/aandeel ontvangen. Dit is een afzonderlijke verbonden partij.
Jaarverslag 2017 Jaarverslag 2018 Jaarverslag 2019
jaarresultaat -2.064 86.703 8.879
eigen vermogen 124.719 212.121 229.698
vreemd vermogen - - -
oordeel accountant goedkeurend goedkeurend vrijgesteld
Bedragen x € 1
Agem Gemeentelijke Energie BV
Financieel belang In 2020 hebben we als aandeelhouder in de Agem Gemeentelijke Energie BV (beheer en exploitatie van transportnetten voor elektriciteit, aardgas en warm water) 38 aandelen met een nominale waarde van € 0,01/aandeel ontvangen. Dit is een zelfstandige besloten vennootschap, met 8 gemeenten rechtstreeks als aandeelhouder.
Jaarverslag 2017 Jaarverslag 2018 Jaarverslag 2019
jaarresultaat Nvt Nvt Nvt
eigen vermogen Nvt Nvt Nvt
vreemd vermogen Nvt Nvt Nvt
oordeel accountant Nvt Nvt Nvt
Bedragen x € 1
Leisurelands BV
Financieel belang Gemeente Montferland was deelnemer in de GR Recreatieschap Achterhoek-Liemers (RAL). In 2013 is besloten de activiteiten van RAL deels over te dragen aan de Vennootschap en de RAL te ontmantelen en te liquideren. In 2020 heeft de voorgenomen akte van levering van aandelen plaatsgevonden. Aan de vm. RAL gemeenten zijn 15.107 aandelen overgedragen met een nominale waarde van € 1,00/aandeel. Voor Montferland gaat het om 1.225 aandelen.
Jaarverslag 2017 Jaarverslag 2018 Jaarverslag 2019
jaarresultaat Nvt Nvt Nvt
eigen vermogen Nvt Nvt Nvt
vreemd vermogen Nvt Nvt Nvt
oordeel accountant Nvt Nvt Nvt
Bedragen x € 1
N.V. Cultureel Centrum Amphion te Doetinchem
Financiën Jaarverslag 2017 Jaarverslag 2018 Jaarverslag 2019
aandelen
aantal 22 st. 22 st. 22 st.
waarde 450 450 450
jaarresultaat -111.992 4.773 -94.964
eigen vermogen 353.109 357.882 262.918
vreemd vermogen 24.147 10.791 0
Bedragen x € 1
Warmtenetwerk Didam B.V. (per 15 februari 2021)
Financiën Jaarverslag 2017 Jaarverslag 2018 Jaarverslag 2019
aandelen Nvt Nvt Nvt
aantal Nvt Nvt Nvt
waarde Nvt Nvt Nvt
jaarresultaat Nvt Nvt Nvt
eigen vermogen Nvt Nvt Nvt
vreemd vermogen Nvt Nvt Nvt
Overig
Bedragen x € 1
Samenwerkingsovereenkomst bedrijventerreinen West Achterhoek
Financieel belang De gemeenten zijn verantwoordelijk en dragen financiële risico’s bij een negatieve grondexploitatie na verevening tussen RBT en EBT volgens de verdeelsleutel: - Doetinchem 35% - Montferland 25% - Oude IJsselstreek 20% - Bronckhorst 20%
Jaarrekening 2018 Jaarrekening 2019 Begroting 2021
verwacht verlies A18 Bedrijventerrein Doetinchem 6.400.000 1.852.000 1.852.000
storting in verliesvoorziening A18 Bedrijventerrein (25%) 1.600.000 463.000 463.000

Paragraaf F. Grondbeleid

1. Missie

Terug naar navigatie - 1. Missie

We willen een efficiënt en rechtvaardig verloop van activiteiten op de grondmarkt bereiken met het oog op het realiseren van publieke doelstellingen als bevordering van het maatschappelijk gewenst ruimtegebruik, het bevorderen van een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten bij gebiedsontwikkeling en het verhogen van de kwaliteit van het ruimtegebruik, de zeggenschap voor de burger en de marktwerking op de grondmarkt.

2. Context en achtergronden

Terug naar navigatie - 2. Context en achtergronden

Gemeentelijk grondbeleid

De hoofdlijnen van het gemeentelijk grondbeleid zijn vastgesteld in de Nota Grondbeleid 2011 (actualisatie volgt in 2021). In deze nota wordt nader ingegaan op:

  1. Een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting;
  2. een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert;
  3. een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie;
  4. een onderbouwing van de winstneming;
  5. de beleidsuitgangspunten betreffende de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s voor de grondzaken.

Het grondbeleid heeft met name grote invloed op programma 2 Ruimtelijke ontwikkeling, programma 3 Beheer leefomgeving en programma 4 Economie en toerisme. De geformuleerde ambities vertalen zich vaak in een vraag naar ruimte en daarmee dus ook naar een vraag over de verdeling van gronden. Daarnaast heeft het grondbeleid een grote financiële impact. Het gaat in het grondbeleid om grote belangen en grote hoeveelheden geld. De eventuele baten, maar vooral de financiële risico’s zijn van belang voor de algemene financiële positie van de gemeente.

 

Een belangrijk uitgangspunt is, dat de gemeente afhankelijk van de financiële risico’s en eigendomsverhoudingen voor een actief of een faciliterend grondinstrument kiest. Zo zal op uitbreidingslocaties bij voorkeur een actief beleid worden gevoerd. Voor herstructurerings- en inbreidingslocaties zal meer gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden, die de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de daarin opgenomen afdeling grondexploitatie te bieden heeft. De gemeente zal in die gevallen over het algemeen een (actieve) faciliterende insteek kiezen en de kaders stellen. Bij een faciliterend grondbeleid moeten de gemaakte kosten worden verhaald op de grondontwikkelaar. Waar noodzakelijk kan de gemeente binnen de beschikbare financiële bandbreedte een bijdrage leveren. De besluitvorming over ontwikkelingslocaties vindt daarom plaats op basis van de volgende overwegingen:

  • Wat wil de gemeente bereiken?
  • Kunnen de beoogde doelen gehaald worden?
  • Wat kan de gemeente financieel en organisatorisch aan?
  • Hoeveel risico kan en mag de gemeente lopen in relatie tot het weerstandsvermogen?
  • Over welke grondposities beschikt de gemeente en over welke posities kan de gemeente beschikken?

 

Planning & control grondexploitatie

Gebiedsontwikkeling en het voeren van een grondexploitatie gaat in fasen en heeft een (door)looptijd van meerdere jaren. Het past daardoor niet goed in de jaarlijkse budgetcyclus. Gelet op de grote financiële impact is planning & control binnen de grondexploitatie essentieel. In verband hiermee zijn in zowel de nota Grondbeleid 2011 als het Budgetkader College de volgende afspraken gemaakt:

  1. De gemeenteraad stelt voor aanvang van de realisatiefase van een plan de opzet van de grondexploitatie vast en stelt dan tevens de benodigde kredieten / budgetten voor de uitvoering van het plan beschikbaar.
  2. De vastgestelde grondexploitaties worden jaarlijks geactualiseerd en verwerkt in de jaarrekening. Door het vaststellen van de jaarrekening, stelt de raad ook de (herziene) exploitatieopzetten vast evenals de eventuele bijstelling van de kredieten / budgetten grondexploitatie.
  3. Voor het in ontwikkeling nemen van gronden is in de begroting een budget ten aanzien van voorbereidingskosten opgenomen.
  4. Het college kan strategische grondaankopen doen. Hiertoe is in de begroting een jaarbudget opgenomen van € 500.000.
  5. Met in achtneming van de budgethouders regeling wijst het college op basis van de (herziene) grondexploitaties de jaarbudgetten toe aan de budgethouders binnen de door de raad gestelde budgettaire kaders.
  6. Binnen de grondexploitatie wordt actief risicomanagement gevoerd door:
    • De uitgangspunten van de planexploitatie continu te monitoren en zo nodig voorstellen tot bijstelling te doen;
    • risicobeheersing standaard onderwerp van gesprek te maken bij projectgroep overleg;
    • de onderdelen van de planontwikkeling realistisch in te schatten;
    • activiteiten in het planontwikkelingsproces te toetsen aan vastgestelde financiële kaders en het planresultaat te toetsen aan de mogelijkheden en onmogelijkheden met betrekking tot het weerstandsvermogen van de gemeente. 

 

Grondprijsbeleid

De gemeente Montferland past marktconforme uitgifteprijzen toe. De vergelijkingsmethode (vaste prijs per m2) geldt in principe voor grondgebonden woningen en bedrijventerreinen. Voor woningbouw wordt onderscheid gemaakt in sociale / betaalbare woningbouw en overige woningen. Bij stapelbouw (woningbouw en commerciële ruimten) wordt de grondprijs situationeel bepaald met gebruikmaking van de residuele methode c.q. grondquote.

Bij nieuwe exploitaties worden eventuele afwijkende uitgifteprijzen ter vaststelling aan u voorgelegd. Per 1 december 2018 zijn 2 nieuwe woningbouw categorieën toegevoegd om te voorzien in meer variëteit in woningtypes en uitstraling en sluiten woningtypologieën en prijsstelling beter op elkaar aan.

 

De uitgifteprijzen per m2 met prijspeil 2020 en exclusief belastingen zijn:

 

  woningbouw (sociaal max. VON € 172.000)

€ 175,00

(was € 175,00)

  woningbouw (sociaal max. VON € 210.000)

€ 180,00

Nieuw per 1 december 2018

  woningbouw (sociaal max. VON € 280.000)

€ 190,00

Nieuw per 1 december 2018

  woningbouw (overig)

€ 231,00

(was € 231,00)

  woningbouw gedifferentieerd (Kerkwijk)

€ 251,50

(was € 251,50)

  bedrijventerrein (EBT)

€ 124,00

(was € 124,00)

  bedrijventerrein (Matjeskolk)

€ 105,00

(was € 105,00)

  bedrijventerrein (DocksNLD)

€ 125,00

(was € 125,00)

 

Winst- en verliesneming

Bij de jaarrekening wordt de grondexploitatie per complex geactualiseerd en - indien van toepassing – worden de ramingen van de nog te verwachten lasten en baten bijgesteld. De geraamde verliezen worden verantwoord op het moment dat deze voorzienbaar en onafwendbaar zijn. Er wordt dan per balansdatum een voorziening ‘verlies’ gevormd op basis van contante waarde. De disconteringsvoet die moet worden gehanteerd in de berekening van de contante waarde ten behoeve van het treffen van een verliesvoorziening voor negatieve grondexploitaties wordt voor alle gemeenten bepaald op 2% zijnde het maximale meerjarige streefpercentage van de Europese Centrale Bank voor inflatie binnen de Eurozone.

 

Conform de richtlijnen BBV dient de geraamde winst van een complex tussentijds te worden genomen op basis van het realiteitsbeginsel. Voor winstneming geldt de methode “Percentage of Completion”. Voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd wordt tussentijds winst genomen naar rato van de voortgang van de grondexploitatie. De tussentijdse winstneming is een waarde correctie die leidt tot een neerwaartse bijstelling van de waarde van het complex en wordt door toekomstige opbrengsten geëgaliseerd.

 

Tussentijdse winstneming is alleen aan de orde indien voldaan wordt aan de volgende drie randvoorwaarden, namelijk:

  1. Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat; én
  2. De opbrengsten zijn voldoende zeker;
  3. De nog te maken kosten en risico’s zijn goed in te schatten. 

 

In de jaarrekening 2020 heeft dit geleid tot de volgende mutaties, te weten:

 

Winstneming in exploitatie genomen complexen

 

Complex

Naam complex

Bijstelling winstneming

2020 POC

Winstneming t/m

2020 POC

Mutatie in

P.370

Kerkwijk - Didam

162.736

543.901

Reserve grondexploitatie

P.440

Beek - Steegseweg

-13.562

543.076

Reserve grondexploitatie

P.460

Stokkum - Eltenseweg

76.118

157.140

Reserve grondexploitatie

P.620

Azewijn-Hartjenshof

-1.728

67.994

Reserve grondexploitatie

P.810

EBT

32.867

3.848.791

Reserve grondexploitatie

P.830

Matjeskolk

10.528

1.587.762

Reserve grondexploitatie

P.840

DocksNLD

1.624.485

10.426.753

Bijdrage A18 Bedrijvenpark*

Totaal resultaat / toevoeging reserve

1.891.444

17.175.416

 

 

 

* De tussentijdse winstneming voor de grondexploitatie DocksNLD, conform de voorgeschreven POC methodiek, bedraagt € 8.802.267 euro (winstneming t/m 2019) + € 1.624.485 euro (winstneming 2020) = € 10.426.752 euro (totale winstneming t/m 2020). De winstneming wordt onder aftrek van een latente vennootschap belastingverplichting en bijdrage Amphion als verplichting opgenomen ter zake een bijdrage aan de grondexploitatie A18 Bedrijvenpark van de gemeente Doetinchem. Cijfermatig ziet dit er als volgt uit € 10.426.752 euro (totale winstneming t/m 2020) * 0,75 (kwart inhouding VPB) = € 7.820.064 euro - € 713.416 euro (bijdrage Amphion, zoals vastgelegd in de Samenwerkingsovereenkomst Bedrijventerreinen West Achterhoek) = € 7.106.648 euro bijdrage t/m 2020 aan het A18 Bedrijvenpark. Na de vaststelling van de geactualiseerde grondexploitatie van DocksNLD zal de bijdrage worden overgemaakt.

 

Mutatie voorziening in exploitatie genomen complexen

 

Complex

Naam complex

Bijstelling verlies in 2020*  

Geraamd verlies t/m 2020

P.040

Vinkhof-Zeddam

-8.582

328.359

P.420

Suitbertusschool Stokkum

-28.552

178.914

P.450

Loerbeek-Mr. Vermeulenstraat

912

36.938

P.490

Diekmansweide 's-Heerenberg

70.043

71.839

Totaal resultaat / mutatie voorziening                 

33.822

616.050

*een negatief getal betreft een neerwaartse bijstelling van de voorziening. De voorziening wordt derhalve kleiner.

 

Voor een complex met een geraamd negatief resultaat wordt een voorziening ‘verlies’ gevormd om het verlies af te dekken.

 

Weerstandsvermogen

Ten behoeve van de grondexploitaties zijn twee reserves gevormd, zijnde:    

  • Reserve Grondexploitatie

De toevoeging van de reserve vindt plaats door tussentijdse winstneming volgens de methode “Percentage of Completion” en bij het afsluiten van een complex de gerealiseerde winst respectievelijk vrijval voorziening verliesgevend complex. Daar in tegen vindt een onttrekking van de reserve plaats als gevolg van een dotatie aan de voorziening verliesgevend complex. De reserve kent een ondergrens van € 2,5 mln. en een bovengrens van € 5 mln.

  • Reserve Masterplan

De reserve dient ter dekking van het tekort van het Masterplan Centrum ’s-Heerenberg.

Binnen de algemene reserve zijn middelen geoormerkt, die kunnen dienen als buffer voor het opvangen van risico’s. De risico’s in de grondexploitatie moeten, indien het saldo van de reserve Grondexploitatie onvoldoende is, mede hieruit gedekt worden (naast alle andere financiële risico’s). Met ingang van 2019 wordt geen rente meer toegevoegd aan de Reserve Masterplan.

3. Kaderstellende (beleids)nota's

Terug naar navigatie - 3. Kaderstellende (beleids)nota's

• Raadsprogramma 2014 - 2018
• Nota Grondbeleid 2011
• Budgetkader College
• Nota reserves en voorzieningen 2015
• De structuurvisie Montferland
• De structuurvisie Didam
• Het Masterplan Centrum ’s-Heerenberg
• Het Masterplan Didam
• De vigerende bestemmingsplannen

4. Doelstellingen

Terug naar navigatie - 4. Doelstellingen

Het grondbeleid is geen doel op zich. Het is een instrument om andere gemeentelijke beleidsvelden (programma’s) te ondersteunen. Binnen de kaders van het gemeentelijk grondbeleid moeten op economisch verantwoorde wijze onroerende zaken worden beheerd en (nieuwe) bouwlocaties worden (her)ontwikkeld. En wel op een zodanige manier dat ruimtelijk beleid en sectoraal beleid op het gebied van wonen, werken en recreëren kunnen worden gerealiseerd.

5. Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - 5. Ontwikkelingen

Economische situatie en meerjarenperspectief
De Nederlandse economie is zwaar geraakt in het afgelopen coronajaar, maar er is zicht op herstel. De krimp was met 3,8 procent van het bruto binnenlands product historisch groot, maar minder groot dan bij het begin van de pandemie werd gevreesd, en ook minder dan in veel andere landen. Met de komst van meerdere vaccins gloort herstel van het openbare leven en van de economie. De Nederlandsche Bank verwacht in 2021 een groei van ruim 2 procent en volgend jaar ruim 4 procent. Tegelijkertijd blijft de onzekerheid groot. Virusvarianten die bestand zijn tegen de huidige vaccins kunnen roet in het eten gooien. Deze crisis heeft laten zien dat economische ontwikkelingen moeilijk voorspelbaar zijn en dat het loont om fit te zijn om een schok op te kunnen vangen (bron: DNB maart 2021).

Ondanks de economische krimp in 2020 bleven de huizenprijzen gewoon stijgen. De afgelopen twintig jaar zijn de huizenprijzen niet zo hard gestegen als afgelopen jaar (bron CBS). Belangrijke oorzaken lijken de lage hypotheekrente en de schaarste op de woningmarkt.

Het totaal aanbod aan gemeentelijke woningbouwkavels in Montferland bedroeg per 1-1-2020 190 woningbouwkavels. Per 1-1-2021 zijn nog 66 woningbouwkavels beschikbaar waarvan 42 woningbouwkavels zijn gelegen in Kerkwijk. De uitgifte van woningbouwkavels is in 2020 voorspoedig verlopen. Het is aannemelijk dat met enkele jaren, gegeven de schaarste aan woningbouwkavels, ook de resterende woningbouwkavels zijn uitgegeven. Voorbereidingen worden getroffen om te komen tot nieuwe woningbouwplannen in lijn met de opgave uit de regionale woondeal.

 

Prognose totaal resultaat grondexploitatie
Het resultaat van de totale grondexploitatie komt uit op een positief saldo van € 4,568 mln. eindwaarde. De tussentijdse winstneming in 2020 betreft € 2,053 mln. De totale tussentijdse winstneming t/m 2020 komt daarmee uit op € 17,951 mln.
De verliesvoorziening dient in 2020 met € 10.988 euro te worden verlaagd en komt uit op een totaal t/m 2020 van € 1,216 mln. De genoemde bedragen zijn één op één afkomstig uit onderstaande tabel waarin het totaal overzicht is te zien van alle grondexploitaties.

 

Terug naar navigatie - Vervolg ontwikkelingen

Bouwgrond in exploitatie (BIE)
Hieronder wordt ingegaan op de in exploitatie genomen gronden gesplitst in woningbouw en bedrijventerreinen.

Woningbouw
In 2020 zijn 17 complexen voor woningbouw actief. In totaal wordt een batig saldo geraamd van circa € 946.000 euro. Dit bedrag is exclusief de reeds verplicht genomen winstnemingen t/m 2020. In het totaal overzicht is per complex inzichtelijk wat het verwachte resultaat is. Tevens is per complex inzichtelijk wat de hoogte is van de winst respectievelijk van het verlies.

Op hoofdlijnen kan worden gesteld dat de uitgifte voorspoedig is verlopen en dat zich binnen de verschillende complexen zich geen bijzonderheden hebben voorgedaan. Als gevolg van de voorspoedige uitgifte kunnen 8 complexen worden afgesloten.

Hieronder wordt nader ingegaan op twee grotere woningbouwcomplexen Kerkwijk en Steegseweg, op de afronding van het Masterplan ’s-Heerenberg en op de af te sluiten complexen.

 

Kerkwijk Didam (P.370)
Vanwege diverse omvangrijke wijzigingen in de planvorming in de fasen 5, 6 en 7 van Kerkwijk in 2018 (aanpassing omvang plangebied en een herverkaveling) is verplicht de grondexploitatie herzien. Deze herziening van de grondexploitatie met alle wijzigingen is op 27 september 2018 vastgesteld.
Nadat de gewijzigde planvorming was vastgesteld heeft veelvuldig overleg plaatsgevonden met de ontwikkelende partijen Klok, Rotij en VWR om te komen tot aanvullende afspraken gegeven deze nieuwe planopzet en met inachtneming van de aanwezige Bouwclaimovereenkomst. In de loop van 2019 is consensus bereikt met de ontwikkelende partijen over de exacte invulling van de fasen 5, 6 en 7. Hierbij moet gedacht worden aan waar welke partij welk type woning zal ontwikkelen met welke VON prijs. Vervolgens is door partijen ingezet op de verkoop en gegeven de gunstige marktomstandigheden zijn in 2020 in totaal 76 woningbouwkavels verkocht in de fase 5, 6 en 7.

Daarnaast zijn in de fase 1 t/m 4 ook 9 woningbouwkavels verkocht. In totaal zijn nog 44 woningbouwkavels te koop waarvan 6 zijn gelegen in de fasen 1 t/m 4 en 38 woningbouwkavels zijn gelegen in de fasen 5, 6 en 7.

 

Parralel aan de verkoop van de woningbouwkavels van 5, 6 en 7 is gewerkt om te komen tot de realisatie van het bouw- en woonrijp maken van deze fasen. Ook de fysieke afronding van de fasen 1 t/m 4 is verder ter hand genomen. De werkzaamheden en de uitgaven lopen in de pas.

Het einde van de ontwikkeling van Kerkwijk komt in zicht. Waar enkele jaren geleden voor de ontwikkeling nog een verliesvoorziening moest worden getroffen van circa € 0,25 miljoen is in enkele jaren het resultaat sterk verbeterd zodanig dat nu een positief resultaat resteert van circa € 0,7 miljoen. Van omvangrijke risico’s is geen sprake meer.

 

Steegseweg (P.440)
In 2020 zijn 9 woningbouwkavels verkocht waarbij tevens voor de laatste 3 beschikbare kavels voorbereidingen worden getroffen om deze in 2021 uit te geven. Na de eerste uitgifte van grond in 2010 zal in 2021 zeer waarschijnlijk de laatste uitgifte van grond gaan plaatsvinden. In 2020 zijn voorbereidingen getroffen om te komen tot een afronding van het gehele complex voor wat betreft het bouw- en woonrijp maken. Bij deze voorbereidingen zijn enkele uit te voeren werkzaamheden aan de orde gekomen die in de aanvankelijke raming niet waren voorzien. Het betreft het doorvoeren van de laatste inzichten qua riool-ontwerp en qua waterhuishoudkundig plan. Tevens worden beschadigingen in het openbaar gebied weggenomen en wordt in voldoende groenaanplant voorzien. Aanvankelijk was circa € 250.000 euro voorzien om te komen tot afronding van het complex. Als gevolg van de nieuwste inzichten is circa € 330.000 euro nodig. Het positieve resultaat daalt hierdoor als gevolg en komt uit op een positief resultaat van circa € 626.000 euro eindwaarde.

 

Masterplan ‘s-Heerenberg
Het Masterplan ’s-Heerenberg is afgerond. Het restant van de reserve Masterplan 's-Heerenberg ad. € 409.000 is vrijgevallen ten gunste van de exploitatie. Eventueel toekomstige uitgaven kunnen worden gedekt middels een onttrekking aan de reserve grondexploitatie. Deze reserve bedraagt ultimo 2020 € 5 miljoen, zijnde de maximale omvang op basis van de nota reserves en voorzieningen 2018.

 

Af te sluiten complexen
In het onderstaande overzicht zijn alle af te sluiten complexen weergegeven waarbij per complex inzichtelijk is wat de totale winst of verlies is inclusief de bijstelling ervan in 2020.

 

Complex

Naam complex

Bijstelling verlies 2020 *

Totaal verlies bij afsluiting

Bijstelling winstneming

2020 *

Totale winst bij afsluiting

P.210

Zinderberg Kilder

-44.513

463.951

 

 

P.430

Trambaan Lengel

-3.818

70.389

 

 

P.504

Emmerikseweg

 

 

29.982

103.139

P.507

Kloosterhof 's-Heerenberg

 

 

381

74.161

P.610

Sportveld Kilder

 

 

133.333

282.973

P.640

Klimop Polstraat Didam

 

 

-13.888

134.119

P.660

't-Raland Didam

 

 

11.884

180.830

P.670

Antoniusschool Nw-Dijk

3.521

65.196

 

 

Totaal resultaat / mutatie voorziening                 

-44.810

599.536

161.692

775.222

*een negatief getal betreft een neerwaartse bijstelling van de verlies voorziening of van de winstneming. De voorziening of de winstneming wordt als gevolg kleiner.

 

Bedrijventerreinen
In 2019 zijn 3 complexen voor bedrijventerreinen actief. Het betreft het complex Matjeskolk in Loerbeek en de twee complexen Euregionaal Bedrijventerrein (EBT) en DocksNLD beide in ’s-Heerenberg. Binnen de complexen Matjeskolk en EBT hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan.

Voor de drie complexen tezamen wordt een batig saldo geraamd van € 3,621 mln. Dit bedrag is exclusief de reeds verplicht genomen winstnemingen t/m 2020. In de tabel met het totaal overzicht zijn de complexen nader uiteengezet en is ook per complex de winstneming t/m 2020 weergegeven.

Hieronder lichten we van DocksNLD (gemeentelijke grondexploitatie) en van het A18 Bedrijvenpark (grondexploitatie Doetinchem) de stand van zaken toe. De gemeenten Bronckhorst, Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek hebben een Samenwerkingsovereenkomst Bedrijventerrein West-Achterhoek gesloten in 2010 voor het ontwikkelen van het A18 Bedrijvenpark en DocksNLD. De resultaten van beide terreinen worden onderling verevend. De gemeente Montferland heeft een aandeel van 25% in deze samenwerking.

 

DocksNLD (P.840)
Op DocksNLD is nog 1 kavel beschikbaar van circa 4 hectare. Medio 2020 heeft een geïnteresseerde partij waar lang mee is gesproken laten weten als gevolg van Corona af te zien van de aankoop van dit laatste perceel. Aanvankelijk was met deze partij overeengekomen dat de gemeente de huidige entree van het bedrijventerrein zou aanpassen zodanig dat het voorgenomen distributiecentra kon worden ontwikkeld. Vanwege het afhaken van deze partij zijn de aanpassingskosten voor de entree niet meer nodig.

Na het afhaken van voornoemde partij zijn medio 2020 direct gespreken gestart met een andere geïnteresseerde partij om te komen tot uitgifte van het laatste perceel. In 2021 zal zeer waarschijnlijk het perceel worden verkocht aan deze partij (koopovereenkomst is immers in maart 2021 getekend). Als gevolg van het vervallen van de verplaatsingskosten en de verkoop van het laatste kavel verwachten wij een voordelig resultaat van circa. € 12.9 mln. eindwaarde (jaarrekening 2019: € 12.4 mln. eindwaarde).

A18 Bedrijvenpark
In 2020 is circa 2,8 hectare aan grond gepasseerd bij de notaris. Daarnaast liggen er nog voor 4,5 hectare aan koopovereenkomsten die zullen passeren in 2021 en de daaropvolgende jaren. In totaal is er nu 29,5 hectaren verkocht op een totaal van circa 75 hectare.
Er zijn volop gesprekken gaande met geïnteresseerde bedrijven. In totaal gaat het hierbij om circa 51 hectare waar belangstelling voor is (meerdere geïnteresseerde voor dezelfde grond). De invloed van Corona op de grondverkopen is vooralsnog beperkt. De belangstelling voor kavels blijft onverminderd groot. Een blijvend risico betreft de striktere eisen rond stikstof waardoor de herziening van het bestemmingsplan voor het noordelijke deel stagneert.

Er wordt een nadelig resultaat verwacht van circa € 415.000 eindwaarde (jaarrekening 2019: € 1.852.000 eindwaarde). Gegeven ons aandeel van 25% in de samenwerking zal een voorziening worden getroffen van € 103.750 euro.

Paragraaf G. Lokale heffingen

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

In deze paragraaf geven wij inzicht in de gerealiseerde lokale heffingen en woonlastendruk 2020 in de gemeente Montferland. De heffingen van de gemeente zijn te verdelen in:

  • belastingen (algemeen dekkingsmiddel);
  • rechten (vergoeding voor specifiek verrichte diensten);
  • leges (vergoeding voor verrichte administratieve diensten).

Opbrengst lokale heffingen

Terug naar navigatie - Opbrengst lokale heffingen

Bedragen x € 1.000

 

Begroting 2020

Realisatie 2020

a. Belastingen

 

 

Onroerende zaakbelastingen

7.103

7.115

Hondenbelasting

         269

         268

Toeristenbelasting                                             

      291

         334

Reclamebelasting

27

40

Totaal belastingen

          7.690

          7.757

b. Rechten en leges

 

 

Afvalstoffenheffing                  

  3.306

          3.338

Rioolheffing

        4.140

     4.136

Baatbelasting

          3

          3

Rechten begraafplaats

120

140

Marktgelden

19

30

Leges

1.784

2.132

Totaal rechten en leges

          9.372

        9.779

 

 

Belastingen

Terug naar navigatie - Belastingen

Onroerende zaakbelastingen / WOZ

De onroerendezaakbelastingen (OZB) zijn algemene dekkingsmiddelen. Wanneer andere structurele dekkingsmiddelen, inclusief mogelijke bezuinigingsmaatregelen, ontoereikend zijn, kan deze belasting autonoom worden verhoogd. Dit in tegenstelling tot de bestemmingsheffingen zoals afvalstoffenheffing waarvan de opbrengst niet hoger dan kostendekkend mag zijn.

De tarieven 2020 zijn berekend naar de nieuwe vastgestelde WOZ-waarde met waarde peildatum 1 januari 2019.

 

Tarieven 2020 (% van de WOZ-waarde):

 

Soort tarief

Woningen

Niet-woningen

Gebruikerstarief

n.v.t.

0,1809%

Eigenarentarief

0,1411%

0,2245%

 

Hondenbelasting

 

Deze belasting is gebaseerd op artikel 226 van de Gemeentewet. De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden. Het tarief voor de eerste hond is lager dan het tarief voor elke volgende hond in een huishouden. Voor kennelhouders die geregistreerd staan bij de Raad van beheer op kynologisch gebied geldt een vast tarief. Er geldt een vrijstelling voor blindengeleidehonden, politiehonden en honden jonger dan drie maanden die bij de moederhond verblijven.

 Tarieven 2020:

Eerste hond € 66,26
Tweede hond € 95,13
Kennel € 214,83

De opbrengst 2020 is €268.000 en is nagenoeg gelijk aan de raming. 

 

Toeristenbelasting 

In de gemeente Montferland wordt toeristenbelasting geheven voor het overnachten in o.a.: recreatiebungalows, campings, hotels etc. De toeristenbelasting is verschuldigd als er tegen betaling een overnachting wordt aangeboden, voor personen die niet in onze gemeente staan ingeschreven. Het tarief toeristenbelasting 2020 bedroeg € 1,25 per overnachting. De opbrengst is € 334.000 en is € 43.000 hoger dan de raming. 

Rechten en leges

Terug naar navigatie - Rechten en leges

Afvalstoffenheffing

De afvalstoffenheffing wordt ingezameld en doorberekend volgens het “Diftar-principe”. Dat betekent dat naast een vast bedrag tevens een bedrag per lediging in rekening wordt gebracht.

Voor de hoogbouwpercelen is het diftar systeem niet mogelijk, aangezien hiervoor nog geen goed werkend systeem bestaat. Hiervoor geldt een vast bedrag.

 

Tarieven 2020:

Basistarief 280 liter container € 172,00
Basistarief 180 liter container € 172,00
Bedrag per lediging 280 liter container € 8,00
Bedrag per lediging 180 liter container € 6,00
Hoogbouw eenpersoonshuishouden € 213,00
Hoogbouw meerpersoonshuishouden € 232,00

 

Rioolheffing

De rioolheffing kunnen worden geheven van de eigenaar en/of de gebruiker van een perceel dat op de gemeentelijke riolering is aangesloten. In onze gemeente wordt de rioolheffing geheven, van de gebruiker, op basis van het waterverbruik.

Het tarief voor 2020 bedroeg € 2,30 per kubieke meter waterverbruik.

De opbrengst 2020 zal pas definitief bekend zijn na het opstellen van de afrekeningen door Vitens (maart en augustus 2021). Vooralsnog gaan we uit van een totale ontvangst, inclusief afrekening, van € 4.136.000 en dit is € 4.000 hoger dan geraamd. 

 

Marktgelden

In ’s-Heerenberg kennen we een wekelijkse markt, waar voor de gemeente marktgelden in rekening brengt. In Didam heeft de gemeente geen bemoeienis met de wekelijkse markt. In Didam worden uitsluitend leges geheven voor de jaarmarkt. De tarieven zijn ten opzichte van 2019 gelijk gebleven. De opbrengsten vertoonde de afgelopen jaren een dalende tendens maar is in gestabiliseerd.

 

Leges

Onder de naam leges worden rechten geheven voor het verlenen van diensten door de gemeente. De leges staan genoemd in de Legesverordening 2020 en de tarieventabel die daar bij hoort. De hogere opbrengst ten opzichte van de begroting wordt met name veroorzaakt door de hogere leges omgevingsvergunningen.

  

Bedrag x € 1.000

 

Begroting 2020

Realisatie 2020

Reisdocumenten en rijbewijzen

          342

          355

Huwelijken en overige leges publieksbalie

          100

          100

Omgevingsvergunningen

  1.167

1.471

Leges bestemmingsplan (wijziging/vrijstelling)

         130

          145

Leges overig

        45

61

Totaal leges

1.784

2.132

 

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingsbeleid

De inwoners van de gemeente Montferland met een periodieke WWB-, A.O.W.-, W.A.O.- of A.N.W. - uitkering hebben tegelijk met de aanslag 2020 een brief ontvangen waarin vermeld stond dat zij in aanmerking kwamen voor kwijtschelding en de aanslag afvalstoffenheffing basisbedrag en rioolheffing derhalve niet hoefden te betalen. In totaal zijn dit 174 huishoudens.

In 2020 hebben 182 inwoners een toekenning ontvangen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding op basis van aanvraag. In 2020 hebben 83 inwoners een afwijzing ontvangen op het kwijtscheldingsverzoek.

Paragraaf H. Transities Sociaal Domein

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Na de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in 2007 volgde met de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet een nieuwe tranche aan transities. De uitvoering van deze nieuwe taken ging gepaard met in de tijd oplopende bezuinigingstaakstellingen. De budgetten die beschikbaar zijn gesteld voor deze nieuwe taken zijn gebundeld in één budget voor het sociaal domein. Uit dit budget moet de gemeente de volgende uitgaven bekostigen:

  • Uitgaven voor re-integratie/participatie van de gemeentelijke doelgroep (burgers met een uitkering op basis van de Participatiewet);
  • Uitgaven voor werknemers met een lopend SW-dienstverband (de groep die voor 1 januari 2015 is ingestroomd);
  • Uitgaven aan nieuwe taken Wmo 2015 (individuele begeleiding en groepsondersteuning)
  • Uitgaven op het vlak van de Jeugdwet (lokaal, (boven-)regionaal en landelijke ondersteuning/zorg).

Gemeentelijke monitor Sociaal Domein

Terug naar navigatie - Gemeentelijke monitor Sociaal Domein

Voor de gemeentelijke monitor Sociaal Domein verwijzen we u naar Hoofdstuk 4.4. Monitor bezuinigingen 2020. In deze monitor vind u ook de bezuinigingen in het Sociaal Domein.


Hier wordt een weergave gegeven van de stand van zaken van alle bezuinigingsopgaven tot en met het jaar 2020. Het blijkt andermaal lastig om het precieze effect van een maatregel te becijferen. Eén van de redenen daarvoor is dat een aantal maatregelen hetzelfde effect beogen en dus moeilijk te zeggen valt welk effect aan welke maatregel is toe te schrijven. Bovendien hebben we in het sociaal domein te maken met een telkens veranderende omgeving; het vlak van wetgeving en inkoop is in beweging en ook de autonome ontwikkelingen van aantallen aanvragen hebben invloed op het effect “onder aan de streep”.


Het pakket maatregelen uit 2017 is grotendeels gerealiseerd. De totale realisatiegraad ligt met 95% van de doelstelling zelfs boven het percentage dat op basis van ervaringen uit het verleden verwacht mag worden. Uiteraard moet deze ontwikkeling gevolgd worden, maar directe acties zijn hier niet nodig. Voor het pakket uit 2019 bereiken we momenteel nog niet de gewenste realisatiegraad, meerdere redenen liggen daar (mogelijk) aan ten grondslag. 2020 is het eerste jaar waarin de maatregelen uit dit pakket hun vruchten zouden moeten afwerpen, het is logisch dat er in het eerste jaar aanloopproblemen zijn en dat niet alles gerealiseerd wordt. In 2020 werd de realisatie van een deel van de maatregelen bemoeilijkt als gevolg van de coronabeperkingen. Daarnaast lijkt het erop dat we met het pakket van 2019 bij het “hoger hangende fruit” zijn aanbeland. Maatregelen die gewaagder zijn en meer moeite kosten om te realiseren, waarbij ook de meetbaarheid van het financiële effect van die maatregelen moeilijk is.

Regionale samenwerking

Terug naar navigatie - Regionale samenwerking

Met de gemeenten in de Achterhoek is intensief samengewerkt. In het bijzonder moet dan gewezen worden op de stappen die gezet zijn om te komen tot een nieuwe manier van inkopen van Wmo. Jeugdzorg en Beschermd wonen. Niet langer op basis van het open house model, maar door middel van een openbare aanbesteding. Wmo, Jeugdzorg en Beschermd wonen worden ingedeeld in segmenten waar de aanbieders op basis van een lumpsum kunnen inschrijven. Naar verwachting zal deze nieuwe manier van inkopen voor onze gemeente leiden tot een lichte kostendaling voor met name de Jeugdzorg en Berschermd wonen.

Jeugdwet

Terug naar navigatie - Jeugdwet

De transities sociaal domein zijn gepaard gegaan met forse kortingen op het door het rijk beschikbaar gestelde budget. Dit geldt met name voor de Jeugdzorg. Daarnaast is Montferland een nadeelgemeente. Dat wil zeggen dat het verschil tussen de inkomsten uit het verdeelmodel en de historische uitgaven voor Jeugdzorg in Montferland nadelig uitpakken. Het betreft in totaal een structureel tekort van circa € 2 mln. Dit structurele tekort op de Jeugdzorg kan niet opgevangen worden binnen de Jeugdzorg zelf. De belangrijkste redenen hiervoor is dat het een openeinderegeling betreft in combinatie met de hoogte van de korting.

Het afgelopen jaar zijn er stappen gezet om de kosten terug te dringen. Met de zorgaanbieders is kritisch gekeken naar de kosten van Jeugdzorgtrajecten. Dit heeft geleid tot een kleine daling van de gemiddelde kostprijs per traject. Verder moet gedacht worden aan de inzet van praktijkondersteuners bij huisartsen en het bieden van ambulante hulpverlening door het sociaalteam. Beide voorkomen onnodig gebruik van professionele jeugdhulp.


Een probleem blijft dat groot aantal verwijzingen naar Jeugdzorg gebeurt buiten de gemeente om, door rechters en huisartsen. De kosten van deze zorg kan de gemeente niet kritisch op kosten toetsen.

Participatiewet – WSW

Terug naar navigatie - Participatiewet – WSW

De gemeente maakt deel uit van de GR Laborijn voor wat betreft de uitvoering van de Wsw. Het aanwijzingsbesluit werd gecontinueerd. De rijksbijdrage per SE’er is in 2020 in tegenstelling tot 2019 gestegen. Deze extra bijdrage was niet voorzien. Daarnaast is op de salariskosten ook een positief resultaat geboekt. Samen met een eenmalige bate naar aanleiding van de uittreding van Oude IJsselstreek wordt voor onze gemeente een teruggaaf voorzien van € 185.000.-

Paragraaf I. Corona

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De gevolgen van het Covid-19 virus en de noodzakelijke maatregelen die hiervoor zijn getroffen werken door in diverse geledingen van onze samenleving:

  • Sociaal-maatschappelijk;
  • Economisch ;
  • Onderwijs;
  • Zorg, gezondheid en veiligheid;
  • Welzijn, sport en cultuur.

Ook op onze bedrijfsvoering waren en zijn er de nodige gevolgen.

In de loop van 2020 werd de impact geleidelijk aan duidelijk, direct en indirect. Volledig inzicht zal er pas zijn in 2021 en volgende jaren. Wij gaan in 2021 dit inzicht vergroten en gaan in overleg met de gemeenteraad zoeken naar wettelijke en financiële mogelijkheden welke maatregelen genomen kunnen worden om de negatieve gevolgen zo veel mogelijk op te vangen c.q. te verzachten. Een voorstel hiertoe is thans in voorbereiding. 

Op meerdere plaatsen in deze jaarstukken 2020 komt het onderwerp "Corona" aan bod. In deze paragraaf  "Corona", die wij vooralsnog alleen voorzien voor de jaren 2020, 2021 en (waarschijnlijk) 2022,  zoomen wij in op de volgende aspecten :

  • Uitgaven en inkomsten 2020 als gevolg van de Corona-maatregelen;
  • Rechtmatigheid in de jaarrekening 2020.

Uitgaven en inkomsten 2020 als gevolg van de Corona-maatregelen

Terug naar navigatie - Uitgaven en inkomsten 2020 als gevolg van de Corona-maatregelen

Hier volgens meerdere financiële overzichten. 

Op de eerste plaats gaat het om de zgn. TOZO-regeling. Deze regeling (zie voor verdere informatie de verantwoording in programma 8) is één van de twee rijkscompensaties die is verlopen via een specifieke  uitkering. 

Bedragen x €1.000

Regeling

(Netto) uitgaven levensonderhoud
(+ aantal besluiten)

(Netto) besteding kapitaalverstrekking
(+aantal besluiten)
Totaal
Tozo 1 (1 mrt tot 1 juni 2020) - 1.834 (503) -147 (33) - 1.982
Tozo 2 (1 juni tot 1 oktober 2020) - 287 (107) -15 (9) - 302
Tozo 3 (1 oktober t/m 31 december 2020)  - 267 (100) - 23 (4) - 290
Totaal - 2.389 (710) - 184 (46) - 2.573

De TOZO wordt op basis van werkelijke kosten en een vast bedrag per aanvraag voor de uitvoeringskosten afgerekend. Deze afrekening maakt onderdeel uit van de accountantscontrole bij de programmarekening (SISA). Van het bevoorschotte bedrag van ruim € 6,1 mln. is ruim € 2,5 miljoen besteed. Het restant is als transitorische post op de balans gezet. De uitvoeringskosten maken afzonderlijk deel uit van het 3e overzicht. 

Op de tweede plaats brengen wij hierna op programmaniveau in beeld wat de financiële gevolgen zijn. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in gevolgen door meeruitgaven (nadeel), minderkomsten (nadeel) en minderuitgaven (voordeel).

Bedragen x €1.000

Programma Meeruitgaven Minder inkomsten Minder uitgaven Saldo
1 Relatie inwoners en bestuur - 120 - 96   - 216
2 Ruimtelijke ontwikkeling     8 8
3 Beheer leefomgeving - 10     - 10
4 Economie en toerisme - 2 - 51   - 53
5 Gezondheid en bevord. gezonde leefstijl - 13 - 36   - 48
6 Jeugd, onderwijs en cultuur - 50 - 33 40 - 42
7 Maatschappelijke ondersteuning en veiligheid - 40 - 76 60 - 55
8 Werk en inkomen  -706     - 706
40 Algemene dekkingsmiddelen   - 25   - 25
50 Overhead en ondersteuning - 217     - 217
Saldo - 1.158 - 317 108 - 1.364

Op de derde plaats confronteren wij de financiële gevolgen met de ontvangen overheidscompensaties. Deze opsomming is leidend voor de uiteindelijke storting in de reserve "Corona".
De rijksoverheid heeft voor meerdere groepen in de samenleving (bedrijven, maatschappelijke instellingen, burgers) steunmaatregelen in het leven geroepen. Ook de provincie Gelderland kent meerdere steunregelingen. Bij de meerderheid van de regelingen is de gemeente geen partij. Voor een aantal aandachtsgebieden is de geldstroom wel via de gemeenten gelopen. Verder zijn, m.n. via het Gemeentefonds, diverse rijkscompensaties verstrekt die wij voor dit doel hebben geoormerkt. Onderstaand overzicht geeft inzicht in deze regelingen en laten tevens zien welke uitgaven in 2020 wij ten laste van deze regelingen hebben gebracht. Voor het complete inzicht zijn hierin ook meegenomen de minderinkomsten alsmede de posten waar door de Corona juist minder is uitgegeven.   

Bedragen x €1.000

Nr. Regeling Compensatie Uitgaven Saldo
1 Subsidie provincie *                  102                  -102                    -  
2 Parkeerbelasting                      2                      -                        2
3 Toeristenbelasting                    94                    -51                    43
4 Lokale culturele voorzieningen                  109                      -                    109
5 Inhaalzorg meerkosten jeugdzorg                    63                    -16                    47
6 Inhaalzorg meerkosten WMO                    30                    -33                    -3
7 Voorschoolse voorziening peuters                    16                      -4                    12
8 Integratie-uitkering Participatie                  223                  -223                    -  
9 Lokale culturele voorzieningen                  107                      -                    107
10 Dorps- en buurthuizen                    26                    -27                    -1
11 Precariobelasting                    10                      -                      10
12 Inzet Extra boa's                    91                      -1                    90
13 Instand houden vrijwilligersorg. Jeugd (scouting)                      7                      -                    -6
14 Instand houden vrijwilligersorg. Jeugd (overig Jeugd)                      7  - 13                       6
15 Extra kosten Tweede Kamer verkiezingen                    62                    -62                    -  
16 Noodopvang ouders cruciaal beroep                    43                      -4                    39
17 Niet innen eigen bijdrage WMO                    63                    -76                  -13
18 Exploitatietekorten sociale Werkbedrijven                  124                  -124                    -  
19 Compensatie oploop opschalingskorting                  127                  -232                -105
20 Sportaccommodaties, derving huur (regeling van VWS)*                    34                    -34                      -
21 Aanvullend pakket re-integratie                    19                      -                      19
22 Gemeentelijk schuldenbeleid                    23                      -                      23
23 Bijzondere bijstand                       8                      -                        8
24 Continuïteit van zorg                    52                      -                      52
25 Compensatie quarantainekosten                      6                      -                        6
26 Uitvoering TOZO *                  356                  -356                    -  
27 Budget "Leefbaarheid" **                      8                      -8                    -  
  Totaal compensatie 2020             1.812              -1.366                446

 

*   Betreft specifieke uitkeringen
** Deel van het reguliere budget Leefbaarheid

Conclusie is dat een bedrag van € 445.856 niet is besteed. Conform raadsbesluit (2e Marap 2020) worden deze niet-besteedde middelen toegevoegd aan de reserve Corona. Voor een deel zijn inmiddels besluiten genomen voor een doelgerichte besteding, bv. de "Tijdelijke Subsidieregeling coronasteun culturele organisaties Montferland 2020".

Naast de hierboven geschetste directe financiële gevolgen hebben de Corona-maatregelen op meer terreinen financiële impact. Denk hierbij aan de doorbetaalde maandbetalingen aan de zorgaanbieders gedurende de Lockdown. Deze wettelijke maatregel was noodzakelijk om het voortbestaan van de zorgstructuur te borgen. Bijkomend aspect is wel dat deze steunmaatregel op gespannen voet staat met de rechtmatigheid. Daar gaan we hierna verder op in.    

 

Rechtmatigheid in de jaarrekening 2020

Terug naar navigatie - Rechtmatigheid in de jaarrekening 2020

Vanuit de wetgever is aandacht gevraagd voor diverse aspecten (ontwikkelingen / maatregelen / besluiten) die op gespannen voet kunnen staan met de rechtmatigheid. Als eerste noemen wij de "Begrotingsrechtmatigheid". Maar het gaat verder.
In onderstaande tabel worden alle aspecten benoemd en wordt aangegeven hoe wij daar in deze jaarstukken mee zijn omgegaan

Aspect Toelichting en verwerking in de jaarstukken
Begrotingsrechtmatigheid (niet door de gemeenteraad geautoriseerde uitgaven)  Door diverse niet-voorziene uitgaven bestaat de kans op overschrijding van de programmalasten. Zoveel als mogelijk hebben wij in de Bestuurs- en managementrapportage 2020 deze uitgaven door de gemeenteraad laten formaliseren. In de paragraaf "Rechtmatigheid" wordt hierover per programma gerapporteerd. 
Formalisering instellen reserve "Corona" Bij raadsbesluit 17 december 2020 (2e Managementsrapportage) heeft de gemeenteraad besloten tot het instellen van deze reserve. Het saldo van niet-besteedde "Corona-middelen" (zie ook hiervoor in deze paragraaf) wordt aan de reserve toegevoegd   
Balanswaarderingen

Hiermee wordt bedoeld de impact van Corona op:

  • Vorderingen bij derden (dubieusheid) ;
  • Verstrekte geldleningen en garanties;
  • Deelnemingen / verbonden partijen;
  • Grondexploitatie;
  • Gebeurtenissen na balansdatum.

Bij de betreffende onderdelen ("Toelichting op de balans", paragraaf "Verbonden partijen" en paragraaf "Grondexploitatie") wordt aandacht geschonken aan de (mogelijke) impact.  

Impact op weerstandsvermogen De in de begroting vermelde scenarioanalyses worden gemonitord in de paragraaf "Weerstandsvermogen". Ook de hernieuwde risicopositie en de gevolgen voor ons weerstandsvermogen (algemene reserve) worden hierin tegen het licht gehouden. 
Betaalde bijdragen en subsidies aan instellingen zonder prestatieleveringen dan wel anders vorm gegeven prestaties

Het was ons allen er veel aan gelegen de infrastructuur in de Zorg in stand te houden. De rijksoverheid en diverse andere geledingen hebben zich ingezet om de gemeenten te bewegen om bijdragen aan zorginstellingen te continueren. Ditzelfde geldt voor het doelgroepenvervoer.
Ook zijn de zorginstellingen tegemoet gekomen door het bekostigen van de Corona-proof maatregelen, de "Meerkosten-regeling". Deze onvoorziene uitgaven waren nodig om de dienstverlening te kunnen laten plaatsvinden.
Omdat gedurende deze periodes geen prestaties zijn geleverd,  of zijn prestaties geleverd in een andere vorm dan vooraf overeengekomen,  zijn deze betalingen niet in overeenstemming met ons normenkader en zouden derhalve onrechtmatig zijn.

Bij raadsbrief van 25 februari 2021 is de gemeenteraad hierover geïnformeerd en meegenomen in onze zienswijze om de doorbetalingen buiten de toetsing van rechtmatigheid te laten. Het gaat om de volgende betalingen .

Bedragen x € 1.000

  Doorbetaling  Meerkosten
WMO - 324 - 33
Jeugdzorg - 212 - 8
Doelgroepenvervoer, incl. leerlingenvervoer -170 -

 

Betaalde subsidies aan instellingen waarbij niet wordt voldaan aan de subsidievoorwaarden

De rijksoverheid en diverse belangenverenigingen hebben zich ook ingezet om gemeenten te bewegen flexibel om te gaan rond subsidies aan regionale en lokale instellingen. Aan een aantal instellingen zijn subsidies verstrekt waarbij men niet heeft kunnen voldoen aan de vooraarden die in de beschikking is gesteld. Ook hiervoor geldt dat dit niet in overeenstemming is met ons normenkader (i.c. Algemene subsidieverordening). In vermelde raadsbrief van 25 februari 2021 hebben wij de gemeenteraad geïnformeerd over ons voornemen om de onrechtmatigheid buiten de toetsing te laten. Het gaat om het volgende. 

Instelling  Toelichting
Diverse initiatieven ihkv 75-jaar vrijheid Heeft in 2020 geen doorgang gevonden. De verstrekte subsidie zijn niet teruggevorderd, maar kunnen worden aangewend voor het moment dat ze definitief doorgaan.
Diverse subsidies  ihkv subsidieregeling  "Cultuur- en ontmoeting" Muziekverenigingen, toneelverenigingen, zangverenigingen en dansgroepen hebben door de door de Corona maatregelen niet kunnen voldoen aan de voorwaarde van 2 openbare optredens in 2020. Wij hebben besloten de subsidies niet terug te vorderen wanneer niet is voldaan aan deze voorwaarde.
Diverse evenementensubsidies Subsidies voor evenementen die in 2020 niet zijn doorgegaan konden worden meegenomen voor de organisatie in 2021.  
Diverse subsidies  ihkv subsidieregeling  "Jeugd- en Onderwijs"

Veel activiteiten zoals organiseren van informatieavonden voor ouders, volgen van opleidingen en trainingen in het kinderopvang, begeleiden van leerlingen in het zelfstandig reizen met het openbaar vervoer, thuis voorlezen in zwakke gezinnen, voorlezen bij het consultatiebureau zijn in 2020 niet doorgegaan. Wij hebben besloten

  • Voor alle subsidies die betrekking hebben op opleidingen en cursussen van pedagogische medewerkers de subsidieverantwoording te verlengen naar 1 mei 2022 in plaats van 1 mei 2021;
  • De subsidie 2020 niet terug te vorderen voor alle partners die niet alle afgesproken activiteiten hebben kunnen aanbieden in verband met Corona;
  • Om met de aanbieders afspraken te maken om in 2021 extra activiteiten te organiseren die bijdragen aan het bereiken van de subsidiedoelstellingen.
Diverse subsidies ihkv subsidieregeling "Maatschappelijke Participatie" Veel groepsactiviteiten zoals koffie-ochtenden, eetgroepen, informatieavonden, financieel straatje en inloopactiviteiten zijn in het voorjaar van 2020 gestopt. Later zijn deze deels in kleinere groepjes opgestart. In plaats daarvan is het aantal individuele contacten toegenomen via (beeld)bellen, e-mailen en 1-op-1 afspraken in de buitenlucht. Wij hebben besloten om bij de komende vaststelling hier rekening mee te houden en de subsidie 2020 niet terug te vorderen voor alle partners die niet alle afgesproken activiteiten hebben kunnen aanbieden in verband met Corona. Dit omdat er voldoende alternatieve dienstverlening is ontwikkeld en de ureninzet in 2020 100% was van wat was afgesproken.

 

Paragraaf J. Rechtmatigheid

Begrotingscriterium

Terug naar navigatie - Begrotingscriterium

Het begrotingscriterium houdt in dat de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s. Onrechtmatige begrotingsoverschrijdingen die conform de richtlijnen van de Commissie BBV meewegen in het accountantsoordeel zijn daarom:

  1. overschrijding niet passend binnen het beleid en tegen beter weten in niet gemeld;
  2. overschrijding passend binnen het beleid maar tegen beter weten in niet gemeld;
  3. overschrijding gecompenseerd door niet direct gerelateerde extra inkomsten waarbij de raad (nog) geen besluit heeft genomen over die extra inkomsten;
  4. overschrijding door activiteiten als boetes, procedures en naheffingsaanslagen tijdens het verantwoordingsjaar;
  5. overschrijding op investeringen met als gevolg hogere kapitaallasten in het jaar van investeren.

De algemene lijn is dus dat begrotingsoverschrijdingen die binnen het beleidskader van de raad passen niet worden meegewogen in het accountantsoordeel. Begrotingsafwijkingen zijn niet strijdig met het budgetrecht mits deze tussentijds of in de jaarrekening achteraf worden gemeld en toegelicht met bijvoorbeeld een verwijzing naar raadsbesluiten of informatieverstrekking aan de raad, zoals ook vastgelegd in het "Budgetkader college 2017".

Vooraf: 
De programmabegroting 2020 is opgesteld met het vorige financiële pakket Civision Middelen. Per 1 januari 2020 wordt gebruik gemaakt van nieuwe financiële programmatuur van Unit4 (UBW) en met de ingebruikname heeft  ook het rekeningschema een upgrade ondervonden. Na de vaststelling van de primaire begroting in november 2019 heeft derhalve een conversie plaatsgevonden met als consequentie dat een aantal budgetten zijn verschoven tussen de programma (samengevoegde budgetten vielen voorheen onder meerdere programma’s). In de loop van 2020 is de programma-indeling op onderdelen aangepast. Bij het afsluiten van het boekjaar 2020, begin april 2021 werd duidelijk dat enkele aanpassingen niet juist waren doorgevoerd.
In de tabel hierna geven wij in 3 kolommen deze verschuivingen aan: twee kolommen met “welke ramingen op de programma’s hebben wij u gepresenteerd (primair en na wijziging) en een kolom met “wat hadden de ramingen per programma moeten zijn (na wijziging)”. Belangrijk is de de constatering dat het enkel verschuivingen betreffen, zonder financiële consequenties. 

bedragen x € 1.000

Programma Programma (T) Begroting 2020 primair
(Programmabegroting)
Begroting 2020 na wijziging
(voor correctie programma-indeling)
Begroting 2020 na wijziging
(na correctie programma-indeling)
1 Relatie inwoners en bestuur 2.434 1.902 4.111
2 Ruimtelijke ontwikkeling 1.261 1.698 1.794
3 Beheer leefomgeving 5.616 6.030 6.030
4 Economie en toerisme 378 -27 235
5 Gezondheid en bevord. gezonde leefstijl 3.315 3.579 5.428
6 Jeugd, onderwijs en cultuur 17.313 16.696 14.488
7 Maatsch. ondersteuning en veiligheid 12.993 16.141 16.258
8 Werk en inkomen 8.700 8.137 8.020
  Algemene dekkingsmiddelen -63.287 -63.958 -63.958
  Overhead en ondersteuning 11.278 9.802 7.594
  Vennootschapsbelasting 0 0 0
Eindtotaal   0 0 0

 

Alleen de lasten van jaarrekening 2020 zijn op programmaniveau beoordeeld op overschrijdingen. Twee programma’s plus de hoofdstukken "Algemene dekkingsmiddelen", " Overhead" en "Vennootschapsbelasting" laten een overschrijding zien. In de onderstaande tabel zijn de geraamde lasten (na wijziging), de werkelijke lasten, het verschil hiertussen en de soort afwijking per programma weergegeven.

bedragen x € 1.000

Programma's

werkelijke lasten 

geraamde lasten 

afwijking (V = voordelig; N = nadelig)   

toelichting

 1 Relatie inwoners en bestuur

4.436 4.579 143 V  De afwijking past binnen de afspraken

 2 Ruimtelijke ontwikkeling

7.446 2.198 5.247 N

Betreft m.n. hogere lasten GREX-woningbouw die worden gecompenseerd door hogere baten; e.e.a. conform de budgetafspraken.

 3 Beheer leefomgeving

15.284 15.378 94 V De afwijking past binnen de afspraken

 4 Economie en toerisme

1.633 572 1.062 N Betreft hogere lasten GREX-bedrijventerreinen die worden gecompenseerd door hogere baten; e.e.a. conform de budgetafspraken. 

 5 Gezondheid en bevordering leefstijl 

5.914 6.042 128 V De afwijking past binnen de afspraken

 6 Jeugd, onderwijs en cultuur 

16.032 16.676 643 V De afwijkingen zijn een gevolg van open-eind-regelingen (Jeugd) 

 7 Maatschappelijke ondersteuning  en veiligheid

16.876 17.308 432 V Binnen de producten  van dit programma zijn er nagenoeg geen overschrijdingen. 

 8 Werk en Inkomen

17.440 20.545 3.105 V Binnen de producten  van dit programma zijn er geen overschrijdingen. De voordelen zijn vereffend met reserves

 Algemene dekkingsmiddelen

2.662 2.500 162 N De afwijkingen passen binnen de afspraken

 Overhead

22.158 18.385 3.773 N Met name de mutaties in de reserves komen in dit programma tot uitdrukking. Hier zijn in de regel aanzienlijke bedragen mee gemoeid. Eén verdere overschrijding wordt veroorzaakt door incidentele kosten op het terrein van ICT. Zie de toelichting in de volgende tabel.  

Vennootschapsbelasting

406 - 406 N De afwijking past binnen de afspraken. De opgenomen verplichting is het resultaat van GREX
 Totale lasten en verschil 110.287 104.182 6.105 N  
 

Toelichting overschrijding uitgaven:

Alleen de programma’s en posten met een overschrijding op de lasten (het autorisatieniveau van uw raad) worden hieronder toegelicht. Het totaalbedrag van deze toelichting sluit daarom niet aan bij het totaal van de afwijking op het betreffende programma. Alleen posten die geleid hebben tot een overschrijding zijn namelijk weergegeven.

bedragen x € 1.000

Programma

Onderdeel

Afwijking

Toelichting

2 Ruimtelijke ontwikkeling

Grondexploitatie- woongebieden

5.854 Administratieve boeking n.l. activeren boekwaarde gronden waar tegenover ook hogere baten staan.

 

Wonen

75 Het gaat om een extra afschrijving van het krediet "plan bouw woningen Wilhelministraat".  De baten komen ook ten gunste van de exploitatie.  Per saldo is er een voordeel van € 57.000.

4 Economie en toerisme

Grondexploitatie

903 Administratieve boeking n.l. activeren boekwaarde gronden waar tegenover ook hogere baten staan.

Algemene dekkingsmiddelen

 Overige baten en lasten

551

De overschrijding kent 2 oorzaken, beide op het terrein van lasten van (voornamelijk voormalig) personeel. Verwezen wordt naar de betreffende toelichting op onderdeel 3.5 "Programma's analyse 3e W-vraag"

Overhead

Informatie en automatisering

80 Diverse uitgaven die op rekeningsbasis de raming overschrijden, maar wel passen binnen het totaal van de "Overhead".
Onderdeel van deze overschrijding is een uitgaaf van € 51.000 voor noodzakelijke koppelingen voor de nieuwe website-programmatuur. Het gaat om een SAAS-oplossing en ingevolge de BBV hoeft deze uitgaaf niet te worden geactiveerd.. 

 

Mutaties reserves

3.819 Het gaat hier sec. om de stortingen  in de reserves. Deze wijken af, voornamelijk door de niet geraamde resultaten binnen de Grondexploitaties. In de toelichting op de balans worden de mutaties toegelicht.  
Vennootschapsbelasting

 Grondexploitatie

406 Deze verplichting is opgenomen i.v.m. de resultaten GREX
 

De geconstateerde overschrijdingen van de uitgaven passen allen binnen het door de raad vastgesteld beleid dan wel komen voort uit het opstellen van de jaarstukken en zijn een gevolg van de rekeningvoorschriften. 

 

Uitgangspunten van de raad

Terug naar navigatie - Uitgangspunten van de raad

De rechtmatige totstandkoming van de uitgaven en inkomsten in de jaarrekening is, naast de getrouwheid, een aspect dat door de accountant beoordeeld moet worden. De accountant moet expliciet verklaren en dus onderzoeken dat de baten en lasten en de balansmutaties in het overzicht van baten en lasten tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting (het begrotingscriterium) en de relevante externe en interne wet- en regelgeving (het voorwaardencriterium).

In het controleprotocol 2019-2022, vastgesteld door uw raad op 21 november 2019, geeft u nadere aanwijzingen aan de accountant over

  • de reikwijdte van de accountantscontrole;
  • de daarvoor geldende normstellingen;
  • de daarbij te hanteren goedkeuring- en rapporteringstoleranties.

Voor de goedkeuring- en rapporteringtoleranties is uitgegaan van de wettelijk voorgeschreven maatstaven.

 Strekking controleverklaring accountant m.b.t. de rechtmatigheid en getrouwheid

  Goedkeurend Met beperking Oordeelonthouding Afkeurend
Goedkeuringstolerantie        
  • fouten in de jaarstukken
    (% van lasten)
≤ 1% > 1% < 3% - ≥ 3%
  • onzekerheden in controle
    (% van lasten)
≤ 3% > 3% < 10% ≥ 10% -
Rapporteringstolerantie
  1. De gemeenteraad heeft als maatstaf gesteld dat de accountant elke fout en onzekerheid vanaf € 125.000 rapporteert.
  2. Voor de specifieke uitkeringen die op basis van de SISA verantwoord worden is de rapporteringstolerantie gelijk aan de BADO, namelijk voor uitkeringen met een omvang:
  • tot € 125.000                            - € 12.500
  • € 125.000 tot € 1.000.00   - 10% van de specifieke uitkering
  • vanaf € 1.000.000                   - € 125.000

Uitgaande van de totale werkelijke uitgaven over 2020 van afgerond € 110 miljoen betekenen de genoemde percentages dat een totaalbedrag van afgerond € 1.100.000 aan fouten en een totaalbedrag aan onzekerheden van afgerond € 3.300.000 in de jaarrekening de goedkeurende strekking van de controleverklaring niet zullen aantasten. 

Verbijzonderde interne controle

Terug naar navigatie - Verbijzonderde interne controle

In de werkprocessen zijn interne beheersingsmaatregelen opgenomen. Binnen een werkproces worden de mutaties  getoetst aan de wettelijke en eigen gemeentelijke regels en uitvoeringsvoorschriften.
Door middel van een verbijzonderde interne controle wordt een onafhankelijke controle van buiten het proces uitgevoerd. Hierbij wordt beoordeeld of de opzet van de administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) daadwerkelijk bestaat en werkt; met andere woorden worden de afspraken nageleefd en wordt er in overeenstemming met de regelgeving gehandeld.

De verbijzonderde interne controle is in 2020 uitgevoerd op basis van het Controleplan 2020. De omvang van het proces is van belang. In overleg met de accountant is de materialiteit hierin bepaald op € 637.000, afgeleid van de goedkeuringstolerantie van 1 % van de geraamde lasten van circa € 91 miljoen minus de controletolerantie van 30% (dus: 70% van 1% van € 91 miljoen). Naast de omvang (in euro) van het proces / de regeling wordt ook rekening gehouden met de volgende aspecten:

  • complexiteit van de regelgeving;
  • bevindingen van voorgaand jaar;
  • wijzigingen in wet en regelgeving;
  • getroffen interne beheersingsmaatregelen;
  • mutaties in procedures / betrokken medewerkers;
  • eventuele andere overwegingen (bijv. politieke focus);
  • mate waarin IT-hulpmiddelen worden benut.

M.b.t. de laatste bullet: In toenemende mate worden de controles systeemtechnisch ingeregeld, dus aan de voorkant. Als gevolg hiervan verschuift de controle zich ook geleidelijk aan naar de betrouwbaarheid en juistheid van de werking van de IT-toepassingen.

Opvallende items die in 2020 in de scope van de accountantscontrole zitten en die voor een deel ook weer terugkomen in de VIC betreffen:

  • Rechtmatige toepassing van de wettelijke aanbestedingsvereisten, i.c. de Europese aanbestedingsgrenzen (evenals in 2019);
  • Toename aantal Sisa-regelingen: van 4 naar 10
  • Ingebruikname programmatuur Unit 4 Business World (UBW): gevolgen voor procesinrichting en de output ("zichtbare functiescheiding geborgd?)    
  • Rechtmatigheidsaspecten rondom Corona: Verstrekkingen die niet voldoen een de vereisten van de (lokale) regelgeving, Op 15 februari j.l. is de raad over dit onderwerp geïnformeerd    

De relevante voorwaarden van de gemeentelijke regelgeving zijn de voorwaarden m.b.t. recht, hoogte en duur.

Uitkomsten toetsing processen aan het voorwaardencriterium zijn:

Processen

Omvang in mln.

fout

onzekerheid

Salarissen (personeel en bestuur)

€ 21,2 mln.

€ 0 € 0

Uitkeringen, loonkostensubsidie en minimabeleid

€ 8,3 mln.

€ 0 € 0

WMO voorzieningen en huishoudelijke hulp

€ 4,3 mln. € 0 € 0

WMO ondersteuning/begeleiding

€ 2,6 mln. € 0 € 0

Jeugdzorg

€ 8,5 mln. € 0 € 0

Inkoop: aanbesteding, factuurverwerking, crediteuren en betaling

€ 54 mln. € 0 € 0

Grondexploitatie

€ 1,0 mln.
€ 0 € 0

Verstrekte subsidies

€ 6,6 mln.
€ 0 € 0

Treasury

Variabel 
€ 0 € 0

Verhuuropbrengsten

€ 1,2 mln. € 0 € 0

Belastingen, rechten en leges

€ 16,3 mnl. € 0 € 0