1. Missie
Terug naar navigatie - 1. MissieDe missie van de gemeente Montferland is om over een weerstandsvermogen te beschikken van ten minste een ratio van 2,0.
De missie van de gemeente Montferland is om over een weerstandsvermogen te beschikken van ten minste een ratio van 2,0.
Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen van de gemeente wordt bepaald door de mate waarin de gemeente in staat is om in de toekomst aan haar financiële verplichtingen te kunnen voldoen.
waardering | Ratio weerstandsvermogen | Kwalificatie |
A | Groter dan 2,0 | Uitstekend |
B | 1,4 tot 2,0 | Ruim voldoende |
C | 1,0 tot 1,4 | Voldoende |
D | 0,8 tot 1,0 | Matig |
E | 0,6 tot 0,8 | Onvoldoende |
F | Kleiner dan 0,6 | Ruim onvoldoende |
Het financieel beleid van de gemeente Montferland is gebaseerd op drie kernindicatoren voor het nastreven van een gezonde financiële gemeente:
Beschikbare weerstandscapaciteit
Conform de nota reserves en voorzieningen 2018 bestaat onze weerstandscapaciteit uit de volgende componenten:
1. De Algemene reserve en de reserve "Verkoop aandelen Nuon;
2. De reserve grondexploitatie (voor zover boven de minimale buffer van € 2,5 miljoen);
3. Begrotingsruimte en de post onvoorzien.
Op grond van deze jaarstukken wordt de weerstandscapaciteit in Montferland als volgt berekend:
Verwachte weerstandscapaciteit | 2019 | 2020 |
Algemene reserve | € 5,1 mln. | € 5,5 mln. |
Reserve verkoop aandelen Nuon | € 15,1 mln. | € 15,1 mln. |
Reserve grondexploitatie | € 2,5 mln. | € 2,5 mln. |
Mutatie Algemene reserve (jaarrekening 2020) | -/- € 0,3mln. | € 2,9 mln. |
Totaal | € 22,4 mln. | 26,0 mln. |
Het verwachte saldo van de Algemene reserve bedraagt per eind 2024 € 5,5 mln.
Dit saldo is vooralsnog vrij besteedbaar.
Het saldo van de reserve verkoop aandelen Nuon wordt na de vaststelling van de nota reserves en voorzieningen in november 2018 meegenomen in de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit. De stand van deze reserve bedraagt ultimo 2020 € 15,8 mln.. Op deze reserve rust echter nog een claim van € 750.000 in verband met dekking voor de impuls aan de nieuwe dorpsvoorzieningen in de kernen.
Het saldo van de Reserve Grondexploitatie bedraagt per ultimo 2020 € 5,0 mln. Deze reserve dient als buffer voor specifieke risico's in de grondexploitatie. In de nota reserves en voorzieningen 2018 is de minimale omvang van deze reserve bepaald op € 2,5 mln. Het bedrag boven deze minimale buffer wordt meegenomen in de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit.
Op basis van de genoemde nota nemen we de onbenutte belastingcapaciteit niet meer mee bij de bepaling van de weerstandstandscapaciteit omdat deze niet direct beschikbaar is (wel latent aanwezig). Hierbij sluiten we aan bij de lijn die de provincie hanteert.
Ten opzichte van 2019 is onze weerstandscapaciteit met ruim € 3,5 mln. toegenomen, met name als gevolg van het positieve rekeningsresultaat.
Benodigde weerstandscapaciteit
Voor de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit heeft er een inventarisatie van individuele risico’s plaatsgevonden. Omdat niet alle risico’s zich in de praktijk gelijktijdig en in volle omvang zullen voordoen is een reëel risicobedrag berekend.
Het reële risicobedrag is het gemiddeld verwachte risicobedrag dat nodig is op korte termijn.
Op basis van de onlangs geactualiseerde risico-inventarisatie zijn 12 risico’s in beeld gebracht en zijn tevens de beheersmaatregelen voor deze risico's aangegeven. Uit deze risico-inventarisatie en –analyse blijkt een reëel risicobedrag van afgerond € 3,87 mln. Hiervan kan € 2,370 mln. worden beschouwd als incidenteel en € 1,5 mln. als structureel.
Dit is de benodigde weerstandscapaciteit van de gemeente.
Indien de berekende weerstandscapaciteit (€ 26,0 mln.) wordt afgezet tegen de benodigde weerstandscapaciteit (€ 3,87 mln.) dan blijkt dat de ratio 6,72 is.
Dit betekent dat de weerstandscapaciteit in Montferland per ultimo het predicaat “uitstekend” krijgt. De omvang van het eigen vermogen en de voorzieningen zijn dus op uitstekend niveau om alle mogelijke risico’s op te vangen. Dit komt vooral omdat wij over een reserve verkoop aandelen Nuon beschikken van ruim € 15 miljoen.
De ontwikkeling van de weerstandsratio over de afgelopen jaren is als volgt:
Risico's
Risicomanagement kijkt per definitie vooruit. Maar de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing is ook voorgeschreven in het jaarverslag. Daarom kijken we ook terug in hoeverre risico's zich hebben voorgedaan die waren opgenomen in de risico-inventarisatie voor de begroting 2020. De drie grootste risico's die zich in 2020 hebben voorgedaan zijn:
Pandemie (overige risico's in de begroting)
Het grootste risico dat is opgetreden is is een risico dat bijna niemand van te voren had verwacht: een pandemie. De financiële gevolgen (zowel direct als indirect) zijn niet volledig in geld uit te drukken. Hoewel het Rijk als uitgangspunt heeft om gemeenten de kosten die ze maken als gevolg van de coronacrisis te compenseren, is het nog maar de vraag of dit in werkelijkheid ook volledig gebeurt. Het is heel goed mogelijk dat er kosten zijn die nog niet zichtbaar zijn ten tijde van de compensatieberekeningen. Het is bijvoorbeeld moeilijk in te schatten hoe hoog de extra kosten worden voor het sociaal domein. Het is bovendien nog gissen naar de precieze gevolgen van de coronacrisis voor de economie, de werkloosheid en de fysieke en mentale gezondheid van de inwoners. Al met al is de financiële impact van de crisis op de gemeentelijke financiën nog onduidelijk.
Bodemverontreiniging (overige risico's in de begroting)
In de risico-inventarisatie was voor het totaal van overige risico's (waaronder bodemverontreiniging) een bedrag opgenomen van € 500.000. In de loop van het jaar is geconstateerd dat vanwege de verontreinigde afdeklaag op het speelterrein Rodingsveen in 's-Heerenberg sanerende maatregelen nodig zijn. De uiteindelijk gekozen variant brengt kosten met zich mee voor een bedrag van € 467.000.
Pensioenvoorziening (gewezen) wethouders
Voor de pensioenvoorziening van (gewezen) wethouders is de gemeente eigen risicodrager. De benodigde gelden voor de toekomstige pensioenen zijn in een voorziening ondergebracht.
Als gevolg van de zeer lage rentestand hebben we in 2020 een aanvullend bedrag van € 571.000 in deze voorziening moeten storten ten opzichte van de primitieve begroting 2020. Deze bijstelling is overigens al grotendeels bijgesteld in de bestuursrapportage.
Toelichting financiële kengetallen
De vijf financiële kengetallen geven samen een beeld van de financiële ontwikkelingen in de gemeente. Eén los kengetal zegt echter weinig over de totale financiële positie. Of een hoge schuldquote voor een gemeente nadelig is, hangt bijvoorbeeld af van het eigen vermogen en hoe groot de kans is dat de schuld weer wordt afgelost. Onderstaande een toelichting op de verschillende kengetallen.
Weerbaarheid: kan de gemeente tegen een stootje?
Netto schuldquote (ongecorrigeerd): De niet gecorrigeerde netto schuldquote geeft het risico voor de gemeente weer als derden niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Denk bij voorbeeld aan een woningcorporatie, die geld heeft geleend bij de gemeente. Hoe lager, hoe beter.
Netto schuldquote (gecorrigeerd): De netto schuldquote geeft aan of de gemeente in staat is de schulden terug te betalen waarvoor zij volledig zelf aan de lat staat. Ook hier geldt: hoe lager, hoe beter
Solvabiliteit: De mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Dit wordt berekend op basis van het eigen vermogen en de bezittingen van de gemeente. Hoe hoger, hoe beter.
Grondexploitatie: Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. Hier geldt: hoe lager, hoe minder risicovol.
Wendbaarheid: kan de gemeente zich relatief snel aanpassen aan veranderende omstandigheden?
Hierbij zijn de volgende kengetallen van belang:
Belastingcapaciteit: De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin bij het voordoen van een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen of ruimte is voor nieuw beleid. Hoe lager hoe beter.
Structurele exploitatieruimte: Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, door de structurele baten en structurele lasten te vergelijken met de totale baten. Hoe hoger, hoe beter.
Indeling categorieën (%) | ||||
Kengetal | A 'Voldoende' | B 'Matig' | C 'Onvoldoende' | |
1a | Netto schuldquote | < 90% | 90-130% | > 130% |
1b |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen |
< 90% | 90-130% | > 130% |
2 | Solvabiliteitsratio | > 50% | 20-50% | < 20% |
3 | Structurele exploitatieruimte | > 0% | 0% | < 0% |
4 | Grondexploitatie | < 20% | 20-35% | > 35% |
5 |
Belastingcapaciteit |
< 95% | 95-105% | > 105% |
Financiële kengetallen Montferland (%) | ||||
Kengetal | Rek. 2019 | Begr. 2020 | Rek. 2020 | |
1a | Netto schuldquote | 65% | 119% | 64% |
1b |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen |
58% | 112% | 57% |
2 | Solvabiliteitsratio | 25% | 20% | 27% |
3 | Structurele exploitatieruimte | 0,31% | -1,6% | 1,15% |
4 | Grondexploitatie | 6% | 5% | 4% |
5 |
Belastingcapaciteit |
107% | 111% | 106% |
Voldoende |
Matig |
Onvoldoende |
De financiële kengetallen dienen in samenhang te worden bezien om onze financiële positie te beoordelen. Onze schuldquotes zijn in 2020 licht verbeterd ten opzichte van 2019. Ook onze solvabiliteit is ten opzichte van 2019 met 2 procent verbeterd.
In 2020 vallen vier kengetallen in de categorie voldoende (netto schuldquote, netto schuldquote gecorrigeerd, structurele exploitatieruimte en grondexploitatie) en één in de categorie matig (solvabiliteitsratio) en één in de categorie onvoldoende (belastingcapaciteit). Rekening houdend met ons uitstekende weerstandsvermogen kunnen we concluderen dat we de financiële positie van onze gemeente als voldoende kunnen kwalificeren.
De gemeente Montferland heeft een grote oppervlakte aan openbare ruimte in beheer. Daarin vinden veel activiteiten plaats zoals wonen, recreëren en werken. Daarvoor zijn kapitaalgoederen nodig zoals wegen, rioleringen, kunstwerken, openbaar groen, openbare verlichting, sportvelden en gebouwen. De kwaliteit van deze kapitaalgoederen en het onderhoudsniveau ervan is in grote mate bepalend voor de beleving van onze inwoners en mensen die in onze gemeente werken en recreeren en niet in de laatste plaats de voorde (jaarlijkse) lasten. We streven hierbij naar een voldoende onderhoud van onze kapitaalgoederen.
Het onderhoud van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte en het onderhoud aan de gemeente gebouwen wordt uitgevoerd conform de door de raad of het college vastgestelde beleids- en beheerplannen. De plannen worden frequent, in de meeste gevallen eens in de vier jaar, opnieuw vastgesteld.
Op basis van de vastgestelde plannen is per kapitaalgoed inzicht gegeven in het gemeentelijk beleid, de doelstellingen, de geplande onderhoudswerken en de kosten daarvan.
Onderstaand een korte toelichting per onderdeel.
Openbare ruimte
In 2020 hebben wij de verschillende kapitaalgoederen in de openbare ruimte onderhouden volgens de door het college vastgestelde beheerplannen. Daarbij wordt zodanig onderhoud gepleegd, dat voldaan wordt aan de door de raad vastgestelde beeldkwaliteit.
Jaarlijks vinden er meerdere schouwen van de openbare ruime plaats. Daarbij worden duizenden locaties geschouwd. Over het jaar heen moet volgens de CROW (CROW is een kennisorganisatie op het gebied van infrastructuur, openbare ruimte, verkeer en vervoer en werk en veiligheid) 90% van de schouwpunten voldoen aan de vastgestelde beeldkwaliteit. Vooral in het groeiseizoen (mei – okt) is dat nagenoeg niet haalbaar op het onderdeel groen. Met een score van 91% in 2020 voldeden wij echter wel aan de norm.
Wegen
De raad heeft in 2017 het beleidsplan wegen 2018 - 2021 vastgesteld. De wegen worden onderhouden volgens de minimale richtlijnen CROW en het door de raad vastgestelde beeldkwaliteitsniveau. De toevoeging aan de voorziening groot onderhoud wegen was in 2020 € 914.757 cf het beleidsplan wegen.
De in 2020 geraamde uitgaven waren € 886.309, waarvan werkelijk is uitgegeven € 832.000. Het verschil wordt veroorzaakt doordat de werkzaamheden aan De Els in Didam (voor een bedrag van € 58.000). Vanwege de weersomstandigheden zijn deze uitgaven doorgeschoven naar 2021.
In 2020 zijn diverse grote en kleinere werkzaamheden uitgevoerd. Onder andere de Netterdseweg in Azewijn, Oude Doetinchemseweg in Zeddam, Manhorstweg en Foxheuvelstraat in Didam, Doetinchemseweg in Kilder, Werfhout in Didam, De Immenhorst in ‘s-Heerenberg, Wehlseweg in Loil en Linthorsterstraat in Stokkkum. Ook diverse fietspaden zijn onderhouden zoals fietspad Brede Steeg en Goorsestraat in ‘s-Heerenberg en fietspaden langs de Zeddamseweg in Braamt. De aansluitingen van de bestaande wegen en de parallelwegen bij de ontbrekende schakel in Lengel zijn gelijktijdig met de realisatie onderhouden.
Voor de onverharde wegen is in 2019 het beleidsplan zand- en halfverhardingswegen 2019-2028 vastgesteld. In 2019 is een pilot uitgevoerd met het stabiliseren van de bovenlaag op de Braamweg in Braamt. In 2020 zou hier een vervolg aangegeven worden met bijeenkomsten met de diverse aanwonenden. Door de corona-maatregelen is dit vertraagd en gestreefd wordt nu om dit in 2021 te realiseren.
Rioleringen
In 2015 is het vigerende GRP 2016-2020 vastgesteld. Dit GRP is met 1 jaar verlengt tot 31-12-2021. Hierin is opgenomen dat met ingang van 2018 een voorziening voor vervangingsinvesteringen wordt gevormd vanuit de exploitatie. Via deze voorziening wordt gespaard voor toekomstige vervangingsinvesteringen. De toevoeging aan de voorziening bedroeg in 2019 € 337.000. Dit bedrag is in 2020 ten gunste van een investering gebracht conform het GRP. Ten opzichte van de begroting was het saldo voor de kostendekking € 403.000 positief. Dit bedrag is toegevoegd aan de voorziening riolering ex. artikel 44 lid 2 van het BBV. In 2020 zijn delen van het drukrioleringssysteem in het buitengebied gerenoveerd wat betreft pompen en besturingssystemen. Daarnaast zijn verstoppingen verholpen en kleinere herstelwerkzaamheden aan het riool uitgevoerd. Vanwege capaciteitsproblemen op de afdeling door ziekte en door personeelswisselingen is de uitvoering van de geplande rioolvervangingen voor 2020 niet voorbereid. Deze worden weer opgenomen in het nieuwe GRP. In 2021 zal een nieuw GRP 2022-2026 worden opgesteld, waarbij wij samen met onze partners van het afvalwaterteam Etten (Doetinchem, Oude IJsselstreek en het Waterschap) het beleidsmatige deel op zullen stellen.
Openbare verlichting
De toevoeging aan de voorziening vervanging lichtmasten was in 2020 € 127.289. De werkelijke uitgaven bedroegen € 62.000. In 2020 zijn ruim 75 armaturen en 20 lichtmasten op diverse locaties in Azewijn, Kilder, Nieuw Dijk, Zeddam en Didam vervangen. In 2020 is door personele onderbezetting ruim € 120.000 minder uitgegeven dan voorzien. Dit betreft diverse projecten die wel voorbereid zijn, maar in 2021 gerealiseerd gaan worden.
In 2020 is het beleidsplan openbare verlichting, waarin duurzaamheid en energie belangrijke thema’s zijn, geactualiseerd. Hierin is ook het amendement verwerkt om in 2020 10% van de verlichting uit te zetten en in 2022 nog eens 10%. Dit zal middels een participatieproces met bewoners uitgewerkt moeten worden. In 2020 is die participatie twee keer opgestart, maar moest door de coronamaatregelen telkens weer afgezegd worden. Naar verwachting kan dit proces nu in het najaar 2021 opgestart worden zodat in 2022 gestart wordt met de uitvoering van het uitschakelen van openbare verlichting.
Civiele Kunstwerken
In 2018 is het beleidsplan civiele kunstwerken 2019-2023 vastgesteld. In 2020 is, conform planning, een bedrag van € 19.000 toegevoegd aan de voorziening groot onderhoud civiele kunstwerken. In 2020 waren er geen werkzaamheden nodig die vanuit de voorziening worden bekostigd. De geraamde uitgaven in 2020 waren € 9.300, maar dit bedrag is al in 2019 besteed aan herstelwerkzaamheden aan het viaduct Oude Doetinchemseweg in Zeddam vanwege verkeersveiligheid.
Openbaar groen
Gedurende het jaar is het reguliere onderhoud aan het openbaar groen en de bomen uitgevoerd. Dit gebeurt grotendeels door onze eigen buitendienst.
In 2020 is het een bomenbeleidsplan door de gemeenteraad vastgesteld.
Daarnaast is een start gemaakt met ecologisch bermbeheer. Er is een pilot uitgevoerd waarbij de bermen anders worden beheerd. Het maaisel wordt afgevoerd en verwerkt tot bokashi (pilot). Deze wijze van bermbeheer bevordert de biodiversiteit. De ervaring wordt gebruikt voor het opstellen van een nieuw onderhoudsbestek.
Sportvelden
Gedurende het jaar heeft er frequent onderhoud plaatsgevonden op de sportvelden, inclusief de beregening van de velden.
Ondanks dat er als gevolg van de Coronamaatregelen minder op de velden is gespeeld, was onderhoud en watergeven op de velden nodig.
Onderhoud gemeentelijke gebouwen
De gemeente heeft in 2020 zeven woningen verkocht. De voorbereidingen voor de bouw van de nieuwe brandweerkazerne zijn in volle gang. Momenteel zijn we bezig met het vergunnings- en aanbestedingstraject. De oplevering van de nieuwe kazerne staat gepland voor de eerste maanden van 2022. We zijn gestart met een onderzoek naar extra verduurzamingsmaatregelen in 2021. In 2020 is de gymzaal in Kilder is in 2020 gerenoveerd. Tenslotte zijn In 2020 de meerjaren onderhoudsplanningen voor de gemeentelijke gebouwen geactualiseerd.
Voor de financiering van de programma’s zijn financiële middelen nodig. Om tijdig en tegen gunstige condities gelden aan te trekken of uit te zetten is de uitvoering van de treasuryfunctie belangrijk.
De treasuryfunctie omvat het sturen, beheersen, verantwoording afleggen over en het toezicht houden op:
De uitvoering van de treasuryfunctie is gebaseerd op artikel 13 van de “Financiële verordening 2017”. Het treasurystatuut, zoals is vastgesteld op 16 februari 2016, geldt nog steeds. Dit treasurystatuut is gebaseerd op de geldende financiële verordening.
In het treasurystatuut is onder andere geregeld dat, conform de opgelegde verplichting door de rijksoverheid, overtollige middelen moeten worden belegd bij de rijksoverheid of bij andere openbare lichamen. Een nadere uitwerking hiervan vindt plaats in het treasurystatuut.
De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) bevat instrumenten om de risico’s te beperken die gemeenten lopen bij het lenen en het uitzetten van financiële middelen. Een belangrijk instrument is de kasgeldlimiet. Hierbij gaat het om het beperken van renterisico’s op de korte schuld. Korte schuld is bedoeld voor het financieren van de lopende uitgaven. De kasgeldlimiet is 8,5% van het begrotingstotaal en bedroeg voor 2020 € 7,5 mln. (afgerond). In 2020 zijn geen kasgeldleningen opgenomen en wordt gebruik gemaakt van het instrument "Schatkistbankieren" om overtollige middelen te stallen. Binnen het Schatkistbankieren mag het tegoed op de bankrekeningen gemiddeld per kwartaal niet hoger zijn dan 0,75% van het begrotingstotaal en bedroeg voor 2020 € 0,7 mln (afgerond). Het meerdere dient tijdelijk te worden belegd in de schatkist. In het derde en vierde kwartaal heeft als gevolg van majeure ontvangsten op een vrijdag of voor een feestdag op kwartaalniveau een geringe overschrijding van het drempelbedrag plaatsgevonden. Als gevolg van de lage rentestanden leverde de belegging in de schatkist geen opbrengsten op.
Belangrijke ontwikkelingen die invloed hebben op de treasuryfunctie zijn de uit te voeren investeringen, de grondexploitatie, de bedrijfsvoering en de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt.
Door onder andere de verkoop van grond op DocksNLD, ontvangen voorschotten Tijdelijke Ondersteuning Zelfstandige Ondernemers (TOZO), ontvangen Covid-19 compensatie is de algemene financieringspositie van de gemeente verder verbeterd. In 2020 is dan ook geen behoefte aanwezig om een nieuwe langlopende geldlening af te sluiten.
In 2020 is het renteniveau nagenoeg ongewijzigd gebleven. Dit is zowel het gevolg van de ruime geldpolitiek van de Europese Centrale Bank (ECB), waardoor in het algemeen de hoeveelheid geld op de geld- en kapitaalmarkt ruim is, als ook van de vertraging van de economische groei. Niet in de laatste plaats door het Coronavirus. Dit heeft er ook toe geleid dat de rente voor de korte-termijn financiering gedurende het afgelopen jaar negatief was en nog steeds is. De rentetarieven voor de langlopende leningen met looptijden tot 15 jaar zijn lange tijd negatief geweest maar zijn door de gevolgen van het coronavirus inmiddels opgelopen. Doordat de ECB weer een ruim opkoopprogramma is gestart wordt voorlopig geen verdere stijging van de rente verwacht. Voor de rest van het lopende jaar wordt dan ook nog geen rekening gehouden met een significante stijging van de renteniveau's.
Bij het aantrekken van langlopende geldleningen wordt de looptijd van een lening afgestemd op de financieringsbehoefte behorende bij het totaal van de investeringen. Investeringen voor de grondexploitatie worden in het algemeen gefinancierd door een lening die een kortere looptijd heeft dan leningen voor investeringen in gebouwen of wegen. Binnen de gemeente is sprake van totaalfinanciering, waarbij leningen niet worden aangetrokken voor specifieke investeringen (projectfinanciering) maar voor het totaal van de financieringsbehoefte.
Met de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is een overeenkomst financiële dienstverlening aangegaan, op basis waarvan deze bankinstelling dagelijks onze banksaldi beoordeelt en intern verrekent met daggeld dan wel tijdelijke belegging via schatkistbankieren.
De te betalen en te ontvangen rente is gebaseerd op het zogenaamde interbancaire tarief, verhoogd c.q. verlaagd met een opslag van 0,40% en als zodanig uiterst concurrerend met andere instellingen. Alle betalingen en ontvangsten lopen via de rekeningen bij de BNG.
Bij de Rabobank loopt een bankrekening uitsluitend voor het afstorten van liquide middelen van de afdeling Publiekszaken.
De financieringsbehoefte is het verschil tussen de boekwaarde van de investeringen en de vaste financieringsmiddelen. Onder vaste financieringsmiddelen verstaan wij de reserves en voorzieningen plus de opgenomen vaste geldleningen. Verder wordt rekening gehouden met de reguliere aflossingen op bestaande geldleningen.
Op basis van de begroting 2020 is de raming, dat de financieringsbehoefte ten behoeve van investeringen gedekt worden uit de aanwezige middelen. Eind 2019 is een kasgeldlening opgenomen die in januari 2020 is afgelost. Verder zijn in 2020 zijn geen korte en langlopende geldleningen afgesloten.
Dit onderdeel geeft inzicht in de samenstelling, de grootte en de rentegevoeligheid van de opgenomen leningen. De (verwachte) mutaties als gevolg van nieuwe leningen, (vervroegde) aflossingen, renteconversies e.d. en bijzondere transacties worden toegelicht.
Bedragen x €1.000 | Balans 1-1-2020 |
Opname 2020 |
Aflossing 2020 |
Balans |
Rente 2020 |
Gem. Perc. |
Totaal langlopende geldleningen | 67.536 | 7.756 | 59.780 | 1.460 | 2,29% | |
Totaal woningbouwleningen | 2.370 | 214 | 2.156 | 93 | 4,13% |
Op de balansdatum resteren voor de gemeente nog 12 langlopende leningen, waarvan twee leningen zijn doorgeleend aan Woningcorporatie Plavei (voormalig Woningstichting Bergh).
Voor de gemeente Montferland zijn geen geplande rente herzieningen. Alle lopende leningen hebben een vast rentepercentage gedurende de resterende looptijd.
Voor 2020 bedraagt het rente risico op vaste schuld € 7,524 mln. en is ruim onder de gestelde renterisiconorm € 17,695 mln.. De komende jaren blijft het rente risico op vaste schuld ruim onder de vastgestelde renterisiconorm van 20% van het begrotingssaldo.
Bedragen x € 1.000
RENTERISICONORM | Jaarrekening 2020 | ||||
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | ||
1a | Renteherziening op vaste schuld o/g | ||||
1b | Renteherziening op vaste schuld u/g | ||||
1 | Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) | ||||
2a | Te betalen aflossingen | 7.970 | 6.978 | 6.987 | 6.996 |
2b | Te ontvangen aflossingen | 445 | 222 | 231 | 240 |
2 | Herfinanciering (2a-2b) | 7.525 | 6.756 | 6.756 | 6.756 |
3 | Renterisico op vaste schuld (1+2) | 7.525 | 6.756 | 6.756 | 6.756 |
4 | Begrotingstotaal | 88.474 | 89.386 | 88.494 | 89.388 |
4a | Het vastgesteld percentage | 20 | 20 | 20 | 20 |
4 | Renterisico norm | 17.695 | 17.877 | 17.699 | 17.878 |
5 | Toets renterisico norm | ||||
Renterisico norm (4) | 17.695 | 17.877 | 17.699 | 17.878 | |
Renterisico op vaste schuld (3) | 7.525 | 6.756 | 6.756 | 6.756 | |
5a=(4>3) | Ruimte onder renterisiconorm | 10.170 | 11.121 | 10.943 | 11.122 |
5b=(3>4) | Overschrijding renterisiconorm |
Renteschema | 2020 | |||
a. De externe rentelasten over korte en lange financiering | +/+ | € 1.615.342 | ||
b. De externe rentebaten over de korte en lange financiering | -/- | € - | ||
Saldo externe rentelasten en rentebaten | € 1.615.342 | |||
c1. Doorberekende rente aan de grondexploitatie | -/- | € 126.500 | ||
c2. Doorberekende rente van projectfinanciering taakvelden | -/- | € - | ||
c3. Rentebaat van doorverstrekte specifieke leningen | -/- | € 102.371 | ||
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | € 228.871 | |||
d1. Rente over eigen vermogen | +/+ | € - | ||
d2. Rente over voorzieningen | +/+ | € - | ||
Aan taakvelden toe te rekenen interne rente | € - | |||
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | € 1.386.471 | |||
e. De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente | -/- | € 1.493.792 | ||
f. Renteresultaat op het taakveld Treasury | € 107.321 |
De bedrijfsvoering omvat in algemene zin alle activiteiten, middelen en systemen waarmee de dienstverlening gerealiseerd wordt.
De omvang van de loonkosten en de formatie van de totale ambtelijke organisatie is:
Formatie en budget ambtelijke organisatie | Jaarrekening 2018 | Jaarrekening 2019 | Begroting na wijz. 2020 | Jaarrekening 2020 |
Loonkosten eigen en ingehuurd personeel (x € 1.000): | ||||
|
17.638 |
18.438 |
20.112 |
19.447 |
|
1.466 | 1.781 | 1.152 | 990 |
19.104 |
20.219 |
21.265 |
20.438 |
|
Formatie in fulltime eenheden (fte’s): | ||||
|
281,65 | 294,06 | 304,02 | 283,27 |
|
0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 |
* De werkelijke bezetting per 31-12-2020 is lager dan de toegestane formatie (304 fte). Dit heeft te maken met niet vervulde vacatures.
Apparaatskosten (ofwel organisatiekosten) zijn de noodzakelijke middelen voor het inzetten van personeel (loon- en overige personeelskosten), organisatie-, huisvestings-, materieel-, automatiseringskosten en dergelijke voor de uitvoering van de organisatorische taken. Apparaatskosten zijn dus alle personele en materiële kosten die verbonden zijn aan het functioneren van de ambtelijke organisatie (exclusief griffie en bestuur).
Kosten x € 1.000 | Jaarrekening 2018 | Jaarrekening 2019 | Begroting na wijz. 2020 | Jaarrekening 2020 |
loon- en overige personeelskosten | 18.746 | 18.574 | 20.332 | 19.742 |
kosten externe inhuur | 1.487 | 1.781 | 1.152 | 990 |
huisvestingskosten | 1.379 | 1.379 | 1..319 | 1.334 |
kosten ICT | 1.852 | 1.939 | 2.141 | 2.221 |
tractiekosten | 413 | 385 | 506 | 502 |
facilitaire kosten | 421 | 253 | 262 | 224 |
overige organisatiekosten | 603 | 826 | 800 | 679 |
totaal | 24.901 | 25.137 | 26.512 | 25.692 |
per inwoner |
€ 698 |
€ 698 | € 736 | € 714 |
Financiën
M.i.v. 2020 is een nieuw administratief systeem ingevoerd, "Unit4 Businessworld". Het jaar 2020 stond, helaas langer dan verwacht, in het teken van implementatie. Ook nog in 2021 werken we de mogelijkheden verder uit om te komen tot vereenvoudiging, vernieuwing en het toekomstbestendig maken van de administratie.
Accountantscontrole en (verbijzonderde) interne controle
De jaarrekening 2019 is voorzien van een goedkeurende controleverklaring van de accountant. De uitvoering van de controle verliep naar behoren, rekening houdende met het gegeven dat de controle op afstand plaatsvond, in de eerste week van de lockdown. Montferland zat wederom bij de eerste gemeenten waaraan de accountant een verklaring kon afgeven (medio mei 2020).
De (kwaliteit van de) verantwoordingen van de gecontracteerde zorgaanbieders WMO en Jeugdwet over 2019 is verder toegenomen. Over 2019 zijn van drie zorgaanbieders geen verantwoording ontvangen (betreft overigens een marginaal bedrag, 0,3% van de omzet). Ter vergelijk: In 2016 waren dit er nog nog 35. De controleverklaringen van de zorgaanbieders (verplicht bij omzet > € 125.000) waarvan Montferland in 2020 diensten heeft afgenomen zijn alle voorzien van een goedkeurende verklaring.
Dit betekent dat nagenoeg 100% van de uitgaven van afgerond € 14,5 miljoen verantwoord zijn, waarvan € 13 9 miljoen voorzien is van een (goedkeurende) controleverklaring (zie grafiek).
Onze organisatieopzet en onze inrichting van de essentiële financiële processen (gericht op functiescheiding van controlerend en autoriserend), in combinatie met de procesbeschrijvingen is een goede basis voor de verbijzonderde interne controle. Hierdoor is het ook mogelijk voor de accountant om zich in toenemende mate te focussen op een meer organisatiegerichte controlestrategie in plaats van een gegevensgerichte. Deze aanpak vormt een goede basis voor de rechtmatigheidsverklaring van het college (vanaf 2021). Ook de rol van de accountant wijzigt hierdoor: Zij beoordeeld m.i.v. 2021 niet langer de rechtmatigheid, maar velt wel een oordeel over de getrouwheid van de exploitatiecijfers en balansmutaties alsmede over de rechtmatigheidsverklaring van het college.
In 2021 zullen wij verder vorm geven aan de wetzwijziging. Ten tijde van het opstellen van deze jaarstukken was de formele wetswijziging nog niet geformaliseerd.
Informatiebeveiliging en privacy 2020
Het Cybersecuritybeeld Nederland (CSBN) van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding over 2020 spreekt over een permanente dreiging door statelijke en criminele actoren. Gedurende het jaar hebben we ervaren wat dat in de praktijk kan betekenen: Het jaar startte met Citrix-files, twee gemeenten en een veiligheidsregio in Oost-Nederland hadden te maken met malware en gijzelsoftware, digitale raadsvergaderingen werden verstoord en updates van legitieme software bleken besmet met ‘achterdeuren’. De gemeente Montferland heeft hiervan geen significante hinder ondervonden maar is wel op de proef gesteld met phishing-mails, pogingen tot zogenaamde CEO-fraude en incidenten bij partners. Er is gewerkt aan het doorlopend op orde hebben van basismaatregelen en het vergroten van de weerbaarheid. De overgang naar het gezamenlijke normenkader voor informatiebeveiliging van alle overheidslagen, de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO), geeft daaraan een nieuwe impuls.
De AVG-privacywetgeving is verder ingebed in de gemeentelijke processen. Inwoners maken inmiddels gebruik van hun recht op gegevensinzage en -verwijdering. Afspraken met toeleveranciers over het gebruik van persoonsgegevens worden vastgelegd en nageleefd. We gaan bewuster om met gegevens van inwoners en steeds vaker wordt bij nieuwe projecten een risico-effectbeoordeling (DPIA) opgesteld, waarbij ook wordt samengewerkt in de regio om te voorkomen dat het wiel opnieuw wordt uitgevonden. Het Bewustwordingsplan Informatieveiligheid is vertraagd door de Covid19 pandemie, maar heeft al geleid tot bewuster ‘klikgedrag’ van medewerkers.
In het voorjaar van 2020 heeft een datalek plaatsgevonden bij aanvragen van inwoners die via de website van de gemeente verliepen. Daarbij zijn persoonsgegevens verwisseld en getoond aan de verkeerde persoon. De oorzaak zat in een technisch manco. Door snel optreden werd het probleem direct verholpen en zijn de betrokkenen persoonlijk ingelicht. Er heeft melding plaatsgevonden aan de Autoriteit Persoonsgegevens.
De gemeente verantwoordt zich elk jaar via de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA) over de kwaliteit van de informatieveiligheid van diverse informatiesystemen zoals Suwinet, BRP, DigiD, BAG, BRO en BGT. Ook de WOZ wordt op termijn toegevoegd en Montferland heeft aan een pilot van VNG deelgenomen. De ENSIA audit over 2020 heeft een aantal aandachtspunten opgeleverd die zijn opgenomen in een verbeterplan.
De focus in de komende periode ligt op “weten wat we niet weten” zodat eventueel malafide ingaande en uitgaande netwerk- en berichtenverkeer eerder gesignaleerd wordt. De VNG ondersteunt gemeenten daarin via het programma GGI-Veilig waaraan Montferland deelneemt. Voor de implementatie daarvan heeft de Raad inmiddels ingestemd met additionele middelen.
Het waarborgen van de betrouwbaarheid van de gemeentelijke informatiesystemen staat centraal. We richten ons op het minimaliseren van schade door het voorkomen van beveiligingsincidenten. Ook in de komende jaren gaat het daarbij om risicobeheersing, niet om het uitsluiten van ieder laatste risico. Het behalen van 100% veiligheid is onmogelijk.
Personeel en organisatie
Integriteit
Jaarrekening 2018 | Jaarrekening 2019 | Jaarrekening 2020 | |
Formatie per 1.000 inwoners | 8,4 fte | 8,5 fte | 8,4 fte |
Bezetting per 1.000 inwoners | 7,8 fte | 8,1 fte | 7,9 fte |
Apparaatskosten per inwoner | € 698 | € 689 | € 714 |
Externe inhuur (% van totale loonsom en kosten inhuur) | 7% | 9% | 5% |
Ziekteverzuim * | 6,7% (4,5%) | 8,4% (6,1%) | 6,6% (5,0%) |
Uitstroom medewerkers | 27 | 18 | 38 |
Doorstroom medewerkers | 5 | 8 | 9 |
Instroom medewerkers | 48 | 29 | 27 |
Factuurbetaling binnen twee weken (onze norm =75%) ** | 85% | 83% | 58% |
* Het ziekteverzuimpercentage is inclusief het verzuim van het personeel met een WSW-dienstverband (vm Laborijn). Het percentage tussen haakjes betreft het verzuim van het ambtelijk personeel exclusief de WSW'ers
** De implementatie van de nieuwe programmatuur Unit4 Business World (UBW) heeft met name in het eerste halfjaar geleid tot een vertraging in het betalingsproces. Deze is ultimo 2020 weer op peil.
Verbonden partijen zijn, volgens artikel 1 Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), die partijen (privaat- of publiekrechtelijk) waarin een gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Van een financieel belang is sprake indien aan de verbonden partij een bedrag beschikbaar is gesteld dat niet verhaalbaar is wanneer de partij failliet gaat of wanneer de gemeente aansprakelijk is voor een bepaald bedrag in de situatie dat de verbonden partij zijn verplichtingen jegens derden niet nakomt. Van een bestuurlijk belang is sprake indien een wethouder, raadslid of ambtenaar namens de gemeente plaatsneemt in het bestuur van de verbonden partij of namens de gemeente instemt, bijvoorbeeld bij een aandeelhoudersvergadering.
Opdrachtgever en eigenaar
De gemeente vervult twee rollen richting de verbonden partijen namelijk de rol van opdrachtgever en de rol van eigenaar.
eigenaar: in de eigenaarsrol beslist de gemeente over de oprichting, missie, de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de verbonden partij. Het gemeentebestuur is mede eigenaar van de verbonden partij en draagt bestuurlijke verantwoordelijkheid (de gemeente neemt deel aan het bestuur). De rol van eigenaar richt zich vooral op de continuïteit en de levensvatbaarheid van de (samenwerking)organisatie.
Het is belangrijk dat de (beleids)doelstellingen van de gemeente ook via de verbonden partijen worden gerealiseerd. De gemeente zelf houdt uiteindelijk de verantwoordelijkheid voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma's in de begroting. In de programma's is al aangegeven welke bijdrage een verbonden partij hieraan levert. Telkens moet worden beoordeeld of een taak wordt uitgevoerd zoals de gemeente dat voor ogen staat en of er voldoende inhoudelijk en financieel toezicht is op het uitvoeren van deze taak.
Kaders
De Wet gemeenschappelijke regeling (Wgr) is er ook op gericht de invloed van de raad op het samenwerkingsverband sterk te maken. Enkele belangrijke punten zijn:
De huidige nota "Verbonden partijen" stamt uit 2012. In het Coalitieprogramma 2018-2022 is o.a. voor het samenwerken in gemeenschappelijke regelingen en/of andere samenwerkingsverbanden een aantal uitgangspunten opgenomen namelijk: de oriëntatie van de inwoners is leidend, helder, de te leveren resultaten moeten transparant en navolgbaar zijn met duidelijke prestatieafspraken en een zo hoog mogelijk democratische legitimiteit. Het voornemen om een nieuwe nota Verbonden Partijen op te stellen is vooralsnog uitgesteld.
Op 19 oktober 2020 heeft de gemeenteraad de startnotitie Missie & Visie voor Montferland vastgesteld en dient deze te worden uitgewerkt. Deze startnotitie omschreef onder andere de volgende visie: Montferland, dé groene poort van Nederland. Deze visie is gebaseerd op de 4 pijlers Logistiek, Leven, Leisure en Landschap. Deze pijlers geven weer waar de gemeente zich voor wil inzetten op korte en lange termijn. Tegelijkertijd besloot de gemeenteraad een traject te starten waarin de koersbepaling voor regionale samenwerking centraal staat. Deze trajecten zijn nu samengevoegd tot één proces.
Indexeringsmethodiek begroting gemeenschappelijke regelingen
De afgelopen jaren bepleitten de Achterhoekse gemeenten één gemeenschappelijk systeem van indexering voor de begrotingen van de gemeenschappelijke regelingen. In de praktijk leidde dit onvoldoende tot het gewenste resultaat omdat enerzijds iedere gemeenschappelijk regeling zijn eigen dynamiek kende waardoor een generieke indexering “te kort door de bocht” bleek. Ook bleek de stem van de Achterhoekse gemeenten een minderheidsbelang te vertegenwoordigen.
Op dit moment ontbreekt een collectief standpunt, maar loopt wel de afspraak dat indexpercentages kritisch worden beoordeeld, zo veel als mogelijk aan de voorkant.
Procedure zienswijzen begrotingen gemeenschappelijke regelingen
Bij alle gemeenschappelijke regelingen stelt het algemeen bestuur de begroting vast. College en gemeenteraad hebben vooraf de mogelijkheid een zienswijze op de begroting te geven. De procedures van de diverse gemeenschappelijke regelingen lopen, ondanks de verruiming, qua tijdsperiode niet parallel aan elkaar en aan die van de reguliere besluitvormingsprocedure van de gemeenteraad. In de procedure adviseert de Auditcommissie de gemeenteraad een zienswijze in te dienen of niet .
De Auditcommissie en uiteindelijk de gemeenteraad doen dit op basis van een door het college vastgestelde notitie waarin kort en bondig geïnformeerd wordt over:
concept advies zienswijze.
In 2020 heeft de gemeenteraad een tweetal zienswijzen ingediend (begrotingen 2020 van de VNOG en de ODA).
Gevolgen Corona bij de de jaarrekeningen 2020 van de verbonden partijen
Op het moment van afsluiten van dit jaarverslag zijn de jaarstukken 2020 van de verbonden partijen nog niet vastgesteld. Informatie over de voorlopige resultaten zijn deels voorhanden. Op basis van deze informatie kan voorzichtig de conclusie worden getrokken dat wij in financiële zin in beperkte mate worden geconfronteerd met hogere bijdragen als gevolg van Corona. Wel zijn er geluiden dat de accountant bij de controle aanloopt tegen onrechtmatigheden als gevolg van Corona.
De eventuele financiële gevolgen zullen wij verwerken in onze Bestuursrapportage 2021.
De benoeming van een bestuurslid kan een bevoegdheid van de raad (raadsregeling) zijn of van het college (collegeregeling).
Gemeenschappelijke regelingen |
Programma |
Burgemeester de Baat |
Wethouder Som |
Wethouder Van Halteren |
Wethouder van Leeuwen |
Wethouder Gerritsen |
Wethouder Mijnen
|
Raadslid |
1. Regio Arnhem Nijmegen (C) |
1 |
bestuur | pfo economie | pfo mobiliteit en pfo duurzaamheid | pfo wonen | |||
2. Euregio Rijn-Waal (R) |
1 |
lid euregioraad | plv lid euregioraad | euregioraad 2 leden + 2 plv leden | ||||
3. Euregio Gronau (R) |
1 |
AB 3 leden + 2 plv leden | ||||||
4. Omgevingsdienst Achterhoek (C) |
3 |
plv AB | AB+DB | |||||
5. Reinigingsdienst de Liemers (R) |
3 |
plv bestuur | bestuur | |||||
6. Vervoersorganisatie regio Arnhem Nijmegen (C) |
3 en 7 |
bestuur | plv bestuur | |||||
7. GGD Gelre IJssel (C) |
5 en 6 |
plv AB | AB | |||||
8. Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers (C) |
6 |
AB en BC | plv AB | |||||
9. Huisvesting Voortgezet Onderwijs in de Liemers (C) |
6 |
plv AB | AB | |||||
10. Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland (C) |
7 |
AB | plv AB | |||||
11. Laborijn (C) |
8 |
AB+DB | plv. AB | AB | ||||
12. Stadsbank Oost Nederland (C) |
8 |
plv AB | AB | |||||
Vennootschappen en coöperaties |
||||||||
Alliander (C) |
Alg |
AA |
plv AA |
|
|
|||
Vitens (C) |
Alg |
|
AA |
plv AA |
|
|
||
Bank Nederlandse Gemeenten (C) |
Alg |
|
AA |
plv AA |
|
|
||
CV AGEM (C) |
3 |
|
|
AL | plv AL |
|
|
|
Agem Gemeentelijke Energie BV |
Alg |
|
|
AA | plv AA |
|
|
|
Leisurelands BV |
4 |
|
AA |
plv AA |
|
|
||
NV Cultuur Centrum Amphion (C) |
6 |
|
AA |
plv AA |
|
|||
Warmtenet Didam BV (per 15 februari 2021) |
3 |
|
|
AA |
|
|
||
Overige |
||||||||
Samenwerkingsovereenkomst West Achterhoek (C) |
4 |
|
|
|
|
stuurgroep |
|
|
Legenda
AA |
afgevaardigde algemene aandeelhoudersvergadering |
AB |
algemeen bestuur |
AL |
afgevaardigde algemene ledenvergadering |
BC |
bestuurscommissie |
(C) |
benoemd door het college |
DB |
dagelijks bestuur |
(R) |
benoemd door de raad |
GV |
gemeentelijk vertegenwoordiger |
plv |
plaatsvervangend |
Bedragen x € 1 | |||
---|---|---|---|
Gemeenschappelijk Orgaan Regio Arnhem Nijmegen gevestigd te Arnhem | |||
Financieel belang | De deelnemende gemeenten dragen bij op basis van het aantal inwoners (per 1 januari voorgaand kalenderjaar). | ||
Jaarrekening 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 | |
saldo van baten en lasten | 84.368 | 0 | 0 |
gerealiseerd resultaat | 84.368 | 0 | 0 |
eigen vermogen | 104.606 | n.v.t. | n.v.t. |
vreemd vermogen | 0 | n.v.t. | n.v.t. |
oordeel accountant | goedkeurend | n.v.t. | n.v.t. |
bijdrage per inwoner | 1,88 | 1,77 | 1,88 |
idem totaal | 67.031 | 67.733 | 67.733 |
Risico’s | De solvabiliteit van de Economic Board is eind 2019 63% | ||
In 2020 is de besluitvorming (in zowel het college als de gemeenteraad) over de versterkte samenwerking binnen de Regio Arnhem Nijmegen afgerond en is per 1 januari 2021 de gemeenschappelijke regeling Regio Arnhem-Nijmegen (ook wel de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen genoemd) in werking getreden. | |||
Bedragen x € 1 | |||
Euregio Rijn-Waal gevestigd te Kleve (Duitsland) | |||
Financieel belang | De deelnemende gemeenten dragen bij op basis van het aantal inwoners. | ||
Jaarrekening 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 | |
saldo van baten en lasten | 192.469 | 8.724 | 6.255 |
eigen vermogen | 1.458.086 | 1.477.000 | 1.650.000 |
vreemd vermogen | 2.166.841 | 1.297.883 | 1.493.767 |
oordeel accountant | goedkeurend | n.v.t. | n.v.t. |
bijdrage per inwoner | |||
idem totaal | 7.275 | 7.350 | 7.375 |
Risico’s | De risico's hangen samen met de gesubsidieerde projecten, waarvan het INTERREG-project de belangrijkst is. Deze eindigt ultimo 2021. Het risico bij gesubsidieerde projecten zit in het gegeven dat subsidiegrondslagen veelal zijn gelimiteerd. Overschrijdingen komen voor rekening van de Euregio. | ||
Bedragen x € 1 | |||
Euregio gevestigd te Gronau (Duitsland) | |||
Financieel belang | De deelnemende gemeenten dragen bij op basis van het aantal inwoners. | ||
Jaarrekening 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 | |
saldo van baten en lasten | 173.860 | 14.505 | 85.415 |
eigen vermogen | 1.880.088 | 1.928.012 | 2.163.868 |
vreemd vermogen | 31.583.984 | 250.000 | 250.000 |
bijdrage per inwoner [1] | 0,29 minus 10% | 0,29 minus 10% | 0,29 minus 10% |
idem totaal | 9.299 | 9.403 | 9.399 |
Risico’s | De belangrijkste financiële risico’s zijn geïnventariseerd met behulp van een risicotabel. Hieruit blijkt dat deze financiële risico’s (in totaal € 1,2 miljoen) zich beperken tot personeelskosten (wachtgeldverplichtingen en arbeidsovereenkomsten met ontslagbescherming). Het lidmaatschap van de gemeente Montferland eindigt op 31 december 2021. | ||
Bedragen x € 1 | |||
Omgevingsdienst Achterhoek gevestigd te Hengelo (Gld) | |||
Financieel belang | Met ingang van 2017 is er sprake van outputfinanciering op basis van af te nemen / afgenomen diensten. In 2019 bedroeg de werkelijke bijdrage van de gemeente Montferland €284.000. Het nadelig saldo wordt voor een deel opgevangen uit het eigen vermogen. Daarnaast wordt een bedrag van € 495.000 ten laste van de partners gebracht. Dit betekent voor Montferland nog een aanvullende bijdrage van € 20.000. | ||
Jaarrekening 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 | |
saldo van baten en lasten | -668.000 | 0 | 0 |
gerealiseerd resultaat | -668.000 | 0 | 0 |
eigen vermogen | -389.000 | 134.000 | 106.000 |
vreemd vermogen | 98.000 | 313.000 | 76.000 |
oordeel accountant | goedkeurend | n.v.t. | n.v.t. |
overige bijdrage | 284.000 | 331.400 | 320.400 |
Risico’s | Outputfinanciering is rechtvaardig maar herbergt ook het risico van grote fluctuatie jaarlijkse gemeentelijke bijdrage als gevolg van verandering economische en/of onvoorziene omstandigheden (stikstofcrisis, PFAS, coronacrisis). | ||
Bedragen x € 1 | |||
Reinigingsdienst de Liemers gevestigd te Zevenaar | |||
Financieel belang | De kosten van de RDL worden toegerekend op basis van nacalculatie. De kosten in de begroting vormen de basis voor de voorschotten die de gemeenten Montferland en Zevenaar betalen, de uiteindelijke afrekening volgt op grond van de jaarrekening. | ||
Jaarrekening 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 | |
saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 |
gerealiseerd resultaat | 0 | 0 | 0 |
eigen vermogen | 0 | 0 | 0 |
vreemd vermogen | 0 | 0 | 0 |
oordeel accountant | Met beperking /afkeurend * | n.v.t. | n.v.t. |
bijdrage totaal | 1.478.462 | 1.473.629 | 1.389.603 |
Risico’s | De RDL is een uitvoerende regeling. Een exploitatieoverschot of –tekort wordt verrekend met de deelnemende gemeenten. De regeling beschikt daarom niet over een algemene reserve. Mede doordat er wijzingen plaatshebben in het afvalinzamelsysteem is het moeilijk is om de hoeveelheden afval op het aanbiedstation vooraf goed in te kunnen schatten. | ||
* Getrouwheid : met beperking (onzekerheid over volledigheid opbrengsten Afvalaanbiedstation. | |||
Rechtmatigheid : afkeurend (fout in de Europese aanbestedingen > 3% van de omzet) | |||
Bedragen x € 1 | |||
Vervoersorganisatie regio Arnhem Nijmegen | |||
Financieel belang | De kosten worden jaarlijks verdeeld: - Organisatie o.b.v. van aantal inwoners met een drempelbedrag van € 5.000 per deelnemer - Regiecentrale, vraagafhankelijk vervoer o.b.v. gebruik en route gebonden vervoer een vaste vergoeding en o.b.v. gebruik - Vervoer o.b.v. gebruik | ||
Jaarrekening 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 | |
saldo van baten en lasten | 155.854 | 0 | 0 |
gerealiseerd resultaat | 0 | 0 | 0 |
eigen vermogen | n.v.t. | 0 | n.v.t. |
vreemd vermogen | n.v.t. | 0 | n.v.t. |
oordeel accountant | Goedkeurend | n.v.t. | n.v.t. |
bijdrage totaal | 511.496 | 565.304 | 454.800 |
Risico’s | De inrichting van het vervoer is gebaseerd op een “open einde” systematiek. Dit betekent dat de kosten oplopen wanneer een gemeente meer inbrengt of dat er in een periode meer ritten hebben plaatsgevonden dan begroot. Dit brengt een financieel risico met zich mee. Claim Munckhof 3 uurs regeling: Als enige vervoerder verzet Munckhof zich nog steeds tegen de aanvullende afspraken betreffende de 3 uurs regeling die gemaakt zijn bij de vorige contracten, de contracten met een looptijd tot en met juli 2020. De lagere vergoeding naar aanleiding van de 3 uurs regeling is in werkelijkheid wel toegepast. Het risico is dat na een eventueel juridisch proces Munckhof in het gelijk wordt gesteld en alsnog de kosten dienen te worden vergoed. Tot en met juli 2020 heeft Munckhof een totaalbedrag van circa € 70.000 geclaimd. | ||
Bedragen x € 1 | |||
GGD Noord- en Oost-Gelderland gevestigd te Apeldoorn | |||
Financieel belang | De indeling van de GGD-taken is: A. Wettelijke GGD-taken (gemeentelijke bijdrage: o.b.v. bedrag per inwoner); B. Wettelijke gemeentelijke taken (gemeentelijke bijdrage: o.b.v. bedrag per inwoner); C. Autonome gemeentelijke taken (gemeentelijke bijdrage: o.b.v. aantal geleverde producten/diensten tegen de kostprijs); D. Externe taken (kosten worden doorberekend aan de externe opdrachtgevers) | ||
Jaarrekening 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 | |
saldo van baten en lasten | -119.000 | -210.000 | -118.000 |
gerealiseerd resultaat | 71.000 | 0 | 0 |
eigen vermogen | 2.838.000 | 2.652.000 | 2.206.000 |
vreemd vermogen | 177.000 | 125.000 | 175.000 |
oordeel accountant | goedkeurend | n.v.t. | n.v.t. |
bijdrage per inwoner | |||
Publieke GGZ | 7,41 | 7,83 | 8,10 |
JGZ | 7,58 | 7,93 | 8,20 |
Totaal * | 14,98 | 15,76 | 16,30 |
Bijdrage totaal | 539.750 | 567.941 | 586.772 |
Risico’s | De GGD werkt (volgens afspraak) met een vuistregel. Daarbij is bij elk risico ingeschat wat de kans is dat een risico zich voor doet en wat de impact is. In deze systematiek wordt uitgegaan van een vierjaarstermijn. Daarnaast wordt onderscheid gemaakt in overhead kosten en kosten in het primaire proces. Uit deze rekensom komt € 1.621.000. Beschikbaar is € 1.618.000 zodat de ratio weerstandsvermogen 1,0 is. Door geen dotatie te verrichten aan algemene reserve zal weerstandsvermogen gehandhaafd blijven. | ||
Bedragen x € 1 | |||
Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers gevestigd te Doetinchem | |||
Financieel belang | De bijdrage van de deelnemende gemeenten is op basis van het aantal meters overgedragen archief. De bijdrage voor de jaren 2019 tot en met 2022 is bepaald op € 131,75 per meter per jaar. Voor Montferland betekent dit afgerond 1.217 meter namelijk: - in beheer 637,625 m - over te brengen t/m 2018 579.000 m totaal 1.216,625 m | ||
Jaarrekening 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 | |
saldo van baten en lasten | 107.994 | 24.676 | -20.900 |
gerealiseerd resultaat | 107.994 | 24.676 | -20.900 |
eigen vermogen | 154.413 | 127.874 | 179.086 |
vreemd vermogen | 513.419 | 471.936 | 476.087 |
oordeel accountant | goedkeurend | n.v.t. | n.v.t. |
bijdrage per meter archief (= inclusief omzetbelasting) | 131,75 | 131,75 | 131,75 |
idem totaal (exclusief compensabele omzetbelasting) | 157.500 | 157.500 | 157.500 |
Risico’s | Een buffer van 10% van de omzet wordt noodzakelijk geacht. De relevante risico’s zijn gering voor het Erfgoedcentrum. Een vermogen van € 20.000 wordt als voldoende geacht. Het eigen vermogen dekt dit bedrag ruimschoots. | ||
Bedragen x € 1 | |||
Huisvesting Voortgezet Onderwijs in de Liemers gevestigd te Zevenaar | |||
Financieel belang | De bijdrage van de deelnemende gemeenten is afhankelijk van het aantal leerlingen van het voortgezet onderwijs dat in gemeente, voor wat betreft het voortgezet onderwijs, is gehuisvest op de teldatum 1 oktober van het voorgaande kalenderjaar. Jaarlijks wordt bij de begroting het aantal leerlingen voor het begrotingsjaar vastgesteld. Daarbij wordt de weging van de soort voortgezet onderwijs in acht genomen. Onder weging wordt verstaan de factor die het Rijk hanteert bij de berekening van de vergoeding per leerling voor huisvestingslasten in de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds. | ||
Jaarrekening 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 | |
saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 |
gerealiseerd resultaat | 0 | 0 | 0 |
eigen vermogen | - | - | - |
vreemd vermogen | - | - | - |
oordeel accountant | goedkeurend | n.v.t. | n.v.t. |
bijdrage | 396.857 | 368.829 | 364.503 |
Risico’s | De verrekening van de werkelijke kosten met de door de afzonderlijke gemeenten Montferland, Duiven en Zevenaar verschuldigde bijdragen aan de gemeenschappelijke regeling geschiedt via de centraal aangehouden “egalisatiereserve huisvesting VO” bij de gemeente Zevenaar. | ||
Bedragen x € 1 | |||
Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland gevestigd te Apeldoorn | |||
Financieel belang | De deelnemende gemeenten dragen vanaf het jaar 2016 bij op basis van het nieuw ontwikkelde verdeelmodel met éénmaal per vier jaar een actualisatie. De eerste actualisatie is in 2021. Het aandeel van Montferland is derhalve voor 2019: 4,12%, 2020: 4,17% en geactualiseerd voor 2021: 4,27% | ||
Jaarrekening 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 | |
saldo van baten en lasten | 8.278.946 | -852.400 | 0 |
gerealiseerd resultaat | 4.202.654 | -539.400 | 0 |
eigen vermogen | 3.640.663 | 1.809.000 | 3.957.663 |
vreemd vermogen | 37.969.230 | 52.672.000 | 39.028.000 |
oordeel accountant | Goedkeurend | n.v.t. | n.v.t. |
bijdrage | 1.845.738 | 1.925.277 | 2.030.000 |
(incl. effect Kadernota | |||
2020 € 192.844 en | |||
indexering € 51.361) | |||
Risico’s | Eind 2018 heeft de gemeentelijke commissie geadviseerd kritisch te kijken naar de risico-inventarisatie en daarbij het benodigde weerstandsvermogen mee te wegen. Bij de uitvoering hiervan zijn risico’s in beeld gebracht met de wetenschap dat het managen van risico’s altijd een continue proces zal blijven, er kunnen zich steeds weer andere risico’s voordoen. Risico’s voor de VNOG zijn bijvoorbeeld: - continuïteit van repressieve dienst kan in gevaar komen door onvoldoende mensen en middelen, door uitval ICT-voorzieningen of door een tekort aan vrijwilligers; - onduidelijkheid rondom verantwoordelijkheid voor aanpassing gebouwen en/of kazernes; - mogelijke aanpassing van de rechtspositie (Wnra) van vrijwilligers kan grote gevolgen hebben, financieel en in paraatheid; - mogelijk wegvallen van exploitatie(baten) bij stoppen bij Openbaar Brand-/ Regionaal Meldsysteem (OMS) met gevaar voor discontinuïteit meldingen. | ||
Bedragen x € 1 | |||
Laborijn gevestigd te Doetinchem | |||
Financieel belang | De uitvoeringslasten worden op basis van twee verdeelsleutels doorberekend n.l.: 1. sociale werkvoorziening (Wsw) voor alle vier gemeenten: op basis van het aantal Wsw’ers in fte per gemeente, 2. niet-Wsw activiteiten voor Aalten, Doetinchem en Oude IJsselstreek: - 50% op basis van aantal personen dat een uitkering ontvangt uit de gemeente en - 50% op basis van het aantal inwoners uit de gemeente. De rijkssubsidie sociale werkvoorziening die de gemeente ontvangt wordt aan Laborijn doorbetaald op basis van de in dienst zijnde Wsw’ers uit de gemeente. Daarnaast een bijdrage in het exploitatietekort op de uitvoering van de WSW. | ||
Jaarrekening 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 | |
saldo van baten en lasten (WSW) | 603.000 | 0 | -1.502.663 |
gerealiseerd resultaat | 1.092.342 | 0 | n.v.t. |
eigen vermogen | 7.221.000 | n.v.t. | 4.356.000 |
vreemd vermogen | 2.038.000 | n.v.t. | 1.184.000 |
oordeel accountant | goedkeurend | n.v.t. | n.v.t. |
doorbetaling rijkssubsidie | 4.813.851 | 4.517.887 | 4.326.209 |
bijdrage in dekkingstekort uitvoeringslasten | 346.448 | 392.203 | 258.072 |
Risico’s | V.w.b. de WSW: de exploitatietekorten lopen op door de stijgende loonkosten en de dalende rijksbijdrage. | ||
Bedragen x € 1 | |||
Stadsbank Oost Nederland gevestigd te Enschede | |||
Financieel belang | De gemeente betaald vanaf 1 januari 2016 aan de Stadsbank a. Voor het programma Algemeen bestuur (de bestaanskosten) naar rato van de afgenomen dienstverlening (75%) en het aantal huishoudens (25%); b. Voor de afgenomen diensten tegen het vastgestelde tarief dus P x Q. | ||
Jaarrekening 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 | |
saldo van baten en lasten | 615.500 | 1.700 | 0 |
gerealiseerd resultaat | 683.900 | 0 | 0 |
eigen vermogen | 1.696.100 | 1.082.200 | 1.293.900 |
vreemd vermogen | 0 | 0 | 0 |
oordeel accountant | Goedkeurend | n.v.t. | n.v.t. |
bijdrage / kosten: | |||
standaard dienstverlening | 121.895 | 122.937 | 133.819 |
bestaanskosten | 139.743 | 147.435 | 152.941 |
additionale dienstverlening | 6.919 | 3.408 | 7.413 |
totaal | 268.557 | 273.780 | 296.804 |
Risico’s | De ratio van het beschikbaar weerstandsvermogen ten opzichte van het benodigde weerstandsvermogen komt eind 2021 uit op 1,7. De ratio wordt hiermee gekwalificeerd als ruim voldoende (tussen 1,4 en 2,0). |
Vennootschappen en coöperaties | |||
---|---|---|---|
Bedragen x € 1 | |||
Alliander gevestigd te Arnhem | |||
Financiën | Jaarverslag 2017 | Jaarverslag 2018 | Jaarverslag 2019 |
aandelen | |||
aantal | 491.120 st. = 0,36% | 491.120 st. = 0,36% | 491.120 st. = 0,36% |
waarde | 5,00 | 5,00 | 5,00 |
jaarresultaat | 203.000.000 | 334.000.000 | 253.000.000 |
dividenduitkering | |||
per aandeel | 0,669 | 1,100 | 0,830 |
totaal | 328.502 | 538.529 | 407.486 |
eigen vermogen | 3.942.000.000 | 4.129.000.000 | 4.224.000.000 |
vreemd vermogen | 3.393.000.000 | 3.363.000.000 | 3.768.000.000 |
solvabiliteit | 57% | 57% | 56% |
Bedragen x € 1 | |||
Vitens gevestigd te Zwolle | |||
Financiën | Jaarverslag 2017 | Jaarverslag 2018 | Jaarverslag 2019 |
aandelen | |||
aantal | 34.716 st. =0,601% | 34.716 st. =0,601% | 34.716 st. =0,601% |
waarde | 1,00 | 1,00 | 1,00 |
jaarresultaat | 47.700.000 | 13.000.000 | 11.100.000 |
dividenduitkering | |||
per aandeel | 3,30 | 0,90 | - |
totaal | 114.562 | 31.244 | 0 |
eigen vermogen | 533.700.000 | 533.000.000 | 533.000.000 |
vreemd vermogen | 975.800.000 | 985.900.000 | 1.086.900.000 |
solvabiliteit | 30,9% | 30,2% | 29,0% |
Bedragen x € 1 | |||
Bank Nederlandse Gemeenten gevestigd te Den Haag | |||
Financiën | Jaarverslag 2018 | Jaarverslag 2019 | Jaarverslag 2020 |
aandelen | |||
aantal | 19.756 st. = 0,035% | 19.756 st. = 0,035% | 19.756 st. = 0,035% |
waarde | 2,50 | 2,50 | 2,50 |
jaarresultaat | 337.000.000 | 163.000.000 | 221.000.000 |
dividenduitkering | |||
per aandeel | 2,85 | - | - |
totaal | 56.305 | 0 | 0 |
eigen vermogen (exclusief hybride kapitaal) | 4.257.000.000 | 4.887.000.000 | 5.097.000.000 |
vreemd vermogen | 132.518.000.000 | 144.802.000.000 | 155.262.000.000 |
solvabiliteit (Trier 1-ratio conform de Basel II regelgeving) | 38% | 38% | 38% |
Bedragen x € 1 | |||
Achterhoekse Groene Energie Maatschappij (coöperatie u.a.) | |||
Financieel belang | De gemeente heeft een startkapitaal ingebracht van € 105.000 in een periode van vijf jaren (2012 tot en met 2016). In 2020 hebben we als aandeelhouder in de Agem Gemeentelijke Energie BV 38 aandelen met een nominale waarde van € 0,01/aandeel ontvangen. Dit is een afzonderlijke verbonden partij. | ||
Jaarverslag 2017 | Jaarverslag 2018 | Jaarverslag 2019 | |
jaarresultaat | -2.064 | 86.703 | 8.879 |
eigen vermogen | 124.719 | 212.121 | 229.698 |
vreemd vermogen | - | - | - |
oordeel accountant | goedkeurend | goedkeurend | vrijgesteld |
Bedragen x € 1 | |||
Agem Gemeentelijke Energie BV | |||
Financieel belang | In 2020 hebben we als aandeelhouder in de Agem Gemeentelijke Energie BV (beheer en exploitatie van transportnetten voor elektriciteit, aardgas en warm water) 38 aandelen met een nominale waarde van € 0,01/aandeel ontvangen. Dit is een zelfstandige besloten vennootschap, met 8 gemeenten rechtstreeks als aandeelhouder. | ||
Jaarverslag 2017 | Jaarverslag 2018 | Jaarverslag 2019 | |
jaarresultaat | Nvt | Nvt | Nvt |
eigen vermogen | Nvt | Nvt | Nvt |
vreemd vermogen | Nvt | Nvt | Nvt |
oordeel accountant | Nvt | Nvt | Nvt |
Bedragen x € 1 | |||
Leisurelands BV | |||
Financieel belang | Gemeente Montferland was deelnemer in de GR Recreatieschap Achterhoek-Liemers (RAL). In 2013 is besloten de activiteiten van RAL deels over te dragen aan de Vennootschap en de RAL te ontmantelen en te liquideren. In 2020 heeft de voorgenomen akte van levering van aandelen plaatsgevonden. Aan de vm. RAL gemeenten zijn 15.107 aandelen overgedragen met een nominale waarde van € 1,00/aandeel. Voor Montferland gaat het om 1.225 aandelen. | ||
Jaarverslag 2017 | Jaarverslag 2018 | Jaarverslag 2019 | |
jaarresultaat | Nvt | Nvt | Nvt |
eigen vermogen | Nvt | Nvt | Nvt |
vreemd vermogen | Nvt | Nvt | Nvt |
oordeel accountant | Nvt | Nvt | Nvt |
Bedragen x € 1 | |||
N.V. Cultureel Centrum Amphion te Doetinchem | |||
Financiën | Jaarverslag 2017 | Jaarverslag 2018 | Jaarverslag 2019 |
aandelen | |||
aantal | 22 st. | 22 st. | 22 st. |
waarde | 450 | 450 | 450 |
jaarresultaat | -111.992 | 4.773 | -94.964 |
eigen vermogen | 353.109 | 357.882 | 262.918 |
vreemd vermogen | 24.147 | 10.791 | 0 |
Bedragen x € 1 | |||
Warmtenetwerk Didam B.V. (per 15 februari 2021) | |||
Financiën | Jaarverslag 2017 | Jaarverslag 2018 | Jaarverslag 2019 |
aandelen | Nvt | Nvt | Nvt |
aantal | Nvt | Nvt | Nvt |
waarde | Nvt | Nvt | Nvt |
jaarresultaat | Nvt | Nvt | Nvt |
eigen vermogen | Nvt | Nvt | Nvt |
vreemd vermogen | Nvt | Nvt | Nvt |
Overig | |||
Bedragen x € 1 | |||
Samenwerkingsovereenkomst bedrijventerreinen West Achterhoek | |||
Financieel belang | De gemeenten zijn verantwoordelijk en dragen financiële risico’s bij een negatieve grondexploitatie na verevening tussen RBT en EBT volgens de verdeelsleutel: - Doetinchem 35% - Montferland 25% - Oude IJsselstreek 20% - Bronckhorst 20% | ||
Jaarrekening 2018 | Jaarrekening 2019 | Begroting 2021 | |
verwacht verlies A18 Bedrijventerrein Doetinchem | 6.400.000 | 1.852.000 | 1.852.000 |
storting in verliesvoorziening A18 Bedrijventerrein (25%) | 1.600.000 | 463.000 | 463.000 |
We willen een efficiënt en rechtvaardig verloop van activiteiten op de grondmarkt bereiken met het oog op het realiseren van publieke doelstellingen als bevordering van het maatschappelijk gewenst ruimtegebruik, het bevorderen van een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten bij gebiedsontwikkeling en het verhogen van de kwaliteit van het ruimtegebruik, de zeggenschap voor de burger en de marktwerking op de grondmarkt.
Gemeentelijk grondbeleid
De hoofdlijnen van het gemeentelijk grondbeleid zijn vastgesteld in de Nota Grondbeleid 2011 (actualisatie volgt in 2021). In deze nota wordt nader ingegaan op:
Het grondbeleid heeft met name grote invloed op programma 2 Ruimtelijke ontwikkeling, programma 3 Beheer leefomgeving en programma 4 Economie en toerisme. De geformuleerde ambities vertalen zich vaak in een vraag naar ruimte en daarmee dus ook naar een vraag over de verdeling van gronden. Daarnaast heeft het grondbeleid een grote financiële impact. Het gaat in het grondbeleid om grote belangen en grote hoeveelheden geld. De eventuele baten, maar vooral de financiële risico’s zijn van belang voor de algemene financiële positie van de gemeente.
Een belangrijk uitgangspunt is, dat de gemeente afhankelijk van de financiële risico’s en eigendomsverhoudingen voor een actief of een faciliterend grondinstrument kiest. Zo zal op uitbreidingslocaties bij voorkeur een actief beleid worden gevoerd. Voor herstructurerings- en inbreidingslocaties zal meer gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden, die de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de daarin opgenomen afdeling grondexploitatie te bieden heeft. De gemeente zal in die gevallen over het algemeen een (actieve) faciliterende insteek kiezen en de kaders stellen. Bij een faciliterend grondbeleid moeten de gemaakte kosten worden verhaald op de grondontwikkelaar. Waar noodzakelijk kan de gemeente binnen de beschikbare financiële bandbreedte een bijdrage leveren. De besluitvorming over ontwikkelingslocaties vindt daarom plaats op basis van de volgende overwegingen:
Planning & control grondexploitatie
Gebiedsontwikkeling en het voeren van een grondexploitatie gaat in fasen en heeft een (door)looptijd van meerdere jaren. Het past daardoor niet goed in de jaarlijkse budgetcyclus. Gelet op de grote financiële impact is planning & control binnen de grondexploitatie essentieel. In verband hiermee zijn in zowel de nota Grondbeleid 2011 als het Budgetkader College de volgende afspraken gemaakt:
Grondprijsbeleid
De gemeente Montferland past marktconforme uitgifteprijzen toe. De vergelijkingsmethode (vaste prijs per m2) geldt in principe voor grondgebonden woningen en bedrijventerreinen. Voor woningbouw wordt onderscheid gemaakt in sociale / betaalbare woningbouw en overige woningen. Bij stapelbouw (woningbouw en commerciële ruimten) wordt de grondprijs situationeel bepaald met gebruikmaking van de residuele methode c.q. grondquote.
Bij nieuwe exploitaties worden eventuele afwijkende uitgifteprijzen ter vaststelling aan u voorgelegd. Per 1 december 2018 zijn 2 nieuwe woningbouw categorieën toegevoegd om te voorzien in meer variëteit in woningtypes en uitstraling en sluiten woningtypologieën en prijsstelling beter op elkaar aan.
De uitgifteprijzen per m2 met prijspeil 2020 en exclusief belastingen zijn:
woningbouw (sociaal max. VON € 172.000) |
€ 175,00 |
(was € 175,00) |
woningbouw (sociaal max. VON € 210.000) |
€ 180,00 |
Nieuw per 1 december 2018 |
woningbouw (sociaal max. VON € 280.000) |
€ 190,00 |
Nieuw per 1 december 2018 |
woningbouw (overig) |
€ 231,00 |
(was € 231,00) |
woningbouw gedifferentieerd (Kerkwijk) |
€ 251,50 |
(was € 251,50) |
bedrijventerrein (EBT) |
€ 124,00 |
(was € 124,00) |
bedrijventerrein (Matjeskolk) |
€ 105,00 |
(was € 105,00) |
bedrijventerrein (DocksNLD) |
€ 125,00 |
(was € 125,00) |
Winst- en verliesneming
Bij de jaarrekening wordt de grondexploitatie per complex geactualiseerd en - indien van toepassing – worden de ramingen van de nog te verwachten lasten en baten bijgesteld. De geraamde verliezen worden verantwoord op het moment dat deze voorzienbaar en onafwendbaar zijn. Er wordt dan per balansdatum een voorziening ‘verlies’ gevormd op basis van contante waarde. De disconteringsvoet die moet worden gehanteerd in de berekening van de contante waarde ten behoeve van het treffen van een verliesvoorziening voor negatieve grondexploitaties wordt voor alle gemeenten bepaald op 2% zijnde het maximale meerjarige streefpercentage van de Europese Centrale Bank voor inflatie binnen de Eurozone.
Conform de richtlijnen BBV dient de geraamde winst van een complex tussentijds te worden genomen op basis van het realiteitsbeginsel. Voor winstneming geldt de methode “Percentage of Completion”. Voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd wordt tussentijds winst genomen naar rato van de voortgang van de grondexploitatie. De tussentijdse winstneming is een waarde correctie die leidt tot een neerwaartse bijstelling van de waarde van het complex en wordt door toekomstige opbrengsten geëgaliseerd.
Tussentijdse winstneming is alleen aan de orde indien voldaan wordt aan de volgende drie randvoorwaarden, namelijk:
In de jaarrekening 2020 heeft dit geleid tot de volgende mutaties, te weten:
Winstneming in exploitatie genomen complexen
Complex |
Naam complex |
Bijstelling winstneming 2020 POC |
Winstneming t/m 2020 POC |
Mutatie in |
P.370 |
Kerkwijk - Didam |
162.736 |
543.901 |
Reserve grondexploitatie |
P.440 |
Beek - Steegseweg |
-13.562 |
543.076 |
Reserve grondexploitatie |
P.460 |
Stokkum - Eltenseweg |
76.118 |
157.140 |
Reserve grondexploitatie |
P.620 |
Azewijn-Hartjenshof |
-1.728 |
67.994 |
Reserve grondexploitatie |
P.810 |
EBT |
32.867 |
3.848.791 |
Reserve grondexploitatie |
P.830 |
Matjeskolk |
10.528 |
1.587.762 |
Reserve grondexploitatie |
P.840 |
DocksNLD |
1.624.485 |
10.426.753 |
Bijdrage A18 Bedrijvenpark* |
Totaal resultaat / toevoeging reserve |
1.891.444 |
17.175.416 |
|
* De tussentijdse winstneming voor de grondexploitatie DocksNLD, conform de voorgeschreven POC methodiek, bedraagt € 8.802.267 euro (winstneming t/m 2019) + € 1.624.485 euro (winstneming 2020) = € 10.426.752 euro (totale winstneming t/m 2020). De winstneming wordt onder aftrek van een latente vennootschap belastingverplichting en bijdrage Amphion als verplichting opgenomen ter zake een bijdrage aan de grondexploitatie A18 Bedrijvenpark van de gemeente Doetinchem. Cijfermatig ziet dit er als volgt uit € 10.426.752 euro (totale winstneming t/m 2020) * 0,75 (kwart inhouding VPB) = € 7.820.064 euro - € 713.416 euro (bijdrage Amphion, zoals vastgelegd in de Samenwerkingsovereenkomst Bedrijventerreinen West Achterhoek) = € 7.106.648 euro bijdrage t/m 2020 aan het A18 Bedrijvenpark. Na de vaststelling van de geactualiseerde grondexploitatie van DocksNLD zal de bijdrage worden overgemaakt.
Mutatie voorziening in exploitatie genomen complexen
Complex |
Naam complex |
Bijstelling verlies in 2020* |
Geraamd verlies t/m 2020 |
P.040 |
Vinkhof-Zeddam |
-8.582 |
328.359 |
P.420 |
Suitbertusschool Stokkum |
-28.552 |
178.914 |
P.450 |
Loerbeek-Mr. Vermeulenstraat |
912 |
36.938 |
P.490 |
Diekmansweide 's-Heerenberg |
70.043 |
71.839 |
Totaal resultaat / mutatie voorziening |
33.822 |
616.050 |
*een negatief getal betreft een neerwaartse bijstelling van de voorziening. De voorziening wordt derhalve kleiner.
Voor een complex met een geraamd negatief resultaat wordt een voorziening ‘verlies’ gevormd om het verlies af te dekken.
Weerstandsvermogen
Ten behoeve van de grondexploitaties zijn twee reserves gevormd, zijnde:
De toevoeging van de reserve vindt plaats door tussentijdse winstneming volgens de methode “Percentage of Completion” en bij het afsluiten van een complex de gerealiseerde winst respectievelijk vrijval voorziening verliesgevend complex. Daar in tegen vindt een onttrekking van de reserve plaats als gevolg van een dotatie aan de voorziening verliesgevend complex. De reserve kent een ondergrens van € 2,5 mln. en een bovengrens van € 5 mln.
De reserve dient ter dekking van het tekort van het Masterplan Centrum ’s-Heerenberg.
Binnen de algemene reserve zijn middelen geoormerkt, die kunnen dienen als buffer voor het opvangen van risico’s. De risico’s in de grondexploitatie moeten, indien het saldo van de reserve Grondexploitatie onvoldoende is, mede hieruit gedekt worden (naast alle andere financiële risico’s). Met ingang van 2019 wordt geen rente meer toegevoegd aan de Reserve Masterplan.
• Raadsprogramma 2014 - 2018
• Nota Grondbeleid 2011
• Budgetkader College
• Nota reserves en voorzieningen 2015
• De structuurvisie Montferland
• De structuurvisie Didam
• Het Masterplan Centrum ’s-Heerenberg
• Het Masterplan Didam
• De vigerende bestemmingsplannen
Het grondbeleid is geen doel op zich. Het is een instrument om andere gemeentelijke beleidsvelden (programma’s) te ondersteunen. Binnen de kaders van het gemeentelijk grondbeleid moeten op economisch verantwoorde wijze onroerende zaken worden beheerd en (nieuwe) bouwlocaties worden (her)ontwikkeld. En wel op een zodanige manier dat ruimtelijk beleid en sectoraal beleid op het gebied van wonen, werken en recreëren kunnen worden gerealiseerd.
Economische situatie en meerjarenperspectief
De Nederlandse economie is zwaar geraakt in het afgelopen coronajaar, maar er is zicht op herstel. De krimp was met 3,8 procent van het bruto binnenlands product historisch groot, maar minder groot dan bij het begin van de pandemie werd gevreesd, en ook minder dan in veel andere landen. Met de komst van meerdere vaccins gloort herstel van het openbare leven en van de economie. De Nederlandsche Bank verwacht in 2021 een groei van ruim 2 procent en volgend jaar ruim 4 procent. Tegelijkertijd blijft de onzekerheid groot. Virusvarianten die bestand zijn tegen de huidige vaccins kunnen roet in het eten gooien. Deze crisis heeft laten zien dat economische ontwikkelingen moeilijk voorspelbaar zijn en dat het loont om fit te zijn om een schok op te kunnen vangen (bron: DNB maart 2021).
Ondanks de economische krimp in 2020 bleven de huizenprijzen gewoon stijgen. De afgelopen twintig jaar zijn de huizenprijzen niet zo hard gestegen als afgelopen jaar (bron CBS). Belangrijke oorzaken lijken de lage hypotheekrente en de schaarste op de woningmarkt.
Het totaal aanbod aan gemeentelijke woningbouwkavels in Montferland bedroeg per 1-1-2020 190 woningbouwkavels. Per 1-1-2021 zijn nog 66 woningbouwkavels beschikbaar waarvan 42 woningbouwkavels zijn gelegen in Kerkwijk. De uitgifte van woningbouwkavels is in 2020 voorspoedig verlopen. Het is aannemelijk dat met enkele jaren, gegeven de schaarste aan woningbouwkavels, ook de resterende woningbouwkavels zijn uitgegeven. Voorbereidingen worden getroffen om te komen tot nieuwe woningbouwplannen in lijn met de opgave uit de regionale woondeal.
Prognose totaal resultaat grondexploitatie
Het resultaat van de totale grondexploitatie komt uit op een positief saldo van € 4,568 mln. eindwaarde. De tussentijdse winstneming in 2020 betreft € 2,053 mln. De totale tussentijdse winstneming t/m 2020 komt daarmee uit op € 17,951 mln.
De verliesvoorziening dient in 2020 met € 10.988 euro te worden verlaagd en komt uit op een totaal t/m 2020 van € 1,216 mln. De genoemde bedragen zijn één op één afkomstig uit onderstaande tabel waarin het totaal overzicht is te zien van alle grondexploitaties.
Bouwgrond in exploitatie (BIE)
Hieronder wordt ingegaan op de in exploitatie genomen gronden gesplitst in woningbouw en bedrijventerreinen.
Woningbouw
In 2020 zijn 17 complexen voor woningbouw actief. In totaal wordt een batig saldo geraamd van circa € 946.000 euro. Dit bedrag is exclusief de reeds verplicht genomen winstnemingen t/m 2020. In het totaal overzicht is per complex inzichtelijk wat het verwachte resultaat is. Tevens is per complex inzichtelijk wat de hoogte is van de winst respectievelijk van het verlies.
Op hoofdlijnen kan worden gesteld dat de uitgifte voorspoedig is verlopen en dat zich binnen de verschillende complexen zich geen bijzonderheden hebben voorgedaan. Als gevolg van de voorspoedige uitgifte kunnen 8 complexen worden afgesloten.
Hieronder wordt nader ingegaan op twee grotere woningbouwcomplexen Kerkwijk en Steegseweg, op de afronding van het Masterplan ’s-Heerenberg en op de af te sluiten complexen.
Kerkwijk Didam (P.370)
Vanwege diverse omvangrijke wijzigingen in de planvorming in de fasen 5, 6 en 7 van Kerkwijk in 2018 (aanpassing omvang plangebied en een herverkaveling) is verplicht de grondexploitatie herzien. Deze herziening van de grondexploitatie met alle wijzigingen is op 27 september 2018 vastgesteld.
Nadat de gewijzigde planvorming was vastgesteld heeft veelvuldig overleg plaatsgevonden met de ontwikkelende partijen Klok, Rotij en VWR om te komen tot aanvullende afspraken gegeven deze nieuwe planopzet en met inachtneming van de aanwezige Bouwclaimovereenkomst. In de loop van 2019 is consensus bereikt met de ontwikkelende partijen over de exacte invulling van de fasen 5, 6 en 7. Hierbij moet gedacht worden aan waar welke partij welk type woning zal ontwikkelen met welke VON prijs. Vervolgens is door partijen ingezet op de verkoop en gegeven de gunstige marktomstandigheden zijn in 2020 in totaal 76 woningbouwkavels verkocht in de fase 5, 6 en 7.
Daarnaast zijn in de fase 1 t/m 4 ook 9 woningbouwkavels verkocht. In totaal zijn nog 44 woningbouwkavels te koop waarvan 6 zijn gelegen in de fasen 1 t/m 4 en 38 woningbouwkavels zijn gelegen in de fasen 5, 6 en 7.
Parralel aan de verkoop van de woningbouwkavels van 5, 6 en 7 is gewerkt om te komen tot de realisatie van het bouw- en woonrijp maken van deze fasen. Ook de fysieke afronding van de fasen 1 t/m 4 is verder ter hand genomen. De werkzaamheden en de uitgaven lopen in de pas.
Het einde van de ontwikkeling van Kerkwijk komt in zicht. Waar enkele jaren geleden voor de ontwikkeling nog een verliesvoorziening moest worden getroffen van circa € 0,25 miljoen is in enkele jaren het resultaat sterk verbeterd zodanig dat nu een positief resultaat resteert van circa € 0,7 miljoen. Van omvangrijke risico’s is geen sprake meer.
Steegseweg (P.440)
In 2020 zijn 9 woningbouwkavels verkocht waarbij tevens voor de laatste 3 beschikbare kavels voorbereidingen worden getroffen om deze in 2021 uit te geven. Na de eerste uitgifte van grond in 2010 zal in 2021 zeer waarschijnlijk de laatste uitgifte van grond gaan plaatsvinden. In 2020 zijn voorbereidingen getroffen om te komen tot een afronding van het gehele complex voor wat betreft het bouw- en woonrijp maken. Bij deze voorbereidingen zijn enkele uit te voeren werkzaamheden aan de orde gekomen die in de aanvankelijke raming niet waren voorzien. Het betreft het doorvoeren van de laatste inzichten qua riool-ontwerp en qua waterhuishoudkundig plan. Tevens worden beschadigingen in het openbaar gebied weggenomen en wordt in voldoende groenaanplant voorzien. Aanvankelijk was circa € 250.000 euro voorzien om te komen tot afronding van het complex. Als gevolg van de nieuwste inzichten is circa € 330.000 euro nodig. Het positieve resultaat daalt hierdoor als gevolg en komt uit op een positief resultaat van circa € 626.000 euro eindwaarde.
Masterplan ‘s-Heerenberg
Het Masterplan ’s-Heerenberg is afgerond. Het restant van de reserve Masterplan 's-Heerenberg ad. € 409.000 is vrijgevallen ten gunste van de exploitatie. Eventueel toekomstige uitgaven kunnen worden gedekt middels een onttrekking aan de reserve grondexploitatie. Deze reserve bedraagt ultimo 2020 € 5 miljoen, zijnde de maximale omvang op basis van de nota reserves en voorzieningen 2018.
Af te sluiten complexen
In het onderstaande overzicht zijn alle af te sluiten complexen weergegeven waarbij per complex inzichtelijk is wat de totale winst of verlies is inclusief de bijstelling ervan in 2020.
Complex |
Naam complex |
Bijstelling verlies 2020 * |
Totaal verlies bij afsluiting |
Bijstelling winstneming 2020 * |
Totale winst bij afsluiting |
P.210 |
Zinderberg Kilder |
-44.513 |
463.951 |
|
|
P.430 |
Trambaan Lengel |
-3.818 |
70.389 |
|
|
P.504 |
Emmerikseweg |
|
|
29.982 |
103.139 |
P.507 |
Kloosterhof 's-Heerenberg |
|
|
381 |
74.161 |
P.610 |
Sportveld Kilder |
|
|
133.333 |
282.973 |
P.640 |
Klimop Polstraat Didam |
|
|
-13.888 |
134.119 |
P.660 |
't-Raland Didam |
|
|
11.884 |
180.830 |
P.670 |
Antoniusschool Nw-Dijk |
3.521 |
65.196 |
|
|
Totaal resultaat / mutatie voorziening |
-44.810 |
599.536 |
161.692 |
775.222 |
*een negatief getal betreft een neerwaartse bijstelling van de verlies voorziening of van de winstneming. De voorziening of de winstneming wordt als gevolg kleiner.
Bedrijventerreinen
In 2019 zijn 3 complexen voor bedrijventerreinen actief. Het betreft het complex Matjeskolk in Loerbeek en de twee complexen Euregionaal Bedrijventerrein (EBT) en DocksNLD beide in ’s-Heerenberg. Binnen de complexen Matjeskolk en EBT hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan.
Voor de drie complexen tezamen wordt een batig saldo geraamd van € 3,621 mln. Dit bedrag is exclusief de reeds verplicht genomen winstnemingen t/m 2020. In de tabel met het totaal overzicht zijn de complexen nader uiteengezet en is ook per complex de winstneming t/m 2020 weergegeven.
Hieronder lichten we van DocksNLD (gemeentelijke grondexploitatie) en van het A18 Bedrijvenpark (grondexploitatie Doetinchem) de stand van zaken toe. De gemeenten Bronckhorst, Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek hebben een Samenwerkingsovereenkomst Bedrijventerrein West-Achterhoek gesloten in 2010 voor het ontwikkelen van het A18 Bedrijvenpark en DocksNLD. De resultaten van beide terreinen worden onderling verevend. De gemeente Montferland heeft een aandeel van 25% in deze samenwerking.
DocksNLD (P.840)
Op DocksNLD is nog 1 kavel beschikbaar van circa 4 hectare. Medio 2020 heeft een geïnteresseerde partij waar lang mee is gesproken laten weten als gevolg van Corona af te zien van de aankoop van dit laatste perceel. Aanvankelijk was met deze partij overeengekomen dat de gemeente de huidige entree van het bedrijventerrein zou aanpassen zodanig dat het voorgenomen distributiecentra kon worden ontwikkeld. Vanwege het afhaken van deze partij zijn de aanpassingskosten voor de entree niet meer nodig.
Na het afhaken van voornoemde partij zijn medio 2020 direct gespreken gestart met een andere geïnteresseerde partij om te komen tot uitgifte van het laatste perceel. In 2021 zal zeer waarschijnlijk het perceel worden verkocht aan deze partij (koopovereenkomst is immers in maart 2021 getekend). Als gevolg van het vervallen van de verplaatsingskosten en de verkoop van het laatste kavel verwachten wij een voordelig resultaat van circa. € 12.9 mln. eindwaarde (jaarrekening 2019: € 12.4 mln. eindwaarde).
A18 Bedrijvenpark
In 2020 is circa 2,8 hectare aan grond gepasseerd bij de notaris. Daarnaast liggen er nog voor 4,5 hectare aan koopovereenkomsten die zullen passeren in 2021 en de daaropvolgende jaren. In totaal is er nu 29,5 hectaren verkocht op een totaal van circa 75 hectare.
Er zijn volop gesprekken gaande met geïnteresseerde bedrijven. In totaal gaat het hierbij om circa 51 hectare waar belangstelling voor is (meerdere geïnteresseerde voor dezelfde grond). De invloed van Corona op de grondverkopen is vooralsnog beperkt. De belangstelling voor kavels blijft onverminderd groot. Een blijvend risico betreft de striktere eisen rond stikstof waardoor de herziening van het bestemmingsplan voor het noordelijke deel stagneert.
Er wordt een nadelig resultaat verwacht van circa € 415.000 eindwaarde (jaarrekening 2019: € 1.852.000 eindwaarde). Gegeven ons aandeel van 25% in de samenwerking zal een voorziening worden getroffen van € 103.750 euro.
In deze paragraaf geven wij inzicht in de gerealiseerde lokale heffingen en woonlastendruk 2020 in de gemeente Montferland. De heffingen van de gemeente zijn te verdelen in:
Bedragen x € 1.000
|
Begroting 2020 |
Realisatie 2020 |
a. Belastingen |
|
|
Onroerende zaakbelastingen |
7.103 |
7.115 |
Hondenbelasting |
269 |
268 |
Toeristenbelasting |
291 |
334 |
Reclamebelasting |
27 |
40 |
Totaal belastingen |
7.690 |
7.757 |
b. Rechten en leges |
|
|
Afvalstoffenheffing |
3.306 |
3.338 |
Rioolheffing |
4.140 |
4.136 |
Baatbelasting |
3 |
3 |
Rechten begraafplaats |
120 |
140 |
Marktgelden |
19 |
30 |
Leges |
1.784 |
2.132 |
Totaal rechten en leges |
9.372 |
9.779 |
Onroerende zaakbelastingen / WOZ
De onroerendezaakbelastingen (OZB) zijn algemene dekkingsmiddelen. Wanneer andere structurele dekkingsmiddelen, inclusief mogelijke bezuinigingsmaatregelen, ontoereikend zijn, kan deze belasting autonoom worden verhoogd. Dit in tegenstelling tot de bestemmingsheffingen zoals afvalstoffenheffing waarvan de opbrengst niet hoger dan kostendekkend mag zijn.
De tarieven 2020 zijn berekend naar de nieuwe vastgestelde WOZ-waarde met waarde peildatum 1 januari 2019.
Tarieven 2020 (% van de WOZ-waarde):
Soort tarief |
Woningen |
Niet-woningen |
Gebruikerstarief |
n.v.t. |
0,1809% |
Eigenarentarief |
0,1411% |
0,2245% |
Hondenbelasting
Deze belasting is gebaseerd op artikel 226 van de Gemeentewet. De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden. Het tarief voor de eerste hond is lager dan het tarief voor elke volgende hond in een huishouden. Voor kennelhouders die geregistreerd staan bij de Raad van beheer op kynologisch gebied geldt een vast tarief. Er geldt een vrijstelling voor blindengeleidehonden, politiehonden en honden jonger dan drie maanden die bij de moederhond verblijven.
Tarieven 2020:
Eerste hond | € 66,26 |
Tweede hond | € 95,13 |
Kennel | € 214,83 |
De opbrengst 2020 is €268.000 en is nagenoeg gelijk aan de raming.
Toeristenbelasting
In de gemeente Montferland wordt toeristenbelasting geheven voor het overnachten in o.a.: recreatiebungalows, campings, hotels etc. De toeristenbelasting is verschuldigd als er tegen betaling een overnachting wordt aangeboden, voor personen die niet in onze gemeente staan ingeschreven. Het tarief toeristenbelasting 2020 bedroeg € 1,25 per overnachting. De opbrengst is € 334.000 en is € 43.000 hoger dan de raming.
Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing wordt ingezameld en doorberekend volgens het “Diftar-principe”. Dat betekent dat naast een vast bedrag tevens een bedrag per lediging in rekening wordt gebracht.
Voor de hoogbouwpercelen is het diftar systeem niet mogelijk, aangezien hiervoor nog geen goed werkend systeem bestaat. Hiervoor geldt een vast bedrag.
Tarieven 2020:
Basistarief 280 liter container | € 172,00 |
Basistarief 180 liter container | € 172,00 |
Bedrag per lediging 280 liter container | € 8,00 |
Bedrag per lediging 180 liter container | € 6,00 |
Hoogbouw eenpersoonshuishouden | € 213,00 |
Hoogbouw meerpersoonshuishouden | € 232,00 |
Rioolheffing
De rioolheffing kunnen worden geheven van de eigenaar en/of de gebruiker van een perceel dat op de gemeentelijke riolering is aangesloten. In onze gemeente wordt de rioolheffing geheven, van de gebruiker, op basis van het waterverbruik.
Het tarief voor 2020 bedroeg € 2,30 per kubieke meter waterverbruik.
De opbrengst 2020 zal pas definitief bekend zijn na het opstellen van de afrekeningen door Vitens (maart en augustus 2021). Vooralsnog gaan we uit van een totale ontvangst, inclusief afrekening, van € 4.136.000 en dit is € 4.000 hoger dan geraamd.
Marktgelden
In ’s-Heerenberg kennen we een wekelijkse markt, waar voor de gemeente marktgelden in rekening brengt. In Didam heeft de gemeente geen bemoeienis met de wekelijkse markt. In Didam worden uitsluitend leges geheven voor de jaarmarkt. De tarieven zijn ten opzichte van 2019 gelijk gebleven. De opbrengsten vertoonde de afgelopen jaren een dalende tendens maar is in gestabiliseerd.
Leges
Onder de naam leges worden rechten geheven voor het verlenen van diensten door de gemeente. De leges staan genoemd in de Legesverordening 2020 en de tarieventabel die daar bij hoort. De hogere opbrengst ten opzichte van de begroting wordt met name veroorzaakt door de hogere leges omgevingsvergunningen.
Bedrag x € 1.000
|
Begroting 2020 |
Realisatie 2020 |
Reisdocumenten en rijbewijzen |
342 |
355 |
Huwelijken en overige leges publieksbalie |
100 |
100 |
Omgevingsvergunningen |
1.167 |
1.471 |
Leges bestemmingsplan (wijziging/vrijstelling) |
130 |
145 |
Leges overig |
45 |
61 |
Totaal leges |
1.784 |
2.132 |
De inwoners van de gemeente Montferland met een periodieke WWB-, A.O.W.-, W.A.O.- of A.N.W. - uitkering hebben tegelijk met de aanslag 2020 een brief ontvangen waarin vermeld stond dat zij in aanmerking kwamen voor kwijtschelding en de aanslag afvalstoffenheffing basisbedrag en rioolheffing derhalve niet hoefden te betalen. In totaal zijn dit 174 huishoudens.
In 2020 hebben 182 inwoners een toekenning ontvangen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding op basis van aanvraag. In 2020 hebben 83 inwoners een afwijzing ontvangen op het kwijtscheldingsverzoek.
Na de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in 2007 volgde met de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet een nieuwe tranche aan transities. De uitvoering van deze nieuwe taken ging gepaard met in de tijd oplopende bezuinigingstaakstellingen. De budgetten die beschikbaar zijn gesteld voor deze nieuwe taken zijn gebundeld in één budget voor het sociaal domein. Uit dit budget moet de gemeente de volgende uitgaven bekostigen:
Voor de gemeentelijke monitor Sociaal Domein verwijzen we u naar Hoofdstuk 4.4. Monitor bezuinigingen 2020. In deze monitor vind u ook de bezuinigingen in het Sociaal Domein.
Hier wordt een weergave gegeven van de stand van zaken van alle bezuinigingsopgaven tot en met het jaar 2020. Het blijkt andermaal lastig om het precieze effect van een maatregel te becijferen. Eén van de redenen daarvoor is dat een aantal maatregelen hetzelfde effect beogen en dus moeilijk te zeggen valt welk effect aan welke maatregel is toe te schrijven. Bovendien hebben we in het sociaal domein te maken met een telkens veranderende omgeving; het vlak van wetgeving en inkoop is in beweging en ook de autonome ontwikkelingen van aantallen aanvragen hebben invloed op het effect “onder aan de streep”.
Het pakket maatregelen uit 2017 is grotendeels gerealiseerd. De totale realisatiegraad ligt met 95% van de doelstelling zelfs boven het percentage dat op basis van ervaringen uit het verleden verwacht mag worden. Uiteraard moet deze ontwikkeling gevolgd worden, maar directe acties zijn hier niet nodig. Voor het pakket uit 2019 bereiken we momenteel nog niet de gewenste realisatiegraad, meerdere redenen liggen daar (mogelijk) aan ten grondslag. 2020 is het eerste jaar waarin de maatregelen uit dit pakket hun vruchten zouden moeten afwerpen, het is logisch dat er in het eerste jaar aanloopproblemen zijn en dat niet alles gerealiseerd wordt. In 2020 werd de realisatie van een deel van de maatregelen bemoeilijkt als gevolg van de coronabeperkingen. Daarnaast lijkt het erop dat we met het pakket van 2019 bij het “hoger hangende fruit” zijn aanbeland. Maatregelen die gewaagder zijn en meer moeite kosten om te realiseren, waarbij ook de meetbaarheid van het financiële effect van die maatregelen moeilijk is.
Met de gemeenten in de Achterhoek is intensief samengewerkt. In het bijzonder moet dan gewezen worden op de stappen die gezet zijn om te komen tot een nieuwe manier van inkopen van Wmo. Jeugdzorg en Beschermd wonen. Niet langer op basis van het open house model, maar door middel van een openbare aanbesteding. Wmo, Jeugdzorg en Beschermd wonen worden ingedeeld in segmenten waar de aanbieders op basis van een lumpsum kunnen inschrijven. Naar verwachting zal deze nieuwe manier van inkopen voor onze gemeente leiden tot een lichte kostendaling voor met name de Jeugdzorg en Berschermd wonen.
De transities sociaal domein zijn gepaard gegaan met forse kortingen op het door het rijk beschikbaar gestelde budget. Dit geldt met name voor de Jeugdzorg. Daarnaast is Montferland een nadeelgemeente. Dat wil zeggen dat het verschil tussen de inkomsten uit het verdeelmodel en de historische uitgaven voor Jeugdzorg in Montferland nadelig uitpakken. Het betreft in totaal een structureel tekort van circa € 2 mln. Dit structurele tekort op de Jeugdzorg kan niet opgevangen worden binnen de Jeugdzorg zelf. De belangrijkste redenen hiervoor is dat het een openeinderegeling betreft in combinatie met de hoogte van de korting.
Het afgelopen jaar zijn er stappen gezet om de kosten terug te dringen. Met de zorgaanbieders is kritisch gekeken naar de kosten van Jeugdzorgtrajecten. Dit heeft geleid tot een kleine daling van de gemiddelde kostprijs per traject. Verder moet gedacht worden aan de inzet van praktijkondersteuners bij huisartsen en het bieden van ambulante hulpverlening door het sociaalteam. Beide voorkomen onnodig gebruik van professionele jeugdhulp.
Een probleem blijft dat groot aantal verwijzingen naar Jeugdzorg gebeurt buiten de gemeente om, door rechters en huisartsen. De kosten van deze zorg kan de gemeente niet kritisch op kosten toetsen.
De gemeente maakt deel uit van de GR Laborijn voor wat betreft de uitvoering van de Wsw. Het aanwijzingsbesluit werd gecontinueerd. De rijksbijdrage per SE’er is in 2020 in tegenstelling tot 2019 gestegen. Deze extra bijdrage was niet voorzien. Daarnaast is op de salariskosten ook een positief resultaat geboekt. Samen met een eenmalige bate naar aanleiding van de uittreding van Oude IJsselstreek wordt voor onze gemeente een teruggaaf voorzien van € 185.000.-
De gevolgen van het Covid-19 virus en de noodzakelijke maatregelen die hiervoor zijn getroffen werken door in diverse geledingen van onze samenleving:
Ook op onze bedrijfsvoering waren en zijn er de nodige gevolgen.
In de loop van 2020 werd de impact geleidelijk aan duidelijk, direct en indirect. Volledig inzicht zal er pas zijn in 2021 en volgende jaren. Wij gaan in 2021 dit inzicht vergroten en gaan in overleg met de gemeenteraad zoeken naar wettelijke en financiële mogelijkheden welke maatregelen genomen kunnen worden om de negatieve gevolgen zo veel mogelijk op te vangen c.q. te verzachten. Een voorstel hiertoe is thans in voorbereiding.
Op meerdere plaatsen in deze jaarstukken 2020 komt het onderwerp "Corona" aan bod. In deze paragraaf "Corona", die wij vooralsnog alleen voorzien voor de jaren 2020, 2021 en (waarschijnlijk) 2022, zoomen wij in op de volgende aspecten :
Hier volgens meerdere financiële overzichten.
Op de eerste plaats gaat het om de zgn. TOZO-regeling. Deze regeling (zie voor verdere informatie de verantwoording in programma 8) is één van de twee rijkscompensaties die is verlopen via een specifieke uitkering.
Bedragen x €1.000
Regeling |
(Netto) uitgaven levensonderhoud |
(Netto) besteding kapitaalverstrekking (+aantal besluiten) |
Totaal |
Tozo 1 (1 mrt tot 1 juni 2020) | - 1.834 (503) | -147 (33) | - 1.982 |
Tozo 2 (1 juni tot 1 oktober 2020) | - 287 (107) | -15 (9) | - 302 |
Tozo 3 (1 oktober t/m 31 december 2020) | - 267 (100) | - 23 (4) | - 290 |
Totaal | - 2.389 (710) | - 184 (46) | - 2.573 |
De TOZO wordt op basis van werkelijke kosten en een vast bedrag per aanvraag voor de uitvoeringskosten afgerekend. Deze afrekening maakt onderdeel uit van de accountantscontrole bij de programmarekening (SISA). Van het bevoorschotte bedrag van ruim € 6,1 mln. is ruim € 2,5 miljoen besteed. Het restant is als transitorische post op de balans gezet. De uitvoeringskosten maken afzonderlijk deel uit van het 3e overzicht.
Op de tweede plaats brengen wij hierna op programmaniveau in beeld wat de financiële gevolgen zijn. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in gevolgen door meeruitgaven (nadeel), minderkomsten (nadeel) en minderuitgaven (voordeel).
Bedragen x €1.000
Programma | Meeruitgaven | Minder inkomsten | Minder uitgaven | Saldo |
1 Relatie inwoners en bestuur | - 120 | - 96 | - 216 | |
2 Ruimtelijke ontwikkeling | 8 | 8 | ||
3 Beheer leefomgeving | - 10 | - 10 | ||
4 Economie en toerisme | - 2 | - 51 | - 53 | |
5 Gezondheid en bevord. gezonde leefstijl | - 13 | - 36 | - 48 | |
6 Jeugd, onderwijs en cultuur | - 50 | - 33 | 40 | - 42 |
7 Maatschappelijke ondersteuning en veiligheid | - 40 | - 76 | 60 | - 55 |
8 Werk en inkomen | -706 | - 706 | ||
40 Algemene dekkingsmiddelen | - 25 | - 25 | ||
50 Overhead en ondersteuning | - 217 | - 217 | ||
Saldo | - 1.158 | - 317 | 108 | - 1.364 |
Op de derde plaats confronteren wij de financiële gevolgen met de ontvangen overheidscompensaties. Deze opsomming is leidend voor de uiteindelijke storting in de reserve "Corona".
De rijksoverheid heeft voor meerdere groepen in de samenleving (bedrijven, maatschappelijke instellingen, burgers) steunmaatregelen in het leven geroepen. Ook de provincie Gelderland kent meerdere steunregelingen. Bij de meerderheid van de regelingen is de gemeente geen partij. Voor een aantal aandachtsgebieden is de geldstroom wel via de gemeenten gelopen. Verder zijn, m.n. via het Gemeentefonds, diverse rijkscompensaties verstrekt die wij voor dit doel hebben geoormerkt. Onderstaand overzicht geeft inzicht in deze regelingen en laten tevens zien welke uitgaven in 2020 wij ten laste van deze regelingen hebben gebracht. Voor het complete inzicht zijn hierin ook meegenomen de minderinkomsten alsmede de posten waar door de Corona juist minder is uitgegeven.
Bedragen x €1.000
Nr. | Regeling | Compensatie | Uitgaven | Saldo |
1 | Subsidie provincie * | 102 | -102 | - |
2 | Parkeerbelasting | 2 | - | 2 |
3 | Toeristenbelasting | 94 | -51 | 43 |
4 | Lokale culturele voorzieningen | 109 | - | 109 |
5 | Inhaalzorg meerkosten jeugdzorg | 63 | -16 | 47 |
6 | Inhaalzorg meerkosten WMO | 30 | -33 | -3 |
7 | Voorschoolse voorziening peuters | 16 | -4 | 12 |
8 | Integratie-uitkering Participatie | 223 | -223 | - |
9 | Lokale culturele voorzieningen | 107 | - | 107 |
10 | Dorps- en buurthuizen | 26 | -27 | -1 |
11 | Precariobelasting | 10 | - | 10 |
12 | Inzet Extra boa's | 91 | -1 | 90 |
13 | Instand houden vrijwilligersorg. Jeugd (scouting) | 7 | - | -6 |
14 | Instand houden vrijwilligersorg. Jeugd (overig Jeugd) | 7 | - 13 | 6 |
15 | Extra kosten Tweede Kamer verkiezingen | 62 | -62 | - |
16 | Noodopvang ouders cruciaal beroep | 43 | -4 | 39 |
17 | Niet innen eigen bijdrage WMO | 63 | -76 | -13 |
18 | Exploitatietekorten sociale Werkbedrijven | 124 | -124 | - |
19 | Compensatie oploop opschalingskorting | 127 | -232 | -105 |
20 | Sportaccommodaties, derving huur (regeling van VWS)* | 34 | -34 | - |
21 | Aanvullend pakket re-integratie | 19 | - | 19 |
22 | Gemeentelijk schuldenbeleid | 23 | - | 23 |
23 | Bijzondere bijstand | 8 | - | 8 |
24 | Continuïteit van zorg | 52 | - | 52 |
25 | Compensatie quarantainekosten | 6 | - | 6 |
26 | Uitvoering TOZO * | 356 | -356 | - |
27 | Budget "Leefbaarheid" ** | 8 | -8 | - |
Totaal compensatie 2020 | 1.812 | -1.366 | 446 |
* Betreft specifieke uitkeringen
** Deel van het reguliere budget Leefbaarheid
Conclusie is dat een bedrag van € 445.856 niet is besteed. Conform raadsbesluit (2e Marap 2020) worden deze niet-besteedde middelen toegevoegd aan de reserve Corona. Voor een deel zijn inmiddels besluiten genomen voor een doelgerichte besteding, bv. de "Tijdelijke Subsidieregeling coronasteun culturele organisaties Montferland 2020".
Naast de hierboven geschetste directe financiële gevolgen hebben de Corona-maatregelen op meer terreinen financiële impact. Denk hierbij aan de doorbetaalde maandbetalingen aan de zorgaanbieders gedurende de Lockdown. Deze wettelijke maatregel was noodzakelijk om het voortbestaan van de zorgstructuur te borgen. Bijkomend aspect is wel dat deze steunmaatregel op gespannen voet staat met de rechtmatigheid. Daar gaan we hierna verder op in.
Vanuit de wetgever is aandacht gevraagd voor diverse aspecten (ontwikkelingen / maatregelen / besluiten) die op gespannen voet kunnen staan met de rechtmatigheid. Als eerste noemen wij de "Begrotingsrechtmatigheid". Maar het gaat verder.
In onderstaande tabel worden alle aspecten benoemd en wordt aangegeven hoe wij daar in deze jaarstukken mee zijn omgegaan
Aspect | Toelichting en verwerking in de jaarstukken | ||||||||||||
Begrotingsrechtmatigheid (niet door de gemeenteraad geautoriseerde uitgaven) | Door diverse niet-voorziene uitgaven bestaat de kans op overschrijding van de programmalasten. Zoveel als mogelijk hebben wij in de Bestuurs- en managementrapportage 2020 deze uitgaven door de gemeenteraad laten formaliseren. In de paragraaf "Rechtmatigheid" wordt hierover per programma gerapporteerd. | ||||||||||||
Formalisering instellen reserve "Corona" | Bij raadsbesluit 17 december 2020 (2e Managementsrapportage) heeft de gemeenteraad besloten tot het instellen van deze reserve. Het saldo van niet-besteedde "Corona-middelen" (zie ook hiervoor in deze paragraaf) wordt aan de reserve toegevoegd | ||||||||||||
Balanswaarderingen |
Hiermee wordt bedoeld de impact van Corona op:
Bij de betreffende onderdelen ("Toelichting op de balans", paragraaf "Verbonden partijen" en paragraaf "Grondexploitatie") wordt aandacht geschonken aan de (mogelijke) impact. |
||||||||||||
Impact op weerstandsvermogen | De in de begroting vermelde scenarioanalyses worden gemonitord in de paragraaf "Weerstandsvermogen". Ook de hernieuwde risicopositie en de gevolgen voor ons weerstandsvermogen (algemene reserve) worden hierin tegen het licht gehouden. | ||||||||||||
Betaalde bijdragen en subsidies aan instellingen zonder prestatieleveringen dan wel anders vorm gegeven prestaties |
Het was ons allen er veel aan gelegen de infrastructuur in de Zorg in stand te houden. De rijksoverheid en diverse andere geledingen hebben zich ingezet om de gemeenten te bewegen om bijdragen aan zorginstellingen te continueren. Ditzelfde geldt voor het doelgroepenvervoer. Bij raadsbrief van 25 februari 2021 is de gemeenteraad hierover geïnformeerd en meegenomen in onze zienswijze om de doorbetalingen buiten de toetsing van rechtmatigheid te laten. Het gaat om de volgende betalingen . Bedragen x € 1.000
|
||||||||||||
Betaalde subsidies aan instellingen waarbij niet wordt voldaan aan de subsidievoorwaarden |
De rijksoverheid en diverse belangenverenigingen hebben zich ook ingezet om gemeenten te bewegen flexibel om te gaan rond subsidies aan regionale en lokale instellingen. Aan een aantal instellingen zijn subsidies verstrekt waarbij men niet heeft kunnen voldoen aan de vooraarden die in de beschikking is gesteld. Ook hiervoor geldt dat dit niet in overeenstemming is met ons normenkader (i.c. Algemene subsidieverordening). In vermelde raadsbrief van 25 februari 2021 hebben wij de gemeenteraad geïnformeerd over ons voornemen om de onrechtmatigheid buiten de toetsing te laten. Het gaat om het volgende.
|
Het begrotingscriterium houdt in dat de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s. Onrechtmatige begrotingsoverschrijdingen die conform de richtlijnen van de Commissie BBV meewegen in het accountantsoordeel zijn daarom:
De algemene lijn is dus dat begrotingsoverschrijdingen die binnen het beleidskader van de raad passen niet worden meegewogen in het accountantsoordeel. Begrotingsafwijkingen zijn niet strijdig met het budgetrecht mits deze tussentijds of in de jaarrekening achteraf worden gemeld en toegelicht met bijvoorbeeld een verwijzing naar raadsbesluiten of informatieverstrekking aan de raad, zoals ook vastgelegd in het "Budgetkader college 2017".
Vooraf:
De programmabegroting 2020 is opgesteld met het vorige financiële pakket Civision Middelen. Per 1 januari 2020 wordt gebruik gemaakt van nieuwe financiële programmatuur van Unit4 (UBW) en met de ingebruikname heeft ook het rekeningschema een upgrade ondervonden. Na de vaststelling van de primaire begroting in november 2019 heeft derhalve een conversie plaatsgevonden met als consequentie dat een aantal budgetten zijn verschoven tussen de programma (samengevoegde budgetten vielen voorheen onder meerdere programma’s). In de loop van 2020 is de programma-indeling op onderdelen aangepast. Bij het afsluiten van het boekjaar 2020, begin april 2021 werd duidelijk dat enkele aanpassingen niet juist waren doorgevoerd.
In de tabel hierna geven wij in 3 kolommen deze verschuivingen aan: twee kolommen met “welke ramingen op de programma’s hebben wij u gepresenteerd (primair en na wijziging) en een kolom met “wat hadden de ramingen per programma moeten zijn (na wijziging)”. Belangrijk is de de constatering dat het enkel verschuivingen betreffen, zonder financiële consequenties.
bedragen x € 1.000
Programma | Programma (T) | Begroting 2020 primair (Programmabegroting) |
Begroting 2020 na wijziging (voor correctie programma-indeling) |
Begroting 2020 na wijziging (na correctie programma-indeling) |
1 | Relatie inwoners en bestuur | 2.434 | 1.902 | 4.111 |
2 | Ruimtelijke ontwikkeling | 1.261 | 1.698 | 1.794 |
3 | Beheer leefomgeving | 5.616 | 6.030 | 6.030 |
4 | Economie en toerisme | 378 | -27 | 235 |
5 | Gezondheid en bevord. gezonde leefstijl | 3.315 | 3.579 | 5.428 |
6 | Jeugd, onderwijs en cultuur | 17.313 | 16.696 | 14.488 |
7 | Maatsch. ondersteuning en veiligheid | 12.993 | 16.141 | 16.258 |
8 | Werk en inkomen | 8.700 | 8.137 | 8.020 |
Algemene dekkingsmiddelen | -63.287 | -63.958 | -63.958 | |
Overhead en ondersteuning | 11.278 | 9.802 | 7.594 | |
Vennootschapsbelasting | 0 | 0 | 0 | |
Eindtotaal | 0 | 0 | 0 |
Alleen de lasten van jaarrekening 2020 zijn op programmaniveau beoordeeld op overschrijdingen. Twee programma’s plus de hoofdstukken "Algemene dekkingsmiddelen", " Overhead" en "Vennootschapsbelasting" laten een overschrijding zien. In de onderstaande tabel zijn de geraamde lasten (na wijziging), de werkelijke lasten, het verschil hiertussen en de soort afwijking per programma weergegeven.
bedragen x € 1.000
Programma's |
werkelijke lasten |
geraamde lasten |
afwijking (V = voordelig; N = nadelig) |
toelichting |
1 Relatie inwoners en bestuur |
4.436 | 4.579 | 143 V | De afwijking past binnen de afspraken |
2 Ruimtelijke ontwikkeling |
7.446 | 2.198 | 5.247 N |
Betreft m.n. hogere lasten GREX-woningbouw die worden gecompenseerd door hogere baten; e.e.a. conform de budgetafspraken. |
3 Beheer leefomgeving |
15.284 | 15.378 | 94 V | De afwijking past binnen de afspraken |
4 Economie en toerisme |
1.633 | 572 | 1.062 N | Betreft hogere lasten GREX-bedrijventerreinen die worden gecompenseerd door hogere baten; e.e.a. conform de budgetafspraken. |
5 Gezondheid en bevordering leefstijl |
5.914 | 6.042 | 128 V | De afwijking past binnen de afspraken |
6 Jeugd, onderwijs en cultuur |
16.032 | 16.676 | 643 V | De afwijkingen zijn een gevolg van open-eind-regelingen (Jeugd) |
7 Maatschappelijke ondersteuning en veiligheid |
16.876 | 17.308 | 432 V | Binnen de producten van dit programma zijn er nagenoeg geen overschrijdingen. |
8 Werk en Inkomen |
17.440 | 20.545 | 3.105 V | Binnen de producten van dit programma zijn er geen overschrijdingen. De voordelen zijn vereffend met reserves |
Algemene dekkingsmiddelen |
2.662 | 2.500 | 162 N | De afwijkingen passen binnen de afspraken |
Overhead |
22.158 | 18.385 | 3.773 N | Met name de mutaties in de reserves komen in dit programma tot uitdrukking. Hier zijn in de regel aanzienlijke bedragen mee gemoeid. Eén verdere overschrijding wordt veroorzaakt door incidentele kosten op het terrein van ICT. Zie de toelichting in de volgende tabel. |
Vennootschapsbelasting |
406 | - | 406 N | De afwijking past binnen de afspraken. De opgenomen verplichting is het resultaat van GREX |
Totale lasten en verschil | 110.287 | 104.182 | 6.105 N |
Toelichting overschrijding uitgaven:
Alleen de programma’s en posten met een overschrijding op de lasten (het autorisatieniveau van uw raad) worden hieronder toegelicht. Het totaalbedrag van deze toelichting sluit daarom niet aan bij het totaal van de afwijking op het betreffende programma. Alleen posten die geleid hebben tot een overschrijding zijn namelijk weergegeven.
bedragen x € 1.000
Programma |
Onderdeel |
Afwijking |
Toelichting |
2 Ruimtelijke ontwikkeling |
Grondexploitatie- woongebieden |
5.854 | Administratieve boeking n.l. activeren boekwaarde gronden waar tegenover ook hogere baten staan. |
|
Wonen |
75 | Het gaat om een extra afschrijving van het krediet "plan bouw woningen Wilhelministraat". De baten komen ook ten gunste van de exploitatie. Per saldo is er een voordeel van € 57.000. |
4 Economie en toerisme |
Grondexploitatie |
903 | Administratieve boeking n.l. activeren boekwaarde gronden waar tegenover ook hogere baten staan. |
Algemene dekkingsmiddelen |
Overige baten en lasten |
551 |
De overschrijding kent 2 oorzaken, beide op het terrein van lasten van (voornamelijk voormalig) personeel. Verwezen wordt naar de betreffende toelichting op onderdeel 3.5 "Programma's analyse 3e W-vraag" |
Overhead |
Informatie en automatisering |
80 | Diverse uitgaven die op rekeningsbasis de raming overschrijden, maar wel passen binnen het totaal van de "Overhead". Onderdeel van deze overschrijding is een uitgaaf van € 51.000 voor noodzakelijke koppelingen voor de nieuwe website-programmatuur. Het gaat om een SAAS-oplossing en ingevolge de BBV hoeft deze uitgaaf niet te worden geactiveerd.. |
|
Mutaties reserves |
3.819 | Het gaat hier sec. om de stortingen in de reserves. Deze wijken af, voornamelijk door de niet geraamde resultaten binnen de Grondexploitaties. In de toelichting op de balans worden de mutaties toegelicht. |
Vennootschapsbelasting |
Grondexploitatie |
406 | Deze verplichting is opgenomen i.v.m. de resultaten GREX |
De geconstateerde overschrijdingen van de uitgaven passen allen binnen het door de raad vastgesteld beleid dan wel komen voort uit het opstellen van de jaarstukken en zijn een gevolg van de rekeningvoorschriften.
De rechtmatige totstandkoming van de uitgaven en inkomsten in de jaarrekening is, naast de getrouwheid, een aspect dat door de accountant beoordeeld moet worden. De accountant moet expliciet verklaren en dus onderzoeken dat de baten en lasten en de balansmutaties in het overzicht van baten en lasten tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting (het begrotingscriterium) en de relevante externe en interne wet- en regelgeving (het voorwaardencriterium).
In het controleprotocol 2019-2022, vastgesteld door uw raad op 21 november 2019, geeft u nadere aanwijzingen aan de accountant over
Voor de goedkeuring- en rapporteringtoleranties is uitgegaan van de wettelijk voorgeschreven maatstaven.
Strekking controleverklaring accountant m.b.t. de rechtmatigheid en getrouwheid
Goedkeurend | Met beperking | Oordeelonthouding | Afkeurend | |
Goedkeuringstolerantie | ||||
|
≤ 1% | > 1% < 3% | - | ≥ 3% |
|
≤ 3% | > 3% < 10% | ≥ 10% | - |
Rapporteringstolerantie |
|
Uitgaande van de totale werkelijke uitgaven over 2020 van afgerond € 110 miljoen betekenen de genoemde percentages dat een totaalbedrag van afgerond € 1.100.000 aan fouten en een totaalbedrag aan onzekerheden van afgerond € 3.300.000 in de jaarrekening de goedkeurende strekking van de controleverklaring niet zullen aantasten.
In de werkprocessen zijn interne beheersingsmaatregelen opgenomen. Binnen een werkproces worden de mutaties getoetst aan de wettelijke en eigen gemeentelijke regels en uitvoeringsvoorschriften.
Door middel van een verbijzonderde interne controle wordt een onafhankelijke controle van buiten het proces uitgevoerd. Hierbij wordt beoordeeld of de opzet van de administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) daadwerkelijk bestaat en werkt; met andere woorden worden de afspraken nageleefd en wordt er in overeenstemming met de regelgeving gehandeld.
De verbijzonderde interne controle is in 2020 uitgevoerd op basis van het Controleplan 2020. De omvang van het proces is van belang. In overleg met de accountant is de materialiteit hierin bepaald op € 637.000, afgeleid van de goedkeuringstolerantie van 1 % van de geraamde lasten van circa € 91 miljoen minus de controletolerantie van 30% (dus: 70% van 1% van € 91 miljoen). Naast de omvang (in euro) van het proces / de regeling wordt ook rekening gehouden met de volgende aspecten:
M.b.t. de laatste bullet: In toenemende mate worden de controles systeemtechnisch ingeregeld, dus aan de voorkant. Als gevolg hiervan verschuift de controle zich ook geleidelijk aan naar de betrouwbaarheid en juistheid van de werking van de IT-toepassingen.
Opvallende items die in 2020 in de scope van de accountantscontrole zitten en die voor een deel ook weer terugkomen in de VIC betreffen:
De relevante voorwaarden van de gemeentelijke regelgeving zijn de voorwaarden m.b.t. recht, hoogte en duur.
Uitkomsten toetsing processen aan het voorwaardencriterium zijn:
Processen |
Omvang in mln. |
fout |
onzekerheid |
Salarissen (personeel en bestuur) |
€ 21,2 mln. |
€ 0 | € 0 |
Uitkeringen, loonkostensubsidie en minimabeleid |
€ 8,3 mln. |
€ 0 | € 0 |
WMO voorzieningen en huishoudelijke hulp |
€ 4,3 mln. | € 0 | € 0 |
WMO ondersteuning/begeleiding |
€ 2,6 mln. | € 0 | € 0 |
Jeugdzorg |
€ 8,5 mln. | € 0 | € 0 |
Inkoop: aanbesteding, factuurverwerking, crediteuren en betaling |
€ 54 mln. | € 0 | € 0 |
Grondexploitatie |
€ 1,0 mln. |
€ 0 | € 0 |
Verstrekte subsidies |
€ 6,6 mln. |
€ 0 | € 0 |
Treasury |
Variabel |
€ 0 | € 0 |
Verhuuropbrengsten |
€ 1,2 mln. | € 0 | € 0 |
Belastingen, rechten en leges |
€ 16,3 mnl. | € 0 | € 0 |