Voor u ligt de begroting 2021 en de meerjarenramingen voor de periode 2022 tot en met 2024 van de gemeente Montferland. Deze begroting is de voorlaatste in deze raadsperiode, welke in het teken staat van bezuinigingen. Los van de grote impact van het coronavirus zijn we momenteel druk doende om de hervormingen uit 2019 te realiseren. Naast het lopende beleid bevat deze begroting ook de vertaling van het coalitieprogramma, maar ook van het nieuw beleid voor de jaren 2021 - 2024 voortkomend uit opdrachten van de raad, maatregelen voor de bedrijfsvoering en regelgeving vanuit het rijk.
Het gemeentelijk takenpakket kenmerkt zich door grote uitdagingen. Ook dit jaar wordt aan uw raad een pakket aan maatregelen voorgelegd om te komen tot een sluitende begroting in meerjarenperspectief. Hiertoe is op 9 juli jl. door uw raad via een amendement op de Kadernota 2021 - 2024 besloten. Dit pakket aan maatregelen zal separaat aan u worden voorgelegd. In de begrotingsvergadering moet door u besloten worden hoe een taakstelling van ruim € 3 mln. reëel en concreet ingevuld gaat worden. Dit wordt dan de eerste wijziging op de Programmabegroting 2021 - 2024. Op de programma's is nog niet voorgesorteerd op de voorgestelde bezuinigingen uit het maatregelenpakket.
Wij kunnen u een sluitende meerjarenbegroting 2021 - 2024 aanbieden met dien verstande dat de opgenomen taakstellingen van in totaal € 0,8 mln. voor 2021 oplopend tot € 3,3 mln. vanaf 2024 ook concreet en reëel moeten worden ingevuld. Voor de jaarschijf 2021 en 2022 is hiervoor een onttrekking uit onze Algemene Reserve van in totaal circa € 3,3 miljoen noodzakelijk. Onze Algemene Reserve zal niet meer toereikend zijn, daarom zal er vanuit de reserve Grondexploitatie een bedrag van circa € 1,8 miljoen worden overgeheveld naar onze Algemene Reserve.
Vanaf jaarschijf 2023 sluit de Programmabegroting, inclusief de ingevulde taakstelling, met een positief saldo. Deze positieve saldi vanaf 2023 kunnen bijdragen aan het noodzakelijke vet op de botten. Daarmee wordt ook verder gewerkt aan de ambitie uit het coalitieprogramma: de financiële huishouding moet op orde zijn en worden gehouden.Dat vereist budgetdiscipline: van de organisatie, van het college en van de gemeenteraad. Alleen als wij gezamenlijk die discipline op kunnen brengen en daar ook naar handelen, kunnen we spreken van meerjarige financiële stabiliteit. Onder voorbehoud van nieuwe wetgeving vanzelfsprekend.
In de volgende figuur is de begrotingscyclus 2021 weergegeven.
De begroting 2021 is de derde begroting in deze raadsperiode waarin de onzekerheid over de economische ontwikkeling zeer groot is door de wereldwijde corona-uitbraak. Onzeker is nog hoe sterk de economische activiteiten in het eerste half jaar van 2020 zijn afgenomen en hoe snel de economie daarna gaat herstellen. Verder is ook het verloop van de pandemie - en in het kielzog daarvan de versoepeling of aanscherping van maatregelen - onzeker. Een opleving van de pandemie zal negatief uitwerken op de Nederlandse economie. Dit zal dan leiden tot herinvoering van contactbeperkende maatregelen en tot meer voorzichtigheid bij consumenten en bedrijven. Verminderde productie en/of vraaguitval zal de economie negatief bëinvloeden. Bedrijven die in de eerste golf hun buffer al hebben aangesproken, krijgen het zwaar te verduren in de tweede corona-golf.
Als we het positieve scenario schetsen dan ontwikkelen productie en arbeidsmarkt zich bij volledig herstel gunstig. Mensen kunnen aan het werk blijven en er zullen nieuwe banen bij kunnen komen. Mede door innovatie, omdat zaken mogelijk anders moeten gaan doen in verband met ‘het nieuwe normaal’, nieuwe omgangsvormen en nieuwe verdienmodellen.
De begroting die nu voor u ligt is gebaseerd op de meicirculaire. De accressen zijn voor de jaren 2021 en 2022 opwaarts bijgesteld, terwijl voor 2023 en 2024 sprake is van een neerwaartse bijstelling. Het is wederom een bevestiging die we de afgelopen jaren meermaals hebben geconstateerd en jaarlijks met u hebben gedeeld tijdens de ambtelijke toelichting. Onze Algemene Uitkering is de grootste risicofactor (en daarmee ook kansfactor) in onze begroting: de door het Rijk 'beloofde' accressen voor navolgende jaren worden slechts deels gerealiseerd. Dit heeft een directe doorwerking voor de begroting 2021 en dit keer met een positieve uitwerking verwijzend naar de gepresenteerde saldi in de Kadernota 2021 - 2024. De conclusie op dit moment is in ieder geval dat we netto ruim € 600.000 meer Algemene uitkering gaan ontvangen voor 2021 oplopend naar ruim € 1 mln. in 2024 dan gepresenteerd bij de begroting 2020 (jaarschijf 2021).
Er heeft dit jaar wederom een actualisatie plaatsgevonden van de budgetten Sociaal Domein. De reserve Sociaal Domein is vanaf 2020 uitgeput en er is geen mogelijkheid meer om de meerkosten in het Sociaal Domein hiermee te verrekenen. Mede hierdoor - maar ook omdat de budgetten die we van het Rijk ontvangen voor het Sociaal Domein op zijn gegaan in de Algemene Uitkering - is het niet meer vol te houden om de transities in het Sociaal Domein budgettair neutraal te laten verlopen. In deze begroting worden de budgetten in het Sociaal Domein voor bijna € 1,1 mln bijgeraamd (€ 0,7 mln Jeugdzorg en € 0,4 mln. Wmo). Budget neutraliteit betekent dat deze kosten binnen het Sociaal Domein moet worden opgelost. Dat is niet meer realistisch, waardoor besloten is de verhoging mee te nemen in het totale pakket aan maatregelen dat aan u zal worden voorgelegd.
Geconcludeerd kan worden dat onze financiële situatie niet rooskleurig is, maar niet zo somber als verwacht bij de Kadernota 2021 - 2024. Een nieuwe bezuinigingsronde is onvermijdelijk. Ons voorstel is om hierin alle - op dit moment bekend zijnde - kansen en risico's mee te nemen, anders is het aannemelijk dat volgend jaar wederom bezuinigd moet gaan worden. De invulling van het maatregelenpakket dient voor enige ruimte en financiële stabiliteit te zorgen. U wordt de komende maand uitgedaagd om haalbare en concrete keuzes te gaan maken. Het college wil u een pakket maatregelen aanbieden, waar u verdere invulling aan kunt geven. Bij de vaststelling van de begroting 2021 zal de totale taakstelling van € 3,3 miljoen vanaf 2024 concreet ingevuld moeten zijn. In paragraaf 1.1.3 gaan we hier verder op in.
Bedrijfsvoering nog nadrukkelijker in beeld brengen
De begroting is niet rooskleurig, maar door de juiste keuzes te maken biedt het wel perspectief. Bij de kadernota 2021 - 2024 is al aangekondigd dat hiervoor aan de raad een pakket van maatregelen wordt aangeboden. Dat is nodig omdat we – als zoveel gemeenten – worden geconfronteerd met een aantal (financiële) uitdagingen. Die moeten we het hoofd bieden. Wij doen met name voorstellen op het gebied van onze bedrijfsvoering. Echter iedere bezuiniging op personeel gaat ook gepaard met taken die niet meer gedaan gaan worden. Bestuurlijk zullen hierin ook keuzes moeten worden gemaakt. Door keuzes te maken, komt er een begroting te liggen met perspectief.
Rekening niet bij de inwoner
Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat we de rekening niet bij de inwoner neer willen leggen. De stijging van de woonlasten blijft wat ons betreft gematigd.
Deze begroting hoeft niet te worden beheerst door financiële kommer en kwel. Wij blijven ambitieus om Montferland elke dag een beetje mooier te maken. Wij blijven grotendeels staan voor de beloften die we gedaan hebben in het coalitieprogramma, waarbij we beseffen dat we ook daarin keuzen moeten maken. Wij blijven investeren in de wijze waarop we met onze inwoners in contact willen komen en blijven. Wij blijven inzetten op mooie ingrepen in diverse kernen. En we blijven gaan voor DocksNLD2. En dat alles in onze prachtige omgeving, waarin toerisme onze maximale aandacht verdient. We zijn wat ons betreft de groene poort naar Nederland. Die status willen we optimaal benutten!