2.7 Paragrafen

Paragraaf A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Paragraaf B. Onderhoud kapitaalgoederen
Paragraaf C. Financiering
Paragraaf D. Bedrijfsvoering
Paragraaf E. Verbonden partijen
Paragraaf F. Grondbeleid
Paragraaf G. Lokale heffingen
Paragraaf H. Subsidies
Paragraaf I. Wet open overheid (Woo)

Paragraaf A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

1. Missie

Terug naar navigatie - Paragraaf A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 1. Missie

We beschikken over een weerstandsvermogen met een ratio van tenminste 2,0 (‘uitstekend’). Dit betekent dat we twee keer het bedrag aan ingeschatte risico's aan vrij beschikbare middelen moeten hebben.

De definitie van weerstandsvermogen is de mate waarin de gemeente in staat is om substantiële tegenvallers op te vangen zonder dat dit betekent dat het beleid veranderd moet worden. Voor de beoordeling van het weerstandsvermogen kijken we naar de: 

  • Verhouding tussen risico’s en beschikbaar weerstandsvermogen;
  • Omvang van de algemene reserves;
  • Ontwikkeling van de financiële kengetallen.

2. Context en achtergronden

Terug naar navigatie - Paragraaf A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 2. Context en achtergronden

Het weerstandsvermogen is de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen van de gemeente wordt bepaald door de mate waarin de gemeente in staat is om in de toekomst aan haar financiële verplichtingen te kunnen voldoen.

Waardering Ratio weerstandsvermogen Kwalificatie
A Groter dan 2,0 Uitstekend
B 1,4 tot 2,0 Ruim voldoende
C 1,0 tot 1,4 Voldoende
D 0,8 tot 1,0 Matig
E 0,6 tot 0,8 Onvoldoende
F Kleiner dan 0,6  Ruim onvoldoende


Ons financieel beleid is gebaseerd op drie kernindicatoren voor het nastreven van een gezonde financiële gemeente:

  • Een (materieel) sluitende meerjarenbegroting;
  • Uitstekend weerstandsvermogen;
  • Een houdbare schuldpositie.


Dankzij de onbegrensde leencapaciteit bij de BNG Bank is er altijd liquiditeit. Daardoor kan er per definitie bij gemeenten geen onzekerheid bestaan over de continuïteitsveronderstelling.

Wij definiëren een risico als: de impact (kans x effect) van een onzekerheid (gebeurtenis) op het behalen van doelstellingen. In de Nota reserves en voorzieningen is beschreven dat een risico moet worden meegenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing (W&R) bij de begroting en jaarstukken, indien er een kans is dat een risico zich zal voordoen en de omvang van het risico niet goed is in te schatten. Beleidswensen waarover nog geen besluiten zijn genomen en waarvoor geen structurele financiële middelen zijn vrijgemaakt in de begroting, nemen we niet mee in de risico-inschatting. Een dergelijk voorstel met bijbehorende risicoafweging wordt eerst afgewogen in het keuzeproces van de kadernota/begroting. 

Wij hebben binnen onze gemeente nog geen structureel proces van 'risicomanagement'. Op dit gebied zal nog een ontwikkeling nodig zijn om de kwaliteit van de risico-inschatting verder te vergroten.

4. Beschikbare weerstandcapaciteit

Terug naar navigatie - Paragraaf A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 4. Beschikbare weerstandcapaciteit

Volgens de Nota reserves en voorzieningen 2022 bestaat onze weerstandscapaciteit uit de volgende onderdelen:

  1. De Algemene Reserve en de reserve "Verkoop aandelen Nuon";
  2. De reserve grondexploitatie (voor zover boven de minimale buffer van € 2 miljoen);
  3. Begrotingsruimte en de post onvoorzien.


De weerstandscapaciteit is daarmee als volgt: 

Verwachte weerstandscapaciteit (* € 1 miljoen) 2029
Algemene Reserve € 8,7
Reserve verkoop aandelen Nuon € 14,3
Reserve grondexploitatie € 0,0
Begrotingsruimte en post onvoorzien (€ 0,5 miljoen per jaar voor vier jaar) € 2,0
Totaal € 25,0

 

Het verwachte saldo van de Algemene Reserve bedraagt per eind 2029 € 8,7 miljoen. Het saldo van de reserve verkoop aandelen Nuon bedraagt ultimo 2029 € 14,3 miljoen. 

Het saldo van de Reserve Grondexploitatie bedraagt per ultimo 2029 € 2,0 miljoen. Deze reserve dient als buffer voor specifieke risico's in de grondexploitatie. In de Nota reserves en voorzieningen 2022 is de minimale omvang van deze reserve bepaald op € 2,0 miljoen. Dit betekent dat we geen bedrag kunnen meenemen in de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit, omdat de reserve niet boven de minimale buffer uitkomt.

De structurele begrotingsruimte (€ 0,5 miljoen per jaar) en de post onvoorzien (€ 10.000 per jaar) is structurele dekking voor structurele risico's. Deze structurele ruimte is voor een periode van vier jaar meegenomen.

Op basis van de genoemde nota nemen we de onbenutte belastingcapaciteit niet meer mee bij de bepaling van de weerstandstandscapaciteit, omdat deze niet direct beschikbaar is. Hierbij sluiten we aan bij de lijn die de provincie hanteert.

5. Benodigd weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Paragraaf A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 5. Benodigd weerstandsvermogen

Voor de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen hebben we een inventarisatie van individuele risico's gedaan. Het weerstandsvermogen kan betrekking hebben op het begrotingsjaar zelf (het statisch weerstandsvermogen). Het kan ook betrekking hebben op de consequenties voor meerdere begrotingsjaren (het dynamisch weerstandsvermogen). Wij beoordelen het benodigd weerstandsvermogen zowel voor de begroting (dynamisch) als voor de jaarrekening (statisch). Bij de risico-inventarisatie nemen wij risico’s mee die zich hebben voorgedaan als risico of die zich kunnen voordoen. 

Aangezien niet alle risico’s zich in de praktijk gelijktijdig en in volle omvang zullen voordoen is een reëel risicobedrag berekend. Om het reële risicobedrag te bepalen hebben we drie uitgangspunten gehanteerd, die hieronder worden toegelicht. Wij maken met de risico-inventarisatie een impactanalyse, waarmee wij inzicht krijgen in de gevoeligheid van de begroting voor structurele risico’s en de gevoeligheid van de algemene reserves voor incidentele risico’s.

1. Bepalen risicoscore
De omvang van het risico wordt bepaald door:

  • De hoogte van de inschatting van het maximaal risico;
  • De kans dat het risico zich kan voordoen.  


De risicoscore van kans wordt berekend over de inschatting van het maximaal risico. Met de klasse-indeling hebben we in een risicokaart verderop in deze paragraaf de risico's inzichtelijk gemaakt. Klasse 1 is het minst risicovol en klasse 5 het meest risicovol.

Klasse Inschatting max. risico
1 < € 50.000
2 € 50.000 - € 200.000
3 € 200.000 - € 500.000
4 € 500.000 - € 1.000.000
5 > € 1.000.000

 

Klasse Kans op risico Risicoscore kans
1 < of 1x per 10 jaar 10%
2 1x per 5-10 jaar 30%
3 1x per 2-5 jaar 50%
4 1x per 1-2 jaar 70%
5 1x per jaar of> 90%


2. Structurele risico’s relateren aan incidentele beschikbare weerstandscapaciteit
Structurele risico’s doen zich meerdere jaren voor. Het heeft de voorkeur om deze risico’s op te vangen met structurele ruimte in de begroting. Met andere woorden: in de begroting een bedrag opnemen om risico’s op te vangen. Deze ruimte is veelal niet beschikbaar. Om de structurele risico’s op te vangen en enigszins gelijkwaardig te relateren aan beschikbare incidentele middelen vermenigvuldigen we het structurele risico in de berekening van het benodigd weerstandsvermogen voor een periode van vier jaar, overeenkomstig de periode van de meerjarenbegroting. 

3. Bepalen van de waarschijnlijkheid dat alle risico’s tegelijk optreden 
Gemeenten gebruiken vaak specifieke software om met statistische kansberekeningen het mogelijke financiële gevolg van het risicoprofiel van alle risico's tezamen door te rekenen. Het voordeel van deze rekenmethodiek is dat rekening gehouden kan worden met het gegeven dat niet alle risico's zich tegelijkertijd voor zullen doen. Daardoor is het bedrag aan benodigde weerstandscapaciteit lager dan de optelsom van alle risicobedragen bij elkaar. Aangezien wij dergelijke software (nog) niet tot onze beschikking hebben hanteren wij gemakshalve een afslag tot 90% op het berekende risicobedrag. 

Wij benadrukken dat het inschatten van risico's met daarbij behorende bedragen en kansen per definitie geen exacte wetenschap is. Ook de berekeningen die op basis daarvan plaatsvinden zijn dat niet. Ze zijn een hulpmiddel om in totaliteit een bedrag te bepalen om als buffer voor risico's aan te houden. Enige relativering van de waarde van dit gegeven is zeker op zijn plaats. Daarnaast kunnen ingeschatte risico's ook meevallen en zelfs een positief effect opleveren. Het is daarom van belang om de financiële kengetallen in onderlinge samenhang te bezien en niet uit te gaan van één enkel kengetal als de weerstandsfactor.

  Overzicht benodigd weerstandvermogen Impactanalyse incidentele en structurele risico's
nr. Risico's (bedragen * € 1.000) Max. risico Risicoscore kans Incidenteel Structureel
1. Gemeenschappelijke regelingen 400 70%   280
2. Algemene uitkering gemeentefonds 1.000 70%   700
3. Informatiebeveiliging 4.000 10% 400  
4. Rentestijgingen 440 50%   220
5. Garantstellingen 400 10% 40  
6. Sociaal domein 850 90%   765
7. Leges omgevingsvergunning 350 70% 245  
8. Juridische aangelegenheden 700 50% 350  
9. Grondexploitatie 1.000 50% 500  
10. Invoering omgevingswet 200 50% 50 50
11. Bestrijding invasieve exoten 150 30% 45  
12. Afvoeren teerhoudend asfalt 130 70% 91  
13. Overige risico's 1.000 70% 500 200
  Totaal risico's 10.620   2.221 2.215
  Structureel risico's maal factor 4 (jaar)       8.860
  Waarschijnlijkheidsfactor 90%     1.999 7.974
  Benodigd weerstandsvermogen       9.973
  Beschikbare weerstandscapaciteit       25.000
  Ratio weerstandscapaciteit      

2,51


Dit betekent dat de weerstandscapaciteit in deze begroting het predicaat 'uitstekend' krijgt. De omvang van het eigen vermogen is op uitstekend niveau om alle mogelijke risico’s op te vangen en boven de minimale ratio van 2. Dit komt vooral omdat wij over een reserve verkoop aandelen Nuon beschikken van € 14,3 miljoen. Exclusief de reserve Nuon bedraagt de ratio weerstandsvermogen 1,07.

7. Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Paragraaf A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 7. Financiële kengetallen

Toelichting financiële kengetallen
De vijf financiële kengetallen geven samen een beeld van de financiële ontwikkelingen in de gemeente. Eén los kengetal zegt echter weinig over de totale financiële positie. Of een hoge schuldquote voor een gemeente nadelig is, hangt bijvoorbeeld af van het eigen vermogen en hoe groot de kans is dat de schuld weer wordt afgelost. Onderstaande een toelichting op de verschillende kengetallen.

Weerbaarheid: kan de gemeente tegen een stootje?
Netto schuldquote (ongecorrigeerd): De niet gecorrigeerde netto schuldquote geeft het risico voor de gemeente weer als derden niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Denk bijvoorbeeld aan een woningcorporatie, die geld heeft geleend bij de gemeente. Hoe lager, hoe beter.

Netto schuldquote (gecorrigeerd): De netto schuldquote geeft aan of de gemeente in staat is de schulden terug te betalen waarvoor zij volledig zelf aan de lat staat. Ook hier geldt: hoe lager, hoe beter.

Solvabiliteit: De mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Dit wordt berekend op basis van het eigen vermogen en de bezittingen van de gemeente. Hoe hoger, hoe beter.

Grondexploitatie: Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. Hier geldt: hoe lager, hoe minder risicovol.

Wendbaarheid: kan de gemeente zich relatief snel aanpassen aan veranderende omstandigheden?
Hierbij zijn de volgende kengetallen van belang:

  • Belastingcapaciteit: De belastingcapaciteit geeft aan hoe de gemiddelde woonlasten voor een meerpersoonshuishouden zich verhouden tot het landelijk gemiddelde. Hoe lager, hoe beter;
  • Structurele exploitatieruimte: Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, door de structurele baten en structurele lasten te vergelijken met de totale baten. Hoe hoger, hoe beter.

       Indeling categorieën (%)
  Kengetal A 'Voldoende'  B 'Matig' C 'Onvoldoende'
1a Netto schuldquote < 90% 90-130% > 130%
1b

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

< 90% 90-130% > 130%
2 Solvabiliteitsratio > 50% 20-50% < 20%
3 Structurele exploitatieruimte > 0% 0% < 0%
4 Grondexploitatie  < 20%  20-35% > 35%

5

Belastingcapaciteit 

< 95% 95-105% > 105%

 

    Financiële kengetallen Montferland (%)  
  Kengetal Rek. 2024 Begr. 2025 na w. Begr. 2026 Begr. 2027 Begr. 2028 Begr. 2029
1a Netto schuldquote 54,4% 69,4% 89,9% 101,2% 104,2% 100,5%
1b

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

47,1% 60,8% 81,1% 92,2% 95,0% 91,6%
2 Solvabiliteitsratio 34,4% 28,8% 24,4% 22,5% 21,5% 21,5%
3 Structurele exploitatieruimte -2,7% -5,3% 0,4% 1,2% -0,8%

-0,3%

4 Grondexploitatie 0% 0% 3% -1% -1% -1%

5

Belastingcapaciteit 

101% 101% 97% 97% 97% 97%

 

Voldoende

Matig

Onvoldoende


De financiële kengetallen dienen in samenhang te worden bezien om onze financiële positie te beoordelen. In de jaren na 2026 worden onze schuldquotes matig door de stijging van onze vaste schulden. Dit is het gevolg van de grote investeringen die er in de komende jaren te verwachten zijn. In de jaren 2028 en 2029 wordt onze structurele exploitatieruimte onvoldoende. Dit wordt veroorzaakt door een lagere algemene uitkering uit het gemeentefonds ten opzichte van de jaren 2026 en 2027. In de jaren 2026 en 2027 ontvangen we (incidentele) compensaties voor de tekorten in de jeugdzorg.

In 2026 vallen vier kengetallen in de categorie voldoende (netto schuldquote, netto schuldquote gecorrigeerd, structurele exploitatieruimte en grondexploitatie) en twee in de categorie matig (solvabiliteitsratio en belastingcapaciteit). Rekening houdend met ons uitstekende weerstandsvermogen kunnen we concluderen dat we de financiële positie van onze gemeente als voldoende kunnen kwalificeren.

Paragraaf B. Onderhoud kapitaalgoederen

Missie

Terug naar navigatie - Paragraaf B. Onderhoud kapitaalgoederen - Missie

De gemeente Montferland beheert een groot oppervlak aan openbare ruimte waar bewoners kunnen wonen, werken en recreëren. Hiervoor zijn voorzieningen nodig zoals wegen, rioleringen, bruggen en tunnels, openbaar groen, verlichting en gebouwen. De kwaliteit en het onderhoudsniveau van deze voorzieningen bepalen in belangrijke mate hoe inwoners de openbare ruimte ervaren en de jaarlijkse onderhoudskosten. 

We streven naar onderhoud dat voldoet aan vastgestelde kwaliteitseisen en willen de levensduur van onze voorzieningen optimaal benutten.

Context en achtergronden

Terug naar navigatie - Paragraaf B. Onderhoud kapitaalgoederen - Context en achtergronden

De beleidsplannen stellen we minstens een keer in de vijf jaar vast, volgens de Financiële verordening 2025. Ze beschrijven het onderhoudsniveau voor alle bovengenoemde voorzieningen. Minimaal één keer per vier jaar worden de beheerplannen beoordeeld en waar nodig bijgesteld.  

In de beheerplannen wordt per kapitaalgoed inzicht gegeven in de uitvoering van het beleid. Hierin staan het geplande onderhoud, de bijbehorende kosten en relevante ontwikkelingen en risico’s beschreven. 

Kaderstellende beleidsnota's

Terug naar navigatie - Paragraaf B. Onderhoud kapitaalgoederen - Kaderstellende beleidsnota's
  • Gemeentelijk Water en Rioleringsplan Montferland (2022–2026);
  • Mobiliteitsvisie 2025;
  • Hondenbeleidsplan (2013);
  • Speelbeleid (2015 - 2030) (herijking in najaar 2025);
  • Beheerplan wegen (2025-2028);
  • Beleidsplan zand- en halfverhardingswegen (2019-2028);
  • Beleidsplan Civiele Kunstwerken (2025-2028);
  • Beleidsplan Openbare Verlichting (2025-2029);
  • Bomenbeleidsplan 2020;
  • Groenbeleidsplan ‘Waardering voor groen’ (2023-2032);
  • Meerjarenonderhoudsplan (MJOP) 2024-2033.

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Paragraaf B. Onderhoud kapitaalgoederen - Ontwikkelingen

Hieronder volgt een toelichting per onderdeel. 

Wegen en bermen
De gemeente Montferland beheert ruim 500 kilometer aan wegen en (fiets)paden, met een totaal oppervlak van meer dan 2,7 miljoen m2. 

Areaal (totale oppervlakte wegen)

Onderdeel

Lengte (km)

Oppervlakte (m2)

Verharde wegen

387

 

Onverharde wegen

68

 

Fietspaden

  54

 

Asfaltverharding

 

1.036.630

Elementenverharding

 

1.487.810

Betonverharding

 

     32.018

Onverhard/halfverhard

 

   193.844

 

De totale vervangingswaarde van het areaal bedraagt meer dan € 200 miljoen. De vervangingswaarde geeft aan wat het ongeveer kost als we het bestaande areaal opnieuw aan moeten leggen. 

Wegen
Om wegbeheer op een juiste manier te kunnen uitvoeren, is het belangrijk dat we weten: 

  • Het totale te onderhouden areaal;
  • De technische kwaliteit ervan;
  • De benodigde middelen om het kwaliteitsniveau te handhaven.


Het beheerplan wegen is opgesteld met de door de gemeenteraad vastgestelde beeldkwaliteit als uitgangspunt. Winkelgebieden en het historisch centrum worden onderhouden op beeldkwaliteit B. Alle overige gebieden onderhouden we op beeldkwaliteit C (het minimumniveau in verband met aansprakelijkheid). 

Om het onderhoudsniveau te waarborgen is het budget in de begroting (conform het wegenbeheerplan) verhoogd. Om achteruitgang te voorkomen, zijn de komende jaren zowel groot onderhoud (gedekt  via een voorziening groot onderhoud) als reconstructies en rehabilitatiemaatregelen (deels vernieuwen van wegen,) noodzakelijk. Voor sommige maatregelen wordt voorgesteld een langere afschrijvingstermijn te hanteren, zodat de financiële druk over een langere periode wordt verdeeld.

Toelichting: 

  • Groot onderhoud: asfalt: vervangen van de bovenste laag / elementen: herstraten met hetzelfde materiaal
  • Reconstructie: volledig verwijderen van de bestaande constructie (eventueel inclusief fundatie) en aanleggen van een nieuwe fundatie en asfaltconstructie
  • Rehabilitatie: asfalt: vervangen bovenste laag en dieperliggende lagen / elementen: herstraten met nieuw materiaal


Verouderde verhardingen
De voorziening voor groot onderhoud wegen dekt niet de volledige vervanging van verouderde verhardingen. Door de toenemende veroudering van het wegenareaal is vervanging van het asfalt en de elementen noodzakelijk. Het beheerplan bevat een inschatting van de jaarlijkse kapitaalinvesteringen voor vervanging. Op dit moment worden per wegvak de resterende levensduur en de benodigde maatregelen in beeld gebracht. Zo kunnen aanpassingen in de toekomst beter worden gepland en begroot.

Onderhoud onverharde wegen
Een groot deel van de onverharde wegen is voorzien van de Padvast-bovenlaag. Deze bovenlaag geeft minder stofoverlast dan een onverharde weg zonder deze laag. Deze wegen krijgen jaarlijks een onderhoudsronde, aangevuld met incidenteel onderhoud op basis van meldingen. 

Bermen en bermsloten
Het onderhoud van bermen en bermsloten gaat over meer dan alleen maaien. Hierbij hebben we het ook over het uitvullen van gaten, het verhogen of verlagen van de berm, het herprofileren van sloten of andere reparaties. 

Door het natte najaar 2023 en voorjaar 2024 bleek de afwatering op sommige plekken niet voldoende. Dit leidt tot schade aan wegen en overlast voor gebruikers en omwonenden.

Daarom passen we het bermbeheer aan. We letten extra op maaien op een manier die goed is voor de natuur (biodiversiteit). Ook bekijken we hoe vaak en op welke manier we maaien. 

Voorbeeld van het afroven (verlagen) van de berm


Rioleringen
Het huidige Gemeentelijk Water en Rioleringsplan (GWRP) loopt van 2022 tot 2026. Dit plan vormt de basis voor het uitvoeren van onze wettelijke taken op het gebied van afvalwater, grondwater en hemelwater. In deze begroting stellen we ook voor om de rioolheffing opnieuw te bekijken, zodat we kunnen blijven voldoen aan onze doelen en de daarbij behorende kosten.

Areaal (het totale oppervlakte rioleringen)

Onderdeel

Lengte (km)

Aantal

Gemengde riolen

136

 

Vuilwaterriolen (dwa)

107

 

Regenwaterriolen (rwa)

34

 

Infiltratieriolen

38

 

Inspectieputten

 

6.130

Kolken

 

     13.737

Drukriolering

140

   

Persleidingen gemalen

13

 

Overstorten

 

36

Interne bergingen

 

1

Randvoorzieningen

 

10

Stelselgemalen

 

39

Pompunits drukriolering

 

611

Tunnelgemalen

 

2

Waterelementen/vijverpomp

 

1

Grondwatergemaal

 

1

IBA's

 

45

Wadi's

 

20

Retentievijvers

 

3

Groene bergingen

 

2

Helofytenfilter/veld

 

1


We hebben de wettelijke plicht om te zorgen voor:

  1. Het inzamelen en afvoeren van afvalwater uit stedelijke gebieden (1993 Wet Milieubeheer, artikel 10.33);
  2. Het inzamelen en verwerking van regenwater (2009 Waterwet, artikel 3.5);
  3. Het nemen van maatregelen tegen grondwateroverlast en het verwerken van opgevangen grondwater (2009 Waterwet, artikel 3.6).


Daarnaast moeten alle gemeenten volgens het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie ervoor zorgen dat ze in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust zijn. 

Grondwater (drainage)                              Regenwater (afkoppelen)                       

   

Afvalwater (rioolgemaal)

Civieltechnische kunstwerken
In 2025 is het beheerplan civieltechnische kunstwerken vastgesteld.

Areaal (totale oppervlakte civieltechnische kunstwerken)

Onderdeel

Aantal

Bruggen

10

Tunnels

  2

Viaducten

  2*

Vlonders

  3

Duikers

  3

 

Om de civiele kunstwerken veilig en beschikbaar te houden is het van belang te weten:

  • Welke kunstwerken onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen;
  • Wat de technische staat van deze kunstwerken is;
  • Hoeveel geld er nodig is om deze kunstwerken te onderhouden.


Elke vijf jaar voeren we een technische inspectie uit. Zo weten we steeds hoe de kunstwerken ervoor staan. In 2023 zijn alle kunstwerken opnieuw geïnspecteerd. Op basis daarvan is een nieuw beheerplan voor de kunstwerken opgesteld.

We hebben beide viaducten over de Drieheuvelenweg overgenomen van de provincie. In het verkeerscirculatieplan ’s-Heerenberg uit 2019 is opgenomen dat het viaduct in de Oude Doetinchemseweg komt te vervallen en dit is ook onderdeel van het voorstel voor het Drieheuvelenpark. Daarom is alleen het viaduct in De Zandakkers opgenomen in het beheerplan. Blijft het viaduct aan de Oude Doetinchemseweg toch bestaan, dan nemen we de kosten voor het onderhoud daarvan alsnog op in het beheerplan en de begroting.

Groen
Het onderhoud aan het openbaar groen gebeurt volgens het beeldniveau dat de gemeenteraad heeft vastgesteld. Dit betekent dat we het groen zo onderhouden dat het aan de afgesproken kwaliteit voldoet. 

Areaal (totale oppervlakte groen)

Onderdeel

Oppervlak (m2)

Lengte (m)

Aantal

Bomen

 

 

20.043

Gazon

    361.020

 

 

Bermen

1.299.986

 

 

Bodembedekkers

      33.229

 

 

Hagen/Blokhagen

 

40.056

                              

Sierheesters

     101.167

 

 

Bosplantsoen + houtwal

 321.833

 

 

Bos

     106.061

 

 

Rozen

    9.025

 

 

Vaste planten + prairiebeplanting

      19.567

 

 

Bloembakken

            245

 

 

 

Openbaar groen
Het openbaar groen in Montferland wordt steeds verder uitgebreid, onder andere door herinrichtingen, klimaatdoelen, het toevoegen van bomen vanuit de motie 2000 extra bomen en uitbreidingsplannen. Al het groen vertegenwoordigt een bepaalde waarde. Goed onderhoud is nodig om deze waarde te behouden. Net als andere voorzieningen moet ook groen soms vervangen worden als het ‘afgeschreven’ is.

In 2025 hebben we het groenbeleid geëvalueerd, omdat het lastig bleek de gestelde doelen binnen het beschikbare budget te halen. Deze evaluatie heeft geleid tot een actuele inventarisatie van het groen en een voorstel voor bijstelling van het beleid.

Bomen
De gemeente is verantwoordelijk voor het veilig houden van bomen. Als er schade ontstaat door een boom of tak, en de gemeente heeft onvoldoende onderhoud gepleegd, kan zij aansprakelijk worden gesteld. Zorgplicht betekent dat bomen regelmatig deskundig gecontroleerd en onderhouden moeten worden, en dat alles goed wordt vastgelegd.

We controleren regelmatig (elke drie jaar) en systematisch het bomenbestand; bij bomen met extra risico gebeurt dit jaarlijks. Of vaker controleren nodig is, hangt af van de plek en de omstandigheden. Worden er gebreken geconstateerd die gevaarlijk kunnen zijn, dan volgt verplicht aanvullend onderzoek.

Ziektes en klimaatveranderingen, zoals droogte, vormen risico’s voor het bomenbestand. Sommige ziektes, zoals kastanjebloedingziekte, Massaria, iepziekte en essentaksterfte, zijn lastig te bestrijden en kunnen leiden tot extra kosten.

Openbare verlichting
In 2025 heeft het college het beheerplan voor de openbare verlichting vastgesteld.

Areaal (totale oppervlakte verlichting)

Onderdeel Aantal
Lichtmasten 7.986
Armaturen 8.015


Op 2 november 2023 heeft de gemeenteraad de ‘Motie straatverlichting LED’ aangenomen. Het college heeft besloten om vooruitlopend op de evaluatie van het beleid ‘Licht in de openbare ruimte 2020-2024’ alvast 3.000 oude armaturen versneld te vervangen door LED-armaturen. Hier zijn we in 2025 mee gestart en we verwachten in 2026 klaar te zijn. Als het nodig is, vervangen we ook de lichtmasten. Zo zetten we een grote stap richting energieneutraliteit en verbeteren we de gemiddelde kwaliteit van de lichtmasten. Door deze vernieuwing verwachten we dat zowel de energiekosten als de onderhoudskosten voor de openbare verlichting flink gaan dalen.

Speelvoorzieningen
In 2015 stelde de gemeenteraad het beleidsplan ‘Spelen in Montferland’ vast voor de periode 2015–2030. Hierbij is een beheerplan opgesteld waarin het onderhoud en de kosten zijn uitgewerkt. 

Het beleid verschuift naar meer avontuurlijke, toegankelijke en natuurlijke plekken zoals Cool Nature. Speelplaatsen bieden iedereen, jong en oud, de mogelijkheid om te spelen, bewegen en elkaar te ontmoeten. Daardoor verdwijnen sommige bestaande traditionele speellocaties. Door hoge vervangingskosten en veranderingen in de bevolking is het beleidsplan in 2025 opnieuw bekeken. Het voorstel is meegenomen in hoofdstuk 1.2.7 Nieuw beleid en wordt nog dit jaar aan de gemeenteraad aangeboden.

Areaal (totale oppervlakte speellocaties)

Kern

Aantal speellocaties

Azewijn

2

Beek

4

Braamt

3

Didam

30

Kilder

2

Loil

2

Nieuw Dijk

2

’s-Heerenberg

17

Stokkum

2

Zeddam

3

Totaal

69

 

Sportvelden
De gemeente heeft een aantal sportvelden en accommodaties in eigendom en voert het beheer en onderhoud daarop uit.

Areaal (totale oppervlakte sportvelden)

Kern/ccomodatie

Aantal natuurgrasvelden

Aantal kunstgrasvelden

Azewijn (Den Dam)

1,3

 

Lengel (VVL)

2*

 

Braamt (St. Joris)

1*

 

Stokkum

1*

 

Kilder (SV Kilder)

3,5

 

Zeddam

2

0,5

’s-Heerenberg (FC Montferland)

1

2

Beek (’t Peeske)

3

 

Didam (DVC ’26)

3

2,5

Nieuw Dijk (Sprinkhanen)

2

 

Loil (SV Loil)

1

1

* Deze accommodaties zijn niet meer in gebruik door de fusie van clubs.

Naast het reguliere en groot onderhoud dat we elk jaar uitvoeren op de natuurgrasvelden, is soms een renovatie nodig. Door extra aandacht te besteden aan het onderhoud, kunnen we renovaties vaak uitstellen.

Het dagelijks onderhoud van de kunstgrasvelden is een verantwoordelijkheid van de sportclubs zelf. 

In 2025 zijn we begonnen met het herzien van het sportaccommodatiebeleid. We verwachten het nieuwe beleid eind 2025 aan de gemeenteraad voor te leggen. 

Gemeentelijke gebouwen
Areaal (totale oppervlakte gemeentelijke gebouwen)

Functie gebouw Naam gebouw Adres Plaats
Kantoorgebouw Gemeentehuis
Infopunt     
Bergvredestaat 10 
Raadhuisstraat 14
Didam
Didam
Bedrijfsgebouw Gemeentewerf
Afvalbrengstation

Leigraaf 9
Nijverheidstraat 10

Loerbeek
‘s-Heerenberg
Binnensport locaties Sportzaal ’t Raland
Sporthal de Muizenberg
Sportzaal Kilder
Sportzaal Azewijn
Reinskamp 2a
Lupinestraat 11 
Hoofdstraat 
Leppestraat 
Didam
Didam
Loerbeek
Azwijn
Brandweer kazernes Brandweerpost Didam
Brandweerpost ‘s-Heerenberg
Vincwijcweg 1 c
Zeddamseweg 77b
 Didam
‘s-Heerenberg
Woningen   Vincwijcweg 6 Didam
Schoolgebouwen Bredeschool Zuid
Bredeschool Noord
Reinskamp 2a
Lupinestraat 11 
Didam
Didam
Maatschappelijke gebouwen

Willem van den Berghcentrum 
Finally

’t Neije Reathuys
Bibliotheek
Muziekschool

Willem van den Berghstraat 1
Willem van den Berghstraat 1a
Hofstraat 1
Oudste Poortstraat 24
Plantsoensingel Zuid 36

’s-Heerenberg

’s-Heerenberg

’s-Heerenberg
’s-Heerenberg
‘s-Heerenberg

Gebouw in ontwikkeling

IKC ‘s-Heerenberg

Zeddamseweg 84

‘s-Heerenberg

Zwembad

Sportcomplex Montferland

Oude Doetinchemseweg 43

‘s-Heerenberg

Ammovatie gebouw

Oude werf Didam
Oude Brandweerkazerne

Burgemeester Kronenburglaan 6

Didam
Didam

Kapellen en begraafplaats gebouwen

Bergingen en Urnenmuur begraafplaats Didam

Begraafplaats ‘s-Heerenberg


Kapel Didam Koningin van de Vrede 

Kapel Vethuizen Mariakapel 

Kapel Didam Martinus begraafplaats

Kerkwijkweg 1


Plantsoensingel Noord 25

Tatelaarweg 16

Holthuizerstraat 2

Deken Reuvekamplaan

Didam


‘s-Heerenberg

Didam

Vethuizen

Didam


Projectplanning 2026

Voor 2026 staan een aantal grotere projecten op de planning:

  • Herstel van het metselwerk aan de Kapel Didam (Martinus Begraafplaats);
  • Vervanging van de draaideurautomaat bij de Brede School Zuid (Reinskamp);
  • Algemene revisie van de noodstroom aggregaat bij het gemeentehuis in Didam;
  • Onderhoud aan de CV-installatie en vervanging van de loodslabben aan de buitenzijde van het Willem van den Berghcentrum;
  • Revisie van de lift bij de Bibliotheek en Speel-o-theek;
  • Vervanging van de warmtepompen en klimaatregeling op de gemeentewerf.


Daarnaast worden enkele projecten uit 2025 doorgeschoven naar 2026:

  • Vervanging klimaatregeling en revisie en conserveren van de buitenkozijnen op het gemeentehuis in Didam;
  • Conserveren van de gevels van de Brede School Noord. 

Paragraaf C. Financiering

1. Missie

Terug naar navigatie - Paragraaf C. Financiering - 1. Missie

Voor de uitvoering van de programma’s zijn financiële middelen nodig. Binnen de treasuryfunctie wordt gestuurd op het beperken van financiële risico’s en de bijbehorende lasten.

Treasury betekent letterlijk schatkist. Treasury gaat over het sturen, beheersen en verantwoorden van de financiële vermogenswaarden, geldstromen, financiële posities en de daarbij behorende risico’s.

2. Context en achtergronden

Terug naar navigatie - Paragraaf C. Financiering - 2. Context en achtergronden

De missie en doelstellingen van het financieringsbeleid zijn vastgelegd in het treasurystatuut. De wettelijke basis wordt gevormd door de Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO). Daarmee is de beleidsvrijheid van de gemeenten aan strenge regels gebonden. Aanvullende treasury-regels zijn opgenomen in de financiële verordening (ex art. 212 Gemeentewet).

Sinds 2013 geldt de regeling Schatkistbankieren. Overtollige middelen moeten, binnen bepaalde drempels, worden ondergebracht bij de schatkist of andere overheden zoals andere gemeenten of provincies. 

Daarnaast geldt de wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF). Deze sluit aan bij Europese afspraken over het beperken van het EMU-saldo tot maximaal -3% van het Bruto Binnenlands Product. Voor alle Nederlandse gemeenten samen geldt daarbij een maximaal aandeel van -0,27% BBP.

Het gezamenlijke netto-financieringssaldo van alle gemeenten mag dit plafond niet overschrijden. Structurele overschrijdingen kunnen leiden tot landelijke maatregelen. Individuele gemeenten hebben een eigen referentiewaarde, maar overschrijding hiervan leidt niet direct tot sancties.

a. Renteontwikkeling en rentetoerekening

Terug naar navigatie - Paragraaf C. Financiering - a. Renteontwikkeling en rentetoerekening

De afgelopen jaren is de inflatie sterk opgelopen. Dit komt vooral door de situatie in Oekraïne en de gestegen energieprijzen. Als reactie heeft de Europese Centrale Bank (ECB) de rente verhoogd om de inflatie tegen te gaan. Dit heeft geleid tot hogere kort- en langlopende rentetarieven. 

Voor 2025 wordt een inflatie van circa 3,0% verwacht. De exacte hoogte van de ECB-rente voor 2025 is nog niet bekend. De verwachting is dat de rente geleidelijk verder gaat dalen, mits de inflatie onder controle blijft. De rentetarieven bewegen dan richting het ECB-doel van ongeveer 2%. Hoewel het moeilijk is om voor 2026 en verder te voorspellen, is het aannemelijk dat de rente zich op termijn gaat stabiliseren. In de kadernota 2026 zijn de volgende percentages vastgesteld voor de berekening van de rentelasten.


Wijze van financiering Rente Toelichting
Rente over het financieringstekort tot aan de kasgeldlimiet 2,1 % Tekort zal worden gefinancierd met korte financieringsmiddelen (m.n. rekening-courant; daggeld; kasgeld)
Rente op te nemen vaste leningen 3,3 % Op basis van gemiddelde rente LL BNG (medio 2025)
Rentelast over het eigen en vreemd vermogen (reserves en voorzieningen) 2,2 % Gelijk aan de raming voor het gemiddelde rentepercentage van totaal van geldleningen.

De verwerking van de rentetoerekening is terug te vinden in bijlage 4.4 Financiële gegevens, tabel Renteschema Begroting.

b. Financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Paragraaf C. Financiering - b. Financieringsbehoefte
In 2025 hebben we een langlopende lening van € 25 miljoen afgesloten. Op basis van de huidige liquiditeitspositie verwachten we op middellange termijn een verdere stijging van de financieringsbehoefte tot ongeveer € 44 miljoen. Dit komt voornamelijk door investeringen zoals het IKC,  IHP en maatregelen omtrent verkeersveiligheid. Als aanvullende financiering nodig is, gaan we op het meest geschikte moment de kapitaalmarkt op. We volgen de renteontwikkelingen op de voet met als doel om zo economisch mogelijk aan onze financieringsbehoefte te voldoen.

c. Kasgeldnorm

Terug naar navigatie - Paragraaf C. Financiering - c. Kasgeldnorm

De Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) stelt duidelijke regels voor gemeente om het renterisico op korte termijn financiering te beheersen. De kasgeldlimiet vormt hierbij het wettelijk plafond voor kortlopende leningen (call- en kasgeldtransacties). Deze zijn vastgesteld op 8,5% van het totale lastenpakket van de gemeentebegroting. 

Voor 2026 bedraagt de begroting van de gemeente Montferland ongeveer €128 miljoen. Daarmee komt de kasgeldlimiet uit op €11,0 miljoen. Gemeenten mogen maximaal gebruikmaken van deze meestal gunstige financieringsvormen zolang de limiet niet wordt overschreden. Overschrijding van deze limiet moet pas aan de toezichthouder worden gemeld als dit drie achtereenvolgende kwartalen gebeurt. De gemeente Montferland stuurt erop onder de kasgeldlimiet te blijven en deze niet te overschrijden.

d. Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Paragraaf C. Financiering - d. Renterisiconorm

Het renterisico is het risico dat de gemeentebegroting te maken krijgt met hogere rentelasten. Een voorbeeld hiervan is het herfinancieren van bestaande leningen of herziening van rente op lopende leningen. 

De renterisiconorm is bedoeld om dit risico te beperken tot een aanvaardbaar niveau. Een goed gespreide leningenportefeuille zorgt ervoor dat eventuele renteaanpassingen geleidelijk plaatsvinden en binnen de begroting kunnen worden opgevangen.

Volgens de Wet FIDO mag jaarlijks maximaal 20% van het totale lastenpakket van de gemeentebegroting (peildatum 1 januari) worden geherfinancierd of een herziening van de rente ondergaan.

Voor Montferland geldt de renterisiconorm alleen voor de herfinanciering van aflopende leningen. Er zijn namelijk geen leningen met periodieke renteherziening. Het actuele renterisico van gemeente Montferland blijft daarmee binnen de wettelijke norm (zie ‘Ruimte onder renterisiconorm’ in onderstaand overzicht).

Bedragen x € 1.000

  2026 2027 2028 2029
Renteherziening op vaste schuld o/g (1a) 0 0 0 0
Renteherziening op vaste schuld u/g (1b) 0 0 0 0
Netto renteherziening op vaste schuld  (1) = (1a-1b) 0 0 0 0
         
Te betalen aflossingen (2a) 6.692 6.871 7.173 7.225
Te ontvangen aflossingen (2b) 274 105 107 109
Herfinanciering (2) =  (2a-2b) 6.418 6.767 7.067 7.117
         
Renterisico op vaste schuld (3) =  (1+2) 6.418 6.767 7.067 7.117
         
Begrotingstotaal 127.956 127.626 129.185 129.049
Het vastgesteld percentage 20 20 20 20
Renterisico norm (4) 25.591 25.525 25.837 25.810
         
Toets renterisico norm        
Renterisico norm (4) 25.591  25.525   25.837  25.810
Renterisico op vaste schuld (3) 6.418 6.767 7.067 7.117
Ruimte onder renterisiconorm 19.173 18.759 18.770 18.693
Overschrijding renterisiconorm - - - -

e. Overige risico's

Terug naar navigatie - Paragraaf C. Financiering - e. Overige risico's

Kredietrisico:
Kredietrisico ontstaat wanneer overtollige middelen tijdelijk worden uitgezet. De gemeente verstrekt geen leningen aan derden, behalve aan gelieerde partijen; in die gevallen wordt het risico afzonderlijk beoordeeld.

Herfinancieringsrisico:
Dit is het risico dat bij het aflopen van bestaande leningen de gemeente afhankelijk is van de dan geldende marktomstandigheden voor nieuwe financiering, mogelijk tegen minder gunstige voorwaarden.

Risico’s bij verbonden partijen:
Wanneer leningen worden verstrekt aan partijen waarin de gemeente deelneemt, bestaat het risico dat deze niet volledig kunnen worden terugbetaald.

Wet- en regelgevingsrisico:
Veranderingen in wet- en regelgeving rondom financiering kunnen impact hebben op het gemeentelijk financieringsbeleid.

Paragraaf D. Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Paragraaf D. Bedrijfsvoering - Inleiding

Het overzicht ‘Overhead, Ondersteuning Organisatie en Bestuur' is een verplicht onderdeel van de programmabegroting. Het bevat een groot deel van de bedrijfsvoeringskosten. In dit kader is de paragraaf bedrijfsvoering teruggebracht tot de kern.

Formatie en budget ambtelijke organisatie

Terug naar navigatie - Paragraaf D. Bedrijfsvoering - Formatie en budget ambtelijke organisatie

De omvang van het salarisbudget en de formatie van de gehele ambtelijke organisatie is:

Bedragen x € 1.000

 

Begroting 2025 na wijz. 

Begroting 2026

Budgetten (x € 1.000):

 

 
  • Salariskosten eigen personeel (inclusief Griffie)
33.333 33.766
  • Kosten inhuur tijdelijk/extern personeel
2.211 1.467

Loonsom

35.544 35.233

Formatie in fulltime eenheden (fte’s):

   
  • Vaste formatie
380 374
  • Tijdelijke formatie
18 17

 

De loonkosten van vast personeel stijgen door cao-loonindexeringen en werkgeverslasten. De lagere raming voor inhuurkosten in 2026 heeft een ramingstechnische oorzaak. Gedurende het jaar worden budgetten voor salarissen soms verschoven naar inhuur.  

De loonkostenraming is gebaseerd op het arbeidsvoorwaardenakkoord voor de sector Gemeenten 2025 (geldig van 1 april 2025 tot en met 31 maart 2027). Voor 2026 is uitgegaan van een loonstijging van 1,8% conform de Kadernota 2026 en gebaseerd op prognoses van het CPB.

Apparaatskosten

Terug naar navigatie - Paragraaf D. Bedrijfsvoering - Apparaatskosten

De apparaatskosten zijn alle personele en materiële kosten die samenhangen met het functioneren van de organisatie, exclusief griffie en bestuur. De post ’loon- en overige personeelskosten’ bestaat uit de salariskosten (zoals vermeld in de voorgaande tabel) en overige personeelskosten, zoals opleidingskosten, bedrijfsgezondheidszorg en dienstkleding. 

Bedragen x € 1.000

 

Begroting 2025 na wijz.

Begroting 2026

·         loon- en overige personeelskosten

33.713 34.031

·         kosten externe inhuur

2.211 1.467

·         huisvestingskosten

1.769 1.718

·         kosten ICT

2.999 2.850

·         tractiekosten

779 782

·         facilitaire kosten

195 202

·         overige organisatiekosten

908 914

Totaal

42.574

41.964

Per inwoner

€ 1.138 €1.122

 

 

 

Verdieping van enkele onderwerpen

Terug naar navigatie - Paragraaf D. Bedrijfsvoering - Verdieping van enkele onderwerpen

Organisatieontwikkeling
Sinds 1 januari 2024 werkt de gemeente Montferland met een nieuwe organisatiestructuur op basis van drie domeinen. Hierdoor zijn beleid en uitvoering dichter bij elkaar gebracht. De organisatie richt zich op de thema’s Team Montferland, De inwoner centraal, Vertrouwen, Lef en Plezier. In 2025 zijn deze thema’s verder uitgewerkt, onder andere via een leiderschapsprogramma, inspiratiesessies en intervisie. In 2026 wordt deze ontwikkeling voortgezet.

De Strategische PersoneelsPlanning (SPP) 2025-2026 is vastgesteld om goed voorbereid te zijn op toekomstige personele ontwikkelingen. SPP bevat instrumenten voor het aantrekken van nieuwe medewerkers (instroom), het laten doorstromen binnen de organisatie (doorstroom) en het goed laten beëindigen van dienstverbanden (uitstroom). Het SPP geldt voor de jaren 2025 en 2026.

Arbeidsmarktkrapte
De krapte op de arbeidsmarkt blijft aanhouden. De gemeente investeert in haar werkgeverspositie. Dit doen we door gerichte arbeidsmarktcommunicatie, inloopbijeenkomsten, traineeships (Werken in Gelderland) en maatwerkvacatureteksten. Deze inzet zorgt ervoor dat vrijwel alle vacatures, buitenom een aantal specialistische functies, vervuld worden. Ook de komende periode zet Montferland zich actief neer als aantrekkelijke werkgever om nieuw talent aan te trekken. 

Accountantscontrole en (verbijzonderde) interne controle
2024 was het eerste jaar met Stolwijk Kelderman als accountant. De interne beheersing en de accountantscontrole stonden in het teken van gewenning, maar resulteerden in een goedkeurende verklaring. Positief is het lage bedrag aan onzekerheden binnen het Sociaal Domein. Dit is met name het gevolg van het zelf oppakken van controles op de zorglevering Wmo en Jeugd. Ook de rechtmatigheidsverantwoording door het college van B&W maakte deel uit van de goedkeurende verklaring van de accountant.

Ter herinnering: conclusie van de rechtmatigheidsverantwoording over het verslagjaar 2024 was dat de rechtsmatigheidsgrens was overschreden. Belangrijkste veroorzaker was de overschrijding op het begrotingscriterium (werkelijke uitgaven overschreden de ramingen hiervoor). Dit is in de jaarstukken 2024 toegelicht. Hoewel het hierbij hoofdzakelijk ging om overschrijdingen van technische aard zonder financiële gevolgen (uitgaven Grondexploitatie die werden verrekend met de balans), hebben we hiervan geleerd dat we ook deze ontwikkelingen in de tussentijdse rapportages nauwgezetter moeten gaan monitoren.

Een andere grote pijler binnen de rechtmatigheidsverantwoording betreft het volgen van de juiste aanbestedingsregels (lees: Europese wetgeving). Hoewel in 2024 niet alle inkopen (omvang ruim € 50 mln.) volgens de vereisten zijn aanbesteed, zijn de processen en de controles in de organisatie inmiddels dermate georganiseerd dat weinig inkopen buiten de scope blijven. Overigens kan het een bewuste keuze van het bestuur zijn om andere belangen te laten prevaleren boven het volgen van de juiste aanbestedingsregels.   

Door wetswijzigingen zijn de goedkeuringstoleranties en verantwoordingsgrenzen vanaf 2025 aangepast: voor de jaarrekening 2025 wordt gewerkt met een tolerantie van 2% van de uitgaven (exclusief reserveringen) voor afwijkingen en onzekerheden. Dit was 1% voor fouten en 3% voor onzekerheden van de totale uitgaven (inclusief toevoegingen aan reserves). Dezelfde (maximale) grenzen gelden voor de rechtmatigheidsverantwoording. De gemeenteraad moet hiervoor de financiële- en controleverordening actualiseren vóór de start van de accountantscontrole 2025.

Informatiebeveiliging en privacy
Door verdere digitalisering en strengere wetgeving blijven informatiebeveiliging en privacy een belangrijk aandachtspunt. Informatiebeveiliging ziet op alle data; privacy richt zich op persoonsgegevens. De gemeente waarborgt beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van data en biedt betrouwbare dienstverlening aan inwoners en ondernemers.

Recente ontwikkelingen, zoals implementatie van de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming), WPG (Wet Politiegegevens) en binnenkort de Europese Cyberbeveiligingswet (NIS2), verhogen de eisen aan ICT-beveiliging, audit en verantwoording. Jaarlijks wordt via ENSIA (Eenduidig Normatiek Single Information Audit) verantwoording afgelegd over diverse systemen; ook wordt vierjaarlijks extern gecontroleerd op uitvoering van de WPG.

Het gebruik van kunstmatige intelligentie vraagt extra aandacht in het kader van de nieuwe Europese AI Act, die strikte eisen stelt op het gebied van transparantie, risicobeheersing, data en non-discriminatie.

Bewustwording bij medewerkers blijft essentieel – om die reden wordt voortdurend geïnvesteerd in voorlichting, training en structurele bewustwordingscampagnes. Ook wordt blijvend aandacht gegeven aan crisismanagement en herstelmaatregelen, zoals periodiek oefenen van crisissituaties en het verbeteren van back-up- en recoveryprocessen.

De conclusie is dan ook dat bewuste medewerkers, robuuste techniek en stevig beleid de pijlers blijven onder betrouwbare informatiebeveiliging en privacybescherming binnen de organisatie.

Paragraafgegevens

Terug naar navigatie - Paragraaf D. Bedrijfsvoering - Paragraafgegevens


   Prestatiegegevens / indicatoren

Begroting na wijz.

2025

Begroting 

2026

Vaste formatie per 1.000 inwoners

10,2 fte 10,0 fte

Bezetting per 1.000 inwoners

9,6 fte 10,0 fte 

Apparaatskosten per inwoner

€ 1.138 € 1.122

Externe inhuur (% van totale loonsom + totale kosten inhuur externen)

6% 4%

Overhead (% van totale lasten)

12% 13%

Ziekteverzuim */**

8,8% (8,3%) < 6% (4%)

Uitstroom medewerkers *

26 -

Doorstroom medewerkers * 

9 -

Instroom medewerkers *

47 -

Factuurbetaling binnen 2 weken */***

59% > 75%


*  In de kolom 'Begroting na wijz. 2025' zijn de werkelijke gegevens over het eerste halfjaar 2025 opgenomen.

** Het ziekteverzuimpercentage is inclusief het verzuim van het personeel met een WSW-dienstverband (voormalig Laborijn). Het percentage tussen haakjes gaat over het verzuim van het ambtelijk personeel, exclusief WSW'ers.

*** Sinds 2023 worden alle facturen volgens het '4-ogenprincipe' geaccordeerd en gekoppeld aan inkoopordernummers. Door de invoering van dit nieuwe proces en de instroom van veel nieuwe medewerkers, ontstond er eerst vertraging bij de factuurafhandeling. In 2025 is hierin verbetering zichtbaar (betaling binnen twee weken: 1e kwartaal 52%, 2e kwartaal 67%). Vanaf 2026 wordt gewerkt met een verplichtingenadministratie en wordt, na opstartfase, structureel gestreefd naar een stabiele factuurbetaling binnen 2 weken.  

Paragraaf E. Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Paragraaf E. Verbonden partijen - Inleiding

Verbonden partijen zijn, volgens artikel 1 Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), die partijen (privaat- of publiekrechtelijk) waarin een gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft.

Van een financieel belang is sprake als aan de verbonden partij een bedrag beschikbaar is gesteld dat we niet kunnen terughalen als de partij failliet gaat of wanneer de gemeente aansprakelijk is voor een bepaald bedrag in de situatie dat de verbonden partij zijn verplichtingen jegens derden niet nakomt.

Van een bestuurlijk belang is sprake indien een wethouder, raadslid of ambtenaar van de gemeente namens de gemeente plaatsneemt in het bestuur van de verbonden partij of namens de gemeente stemt in bijvoorbeeld een aandeelhoudersvergadering. 

Opdrachtgever en eigenaar
De gemeente vervult twee rollen richting de verbonden partijen namelijk de rol van opdrachtgever en de rol van eigenaar.

  • Opdrachtgever: de gemeente is afnemer/opdrachtgever van de verbonden partij. De verbonden partij levert diensten of producten, is uitvoerder van gemeentelijk beleid. Vaak gaat dit in de vorm van een basispakket dat alle deelnemers in de samenwerking afnemen. Daarnaast is er een aanvullend (maatwerk) pakket voor afzonderlijke deelnemers. Daarin zijn op maat afspraken gemaakt;
  • Eigenaar: in de eigenaarsrol beslist de gemeente over de oprichting, missie, de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de verbonden partij. Het gemeentebestuur is mede-eigenaar van de verbonden partij en draagt bestuurlijke verantwoordelijkheid (de gemeente neemt deel aan het bestuur). De rol van eigenaar richt zich vooral op de continuïteit en de levensvatbaarheid van de (samenwerking)organisatie.


Het is belangrijk dat onze (beleids)doelstellingen ook via de verbonden partijen worden gerealiseerd. We blijven uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor het behalen van de doelen in de programma’s in de de begroting. In de programma's is al aangegeven welke bijdrage een verbonden partij hieraan levert. Telkens moeten we beoordelen of een taak wordt uitgevoerd zoals ons dat voor ogen staat en of er voldoende inhoudelijk en financieel toezicht is op het uitvoeren van deze taak.

Kaders 
De Wgr (Wet gemeenschappelijke regeling) maakt (publiekrechtelijke) samenwerking mogelijk tussen gemeenten, provincies en waterschappen. De Wgr is per 1 juli 2022 gewijzigd. Met deze wijziging krijgen volksvertegenwoordigers, zoals raadsleden, meer invloed op de besluitvorming van dit soort samenwerkingen en kunnen ze die beter controleren. Het deel van de Wgr dat rechten geeft aan volksvertegenwoordigers is direct ingegaan. Een ander deel gaat over verplichtingen om bestaande gemeenschappelijke regelingen aan te passen, om zo scherpere afspraken te maken over bijvoorbeeld uittreding of evaluatie. Voor dat deel geeft de wet twee jaar de tijd voor uitwerking. Enkele belangrijke punten zijn:

  • De algemene en financiële kaders voor het volgende begrotingsjaar moeten door het samenwerkingsverband uiterlijk vóór 30 april aangeboden worden aan de raden van de deelnemers (artikel 34b Wgr). Voor de gemeente Montferland betekent dit dat deze informatie beschikbaar is tijdens de behandeling van de Kadernota;
  • De jaarrekening en het verslag van de accountant moeten eveneens uiterlijk 30 april worden aangeboden aan de gemeenteraad;
  • De termijn waarbinnen de gemeenteraad een zienswijze kan indienen op de ontwerpbegroting van een samenwerkingsverband is twaalf weken. De vastgestelde begroting van het samenwerkingsverband moet daarom uiterlijk 15 juli toegezonden worden aan de provincie.
  • Lokale rekenkamers en rekenkamercommissies kunnen ook onderzoek doen bij samenwerkingsverbanden die op grond van de Wgr zijn ingesteld;
  • Een bestuur van een samenwerkingsverband kan de overgedragen bevoegdheden niet zelf uitbreiden.


Nota Verbonden partijen
De nota Verbonden Partijen is in 2024 is vastgesteld. Dit was één van de aanbevelingen uit het Rekenkamerrapport "Kiezen of delen:...rendement op regionale samenwerking". Hierdoor hebben we een actueel kader dat aansluit bij de nieuwe Wet gemeenschappelijke regelingen.

Indexeringsmethodiek begroting gemeenschappelijke regelingen
De afgelopen jaren bepleitten de Achterhoekse gemeenten één gemeenschappelijk systeem van indexering voor de begrotingen van de gemeenschappelijke regelingen. In de praktijk leidde dit onvoldoende tot het gewenste resultaat. Dat had twee redenen: iedere gemeenschappelijk regeling kende zijn eigen dynamiek waardoor een generieke indexering ‘te kort door de bocht’ bleek. En de stem van de Achterhoekse gemeenten bleek een minderheidsbelang te vertegenwoordigen. Op dit moment ontbreekt een collectief standpunt, maar loopt wel de afspraak dat indexpercentages kritisch worden beoordeeld, zo veel als mogelijk aan de voorkant.

Huidige procedure zienswijzen begrotingen gemeenschappelijke regelingen
Bij alle gemeenschappelijke regelingen stelt het algemeen bestuur de begroting vast. College en gemeenteraad hebben vooraf de mogelijkheid een zienswijze op de begroting te geven. De verschillende procedures van de diverse gemeenschappelijke regelingen lopen qua tijdsperiode niet gelijk op met elkaar en met de reguliere besluitvorming van de gemeenteraad. We bundelen dan ook de begrotingen van de gemeenschappelijke regelingen in een raadsnotitie. Die leggen we medio juni aan de gemeenteraad voor. Hieraan vooraf adviseert de Auditcommissie de gemeenteraad om al dan niet een zienswijze in te dienen.  

De Auditcommissie en uiteindelijk de gemeenteraad doen dit op basis van een door het college vastgestelde notitie waarin kort en bondig geïnformeerd wordt over:

  • Belangrijke beleidsinhoudelijke ontwikkelingen die aanleidingen geven tot aanpassing van de koers van de regeling;
  • De gevolgen voor de financiën en/of financiële bijdrage;
  • Financiële kerngegevens als verdeelsleutel financiële bijdrage, het bedrag per eenheid en het totaal, de reserve- en schuldpositie en de risico’s en de beheersing daarvan;
  • Concept-advies zienswijze. 


Op 3 juli 2025 heeft de gemeenteraad ingestemd met de voorgelegde begrotingen 2026 (en jaarstukken 2024). Wel zijn voor de GGD, ODA en de VNOG zienswijzen ingediend.

Bestuurlijk belang - bezetting bestuurszetels

Terug naar navigatie - Paragraaf E. Verbonden partijen - Bestuurlijk belang - bezetting bestuurszetels

De benoeming van een bestuurslid kan een bevoegdheid van de raad (raadsregeling) zijn of van het college (collegeregeling).

Gemeenschappelijke regelingen

Programma

Burgemeester
Fellinger

Wethouder
Derksen

Wethouder
Nijland

Wethouder
Eleveld

 

Wethouder Wolsing

 

Raadslid

1a. Groene Metropoolregio  Arnhem - Nijmegen (C)

1

Uitgetreden per 1-1-2025

1b. Regio Achterhoek

1

AB + DB       plv AB  

2. Euregio Rijn-Waal (R)

1

lid euregioraad       plv lid euregioraad

euregioraad 2 leden

3. Omgevingsdienst Achterhoek (C)

2

  plv AB AB      

4. Reinigingsdienst de Liemers (R)

2

  AB + DB plv AB      

5. Doelgroepenvervoer regio Arnhem Nijmegen (C)

3

  Bestuur plv Bestuur      

6. GGD Noord- en Oost-Nederland (C)

3

      AB plv AB  

7. Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers (C)

1

      AB + BC plv AB  

8. Huisvesting Voortgezet Onderwijs in de Liemers (C)

3

      AB plv AB  

9. Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland (C)

1

AB       plv AB  

10. Laborijn (C)

3

  AB   plv AB + DB AB + DB  

11. Stadsbank Oost Nederland (C)

3

      plv AB AB  

Vennootschappen en coöperaties

Alliander N.V.  (C)

1

 

AA

plv AA  

 

 

Vitens N.V.  (C)

1

 

AA

plv AA  

 

 

N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (C)

1

 

AA

plv AA  

 

 

Coöperatie Energieloket Achterhoek U.A.. (C)

2

 

 

  plv AL

AL

 

Agem Gemeentelijke Energie B.V.

2

 

 

  plv AA

AA

 

Leisurelands B.V.

2

 

plv AA AA  

 

 

N.V. Cultuur Centrum Amphion (C)

3

 

 

  AA

plv AA

 

Warmtenetwerk Didam B.V.

2

 

 

  plv AA

AA

 

 

Legenda

AA

Afgevaardigde algemene aandeelhoudersvergadering

AB

Algemeen bestuur

AL

Afgevaardigde algemene ledenvergadering

BC

Bestuurscommissie

(C)

Benoemd door het college

DB

Dagelijks bestuur

(R)

Benoemd door de raad

plv

Plaatsvervangend

 

Gemeenschappelijke regelingen

Terug naar navigatie - Paragraaf E. Verbonden partijen - Gemeenschappelijke regelingen
Bedragen x € 1
1a. Openbaar Lichaam Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen Programma 1
Financieel belang De deelnemende gemeenten dragen bij op basis van het aantal inwoners. Montferland is uigetreden per 31 december 2024.
Jaarrekening 2023 Jaarrekening 2024 Begroting 2026
saldo van baten en lasten € 190.937 € 118.084 N.v.t.
gerealiseerd resultaat € 197.682 € 244.427 N.v.t.
eigen vermogen € 380.937 € 371.783 N.v.t.
vreemd vermogen € 0 € 0 N.v.t.
oordeel accountant Goedkeurend Goedkeurend N.v.t.
bijdrage per inwoner € 6,94 € 7,33 N.v.t.
idem totaal € 252.262 € 243.375 N.v.t.
Risico’s Er zijn geen financiële risico’s meer omdat er met ingang van 2025 niet meer deelgenomen wordt aan de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen. Er bestaat alleen nog een verplichting inzake participatie in The Economic Board Arnhem Nijmegen t/m 2025 voor een bedrag van € 37.000.
Bedragen x € 1
1b. Samenwerkingsverband regio Achterhoek Programma 1
Financieel belang De deelnemende gemeenten dragen bij op basis van het aantal inwoners. Gemeente Montferland is pas in 2024 toegetreden. De begroting 2026 is nog niet aangeboden. De inwonerbijdrage 2026 is gebaseerd op de “Kaderbrief programmabegroting 2026” en zijn dus voorlopige cijfers..
Jaarrekening 2023 Jaarrekening 2024 Begroting 2026
saldo van baten en lasten € -342.000 € -73.000 nnb
gerealiseerd resultaat € 97.000 € 28.000 nnb
eigen vermogen € 6.808.000 € 6.736.000 nnb
vreemd vermogen € 5 € 0 € 0
oordeel accountant Goedkeurend Goedkeurend N.v.t.
bijdrage per inwoner N.v.t. € 7 € 8,24
idem totaal N.v.t. € 274.032 € 303.834
Risico’s Onder andere door de dalende renteopbrengsten en het wegvallen van de bijdrage van de provincie Gelderland vanaf 2025 was in de begroting 2025 een structureel oplopend tekort zichtbaar in de meerjarenraming in de jaarschijven 2026-2028. Ondanks dat het tekort werd opgevangen door een bestemmingsreserve toekomstbestendige organisatie, heeft het algemeen bestuur opdracht gegeven om te zorgen voor een structureel sluitende begroting voor alle jaarschijven. Hiervoor dient een structurele kostenbesparing van 10% (€ 331.000) gerealiseerd te worden.
Bedragen x € 1
2. Euregio Rijn-Waal gevestigd te Kleve (Duitsland) Programma 1
Financieel belang De deelnemende gemeenten dragen bij op basis van het aantal inwoners.
Jaarrekening 2023 Jaarrekening 2024 Begroting 2026
saldo van baten en lasten € -11.942 € -145.629 N.n.b.
eigen vermogen € 1.734.760 € 1.588.996 N.n.b.
vreemd vermogen * € 1.542.608 € 1.250.975 N.n.b.
oordeel accountant N.v.t. N.v.t. N.v.t.
bijdrage per inwoner € 7.425 € 7.750 € 7.900
Risico’s De Euregio valt niet onder de Nederlandse wetgeving en voor hen geldt dan ook niet de verplichting tot het opnemen van een Risicoparagraaf. (Financiële) verantwoording moet worden afgelegd aan de Bezirksregierung Düsseldorf. Financiële tekorten komen voor rekening van de deelnemers.
Bedragen x € 1
3. Omgevingsdienst Achterhoek gevestigd te Hengelo (Gld) Programma 2
Financieel belang Met ingang van 2017 is er sprake van outputfinanciering op basis van af te nemen / afgenomen diensten/producten. De jaarstukken 2024 zijn nog in concept. Het voorstel is om het negatief resultaat ten laste van de reserves van de ODA te brengen. Een definitief oordeel van de accountant is nog niet beschikbaar. Geadviseerd wordt om een zienswijze in te dienen op de begroting. De ODA heeft het AB drie begrotingsscenario's voorgelegd. Het AB heeft besloten (afwijkend van de stem van Montferland) te komen tot begrotingsscenario 1 zonder bijgestelde/gewijzigde begroting van 2025. De begroting 2026 die de ODA nu voorlegt is scenario 1, wél gebaseerd op de bijgestelde/gewijzigde begroting van 2025 en vertaald naar de meerjarenbegroting op basis van de gebruikelijke indexaties. Geen van de drie scenario's voldoet nu aan de wens en de strekking van de besluiten van het AB, door het ongewenst verwerken van de begrotingswijziging 2025 in elke scenario voor de begroting 2026. Vanuit Montferland heeft het college het standpunt ingenomen om te komen tot begrotingsscenario 2, dit scenario geeft namelijk gevolg aan de eerder gedane besluiten door het AB in het kader van het interbestuurlijk programma. Scenario 1 voldoet hier niet aan. Concluderend adviseren wij de zienswijze in te dienen als volgt: - het aanpassen van de begroting 2026 naar begrotingsscenario 2 gebaseerd op de oorspronkelijke begroting 2025, zonder verwerking van de begrotingswijziging; - het benadrukken van het belang van een mogelijke fusie ter vervulling van het robuustheidcriterium.
Jaarrekening 2023 Jaarrekening 2024 Begroting 2026
saldo van baten en lasten € 335.000 € -98.000 € 0
gerealiseerd resultaat € 335.000 € -98.000 € 0
eigen vermogen € 500.000 € 516.000 € 165.000
vreemd vermogen € 2.609.000 € 1.889.000 € 1.514.000
oordeel accountant Goedkeurend Goedkeurend N.v.t.
overige bijdrage € 744.000 € 872.000 € 1.010.177
Risico’s Outputfinanciering is rechtvaardig maar herbergt ook het risico van grote fluctuatie jaarlijkse gemeentelijke bijdrage (grotendeels open-einderegeling), mede als gevolg van verandering economische en/of onvoorziene omstandigheden (bijv. milieucalamiteiten, ondermijning/ontdekking drugslabs, toenemende gemeentelijke bouwplannen, toenemende aanvragen). In de begroting 2026 geeft de ODA aan dat het financieel effect van hun risico’s uit de risico-inventarisatie € 393.750 bedraagt.
Bedragen x € 1
4. Reinigingsdienst de Liemers gevestigd te Zevenaar Programma 2
Financieel belang De kosten van de RDL worden toegerekend op basis van nacalculatie. De kosten in de begroting vormen de basis voor de voorschotten die de gemeenten Montferland en Zevenaar betalen; de uiteindelijke afrekening volgt op grond van de jaarrekening. De concept-jaarrekening 2024 heeft een positief saldo van € 88.887. Hiervan ontvangt gemeente Montferland € 214 en de gemeente Zevenaar ontvangt € 88.673. In 2024 zijn er minder uren gemaakt voor incidentele werkzaamheden dan verwacht in de begroting. Dat geldt vooral door de gemeente Zevenaar afgenomen uren. De raming 2026 is gebaseerd op de concept-begroting.
Jaarrekening 2023 Jaarrekening 2024 Begroting 2026
saldo van baten en lasten € 0 € 0 € 0
gerealiseerd resultaat € 0 € 0 € 0
eigen vermogen € 0 € 0 € 0
vreemd vermogen 1 € 0 € 0 € 0
oordeel accountant Goedkeurend Goedkeurend N.v.t.
bijdrage totaal € 1.752.664 € 1.906.386 € 1.986.968
Risico’s De RDL is een uitvoerende regeling. Een exploitatieoverschot of –tekort wordt verrekend met de deelnemende gemeenten. De regeling beschikt daarom niet over een algemene reserve.
Bedragen x € 1
5. Vervoersorganisatie regio Arnhem Nijmegen Programma 3
Financieel belang BVO DRAN organiseert voor genoemde gemeente het Wmo vraagafhankelijk, routegebonden vervoer en het leerlingvervoer. Gemeente Montferland heeft het Wmo vervoer bij de BVO DRAN ondergebracht en het LLV zelf aanbesteed. Deelnemers dragen bij op basis van aantal beschikkingen/inwoners die gebruik maken van vervoer. 95% van de kosten is te relateren aan vervoer, minder dan 5% is overhead. Er is een concept jaarrekening 2024 ontvangen. Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op een ambtelijk concept.
Jaarrekening 2023 Jaarrekening 2024 Begroting 2026
saldo van baten en lasten € 0 € 0 € 0
gerealiseerd resultaat € 0 € 0 € 0
eigen vermogen n.v.t. n.v.t. € 0
vreemd vermogen € 0 € 0 € 0
oordeel accountant Goedkeurend Goedkeurend n.v.t.
bijdrage totaal € 617.414 € 618.658 € 721.133
Risico’s De inrichting van het vervoer is gebaseerd op een “open einde” systematiek. Dit betekent dat de kosten oplopen wanneer een gemeente meer inbrengt of dat er in een periode meer ritten hebben plaatsgevonden dan begroot. Dit brengt een financieel risico met zich mee. Op de toename van deze vervoerskosten is door gemeentelijk beleid invloed uit te oefenen (knoppenplan 218)
Bedragen x € 1
6. GGD Noord- en Oost-Gelderland gevestigd in Warnsveld Programma 3
Financieel belang Deelnemende gemeenten betalen een bijdrage per inwoner. Voor 2026 is de bijdrage per inwoner begroot op € 23,442, te weten € 11,137 vanuit publieke gezondheid en € 12,304 vanuit jeugdgezondheid. In het AB van november 2019 zijn afspraken gemaakt over de nieuwe indexeringssystematiek. Deze afspraken zijn toegepast. Het indexeringspercentage bedraagt 4,57%. Zowel op Achterhoeks niveau als op regioniveau heeft afstemming plaatsgevonden voor het indienen van eenzelfde zienswijze op hoofdlijnen op de Concept Programmabegroting 2026. De zienswijze bevat de volgende punten. 1. Een zienswijze in dienen om waardering uit te spreken voor de veerkracht en de in gang gezette goede ontwikkelingen. 2. Een zienswijze in dienen om een voorkeur uit te spreken voor een bezuiniging om het verschil tussen de index van het Gemeentefonds (3,6%) en die van de GGD (4,57%) te compenseren. 3. Een zienswijze in dienen met het verzoek aan de GGD NOG om (meer) focus aan te brengen in de dienstverlening op het gebied van de mentale gezondheid van de jeugd.
Jaarrekening 2023 Jaarrekening 2024 Begroting 2026
saldo van baten en lasten € 525.000 € -1.222.000 € 28.000
gerealiseerd resultaat € 910.000 € -170.000 € 0
eigen vermogen € 3.182.000 € 1.921.000 € 2.050.000
vreemd vermogen € 373.000 € 464.000 € 300.000
oordeel accountant Goedkeurend Goedkeurend N.v.t.
bijdrage per inwoner structureel € 18,76 € 20,37 € 23,44
Totale bijdrage structureel € 691.872 € 771.389 € 867.205
Risico’s Het algemeen bestuur heeft de onderstaande risico’s als belangrijkste risico’s voor de GGD in het kader van het risicomanagement vastgesteld. 1. Inhoudelijke risico’s en risico’s met betrekking tot opbrengsten: a. Wijziging wetgeving b. Uitbraak infectieziekte/tbc c. Gemeenten laten taken niet door de GGD uitvoeren d. Omzetdaling/minder opdrachten e. Morele verplichting voor uitvoering van taken die niet kostendekkend zijn 2. Risico’s vanwege personele omstandigheden: a. Ziekteverzuim boven 4% b. WW-verplichting c. Arbeidsmarktkrapte/leeftijdsopbouw 3. Risico’s vanuit de bedrijfsvoering: a. Imago risico b. Technologische ontwikkeling c. Aanbestedingsrisico ICT d. Informatieveiligheid
Bedragen x € 1
7. Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers gevestigd te Doetinchem Programma 1
Financieel belang De bijdrage van de deelnemende gemeenten is op basis van het aantal meters overgedragen of nog over te dragen archief bepaald. De bijdrage voor de jaren 2023 tot en met 2026 is vastgesteld op € 143,625 per meter per jaar. Het aantal meters is 1.158,735. Afgelopen jaar is deze bijdrage, ondanks de vastgestelde meterprijs uit de meerjarenbegroting, verhoogd naar € 162,875 per meter vanwege tekorten bij het ECAL. Hierop hebben we een zienswijze ingediend. Bij de definitieve vaststelling van de begroting bleken wij de enige deelnemende gemeente te zijn die tegenstemde. Voor 2025 wordt wederom afgeweken van de meerjarenbegroting en de bijdrage verhoogd naar € 167,75. Dit betekent dat de jaarbijdrage met 3% stijgt; in euro's een toename van € 5.648,75. In het algemeen bestuur is de stijging van kosten besproken. De stijging wordt met name veroorzaakt door onoverkomelijke stijging van energielasten. Met de pandeigenaar wordt gesproken over verduurzamingsmaatregelen. Daarnaast is op verzoek van het bestuur een onderzoek naar alternatieve huisvesting opgestart. De niet-wettelijke taken van het ECAL zijn allemaal minimaal kostendekkend.
Jaarrekening 2023 Jaarrekening 2024 Begroting 2026
saldo van baten en lasten € -30.606 € 232.739 € 9.698
gerealiseerd resultaat € -30.606 € 232.739 € 9.698
eigen vermogen € 75.758 € 308.497 € 345.635
vreemd vermogen € 585.930 € 460.292 € 352.250
oordeel accountant Goedkeurend Goedkeurend n.v.t.
bijdrage per meter archief (= inclusief omzetbelasting) € 143,63 € 162,88 € 167,75
idem totaal (inclusief compensabele omzetbelasting) € 183.937 € 180.877 € 198.500
Risico’s Er wordt gewerkt met een verhoogd weerstandsvermogen in verband met volatiliteit van de energiekosten. Het ECAL ziet mogelijk haar subsidie inkomsten dalen, aangezien deze voor voorliggende periode nog niet zijn vastgesteld en geen wettelijke verplichting ten grondslag ligt aan de hoogte hiervan. Tenslotte is de ICT-beveiliging kwetsbaar en houdt het ECAL rekening met een kostenstijging van de ICT-aanbieder.
Bedragen x € 1
8. Huisvesting Voortgezet Onderwijs in de Liemers gevestigd te Zevenaar Programma 3
Financieel belang De bijdrage van de deelnemende gemeenten is afhankelijk van het aantal leerlingen van het voortgezet onderwijs dat in de gemeente is gehuisvest op de teldatum 1 oktober van het voorgaande kalenderjaar. Jaarlijks wordt bij de begroting het aantal leerlingen voor het begrotingsjaar vastgesteld. Daarbij wordt de weging van de soort voortgezet onderwijs in acht genomen. Onder weging wordt verstaan de factor die het Rijk hanteert bij de berekening van de vergoeding per leerling voor huisvestingslasten in de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds.
Jaarrekening 2023 Jaarrekening 2024 Begroting 2026
saldo van baten en lasten € 0 € 0 € 0
gerealiseerd resultaat € 0 € 0 € 0
eigen vermogen € 0 € 0 € 0
vreemd vermogen € 0 € 0 € 0
oordeel accountant Goedkeurend Goedkeurend N.v.t.
bijdrage € 422.877 € 399.296 € 397.051
Risico’s De verrekening van de werkelijke kosten met de door de afzonderlijke gemeenten Montferland, Duiven en Zevenaar verschuldigde bijdragen aan de gemeenschappelijke regeling geschiedt o.b.v. werkelijke kosten.
Bedragen x € 1
9. Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland gevestigd te Apeldoorn Programma 1
Financieel belang De deelnemende gemeenten dragen bij op basis van een verdeelmodel dat éénmaal in de vier jaar wordt geactualiseerd. Het aandeel van Montferland is vastgesteld op 4,33%. Besluitvorming over de bestemming van het jaarresultaat 2024 volgt separaat in juni (AB 26 juni 2025).
Jaarrekening 2023 Jaarrekening 2024 Begroting 2026
saldo van baten en lasten € 1.666.045 € 2.842.652 € -4.025.400
gerealiseerd resultaat € 2.831.788 € 1.792.945 € 0
eigen vermogen € 18.989.958 € 22.716.712 € 17.135.000
vreemd vermogen € 23.976.940 € 20.705.481 € 76.777.000
oordeel accountant Goedkeurend Goedkeurend N.v.t
bijdrage € 2.163.000 € 2.305.000 € 2.545.679
Risico’s Het managen van risico's is een continu proces waarbij zich steeds weer andere risico's kunnen voordoen. De groeiende onzekerheid in de wereld op allerlei vlakken, zoals grondstofprijzen, sterk stijgende energiekosten, klimaatverandering, (geopolitieke) instabiliteit, heeft en zal (grote) effecten hebben op de realisatie en kostenontwikkeling van de begroting. Vanwege de mondiale militaire en hybride dreiging staat, ook landelijk, het thema ‘weerbare en veerkrachtige samenleving’ hoog op de agenda. Het is mogelijk dat de veiligheidsregio’s, vanuit het Rijk, hierin aanvullende taken krijgen met effecten op de nu voorliggende begroting. Het Rijk dreigt de rijksbijdrage aan de veiligheidsregio’s met ingang van 2026 structureel te korten met 10%. Dit is in de Kadernota 2026-2029 aangekondigd. Het AB heeft eind 2024 besluiten genomen om (voorlopig) deze korting te kunnen dekken. Zodra meer bekend is vanuit het Rijk, zal aan het AB worden voorgelegd hoe met deze situatie verder om te gaan. In voorgaande kadernota's en begrotingen is reeds gewezen op de stijgende kapitaallasten dat deze op enig moment niet meer gedekt kunnen worden door een onttrekking aan de beschikbare egalisatiereserve. Op termijn is een stijging van de gemeentelijke bijdrage noodzakelijk. De verwachte stijging bedraagt structureel € 3 miljoen in 2027 en € 1,5 miljoen in 2028, dus cumulatief € 4,5 miljoen structureel.
Bedragen x € 1
10. Laborijn gevestigd te Doetinchem Programma 3
Financieel belang De gemeente Montferland is een ‘smalle’ deelnemer in de GR en heeft alleen de uitvoering van de Wsw aan Laborijn overgedragen, dit in tegenstelling tot de andere deelnemende gemeenten. Voor de verdeling van de uitvoeringskosten zijn er daarom 2 verdeelsleutels: 1. Sociale werkvoorziening (Wsw): op basis van het aantal Wsw’ers in fte per gemeente, 2. Niet-Wsw activiteiten voor Aalten en Doetinchem: • 50% op basis van aantal personen dat een uitkering ontvangt uit de gemeente en • 50% op basis van het aantal inwoners uit de gemeente. De budgetten voor Wsw worden via het gemeentefonds aan de gemeenten toegekend. De deelnemende gemeenten stellen deze budgetten één op één ter beschikking aan Laborijn die voor de uitvoering van het betreffende programma en verantwoording van deze gelden zorgt. De budgetten in de begroting zijn gebaseerd op de laatst bekende circulaires.
Jaarrekening 2024 Jaarrekening 2024 Begroting 2026
saldo van baten en lasten € 849.000 € 1.410.000 € -1.558.000
gerealiseerd resultaat € 1.276.000 € 627.000 € 0
eigen vermogen € 11.380.000 € 12.790.000 € 9.268.000
vreemd vermogen € 1.116.000 € 5.462.000 € 11.096.000
oordeel accountant Goedkeurend Goedkeurend N.v.t
doorbetaling rijkssubsidie € 4.227.869 € 4.657.335 € 4.186.499
bijdrage in dekkingstekort uitvoeringslasten € 154.145 € 223.418 € 24.219
Risico’s De Wsw-populatie krimpt sterk in de komende jaren met als verwachting een afname van minimaal 20% tot eind 2027. De afname van het aantal Wsw’ers betekent een vermindering van de omzet in het programma Wsw. De omzetvermindering leidt tot het bedrijfseconomisch uithollen van het bedrijf, omdat er minder grondslag is voor financiering van algemene kosten. Bovendien vergrijst de SW-populatie in dit proces, met als gevolg dat de gemiddelde productiviteit daalt en het ziekteverzuim waarschijnlijk stijgt.
Bedragen x € 1
11. Stadsbank Oost Nederland gevestigd te Enschede Programma 3
Financieel belang De gemeente betaalt vanaf 1 januari 2016 aan de Stadsbank a. Voor het programma Algemeen bestuur (de bestaanskosten) naar rato van de afgenomen dienstverlening (75%) en het aantal huishoudens (25%); b. Voor de afgenomen diensten tegen het vastgestelde tarief dus P x Q.
Jaarrekening 2023 Jaarrekening 2024 Begroting 2026
saldo van baten en lasten € 20.700 € 383.200 € 75.300
gerealiseerd resultaat € 288.900 € 656.800 € 75.300
eigen vermogen € 1.369.900 € 2.235.700 € 2.347.400
vreemd vermogen € 2.162.900 € 5.059.000 € 4.200.000
oordeel accountant Goedkeurend Goedkeurend N.v.t.
bijdrage / kosten:
standaard dienstverlening € 112.737 € 124.819 € 132.816
bestaanskosten € 172.547 € 206.485 € 221.396
additionale dienstverlening € 16.540 € 15.502 € 18.410
demping herijking 40% € 3.855
totaal € 301.824 € 350.661 € 372.623
Risico’s Na toevoeging van het saldo van de jaarrekening 2024 ad € 656.800 komt de weerstandsratio uit op 2,14 De ratio wordt hiermee gekwalificeerd als “uitstekend”). Als de weerstandsratio volgend jaar weer uitstekend is, kan deze worden afgebouwd.

Overig

Terug naar navigatie - Paragraaf E. Verbonden partijen - Overig
Vennootschappen en coöperaties
Bedragen x € 1
Alliander gevestigd te Arnhem Programma 1
Financiën Jaarverslag 2022 Jaarverslag 2023 Jaarverslag 2024
aandelen
aantal 491.120 st. = 0,36% 491.120 st. = 0,36% 491.120 st. = 0,36%
waarde € 5,00 € 5,00 € 5,00
jaarresultaat € 205.000.000 € 265.000.000 € 976.000.000
dividenduitkering
per aandeel € 0,59 € 0,62 € 0,70
totaal € 292.000 € 303.000 € 343.000
extra dividend ivm verkoop Kenter € 136.000
eigen vermogen € 4.570.000.000 € 4.749.000.000 € 6.038.000.000
vreemd vermogen € 5.098.000.000 € 5.296.000.000 € 6.092.000.000
solvabiliteit 49% 46% 48%
Bedragen x € 1
Vitens gevestigd te Zwolle Programma 1
Financiën Jaarverslag 2022 Jaarverslag 2023 Jaarverslag 2024
aandelen
aantal 34.716 st. = 0,601% 34.716 st. = 0,601% 34.716 st. = 0,601%
waarde € 1,00 € 1,00 € 1,00
jaarresultaat € 8.200.000 € 27.200.000 € 34.500.000
dividenduitkering
per aandeel € 0 € 0 € 0
totaal € 0 € 0 € 0
eigen vermogen € 650.000.000 € 678.000.000 € 714.000.000
vreemd vermogen € 1.144.000 € 1.284.000 € 1.297.000.000
solvabiliteit 31,0% 30,3% 29,8%
Bedragen x € 1
Bank Nederlandse Gemeenten gevestigd te Den Haag Programma 1
Financiën Jaarverslag 2022 Jaarverslag 2023 Jaarverslag 2024
aandelen
aantal 19.756 st. = 0,035% 19.756 st. = 0,035% 19.756 st. = 0,035%
waarde € 2,50 € 2,50 € 2,50
jaarresultaat € 300.000.000 € 254.000.000 € 294.000.000
dividenduitkering
per aandeel € 2,50 € 2,16 € 2,51
totaal € 49.390 € 42.675 € 49.588
eigen vermogen (exclusief hybride kapitaal) € 4.600.000.000 € 4.700.000.000 € 4.800.000.000
vreemd vermogen € 107.459.000.000 € 110.819.000.000 € 123.100.000.000
solvabiliteit (Trier 1-ratio conform de Basel II regelgeving) 35% 43% 40%
Bedragen x € 1
Coöperatie Energieloket Achterhoek U.A. Programma 2
Financieel belang Sinds 2023 is er een nieuwe entiteit ontstaan, Coöperatie Energieloket Achterhoek U.A. De Achterhoekse gemeenten zijn hier lid van, vanuit deze gemeente wordt een bestuur gevormd door 3 gemeentebestuurders. Dit bestuur stuurt het Achterhoeks Energieloket B.V. aan. Het Energieloket BV is het aanspreekpunt voor inwoners in de Achterhoek bij het verduurzamen van hun woning. De gemeenten nemen via een DAEB (dienst van algemeen economisch belang) diensten van het Energieloket af.
Jaarverslag 2022 Jaarverslag 2023 Jaarverslag 2024
jaarresultaat € 32.975 € 66.810 € 12.390
eigen vermogen € 174.422 € 241.025 € 251.696
vreemd vermogen - - -
oordeel accountant Vrijgesteld Vrijgesteld Vrijgesteld
Bedragen x € 1
Agem Gemeentelijke Energie BV Programma 2
Financieel belang Dit is een zelfstandige besloten vennootschap, met 8 gemeenten rechtstreeks als aandeelhouder. In 2020 hebben we als aandeelhouder in de Agem Gemeentelijke Energie BV (beheer en exploitatie van transportnetten voor elektriciteit, aardgas en warm water) 38 aandelen met een nominale waarde van €0,01/ aandeel ontvangen. In 2023 is het Zonnepark Braamt overgedragen aan de Agem. Het aandeel van de gemeente Montferland hierin bedraagt € 149.435.
Jaarverslag 2022 Jaarverslag 2023 Jaarverslag 2024
jaarresultaat € 17.777 € 19.962 € 17.565
eigen vermogen € 8.548 € 581.416 € 46.080
vreemd vermogen € 668.150 € 1.059.265 € 2.833.187
oordeel accountant Vrijgesteld Vrijgesteld Vrijgesteld
Bedragen x € 1
Leisurelands BV Programma 2
Financieel belang Gemeente Montferland was deelnemer in de GR Recreatieschap Achterhoek-Liemers (RAL). In 2013 is besloten de activiteiten van RAL deels over te dragen aan de Vennootschap en de RAL te ontmantelen en te liquideren. In 2020 heeft de voorgenomen akte van levering van aandelen plaatsgevonden. Aan de vm. RAL gemeenten zijn 15.107 aandelen overgedragen met een nominale waarde van € 1,00/aandeel. Voor Montferland gaat het om 1.225 aandelen.
Jaarverslag 2022 Jaarverslag 2023 Jaarverslag 2024
jaarresultaat Nvt Nvt Nvt
eigen vermogen Nvt Nvt Nvt
vreemd vermogen Nvt Nvt Nvt
oordeel accountant Nvt Nvt Nvt
Bedragen x € 1
N.V. Cultureel Centrum Amphion te Doetinchem Programma 3
Financiën Jaarverslag 2022 Jaarverslag 2023 Jaarverslag 2024
aandelen
aantal 22 st. 22 st. 22 st.
waarde € 450 € 450 € 450
jaarresultaat € -16.032 € 106.884 € 234.150
eigen vermogen € 2.350.718 € 2.350.718 € 2.457.602
vreemd vermogen € 290.038 € 298.007 € 53.235
Bedragen x € 1
Warmtenetwerk Didam B.V. (per 15 februari 2021) Programma 2
Financiën Jaarverslag 2022 Jaarverslag 2023 Jaarverslag 2024
aandelen
aantal 5.000 5.000 5.000
waarde € 50.000 € 50.000 € 50.000
jaarresultaat € -3.000 € 23.000 € -9.000
eigen vermogen € 993.000 € 1.016.000 € 1.007.000
vreemd vermogen € 265.000 € 0 € 0

Paragraaf F. Grondbeleid

Missie

Terug naar navigatie - Paragraaf F. Grondbeleid - Missie

Gemeentelijk grondbeleid
Grondbeleid is een belangrijk instrument waarmee de gemeente Montferland actief kan sturen op ontwikkelingen in de leefomgeving zoals woningbouw, bedrijvigheid, groen en duurzaamheid. Daarbij wordt niet alleen naar de financiële gevolgen gekeken, maar ook naar bredere sociale en maatschappelijke effecten (brede welvaart). De Nota Grondbeleid 2025 beschrijft deze visie, de sturing bij ruimtelijke ontwikkeling en de bijbehorende kaders.

Het grondbeleid heeft veel invloed op programma 2: Ruimte. De in het programma geformuleerde ambities leiden vaak tot een grotere vraag naar ruimte en afwegingen over de verdeling van gronden. Daarnaast heeft het grondbeleid een aanzienlijke financiële impact. De mogelijke opbrengsten, maar vooral de financiële risico's, zijn van groot belang voor de algemene financiële positie van de gemeente.

Context en achtergronden

Terug naar navigatie - Paragraaf F. Grondbeleid - Context en achtergronden

Planning & control grondexploitatie
Gebiedsontwikkeling en het voeren van een grondexploitatie gaat in fasen en heeft een (door)looptijd van meerdere jaren. Het past daardoor niet goed in de jaarlijkse budgetcyclus. Gelet op de grote financiële impact is planning & control binnen de grondexploitatie essentieel. In verband hiermee zijn in zowel de nota Grondbeleid 2025 als het Budgetkader College de volgende afspraken gemaakt:

  1. De gemeenteraad stelt voorafgaand aan de realisatie grondexploitaties en bijbehorend budget vast;
  2. De vastgestelde grondexploitaties worden jaarlijks geactualiseerd en verwerkt in de jaarrekening;
  3. Voor het in ontwikkeling nemen van gronden is in de begroting een budget ten aanzien van voorbereidingskosten opgenomen;
  4. Het college beschikt over een ‘strategisch verwervingsbudget’ en een ‘proactief verwervingsbudget’ van respectievelijk 2 mln. en 10 mln.;
  5. Binnen de grondexploitatie wordt actief risicomanagement gevoerd door: 
    • Opstellen risicoanalyse bij nieuwe grondexploitaties;
    • De uitgangspunten van de planexploitatie continu te monitoren en zo nodig voorstellen tot bijstelling te doen;
    • Risicobeheersing standaard onderwerp van gesprek te maken bij projectgroep-overleg;
    • De onderdelen van de planontwikkeling realistisch in te schatten;
    • Activiteiten in het planontwikkelingsproces te toetsen aan vastgestelde financiële kaders en het planresultaat te toetsen aan de mogelijkheden en onmogelijkheden met betrekking tot het weerstandsvermogen van de gemeente. 

 
Grondprijzenbeleid
Grondprijzenbeleid is een gemeentelijk beleid dat de principes en methoden vastlegt voor het bepalen van de prijzen van grond die de gemeente verkoopt of uitgeeft. Het doel is om een transparant, functioneel en marktconform systeem te hanteren, waarbij rekening wordt gehouden met de locatie, functie en marktomstandigheden.

Voor woningbouw wordt bijvoorbeeld de residuele grondwaardemethode toegepast, waarbij ter controle ook de comparatieve methode wordt gebruikt. Per situatie wordt beoordeeld welke methode het meest geschikt is om een marktconforme prijs te bepalen. In de Nota Grondprijzenbeleid worden deze methoden nader toegelicht.

Weerstandsvermogen
Voor de grondexploitaties is een aparte reserve ingesteld: De reserve Grondexploitatie.

De toevoeging aan de reserve vindt plaats door tussentijdse winstneming volgens de methode “Percentage of Completion” en bij het afsluiten van een complex (respectievelijk de winst of vrijval voorziening verliesgevend complex). Daarentegen vindt een onttrekking van de reserve plaats als gevolg van een dotatie aan de voorziening van een verliesgevend complex. De reserve kent een ondergrens van € 2 mln. en een bovengrens van € 4 mln. Als de grenzen worden overschreden vindt een verrekening met de Algemene Reserve plaats. 

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Paragraaf F. Grondbeleid - Ontwikkelingen

Economische groei Nederland
De Nederlandse economie groeit in 2025 met 1,1%. Door aanhoudende onzekerheid en handelsspanningen blijft de economische groei ook in de daaropvolgende twee jaar beperkt tot ongeveer 1% per jaar. De inflatie daalt geleidelijk, maar blijft hoger dan in de rest van het eurogebied.

Woningmarkt Nederland
Vanaf juli 2022 zijn de huizenprijzen een jaar lang gedaald. Deze daling was het gevolg van een combinatie van stijgende hypotheekrentes en slechtere economische vooruitzichten. In de zomer van 2023 kwam aan deze daling een einde, mede doordat de rente niet verder opliep en de inkomens begonnen te stijgen. Met een hoger inkomen kunnen mensen meer lenen voor de aankoop van een woning. Daarnaast worden er weinig nieuwe woningen opgeleverd en bestaat er nog altijd een aanzienlijk woningtekort. Hierdoor stijgen de huizenprijzen weer, en liggen de prijzen inmiddels ruim boven de piek van juli 2022.

In 2024 waren de huizenprijzen gemiddeld 8,7% hoger dan in 2023. Voor 2025 en 2026 wordt verwacht dat deze stijging doorzet, met respectievelijk 7,5% en 4%.

Het aantal nieuwgebouwde woningen blijft al geruime tijd achter bij de vraag. Door de hogere rente zijn de bouwkosten gestegen en komen minder projecten van de grond. Prijzen van bouwmaterialen zijn flink toegenomen en het is lastig om voldoende vakmensen te vinden. Stikstofregels en andere procedures bemoeilijken de bouw van nieuwe woningen. Voor de toegankelijkheid van de Nederlandse woningmarkt is het van groot belang dat er de komende jaren voldoende woningen worden gebouwd (bron: DNB).

Woningbouw Montferland
In Montferland wordt al geruime tijd gewerkt aan de voorbereiding van een groot aantal nieuwbouwplannen. In 2024 en 2025 zijn negen nieuwe grondexploitaties vastgesteld, waarmee de realisatie van circa 430 nieuwe woningen mogelijk wordt gemaakt. Inmiddels worden concrete stappen gezet om deze woningen daadwerkelijk te realiseren. In de tabel onder het kopje ‘Prognose totaalresultaat grondexploitatie’ zijn deze nieuwe grondexploitaties weergegeven. Alleen de grondexploitatie van Kerkwijk loopt al langere tijd.

In de komende periode zullen nog meer plannen volgen. Hieronder zijn de grotere woningbouwplannen weergegeven.

  • P435 – St. Jansgildestraat Beek – circa 69 woningen;
  • P445 – Vinkwijkseweg Zeddam – 50 woningen;
  • P510 – Drieheuvelenpark ‘s-Heerenberg – circa 180/200 woningen;
  • P515 – De Bongerd ‘s-Heerenberg – circa 100 woningen plus overige functies;
  • P685 – Uitbreiding Loil zuidoost – circa 40/70 woningen;
  • P715 – Didam noordoost – 300/400 woningen;
  • P930 – Lakermaat Lengel – gemengde vorm gemeentelijk deel circa 35 woningen;
  • P950 – Bosstraat Nieuw-Dijk – circa 75/150 woningen.


Naast dat de gemeente actief voorbereidingen treft voor nieuwe woningbouwplannen worden ook voorbereidingen getroffen door derden op basis van 'facilitair grondbeleid'. Hieronder de grotere en meer concrete plannen:

  • Geitenhouderij – Loil – circa 50 woningen;
  • Katjaterrein – ’s-Heerenberg – circa 40 woningen;
  • Marssestraat Azewijn – circa 22 woningen;
  • Lakermaat Lengel - gemengde vorm ontwikkelaar ruim 300 woningen;
  • Heereboer Zeddam – circa 69 (zorg)wooneenheden.


Samenvattend worden op korte termijn circa 400 woningen in ontwikkeling genomen. Daarnaast werkt de gemeente aan de voorbereiding van nog eens circa 1.000 woningen en werken derden aan plannen voor circa 500 woningen. Ook zijn er enkele minder concrete plannen voor zo’n 600 woningen. In totaal kunnen er in de komende tien jaar ongeveer 2.500 nieuwe woningen gerealiseerd worden in Montferland.

Bedrijventerreinen 
Montferland
In Montferland zijn er momenteel geen gemeentelijke bedrijfskavels beschikbaar. Alleen op het bedrijventerrein in ’s-Heerenberg loopt nog één grondexploitatie. Op de laatst beschikbare kavel op dit terrein is de huisvesting van 300 à 400 arbeidsmigranten gepland. Deze kavel wordt in 2025/2026 op de markt gebracht, waarbij ontwikkelaars aan specifieke voorwaarden moeten voldoen om huisvesting voor arbeidsmigranten te ontwikkelen.

De gemeente bereidt ook de uitbreiding van het bedrijventerrein in ’s-Heerenberg voor. De uitbreiding omvat vijf hectare voor het MKB (met kleinere percelen tot 5.000 m²) en 20 hectare voor XXL-logistiek met onder andere een truckparking en Clean Energy Hub. De planning is om het omgevingsplan in 2026 vast te stellen, zodat de werkzaamheden in 2027 kunnen starten.

West Achterhoek
Op regionaal niveau werkt Montferland samen met Bronckhorst, Doetinchem en Oude IJsselstreek aan de ontwikkeling van het A18 bedrijvenpark en DocksNLD. De gemeente Montferland heeft een aandeel van 25%. DocksNLD is inmiddels volledig uitgegeven. De exploitaite van het A18 Bedrijvenpark loopt door tot en met 2029. Daarnaast wordt binnen het Regionaal Programma Werklocaties Achterhoek gewerkt aan de verkenning van een nieuw regionaal bedrijventerrein voor de periode 2030-2040.

Risico’s - kansen
Een belangrijk risico is netcongestie: het elektriciteitsnet kan door capaciteitsgebrek een vertraging van woningbouwprojecten veroorzaken, zowel tijdens de bouw als bij de aansluiting van nieuwe woningen. Op dit moment zijn de gevolgen nog beperkt van omvang. Bij enkele woningbouwplannen ontstaat vertraging doordat de woningen later worden aangesloten dan gepland, maar verder verstrekt Liander als netbeheerder voorlopig nog ‘gewoon’ kleinverbruiksaansluitingen. Er bestaat echter een reëel risico dat Liander op termijn geen kleinverbruiksaansluitingen meer kan afgeven. In tegenstelling tot eerdere berichtgeving van Liander/Tennet is in juni 2025 aangegeven dat de verzwaring van het elektriciteitsnet in plaats van 2029 op zijn vroegst in 2033 zal zijn gerealiseerd. Indien kleinverbruiksaansluitingen niet meer kunnen worden afgegeven dan zal op dat moment moeten worden bekeken of de woningen alsnog kunnen worden aangesloten door duurdere technische oplossingen toe te passen. Als dat niet mogelijk is, kan dit leiden tot langdurige vertraging of een bouwstop. Hierdoor kunnen plankosten en rentelasten oplopen. In de risicoparagraaf wordt met dit risico rekening gehouden.

Tegelijk biedt het landelijke doel om 100.000 nieuwe woningen per jaar te bouwen kansen. Via de Realisatiestimulans vanuit het Rijk ontvangen gemeenten € 7.000 per betaalbare woning waarvan de bouw gestart is. Deze bijdragen worden in de lopende grondexploitaties verwerkt.

Meerjarenprogramma Grondexploitatie (MPG)
De gemeente legt jaarlijks verantwoording af over het grondbeleid met een MPG. Hierin staan de financiële voortgang en risico’s van alle grondexploitaties overzichtelijk op een rij, wat bijdraagt aan actuele en transparante informatie richting de gemeenteraad. Het MPG wordt samen met de jaarrekening aangeboden en jaarlijks geactualiseerd volgens de regels van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).

Prognose totaalresultaat grondexploitatie 
Het totaalresultaat van de grondexploitaties is op dit moment een negatief saldo van € 888.161. Voor verlieslatende projecten wordt jaarlijks bij de vaststelling van de jaarrekening een voorziening getroffen. Winst wordt verantwoord volgens de Percentage of completion (POC)-methode.

Paragraaf G. Lokale heffingen

Tarieven

Terug naar navigatie - Paragraaf G. Lokale heffingen - Tarieven

De berekeningen van de belastingopbrengsten zijn gebaseerd op de tariefvoorstellen uit de belastingverordeningen 2026. 

In de Kadernota 2026 zijn de uitgangspunten vastgelegd. Eén van de uitgangspunten is een 100% kostendekkend tarief voor de riool- en afvalstoffenheffing. 

We behandelen de volgende lokale heffingen:

  • Onroerende zaakbelasting;
  • Afvalstoffenheffing;
  • Rioolheffing;
  • Verblijfsbelasting;
  • Reclamebelasting;
  • Rechten en leges;
  • Marktgelden;
  • Begraafrechten.

Onroerende zaakbelastingen

Terug naar navigatie - Paragraaf G. Lokale heffingen - Onroerende zaakbelastingen

De tarieven voor 2026 worden berekend aan de hand van de nieuwe vastgestelde waarde naar peildatum 1 januari 2025. Deze nieuwe waarde zal in februari 2026 vermeld worden op het gecombineerde aanslagbiljet. 

Naar huidige inzichten zal de gemiddelde vastgestelde waarde bij de woningen 13% hoger zijn dan op de vorige peildatum. Bij de niet-woningen is de gemiddelde stijging 2%.

Tarieven 2026
   
Eigendom woningen 0,1031% van de WOZ-waarde  (was 0,1190% van de WOZ-waarde)
Eigendom niet-woningen 0,2514% van de WOZ-waarde  (was 0,2548% van de WOZ-waarde)
Gebruik niet-woningen 0,2293% van de WOZ-waarde  (was 0,2054% van de WOZ-waarde)

 

De mutatie in de tarieven zal dus dienen ter compensatie van de gemiddelde waardestijging en bevat een inflatiecorrectie van 2,1% volgens het uitgangpunt bij de Kadernota 2026.

De totale opbrengst onroerende zaakbelastingen is geraamd op € 9.248.000 (was € 9.058.000 in de Begroting 2025). Dit is inclusief nieuwbouw van woningen en niet-woningen (areaal ontwikkelingen). 

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Paragraaf G. Lokale heffingen - Afvalstoffenheffing

Vanaf 1 januari 2019 kunnen inwoners gratis hun groente-, fruit- en tuinafval (gft) tweewekelijks aanbieden in een aparte container (180 liter). Dit heeft geleid tot minder restafval en een verhoging van de hoeveelheid gft-afval. Naast het gratis maken van aanbieden van het gft-afval, gaat ook de aanbiedingsfrequentie van het restafval omlaag. Voor hoogbouwbewoners verandert er voorlopig niets.

Het restafval dat wordt ingezameld wordt doorberekend volgens het 'Diftar-principe'. Dat betekent dat naast een vast bedrag tevens een bedrag per lediging in rekening wordt gebracht. De tarieven voor hoogbouw worden vooralsnog gebaseerd op de gezinsgrootte.

Onderstaande tabel schetst de situatie per 1 januari 2025:

 

GFT-afval

Restafval

PMD

Oud papier

Ledigingsfrequentie

1x per 2 weken

1x per 4 weken

1x per 2 weken

Maandelijks

Containervolume

Container van 180 liter

Container

Geen container maar zakken

Papiercontainer

240 liter

Tarief per lediging

Gratis

Container 180 liter € 7,00 per lediging

Container 280 liter € 9,00 per lediging

Gratis

Gratis


In de berekening van de tarieven voor 2026 is rekening gehouden met:

  • (Gedeeltelijke) leegstand van 481 objecten;
  • Een gemiddeld aantal ledigingen van 6 per jaar;
  • Areaaluitbreiding volgens prognose toename aantal woningen;
  • De inkomstenderving wegens kwijtschelding van € 125.000.

Tarieven 2026    
Vast bedrag 280 liter container € 230,00 (was € 236,00)
Bedrag per lediging per 280 liter container (restafval) € 9,00 (was € 9,00)
Vast bedrag per 180 liter container € 230,00 (was € 236,00)
Bedrag per lediging per 180 liter container (restafval) € 7,00 (was € 7,00)
Hoogbouw meerpersoonshuishouden € 312,00 (was € 320,00)
Hoogbouw éénpersoonshuishouden € 287,00 (was € 295,00)


De opbrengst afvalstoffenheffing wordt geraamd op € 4.491.000 (was € 4.538.000 in de Begroting 2025).

                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                            Bedragen x € 1.000

 Afvalstoffenheffing     
 Directe kosten taakveld     
 Kosten   -3.907  
 Inkomsten   440  
 Netto directe kosten    -3.467
     
 Toe te rekenen kosten     
 Overhead  -284  
 BTW  -740  
 Toe te rekenen kosten    -1.024
     
Totale netto kosten   -4.491
     
 Opbrengst belastingen  4.491  
 Totale opbrengsten   4.491
     
Dekking   100%

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Paragraaf G. Lokale heffingen - Rioolheffing

Voor de vaststelling van het tarief rioolheffing zijn de volgende elementen van belang:

  • Stijging tarief met 4%;
  • De verwachte hoeveelheid waterverbruik;
  • Areaaluitbreiding;
  • De inkomstenderving van kwijtschelding (€ 125.000).

 

Het tariefvoorstel rioolheffing 2026 wordt als volgt:

Tarief 2026    
Bedrag per kubieke meter waterverbruik € 2,90 per m3 (was € 2,79 per m3)

 

 

De totale opbrengst rioolheffing wordt voor 2026 geraamd op € 5.152.000 (was € 4.840.000).

Bedragen x € 1.000

Rioolheffing     
Directe kosten taakveld     
Kosten    -6.008  
Onttrekking voorziening riolering (artikel 44 lid 2 BBV) 807  
Inkomsten  15  
Netto directe kosten    -5.186
     
Toe te rekenen kosten     
Overhead  -198  
BTW  -575  
Toe te rekenen kosten    -773
     
Totale netto kosten   -5.959
Opbrengst belastingen  5.152  
Totale opbrengsten   5.152
     
Dekking    87%

Verblijfsbelasting

Terug naar navigatie - Paragraaf G. Lokale heffingen - Verblijfsbelasting

In de gemeente Montferland wordt verblijfsbelasting geheven voor het houden van verblijf met overnachten in onder andere recreatiebungalows in bungalowparken of campings, tegen een vergoeding in welke vorm dan ook, door personen die niet in het persoonsregister van de gemeente zijn opgenomen.

Het tariefvoorstel verblijfsbelasting 2026 wordt als volgt:

Tarief 2026    
Bedrag per overnachting € 1,25 (was € 1,25)


De totale opbrengst voor 2026 wordt geraamd op € 510.000 (was € 455.000). Dit is op te delen in:

  • Toeristenbelasting (€ 400.000);
  • Verblijfsbelasting (€ 110.000) vanuit het beleidskader huisvesting arbeidsmigranten met ingang van 2025.


Bij de behandeling van de Kadernota 2026 in de gemeenteraad is een motie aangenomen om met een voorstel te komen voor differentiatie van de verblijfsbelasting. Het voorstel vanuit het college is om differentiatie van de tarieven in te voeren vanaf 2027. Verdere toelichting en beantwoording van de motie staat in bijlage 4.8 Motie differentiatie verblijfsbelasting. 

Reclamebelasting

Terug naar navigatie - Paragraaf G. Lokale heffingen - Reclamebelasting

Voor het centrum Didam is vanaf 2014 een reclamebelasting ingesteld. Alle ondernemers die een reclame-uiting hebben worden in de heffing betrokken. Dit zijn ongeveer 91 belastingplichtigen. Per ondernemer wordt een bedrag van € 479 (was € 470) in rekening gebracht. Het bedrag gaat, na aftrek van de gemeentelijke kosten, naar Stichting Ondernemersfonds Gastvrij Didam.

In 's-Heerenberg is het voornemen om in 2025 te starten met reclamebelasting. Uitgegaan wordt van 68 belastingplichtigen. Per ondernemer wordt een bedrag van € 255 (was € 250) in rekening gebracht. De opbrengst, na aftrek van de gemeentelijke kosten, gaat naar Ondernemersverbond Sint Martinus. 

Rechten en leges

Terug naar navigatie - Paragraaf G. Lokale heffingen - Rechten en leges
Titel Hfdst. Hfdst. Omsch. Kosten Opbrengsten Saldo Kosten-dekkendheid
1  Algemene dienstverlening        
  1 Burgerlijke stand 71 -85 -14  
  2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart 906 -963 -57  
  3 Rijbewijzen 174 -140 34  
  4 Verstrekkingen uit basisregistratie persoonsgegevens  16 -15 1  
  7 Overige publiekszaken 10 -5 5  
  8 Gemeentearchief 4 -5 -1  
  9 Bijzondere wetten 81 -39 42  
Totaal 1  Algemene dienstverlening 1.262 -1.252

10

 

99%
2  Dienstverlening vallend onder Wabo        
  3 Omgevingsvergunning 812 -984 -172  
  11 Overige tarieven 353 -159 194  
Totaal 2  Dienstverlening vallend onder Wabo 1.165 -1.143 22 98%
3  Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn        
  1 Horeca 31 -13 18  
  4 Organiseren evenement of markt 156 -3 153  
Totaal 3  Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn 187 -16 171 9%
Eindtotaal   2.614 -2.411 685 92%

Marktgelden

Terug naar navigatie - Paragraaf G. Lokale heffingen - Marktgelden

In het gebiedsdeel Bergh kennen we een wekelijkse markt. In Didam heeft de gemeente geen bemoeienis met de wekelijkse markt. In Didam worden uitsluitend leges geheven voor de jaarmarkt. De opbrengst marktgelden wordt voor 2026 geraamd op € 29.000 (was € 29.000). 

    Bedragen x € 1.000
 Kosten taakveld    
 Kosten  -40  
 Inkomsten  N.v.t  
 Totale kosten    - 40
     
 Opbrengst marktgelden 29  
 Overige opbrengsten  N.v.t.  
     
  Totale opbrengsten    -11
     
Dekking   73%

Rechten begraafplaats

Terug naar navigatie - Paragraaf G. Lokale heffingen - Rechten begraafplaats

De kostendekking rechten begraafplaats bedraagt 71%. De lagere kostendekkendheid na 2023 is een gevolg van het vastzetten van de tarieven tot en met 2028.

    Bedragen x € 1.000
 Kosten taakveld    
 Kosten  - 166  
 Inkomsten  N.v.t.  
 Totale kosten    - 166
     
 Opbrengst begraafrechten 114  
     
  Totale opbrengsten    114
     
Dekking   69%

Belastingen, rechten en leges

Terug naar navigatie - Paragraaf G. Lokale heffingen - Belastingen, rechten en leges
  Rekening 2024

Raming 2025

Raming 2026
a.      Belastingen      
Onroerende zaakbelastingen 8.514 9.058 9.248
Hondenbelasting 165 90 0
Overige gemeentelijke belastingen 460 497 570
Totaal belastingen 9.140 9.645 9.818
b.      Rechten en leges      
Afvalstoffenheffing 4.254 4.686 4.491
Rioolheffing 4.593 5.039 5.385
Rechten begraafplaats 116 127 114
Marktgelden 25 29 29
Leges 2.866 1.765 2.478
Totaal rechten en leges 11.855 11.646 12.497

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf G. Lokale heffingen - Kwijtscheldingsbeleid

Voor het jaar 2026 wordt wederom voorgesteld om uit te gaan van het Rijksbeleid inclusief een kwijtscheldingsnorm van 100% van het sociaal minimum. Kwijtschelding voor de Diftar (ledigingen van afvalcontainers) is uitgesloten.

De inwoners van de gemeente Montferland met een periodieke uitkering op grond van de participatiewet krijgen tegelijk met de aanslag 2026 een brief waarin vermeld staat dat zij de aanslag niet hoeven te betalen maar dat zij kwijtschelding krijgen. Daarnaast krijgen de inwoners met een AOW, WIA of ANW-uitkering, die voorheen al in aanmerking kwamen voor kwijtschelding, eveneens automatisch kwijtschelding.

Paragraaf H. Subsidies

Overzicht subsidieregister

Terug naar navigatie - Paragraaf H. Subsidies - Overzicht subsidieregister
Programma Subsidie 2026
   
Programma 1: Samenleving en bestuur 9.750
Subsidie Domein 2: Sociale Structuur 9.750
Wijk en dorpsraden 9.750
   
Programma 2: Ruimte 341.967
Subsidie Domein 1: Maatschappelijke Ondersteuning 85.000
Verbetering positieve naamsbekendheid gemeente 85.000
Subsidie Domein 3: Leefomgeving 256.966
Aanpassen particuliere buitenruimte 40.000
Instandhouding monumenten 40.000
Onderhoud en educatie in het landschap 28.475
Oprichting energiecorporaties / Isolatiemaatregelen 148.491
   
Programma 3: Sociaal 6.331.612
Subsidie Domein 1: Maatschappelijke Ondersteuning 5.772.552
Bibliotheekwerk 981.616
Huisvestingskosten Welcom 516.628
Jeugd en jongeren 2.193.717
Jeugd en jongeren / kwetsbare volwassen inwoners 41.450
Jeugd en jongeren / kwetsbare volwassen inwoners / mantelzorgers / senioren 737.714
Kwetsbare volwassen inwoners 300.510
Muziekonderwijs 360.079
Statushouders 23.241
Stimuleren en ondersteunen van lokale initiatieven 617.598
Subsidie Domein 2: Sociale Structuur 559.060
Dansante activiteiten  6.800
EHBO 5.500
Evenementen en vieringen 39.350
Historisch besef 10.200
Incidentele subsidie voor nieuwe activiteiten 50.000
Lokale media 57.241
Muziekbeoefening 68.300
Ondersteuning 65.799
Ontmoeting en ontplooiing voor vrouwen en senioren 30.880
Sportactiviteiten in verenigingsverband 165.675
Toneel 11.700
Vrijwillig jeugdwerk 32.315
Zangkunst 15.300
Eindtotaal 6.683.329

 

De in deze tabel gepresenteerde bedragen zijn een indicatie van de subsidiebedragen per programma. Het betreft geen exacte weergave. De oorzaken hiervan zijn:

  • Voor de meeste budgetsubsidies is er sprake van een jaarlijkse indexering welke de komende periode bepaald wordt;
  • Een groot aantal (budget) gesubsidieerde partijen* zijn betrokken bij cao-ontwikkelingen waardoor men te maken krijgt met een structurele kostentoename boven de 1,9%. Voor deze meerkosten komt een (gebundeld) advies;
  • Het energieloket verzorgt de gemeentelijke subsidies op het gebied van energietransitie;
  • Bij individuele subsidies (instandhouding monumenten, natuur en landschap en klimaatadaptie) is niet aan te geven hoeveel subsidie er verstrekt gaat worden. Er is hierbij gekozen om de maximale subsidiehoogte aan te geven.


*Welcom, Stadskamer, st. Present, Halt, Yunio, Humanitas BOR, Graafschapcollege, Samenwerkingsverband VO Doetinchem, st. MEE en Zone College.

Toelichting subsidieregister

Terug naar navigatie - Paragraaf H. Subsidies - Toelichting subsidieregister

In 2024 heeft de gemeenteraad het subsidiebeleid geactualiseerd. De bovenstaande tabel bevat voor 2026 een overzicht van de door de gemeente verstrekte subsidies per programma. De daadwerkelijke omvang van de subsidie-uitgaven is per boekjaar (= structurele subsidies) afhankelijk van de te ontvangen subsidieaanvragen voor 2026 en de beoordeling daarvan. Voor het eerst per 2025 worden ook alle gemeentelijke subsidies in het programma Liber verwerkt. Positief gevolg hiervan is dat er een integraal overzicht ontstaat op welke wijze en met welk doel Montferland haar subsidies toekent.

Via bovenstaand overzicht en ook online geeft Montferland voor inwoners en instanties inzicht in de subsidies:

  1. Via Subsidies | Gemeente Montferland kan iedereen 24/7 zien welke gemeentelijke mogelijkheden er zijn ten aanzien van de gemeentelijke subsidies.
  2. Via Subsidieregister | Gemeente Montferland wordt een jaarlijks subsidieregister gepresenteerd. Dit betreft wel de uitgaven/subsidies in specifiek het Sociaal Domein.

Paragraaf I. Wet open overheid (Woo)

Passieve openbaarmaking

Terug naar navigatie - Paragraaf I. Wet open overheid (Woo) - Passieve openbaarmaking

Bij passieve openbaarmaking verstrekt de gemeente informatie na een Woo-verzoek. We communiceren duidelijk met de verzoeker, houden hen op de hoogte van de voortgang en handelen verzoeken zorgvuldig en tijdig af. Hiermee willen we een open relatie bevorderen met inwoners, bedrijven en journalisten binnen de gemeente Montferland.

Samenhang tussen de Woo en Informatiebeheer/ Informatiehuishouding op orde

Terug naar navigatie - Paragraaf I. Wet open overheid (Woo) - Samenhang tussen de Woo en Informatiebeheer/ Informatiehuishouding op orde

Goed informatiebeheer is nodig om de Woo na te kunnen leven. Door documenten systematisch te organiseren, kunnen we gegevens snel vinden en openbaar maken. Dit vergroot de transparantie en vermindert de kans op fouten. Investeren in informatiebeheer draagt bij aan een betrouwbare en toegankelijke overheid.

Lopende projecten
We werken aan digitalisering en archivering van verschillende documenten, zoals bouwvergunningen en aktes van de burgerlijke stand. Informatie wordt nu vaak verspreid opgeslagen. We verbeteren dit door documenten op een centrale plek op te slaan en het gebruik van systemen als Teams. Het project VIND-IM brengt daarnaast gemeentelijke processen in kaart en voegt autorisatie- en vertrouwelijkheidslabels toe.