1. Samenvatting

1.1 Inleiding

1.1.1 Planning & Control cyclus

Terug naar navigatie - 1.1 Inleiding - 1.1.1 Planning & Control cyclus

In de volgende figuur is de begrotingscyclus 2026 weergegeven. De begroting 2026 is een (administratieve) uitwerking van de Kadernota 2026, de meicirculaire 2025, vastgestelde raadsbesluiten tot en met de raadsvergadering in juli 2025 en autonome en significante ontwikkelingen tot het moment van aanbieden van de begroting door het college aan de raad. De effecten van latere raadsbesluiten en de septembercirculaire 2025 worden (structureel) verwerkt in de eindejaarswijziging 2025.

1.1.2 Ontwikkelingen na Kadernota 2026

Terug naar navigatie - 1.1 Inleiding - 1.1.2 Ontwikkelingen na Kadernota 2026

Op 12 juni 2025 heeft de gemeenteraad de Kadernota 2026 vastgesteld. Behalve de uitgangspunten voor de (meerjaren)begroting 2026-2029 zijn ook de te verwachten financiële ontwikkelingen voor de komende jaren vastgelegd. 

De opgenomen voorstellen 'nieuw beleid' in de Kadernota zijn conform besluitvorming meegenomen in deze begroting. Het is aan de gemeenteraad om te bepalen welke nieuwe voorstellen aangenomen worden. Daarnaast zijn de aangenomen moties en amendementen over de Kadernota 2026 waar nodig financieel verwerkt in deze Programmabegroting. 

Ontwikkelingen na de Kadernota 2026
Richting de Kadernota 2026 waren vanwege de financiële vooruitzichten ombuigingsmogelijkheden in kaart gebracht. Omdat de invloed vanuit de Voorjaarsnota vanuit het Rijk nog onbekend was, zijn bij de Kadernota nog geen ombuigingen ingezet. Wel is een lijst met ombuigingen met de gemeenteraad gedeeld. Inmiddels is de financiële situatie door de Voorjaarsnota vanuit het Rijk flink gewijzigd. Het voordeel uit de Voorjaarsnota wordt hieronder getoond. 

Het college stelt voor om een aantal ombuigingen in te zetten. De voorgestelde ombuigingen staan in bijlagen 4.9 Ombuigingen. Deze zijn met de gemeenteraad besproken in een werksessie op 28 augustus 2025. 

Algemene uitkering gemeentefonds
De Kadernota 2026 was gebaseerd op de decembercirculaire 2024. Deze begroting is gebaseerd op de meicirculaire 2025.  

Een toelichting op de ontwikkelingen in het gemeentefonds staan in hoofdstuk 2.4 Algemene dekkingsmiddelen. 

Netto gevolgen meicirculaire 2025 ten opzichte van de Kadernota 2026

bedragen x € 1.000

 

2026

2027

2028

2029

Netto resultaat 

4.850

4.421

2.338

2.560

 

1.1.3 Begrotingssaldo 2026-2029

Terug naar navigatie - 1.1 Inleiding - 1.1.3 Begrotingssaldo 2026-2029

Onderstaand overzicht geeft het meerjarig begrotingsperspectief weer inclusief nieuw beleid. Verderop in paragraaf 1.2 geven we een nadere toelichting op de cijfers.

Begrotingssaldi 2026-2029

bedragen x € 1.000

 

2026

2027

2028

2029

Saldo Kadernota 2026-2029

-6.387

 -4.339

 -3.753

-2.855
Nieuw beleid 2026-2029

-79

-159

-182

-206
Saldo Kadernota 2026-2029 incl. nieuw beleid

-6.466

-4.498

-3.935

-3.061

Effecten Bestuursrapportage 2025

4.217

3.862

1.778

-625
Bij Kadernota 2026 toegezegde ombuigingen

311

304

304

304
(Autonoom) Bestaand beleid Begroting 2026-2029

1.409

327

327

3.093

Realistisch begroten uit lijst met ombuigingen

180 180

180

180

Motie verlenging afschrijvingstermijn wegen

2 124

131

139

Motie differentiatie verblijfsbelasting

- 101

101

101

Voorgestelde ombuigingen Begroting 2026-2029

160 160

160

160

Extra nieuw beleid 2026-2029 t.o.v. Kadernota 2026

- -111

-109

-108

Begrotingssaldo

-187

449

-1.063

183

Correctie incidentele lasten en baten

 1.622

1.074

-15  -15

Structurele begrotingssaldo

1.435

1.523

-1.078

168


We zien dat de jaarschijven 2026, 2027 en 2029 een positief structureel saldo laten zien. Enkel voor 2028 geldt dit niet.  

Hoe verhoudt dit saldo zich ten opzichte van hetgeen wij hadden verwacht?
Ten opzichte van de Kadernota 2026 is het structureel saldo in 2026 positiever geworden. De analyse hiervan is te vinden in hoofdstuk 1.2 Financiële uitkomsten.  

Beoordeling Provincie
Om, net zoals voorgaande jaren, voor repressief toezicht in aanmerking te komen, dient:

  • De begroting 2026 reëel en structureel in evenwicht te zijn;
  • Als dat niet het geval is, dient aangetoond te worden dat de meerjarenraming uiterlijk in 2029 reëel (=realistische ramingen) en structureel in evenwicht is. Vanaf 2020 is daarbij gekomen:
    • Bij de beoordeling van het structureel en reëel evenwicht, beoordeelt de provincie of er sprake is van een opschuivend perspectief. Daarmee wordt bedoeld dat het niet is toegestaan om ieder jaar opnieuw een (meerjaren)begroting aan te bieden waarbij uitsluitend de laatste jaarschijf in evenwicht is.


Concreet: de jaarschijf 2026 moet structureel sluitend zijn, dus na eliminatie van de incidentele baten en lasten. Het alternatief is een structureel sluitende meerjarenbegroting (geënt op de jaarschijf 2029) en aantoonbaar geen sprake van opschuivend perspectief.

1.1.4 Meerjarig structureel begrotingssaldo

Terug naar navigatie - 1.1 Inleiding - 1.1.4 Meerjarig structureel begrotingssaldo

Omschrijving

Bedragen x € 1.000

2026 2027 2028 2029
Lasten  Baten  Saldo   Lasten  Baten  Saldo   Lasten  Baten  Saldo   Lasten  Baten  Saldo 
Programma 1. Samenleving en bestuur  -11.257 1.097 -10.160 -11.125 1.115 -10.009 -11.133 2.102 -9.031 -10.842 1.791 -9.051
Programma 2. Ruimte -26.524 13.065 -13.460 -26.584 12.830 -13.754 -26.668 13.007 -13.660 -26.894 12.988 -13.906
Programma 3. Sociaal -72.988 17.487 -55.501 -71.799 16.858 -54.940 -73.078 17.373 -55.705 -72.562 16.985 -55.577
Totaal programma's  -110.769 31.648 -79.121 -109.507 30.803 -78.704 -110.879 32.482 -78.396 -110.298 31.764 -78.534
Overzicht Algemene dekkingsmiddelen -3.204 98.729 95.525 -3.542 99.475 95.933 -3.813 98.071 94.258 -3.813 99.541 95.728
Overzicht Overhead en ondersteuning -17.846 1.266 -16.580 -17.498 728 -16.769 -17.379 465 -16.915 -17.434 433 -17.001
Bedrag heffing Vennootschapsbelasting                        
Bedrag voor Onvoorzien -10   -10 -10   -10 -10   -10 -10   -10
Subtotaal programma's incl. algemene dekkingsmiddelen, overhead, vennootschapsbelasting en onvoorzien -131.829 131.642 -187 -130.558 131.007 449 -132.081 131.018 -1.063 -131.554 131.738 183
Incidentele baten en lasten     1.622     1.074     -15     -15
Structureel begrotingssaldo     1.435     1.523     -1.078     168

1.2 Financiële uitkomsten

1.2.1 Bij Kadernota toegezegde ombuigingen

Terug naar navigatie - 1.2 Financiële uitkomsten - 1.2.1 Bij Kadernota toegezegde ombuigingen

Bij de besluitvormende raadsvergadering van de Kadernota 2026 is toegezegd dat een aantal ombuigingen uit de getoonde lijst al direct kunnen worden doorgevoerd. Voorwaarde was dat deze geen effect hebben op de dienstverlening aan onze inwoners en het voorzieningenniveau van onze gemeente. Het gaat om de ombuigingen:

  • Stoppen met Verwijsindex;
  • Herziening Visie Sociaal Domein;
  • Verlagen van de kosten Klanttevredenheidsonderzoek;
  • BUIG inkomsten structureel verhogen;
  • Meer inzet plegen op energiebeheer;
  • Extra reisdocumenten voor niet-ingezetenen;
  • Besparing virusscanner;
  • Besparing contracten en abonnementen;
  • Verhoging inkomsten Werkcafé.


 Deze ombuigingen zijn in de Programmabegroting 2026-2029 verwerkt. 

1.2.2 Bestaand beleid

Terug naar navigatie - 1.2 Financiële uitkomsten - 1.2.2 Bestaand beleid

In de volgende analyse geven wij de ontwikkelingen weer sinds de vaststelling van de Kadernota 2026. We richten ons hierbij op de jaarschijf 2026. De conclusie is dat het saldo van het bestaande beleid verbeterd is met € 5.626.000. Daarvan komt € 4.217.000 voort uit de Bestuursrapportage 2025. In de Programmabegroting 2026-2029 is het saldo verbeterd met € 1.409.000. 

Van Kadernota 2026 naar Begroting 2026:

bedragen x € 1.000

Analyse T.o.v. Kadernota 2026
Verwacht saldo jaarschijf 2026   -6.466 N
       
Reeds voorzien in Bestuursrapportage 2025 4.217   V
       
Saldo na Bestuursrapportage 2025   -2.249 N
       
Algemeen      
Bedrijfsvoeringskosten 15  
Kapitaallasten 727   V
Bijstelling rioolheffing om kostendekkend te zijn
360   V
Bijstelling afvalstoffenheffing om kostendekkend te zijn
203   V
Leges
214   V
Bijstelling reserves 190   V
       
Programma 1: Samenleving en bestuur      
Geen mutaties      
       
Programma 2: Ruimte      
Bijdrage RDL (Reinigingsdienst de Liemers) -33   N
Bijdrage ODA (Omgevingsdienst Achterhoek) -221   N
       
Programma 3: Sociaal      
Bijdrage Laborijn 129   V
Bijdrage GGD -29   N
Bijdrage VNOG -82   N
       
Programma 40: Algemene dekkingsmiddelen      
Rentelasten aan te trekken leningen op basis van verwachte investeringen -113   N
       
Overige mutaties Begroting 49   V
       
Totaal mutaties   1.409 V
       
Saldo bestaand beleid begroting 2026   -840 N


Hieronder worden de afwijkingen toegelicht boven de € 50.000.

Reeds voorzien in Bestuursrapportage 2025:
De Bestuursrapportage 2025 laat een flink voordeel voor de begroting zien. Dit komt doordat de effecten vanuit de meicirculaire 2025 structureel in de bestuursrapportage zijn verwerkt. Meer informatie over de meicirculaire staat in hoofdstuk 2.4 Algemene dekkingsmiddelen. 

Algemeen (alle programma's)
Kapitaallasten:
Het voordeel in de kapitaallasten komt doordat een aantal investeringen later worden gerealiseerd. De afschrijving en rente starten daardoor later. Dit levert een voordeel op in de begroting voor 2026. 

Bijstelling rioolheffing om kostendekkend te zijn:
In de kadernota is bepaald dat de rioolheffing 100% kostendekkend moet zijn. Daarom zijn de kosten en opbrengsten weer in evenwicht gebracht. De opbrengsten vanuit de inwoners stijgen jaarlijks met 4% volgens het GWRP 2022-2026. Dit was al in de begroting verwerkt. De extra benodigde opbrengst komt nu dus vooral door een hogere onttrekking aan de egalisatiereserve en voorziening.  

Bijstelling afvalstoffenheffing om kostendekkend te zijn:
In de kadernota is bepaald dat de afvalstoffenheffing 100% kostendekkend moet zijn. Daarom zijn de kosten en opbrengsten weer in evenwicht gebracht. 

Leges:
Het voordeel ten opzichte van de Kadernota 2026 bedraagt € 241.000.  Dit betreft met name de verhoging van de leges reisdocumenten en rijbewijzen, de aantallen zijn verhoogd op basis van de werkelijke verstrekkingen in de afgelopen jaren. Een en ander ook naar aanleiding van de motie kostendekkende leges.

Bijstelling reserves:
Administratieve correcties zijn uitgevoerd op de reserves, waaronder de rentetoevoegingen aan kapitaallastenreserves en actualisatie van de reserve Onderwijshuisvesting.

Programma 1: Samenleving en bestuur
Geen afwijkingen boven de € 50.000.

Programma 2: Ruimte
Bijdrage ODA (Omgevingsdienst Achterhoek):
Op het moment van schrijven is de begroting 2025 nog niet vastgesteld. De ODA heeft een drietal begrotingsvarianten aan de partners voorgelegd. In onze begroting hebben we voorshands variant 1 verwerkt, met een totale bijdrage van Montferland van € 1.010.177. In deze begrotingsvariant wordt uitgegaan van een minimale inzet door indexatie van lonen en prijzen. In dit scenario voldoet het Algemeen Bestuur niet aan eerder gedane toezeggingen op het gebied van informatiegestuuurd werken, opleidingen en innovatie.

Programma 3: Sociaal
Bijdrage Laborijn:
De gemeentelijke bijdrage is verlaagd op basis van de Begroting 2026 van Laborijn. De gemeentelijke bijdrage aan Laborijn daalt, omdat de Rijksbijdrage Wsw toeneemt en Laborijn ervan uitgaat een kleiner aantal inburgeraars te bedienen. Daarnaast worden reserves ingezet met als doel de gemeentelijke bijdrage tijdelijk te verlagen.

Bijdrage VNOG:
De gemeentelijke bijdrage is verhoogd op basis van de Begroting 2026 van de VNOG. De gemeentelijke bijdrage stijgt met name als gevolg van de loon- en prijsindexering. Er is geen nieuw beleid voor 2026.

1.2.4 Motie verlenging afschrijvingstermijn wegen

Terug naar navigatie - 1.2 Financiële uitkomsten - 1.2.4 Motie verlenging afschrijvingstermijn wegen

Bij de behandeling van de Kadernota 2026 in de gemeenteraad is een motie aangenomen om te onderzoeken wat de structurele besparing is als de afschrijvingstermijnen voor nieuwe investeringen van de bestrating en de wegen met tien jaar wordt verlengd. Verdere financiële toelichting en beantwoording van de motie staat in bijlage 4.7 Motie afschrijvingstermijn wegen. 

1.2.5 Motie differentiatie verblijfsbelasting

Terug naar navigatie - 1.2 Financiële uitkomsten - 1.2.5 Motie differentiatie verblijfsbelasting

Bij de behandeling van de Kadernota 2026 in de gemeenteraad is een motie aangenomen om met een voorstel te komen voor differentiatie van de verblijfsbelasting. Het voorstel vanuit het college is om differentiatie van de tarieven in te voeren vanaf 2027. Verdere toelichting en beantwoording van de motie staat in bijlage 4.8 Motie differentiatie verblijfsbelasting. 

1.2.6 Voorgestelde ombuigingen

Terug naar navigatie - 1.2 Financiële uitkomsten - 1.2.6 Voorgestelde ombuigingen

Richting de Kadernota 2026 waren vanwege de financiële vooruitzichten ombuigingsmogelijkheden in kaart gebracht. Omdat de invloed vanuit de Voorjaarsnota vanuit het Rijk nog onbekend was, zijn bij de kadernota nog geen ombuigingen ingezet. Wel is een lijst met ombuigingen met de gemeenteraad gedeeld. 

Inmiddels zijn de financiële inzichten flink gewijzigd. De voorgestelde ombuigingen staan in bijlagen 4.9 Ombuigingen. Deze zijn met de gemeenteraad besproken in een werksessie op 28 augustus 2025. 

1.2.7 Nieuw beleid

Terug naar navigatie - 1.2 Financiële uitkomsten - 1.2.7 Nieuw beleid

Ieder jaar is er ook sprake van 'nieuw beleid'. Voor 2026 en verder heeft het college een aantal beleidswensen. Die komen voort uit:

  • Het in werking treden van nieuwe of gewijzigde regelgeving;
  • Noodzakelijk/aanvullende maatregelen om de beoogde doelstellingen te realiseren;
  • Actualisatie/bijstelling van beoogde doelstellingen, bijvoorbeeld omdat deze niet meer actueel/realistisch zijn.


In onderstaand overzicht vindt u het nieuwe beleid, zoals ook opgenomen in de Kadernota 2026 met verdere toelichting. De infrastructuur van het Drieheuvelenpark in 's-Heerenberg is toegevoegd. Vooruitlopend op de definitieve besluitvorming van het Drieheuvelenpark door de gemeenteraad reserveren we in het kader van 'Besturen is vooruitzien' middelen in onze begroting  en zijn de kapitaallasten opgenomen. Dit betekent dus niet dat door instemming met dit nieuw beleid direct wordt ingestemd met de plannen voor het Drieheuvelenpark. 

Voorstellen nieuw beleid 2026-2029

bedragen x € 1.000

 

2026

2027

2028

2029

Verkeersveiligheid 

- 48 48 48

Beleid recreatie & toerisme

38 38 38 38

Speelbeleidsplan

41 73 96 120

Infrastructuur Drieheuvelenpark*

- 111 109 108

Totaal nieuw beleid

79 270 291 314

 

1.2.8 Algemene Reserve

Terug naar navigatie - 1.2 Financiële uitkomsten - 1.2.8 Algemene Reserve

De Algemene Reserve is een belangrijk component binnen onze weerstandscapaciteit. De actuele stand van de Algemene Reserve is als volgt:

bedragen x € 1.000

  2025 2026 2027 2028 2029
Stand per 1-1 (o.b.v. jaarrekening 2024) 15.743 12.532 10.969 10.692 9.003
           
Toevoegingen:          
Afwikkeling resultaat 2024 570        
Resultaat begrotingssaldo uit Begroting 2026-2029     449   183
           
Onttrekkingen:          
Motie Begroting 2022-2025 Energiebesparen door te ontzorgen -50        
De bijdrage voor Energiebesparen door te ontzorgen voor 2025 wordt in 2024 uitgekeerd aan het Energieloket 53        
Overheveling vanuit 2024 naar 2025 voor Energie besparen door te ontzorgen -115        
Onttrekking Algemene reserve ter dekking van structurele lasten -500 -500 -500 -500 -500
Nieuw beleid 2025-2028: Actualisatie IVVP -100 -100      
Nieuw beleid 2025-2028: Uitvoering mobiliteitsvisie  -100        
Nieuw beleid 2025-2028: Investeren in kunstmatige intelligentie (AI) -100 -100 -100    
Nieuw beleid 2025-2028: Investeren in talentvol personeel -500 -500      
Nieuw beleid 2025-2028: Uitwerking acties voorkomende uit strategische personeelsplanning -500        
Nieuw beleid 2025-2028: Regiodeal  -91 -91 -91 -91  
Amendement Kadernota 2025: CPO Woningbouwaanjager -50 -50      
Overheveling vanuit 2024 naar 2025 voor Visie 's-Heerenberg-Oost -145        
Overheveling vanuit 2024 naar 2025 voor bijdrage aan VV Montferland -94        
Overheveling naar de bestemmingsreserve kapitaallasten Steak'm -613        
Overheveling naar de reserve Grondexploitatie vanwege onderschrijding minimumsaldo van € 2.000.000 -876 -35 -35 -35 -35
Resultaat begrotingssaldo uit Begroting 2026-2029   -187   -1.063  
           
Totalen 12.532 10.969 10.692 9.003 8.651

 

Vanuit de Nota Reserves en Voorzieningen is het uitgangspunt een ratio weerstandsvermogen van minimaal 2,0 ('uitstekend'). Verdere toelichting op het weerstandsvermogen is te vinden in de paragraaf A. Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

1.2.9 Reserve Sociaal Domein

Terug naar navigatie - 1.2 Financiële uitkomsten - 1.2.9 Reserve Sociaal Domein

 De actuele stand van de Reserve Sociaal Domein is als volgt:

bedragen x € 1.000

  2025 2026 2027 2028 2029
Stand per 1-1 (o.g.v. Jaarrekening 2024) 5.074 4.040 4.363 4.787 5.164
           
Toevoegingen:          
Incidentele compensatie Jeugdhulp op basis van circulaires gemeentefonds 2.250 571 424 377  
           
Onttrekkingen:          
Informatiespecialist Sociale Zaken -75        
Dekking sterk gestegen lasten Sociaal Domein -2.000        
Dekking lasten Wmo en Jeugd in de Bestuursrapportage 2025 -868        
Nieuw beleid 2025-2028: Uitvoering motie Kansen voor Kinderen. Cultuurverbinders via Welcom -23* -23      
Nieuw beleid 2025-2028: Uitvoering motie Kansen voor Kinderen  -75* -75      
Inhuur voor lokale inzet nieuwe inkoop Wmo/Jeugd -200* -150      
Regionale inzet nieuwe inkoop Wmo/Jeugd -43*        
           
Totalen 4.040 4.363 4.787 5.164 5.164


*Deze bedragen werden voorheen uit de Algemene Reserve onttrokken. Dit is in deze begroting voor het jaar 2026 gecorrigeerd naar de reserve Sociaal Domein. De correctie voor de bedragen in 2025 volgt in de Eindejaarswijziging 2025. 

Ontwikkelingen
De egalisatiereserve Sociaal Domein mag alleen worden ingezet voor incidentele lasten. Om die reden is de jaarlijkse onttrekking van € 2 miljoen ter dekking van de structurele lastenstijging vanaf 2026 teruggedraaid. Ditzelfde geldt voor de structurele onttrekking van € 75.000 voor de inzet van een informatiespecialist Sociale Zaken. De reserve biedt na deze wijzigingen voldoende ruimte om incidentele tegenvallers op te vangen. 

1.2.10 Woonlasten

Terug naar navigatie - 1.2 Financiële uitkomsten - 1.2.10 Woonlasten

De belastingverordeningen 2026 liggen in november 2025 aan de gemeenteraad ter vaststelling voor. De belastingopbrengsten in deze begroting zijn gebaseerd op de tariefvoorstellen uit deze belastingverordeningen 2026. In de Kadernota 2026 is aangegeven dat de rioolheffing en de afvalstoffenheffing 100% kostendekkend zijn. De OZB mag met maximaal de inflatie worden verhoogd. Voor de overige tarieven wordt uitgegaan van een indexatie van 2,1% volgens de meest recente berekeningen van het CPB.  

De totale woonlasten voor een gemiddeld huishouden (afvalstoffenheffing, rioolheffing en OZB) stijgen op jaarbasis in 2026 met 1,5% (€ 15) ten opzichte van de geraamde woonlasten gemiddeld huishouden voor 2025. De stijging in 2026 wordt veroorzaakt door een verhoging van de tarieven voor de rioolheffing (4%) en OZB (2,1%) en een verlaging van het tarief voor afvalstoffenheffing vastrecht (-2,6%). 

Voor een nadere toelichting verwijzen we u graag naar de paragraaf G. Lokale heffingen.