Inleiding

Voor u ligt de Kadernota 2025, het eerste document uit de begrotingscyclus 2025. Deze Kadernota is de derde in deze raadsperiode en is qua opzet vergelijkbaar met de Kadernota van vorig jaar. 

De behandeling van de Kadernota op is 3 momenten gepland, namelijk op 3 juni (beeldvormend), 20 juni (oordeelsvormend) en 27 juni aanstaande (besluitvormend).

Doel Kadernota 2025

Terug naar navigatie - Doel Kadernota 2025

De Kadernota 2025–2028 heeft als doel u te informeren over de beleidsmatige en financiële ontwikkelingen en de kaders vast te leggen waarbinnen de begroting wordt opgesteld. We schetsen het financieel perspectief voor de jaren 2025 - 2028. 

Op basis van deze informatie wordt een financieel beeld gepresenteerd, waarbij u in staat wordt gesteld aan de voorkant te sturen en kaders mee te geven aan het college voor de op te stellen Programmabegroting 2025-2028. In deze Kadernota zijn ook de financiële grondslagen voor de aanstaande begroting opgenomen. 

Besluitvorming zal uiteindelijk bij het vaststellen van de Programmabegroting 2025-2028 zijn beslag krijgen.

P & C – cyclus 2025


 
 

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting

De gemeente stelt elk voorjaar een kadernota op met de belangrijkste uitgangspunten, ofwel kaders, die nodig zijn om in het najaar een programmabegroting te kunnen vaststellen. De gemeenteraad stelt de Kadernota 2025 vast en daardoor wordt duidelijk hoeveel geld er beschikbaar is en hoe er wordt omgegaan met financiële onzekerheden en de beleidsvoornemens. 

De programmabegroting 2025 is de tweede programmabegroting, waarin het Raadsakkoord “Samenwerken voor de inwoners van Montferland” is verwerkt. In het raadsakkoord zijn op hoofdlijnen de afspraken vastgelegd waarbinnen dit college, samen met de gemeenteraad, ambtelijke organisatie en de samenleving, wil werken.

Wij hebben in deze kadernota de financiële uitwerking van het raadsakkoord, die in de programmabegroting 2024 voor het eerst is opgenomen geactualiseerd.    

In 2025 willen we inzetten op investeringen in personeel om krapte op de arbeidsmarkt tegen te gaan en de ondersteunende diensten evenredig mee te laten groeien met de organisatorische groei. Wij investeren in verkeersveiligheid, zoals de herinrichting van de hoofdstraat Kilder. Ook starten we met het uitvoeringsplan ’s-Heerenberg-Oost. In deze kadernota houden we verder rekening met de herijking van het minimabeleid, de motie ‘kansen voor kinderen’ en de regiodeal. Wij innoveren door te starten met het toepassen van Artificial Intelligence (AI) in onze werkprocessen. Ook investeren we samen met de Achterhoekse gemeenten in Datalab GO om datagedreven werken onderdeel te laten worden van beleidsvorming, uitvoering en dienstverlening. 

Wij constateren dat de noodzakelijke uitgaven van ons bestaande beleid blijven stijgen. Ook de komende jaren zullen middelen nodig zijn voor wettelijke vereisten en noodzakelijke overheidstaken als Jeugd en Wmo, personeel, onderhoud van wegen, civiele constructies, huisvesting onderwijs, gemeenschappelijke regelingen etc.. We zitten momenteel in een cyclus waarin de structurele uitgaven meer stijgen dan inkomsten. Op 11 april 2024 is door de raad de motie ‘schat de gemeente op waarde’ raadsbreed aangenomen. In de motie komt de problematiek, waar de gemeenten financieel mee worden geconfronteerd naar voren en wordt opgeroepen om de taken en middelen in balans te brengen.

De maatschappelijke context is de afgelopen jaren steeds complexer geworden en wordt gekenmerkt door financiële onzekerheden. Dat maakt het lastiger om structureel beleid voor de lange termijn te maken. Er vinden al geruime tijd discussies met het Rijk plaats over de omvang van het gemeentefonds op meerdere gebieden. 

Onze meerjarenexploitatie staat dan ook onder druk. De (meerjarige) problematiek is nog niet zo groot als voor veel andere gemeenten, die aanzienlijke negatieve(re) meerjarige begrotingssaldi hebben. Dit komt waarschijnlijk doordat wij de afgelopen 10 jaar hebben gekeken naar onze kerntaken en meerdere bezuinigingsoperaties hebben doorgevoerd. Ook nu blijven we bij de kadernota scherp aan de wind zeilen en kritisch op wat noodzakelijk is en wat we kunnen betalen. Wij kunnen hierdoor onze exploitatie zonder fundamentele ombuigingen nog ‘sluitend krijgen’. Onze begroting is echter nog niet zo ‘wendbaar en weerbaar’ als wij zouden willen. De marges zijn klein en een structurele tegenvaller van een miljoen leidt tot structureel tot rode cijfers. Om tot een sluitende begroting te komen benutten we dan ook onze opgespaarde ‘overschotten’ van de afgelopen jaarrekeningen, die in de algemene reserve en bestemmingsreserves zijn gestort.   

 

Alle ontwikkelingen leiden tot de saldi uit onderstaand overzicht. 

 

De reguliere saldi van de Kadernota geven een negatief beeld weer over de jaarschijven 2025 en 2026. In 2027 en 2028 zijn deze saldi positief. 

Op grond van het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) moet ons begrotingssaldo structureel sluitend zijn, dus met uitsluiting van de incidentele baten en lasten. Structureel zijn de saldi in de jaarschijven 2025 en 2028 positief. 

Door het verwerken van de reeds bekende gevolgen uit de Voorjaarsnota van het Rijk zijn naar verwachting de grootste effecten van de meicirculaire al in deze kadernota meegenomen.

Ontwikkelingen na vaststelling van de begroting 2024

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen na vaststelling van de begroting 2024

Om “de toekomst richting te kunnen geven” is kennis van het verleden vereist. Wat is er in de tussentijd, na vaststelling van de begroting 2024, onder andere gebeurd?

Afspraken met Rijk over stabielere en beheersbare financiering
Het Rijk heeft met provincies en gemeenten afspraken gemaakt over hun financiën. Centraal daarbij stond de balans tussen taken en middelen. Een stabiele en beter beheersbare financiering moet daar aan bijdragen.

In april 2024 is afgesproken dat vanaf 2026 de oploop van de opschalingskorting definitief wordt geschrapt. Daardoor krijgen gemeenten € 675 miljoen extra. Verder is besloten om de nieuwe financieringssystematiek (bbp-systematiek) al vanaf dit jaar in te voeren, zodat de financiering stabieler wordt. Deze overgang heeft, met uitzondering van het jaar 2025, geen financiële gevolgen voor gemeenten en provincies.

Om in de toekomst verantwoordingslasten te beperken en bestedingsvrijheid te bevorderen wordt, naast de lopende inspanningen om de financiële verhoudingswet aan te passen, een plan uitgewerkt om te komen tot een vermindering van het aantal (nieuwe) specifieke uitkeringen.

Ook is gesproken over een gedeelde verantwoordelijkheid om aan de balans tussen ambities, taken, middelen en uitvoeringskracht te werken.

Begrotingsadvies VNG
Tijdens de Algemene Ledenvergadering 2023 van de VNG is de resolutie ‘Naar een rechtvaardig, duurzaam en solide meerjarig financieel perspectief’ aangenomen. Aansluitend heeft de VNG 
- voor het eerst in haar bestaan - een begrotingsadvies uitgebracht voor uw meerjarenbegroting 2024-2027. De kern van dat advies was om voor de jaren 2024 en 2025 een sluitende begroting te presenteren, maar voor de jaren daarna de tekorten zichtbaar te maken.

De VNG heeft op 1 maart 2024 een begrotingsadvies uitgebracht voor de programmabegroting 2025-2028. Hierin wordt de financiële situatie voor gemeenten omschreven als ‘prepare for the worst, hope for the best’. Aangegeven wordt dat het verstandig om na te denken over maatregelen. Tegelijkertijd willen de VNG voorkomen dat gemeenten te vroeg onnodige en onomkeerbare ombuigingen in gang zetten. Aangezien wij in ons meerjarenperspectief de korting van het rijk mede door eerdere bezuinigingsoperaties hebben kunnen opvangen hebben wij geen maatregelen voor ombuigingen voorbereid. Wij zien wel dat als de huidige stijging van het bestaand en autonoom beleid en dan met name de zorgkosten zich verder doorzet wij dit de komende jaren niet meer kunnen opvangen. De nieuwe aanbesteding zal dit moeten uitwijzen. Verder verwachten wij komend jaar raadsvoorstellen voor onderhoud van wegen, groen en onderwijshuisvesting dat bij de volgende kadernota zijn beslag zal moeten krijgen.         

Actualisatie Raadsakkoord
Het Raadsakkoord heeft geleid tot een College Uitvoeringsprogramma, dat financieel is vertaald in de programmabegroting 2024. Voor deze Kadernota is bekeken of de destijds aangegeven activiteiten en bijbehorende bedragen nog actueel zijn. Ook is bekeken of deze betaald kunnen worden uit andere (bestaande of rijks) middelen. Dit heeft gezorgd voor een aantal bijstellingen die financieel zijn vertaald in deze Kadernota. Het bijgestelde overzicht is toegevoegd in bijlage 6.1. 

Investeren in personeel
Er is veel dynamiek op de arbeidsmarkt en in specifieke beroepen is er sprake van krapte. Door nu te investeren in nieuw talent en het huidige ambtelijke apparaat, waarvan overigens 30% binnen 10 jaar met pensioen gaat, kunnen we de continuïteit van onze dienstverlening waarborgen en slagvaardig blijven. Ook hebben wij te maken met versnelde technologische ontwikkelingen. De benodigde investeringen zijn niet alleen van essentieel belang voor de groei, innovatie en efficiëntie van onze organisatie op lange termijn, maar zijn ook strategisch noodzakelijk gezien de verwachte uitdagingen op de arbeidsmarkt.

Overige ontwikkelingen
Ontwikkelingen binnen de programma’s (autonome en wettelijke ontwikkelingen) worden toegelicht in paragraaf 2.3 Autonome ontwikkelingen. 

Een overzicht van de voorstellen nieuw beleid 2024 is te vinden in paragraaf 2.2 Nieuw beleid 2024.

Leeswijzer

Terug naar navigatie - Leeswijzer

De Kadernota is als volgt opgebouwd:

  • In hoofdstuk 2 komen de strategische thema’s aan bod. Hier rapporteren wij over het nieuw beleid en de overige ontwikkelingen binnen de programma’s. Naast de genoemde onderwerpen komen aanvullend de grondexploitatie en de woonlasten aan bod. Binnen al deze onderwerpen kunt u als raad nog diverse keuzes maken;
  • In hoofdstuk 3 is het financiële meerjarenperspectief opgenomen. Deze is gesplitst in exploitatie en vermogen. Ook wordt u een scenario voorgelegd ter besluitvorming;
  • In hoofdstuk 4 zijn de financiële grondslagen en uitgangspunten voor de begroting 2025 opgenomen;
  • In hoofdstuk 5 het besluit tot vaststelling.