Financiële kaders

Na het vaststellen van de Programmabegroting 2024–2027 zijn er de nodige financiële ontwikkelingen op ons afgekomen. Voor het actualiseren van het financieel meerjarenperspectief vanaf 2025 brengen wij in deze Kadernota de structurele financiële ontwikkelingen in beeld.

De basis voor het bepalen van de financiële toekomstige ontwikkelingen vormt de begroting 2024. In meerjarenperspectief laat die begroting positieve saldi zien. 

Hieronder de begrotingssaldi uit de begroting 2024.

Financieel meerjarenperspectief 2025 – 2028

Terug naar navigatie - Financieel meerjarenperspectief 2025 – 2028

Wij gaan nu in op de diverse ontwikkelingen voor de jaarschijven 2025 – 2028.

(bedrag x € 1.000, "-" = nadeel)
 

De reguliere saldi van de Kadernota geven een negatief beeld weer over de jaarschijven 2025 en 2026. In 2027 en 2028 zijn deze saldi positief. 

Op grond van het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) moet ons begrotingssaldo structureel sluitend zijn, dus met uitsluiting van de incidentele baten en lasten. Structureel zijn de saldi in de jaarschijven 2025 en 2028 positief. 

Door het verwerken van de reeds bekende gevolgen uit de Voorjaarsnota van het Rijk zijn naar verwachting de grootste effecten van de meicirculaire al in deze kadernota meegenomen.

Wat is er in de tussentijd gebeurd? Hieronder wordt kort ingegaan op de verschillende onderdelen.

(Autonoom) Bestaand beleid

Terug naar navigatie - (Autonoom) Bestaand beleid

In onderstaande tabel zijn de autonome ontwikkelingen op basis van het bestaand beleid opgenomen. De grootste mutaties lichten we onder de tabel kort toe. 

 

(bedrag x € 1.000, "-" = nadeel)

Algemene Uitkering
De algemene uitkering laat in alle jaarschijven een toename zien. De bijstellingen komen voort uit de september- en decembercirculaire 2023, die niet in de primaire begroting 2024 verwerkt zijn. De toename bestaat uit meerdere componenten, waaronder de verhoging van het accres (volume en indexatie). 

Loon- en prijsstijgingen
In paragraaf 3.1.2 wordt dit toegelicht. 

Uren toerekenen aan specifieke uitkeringen
Medewerkers werken aan projecten of andere werkzaamheden waaraan uren kunnen worden toegerekend, zoals opvang Oekraïense ontheemden of grondexploitaties. 

Voorlopige bijstelling kapitaallasten
De boekwaarde van de grondexploitaties is ultimo 2023 per saldo circa 0, derhalve kan de te ontvangen rente over de boekwaarde van de gronden op dit moment ook worden bijgesteld tot 0. Dit zal worden aangepast als nieuwe grondexploitatieopzetten worden vastgesteld.

Laco
De huurontvangsten en huuropbrengsten voor Laco zijn gelijk. De huurontvangsten zijn nu ook administratief in lijn gebracht. Dit levert een voordeel op van € 66.000. Daarnaast is de exploitatiebijdrage voor 2024 eenmalig negatief geïndexeerd. Hiermee is na gesprekken met Laco afgeweken van het contract, wat zegt dat er geen negatieve indexatie wordt toegepast. Reden hiervoor was de hoge indexatie in 2023 door de destijds in korte tijd enorm gestegen energiekosten, waarna deze later weer zijn gezakt. 

Sociaal Domein - uitgaven
De kostenstijging kent verschillende oorzaken. De grootste hiervan zijn individuele zorgovereenkomsten, OVA/PCC prijsindexatie, autonome groei en toepassing van het landelijke tarief voor jeugdbescherming en jeugdreclassering. 

Individuele overeenkomsten
Binnen deze grootheden is in ieder geval een ontwikkeling te duiden in de Individuele Overeenkomsten. Dit betreft inkoop van zorg bij niet-gecontracteerde aanbieders. De noodzaak om deze zorg daar in te kopen is zorgvuldig overwogen, maar kan diverse overwegingen hebben gehad. Voorbeelden hiervan zijn zeer specifieke zorg die niet in het gecontracteerd lumpsum aanbod zit, of een spoedeisend belang terwijl er bij gecontracteerde zorgaanbieders geen plek of een wachtlijst is.

OVA/PCC prijsindexatie
Regionaal is overeengekomen om een inschatting van de verdere ontwikkeling loonkosten binnen de Zorg financieel te vertalen middels het indexcijfer OVA/PCC (Overheidsbijdrage arbeidsontwikkeling en de Prijs particuliere consumptie) en de financiële effecten daarvan op te nemen in de kadernota.

Autonome groei
De gemeente Montferland ziet een stijging in de uitnutting van de ingekochte plekken. 
Oftewel: We helpen meer inwoners met hun zorgvraag. Om voldoende ruimte te hebben bij onze zorgaanbieders voor onze inwoners met een zorgvraag is de gemeente Montferland overgegaan tot het inkopen van 23 extra plekken.

Landelijk tarief jeugdbescherming en jeugdreclassering
De afgelopen jaren zijn er diverse rapporten verschenen over zorgelijke ontwikkelingen in de jeugdbeschermings- én de zorg en veiligheidsketen. Er is sprake van een hoog personeelsverloop, wachtlijsten voor kwetsbare jongeren en een te hoge caseload. In de kamerbrief van 20 juni 2023 hebben Minister Weerwind en Staatsecretaris Van Ooijen aangekondigd aan te willen sturen op een landelijk tarief per 1-1-2024. Dit moet mede bijdragen aan de oplossing van deze problemen. De landelijke tarieven zijn in afstemming met de VNG bepaald en worden landelijk doorgevoerd worden.

 

Sociaal Domein - inkomsten
Wij ontvangen vanaf 2027 minder inkomsten in de algemene uitkering op basis van arbitrage uitspraak uit 2021. De storting in de reserve sociaal domein is hierdoor verlaagd. Dit leidt tot een voordeel in de exploitatie, maar een lagere voeding van de reserve sociaal domein. 

De taakstelling van de hervormingsagenda van € 1,5 miljoen kan dan ook niet meer vanuit de reserve sociaal domein worden opgevangen. Deze taakstelling wordt nu dan ook structureel in de exploitatie opgenomen voor € 1,5 miljoen. Dit was in 2027 € 1,1 miljoen en 2028 was dit nog niet opgenomen. Dit verklaart de positieve bijstellingen van € 0,4 miljoen in 2027 en € 1,5 miljoen in 2028.

De incidentele middelen in de reserve sociaal domein worden nu vanaf 2025 voor € 2 miljoen per jaar (was € 1,65 miljoen) gebruikt om de structureel stijgende prijzen op te vangen. Het verschil is de verhoogde dekking van € 0,35 miljoen. De reserve sociaal domein is hierdoor mogelijk niet toereikend om de hogere uitgaven in 2024 te kunnen opvangen. Hier zullen we bij de tussenrapportage 2024 op terugkomen.

Vanuit de reserve sociaal domein werd ook nog een taakstelling opgevangen van € 0,2 miljoen. Deze taakstelling is voor € 0,15 miljoen ingevuld door het vervallen van een coronabudget en huur voor bedrijfsmiddelen armoede en schuldenbeleid. Aangezien wij bij de jaarrekening 2023 binnen de beschikbare rijksmiddelen van de sociale bijstandsuitkeringen zijn gebleven verwachten dat de uitgaven en inkomsten de komende drie jaar stapsgewijs weer in verhouding komt.

Programmakosten ’s-Heerenberg-Oost
Dit zijn de benodigde programmakosten voor de uitwerking van de visie ’s-Heerenberg Oost. Zie ook pagina 15. 

Openbaar groen
Verhoging door diverse areaaluitbreidingen, zoals de Kerkwijk en Drieheuvelenweg. Voor de jaarschijven 2025-2027 is een incidenteel budget van € 40.000 nodig voor het aanplanten van schaamgroen bij 100 onderstations. De aanbesteding voor het onderhoud van gazons zorgt voor een verhoging van € 38.000. 

Wegbeheer
Door de aanbesteding voor onkruidbeheersing op verhardingen vallen de kosten € 97.682 hoger uit. Daarnaast zorgt areaaluitbreiding voor een verhoging van € 11.000.

Naar aanleiding van het plan van aanpak natuurbrandbestrijding worden 7 nieuwe onttrekkingsputten voor bluswatervoorziening gecreëerd. Daarnaast worden 8 nieuwe onttrekkingspunten ingericht op industrieterreinen. Voor de aanleg van deze bluswatervoorzieningen is een incidenteel bedrag van € 152.500 benodigd. De jaarlijkse beheerkosten bedragen € 5.000. 

Verhoging licenties M365
Door uitbreiding van het personeelsbestand zijn ook extra licenties nodig om toegang te krijgen tot de software van Microsoft 365 zoals Word, Excel of PowerPoint. 

Begeleidingsvergoeding Laborijn voor de groenploeg
Sinds januari 2018 heeft onze gemeente medewerkers in dienst genomen die voorheen vanuit SW-bedrijf Wedeo/Laborijn bij onze gemeente gedetacheerd waren. Met Laborijn is afgesproken om de begeleidingsvergoeding voor de groenploeg in 5 jaar af te bouwen en gelijktijdig de constructie begeleid werken in lijn te brengen met de andere begeleid werken constructies binnen Laborijn en conform het eigen beleid van onze gemeente: op basis van loonwaarde.

Actualisatie budgetsubsidies
Conform het raadsbesluit van 5 oktober 2023 is ingaande 2024 de structurele bezuiniging van € 260.000 op de vier welzijnsvoorzieningen in Montferland geschrapt, te weten de Bibliotheek, Amphion Cultuur Muziekschool, Kunstwerk! en Welcom. 

Gemeenschappelijke regelingen
De diverse begrotingen van de gemeenschappelijke regelingen worden volgens een separaat raadsvoorstel aan u voorgelegd. Daarom worden hier alleen enkele grotere mutaties toegelicht. 

Sinds 2023 zijn vanwege regelgeving de werkzaamheden rondom een sloopmelding bij asbest bij de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) belegd. Hierdoor stijgt de gemeentelijke bijdrage aan de ODA. 

Bij de GGD zit de toename van de bijdrage voornamelijk in loon- en prijsindexatie. Daarnaast zorgen de kosten vanuit herwaardering van de functies middels het nieuwe functiewaarderingssysteem HR21 voor een stijging van de inwonersbijdrage. 

Op basis van de begroting van de VNOG wordt de bijdrage verhoogd met € 187.000. Ondanks dat besparingen in de begroting zijn opgenomen, blijkt een extra bijdrage toch noodzakelijk. Dit komt voort uit loon- en prijsindex en extra taken. Vanaf 2027 is de verwachting dat de gemeentelijke bijdrage moet worden verhoogd door het uitputten van de egalisatiereserve. 

De bijdrage aan BVO DRAN daalt. Dit komt door een verlaging van de NEA (Nationale Energie Efficiency) indexatie in 2024, wijziging van het vergelijkingsjaar voor de vervoersvolumes (actuelere cijfers) en door een aanbestedingsresultaat voor het vraagafhankelijk vervoer. 

Loon- en prijsstijgingen

Terug naar navigatie - Loon- en prijsstijgingen

Loonkosten 
Totaal is hier in de begroting ruim € 30,5 miljoen mee gemoeid. We hechten belang aan het kritisch blijven volgen van deze kosten. De ontwikkeling van de personeelskosten alsmede de benodigde formatieomvang wordt dan ook periodiek gemonitord. 

De nieuwe cao gemeenten is in januari 2024 ingegaan. De financiële consequenties zijn doorgevoerd in alle ramingen. De stijging van de totale loonkosten 2025 van de nieuwe cao (inclusief premieafdrachten e.d.) ramen we voorshands op 4,4% (bron: Centraal Economisch Planbureau), hetgeen een kostenverhoging van afgerond € 1.345.000 betekent. Daarnaast nemen we in de ramingen de reeds ingediende en goedgekeurde adviezen 2024 mee welke tevens een uitwerking heeft op 2025 en daarna, en de indexering die in 2024 nog moet plaatsvinden naar aanleiding van de nieuwe cao 

In totaliteit komt de stijging van de loonkosten uit op een bedrag van € 1.986.751. Deze kosten hebben een structurele doorwerking voor 2025 en volgende jaren. Deze meerkosten worden voor een groot deel gecompenseerd vanuit het Gemeentefonds en de eigen inkomsten.

Zoals eerder gememoreerd is de indexatie van 4,4% gebaseerd op de cijfers van het CPB en is het onzeker of een dergelijk percentage gehandhaafd kan blijven. In de meicirculaire zal meer duidelijkheid gegeven worden of we gecompenseerd gaan worden mocht de indexatie hoger uitvallen dan de 4,4% welke nu afgegeven is (indexatie kan hoger uitvallen, maar als de compensatie vanuit het Rijk ook hoger is blijft de netto impact gelijk).

Prijsstijgingen
Op basis van de berekeningen van het CPB wordt een prijsstijging verwacht van 2,2%. De totale meerkosten van de prijsstijgingen zullen circa € 432.000 bedragen. Daarboven op zullen ook de prijsaanpassingen van de budgetsubsidies leiden tot meerkosten (circa € 225.000). 

De systematiek rondom de budgetsubsidies heeft zijn grondslag in de Nota “Harmonisering budgetsubsidies”. Hierin is een uniforme wijze van indexering bepaald. Leidend hierbij zijn de indexcijfers die genoemd staan in de meicirculaire voor prijs overheidsconsumptie netto materieel (1/3) en beloning werknemers (2/3). Door het hanteren van deze indexcijfers worden we gecompenseerd door de Algemene Uitkering in plaats van rekening te houden met de cao’s uit diverse branches die weer andere indexpercentages hanteren.

Zoals eerder gememoreerd is de indexatie van 2,2% gebaseerd op de cijfers van het CPB en is het uiterst onzeker of een dergelijk percentage gehandhaafd kan blijven. In de meicirculaire zal meer duidelijkheid gegeven worden of we gecompenseerd gaan worden mocht de indexatie hoger uitvallen dan de 2,2% welke nu afgegeven is (indexactie kan hoger uitvallen, maar als de compensatie vanuit het Rijk ook hoger is blijft de netto impact gelijk).

Compensatie
Uiteraard zullen we al deze aanpassingen op detailniveau verwerken in de begroting 2025. 
De dekking van deze meerkosten zal met name moeten worden gevonden in het accres (de volumegroei) van de Algemene uitkering, waarin een gedeeltelijke compensatie voor de toename van loonkosten en prijsstijgingen wordt geacht te zijn opgenomen. Op basis van de decembercirculaire 2023 gaan we voor Montferland voorshands uit van een bedrag van € 2.860.000. 
Voor het overige zal compensatie moeten worden gevonden in een indexering van de eigen inkomsten (lees OZB). Op basis van ervaringen gaan we voorshands uit van een inkomstenverhoging van € 240.000. 

Vermogen

Terug naar navigatie - Vermogen

Algemene Reserve
De Algemene Reserve is een belangrijk onderdeel van ons (weerstands)vermogen. 
Hieronder volgt het verloop van onze Algemene Reserve. Alle mutaties vloeien voort uit eerdere besluitvorming.

Ontwikkeling Algemene Reserve                                 (Bedragen x € 1.000)


 

Conform de Nota Reserves en Voorzieningen 2022 streven we naar een weerstandsratio van minimaal 2,0 (uitstekend). In de jaarrekening 2023 is de risicoanalyse geactualiseerd en is de conclusie dat de hoogte van de Algemene Reserve van uitstekende omvang is. De berekende ratio bedraagt 3,6 ten opzichte van 10,8 in 2022. Het verschil komt door de uitwerking van de motie ‘Uitwerking Risicoparagraaf’ bij de begroting 2024-2027, wat heeft geleid tot een uitgebreidere risicoanalyse bij de jaarrekening 2023. 

De alsnog uitstekende weerstandsratio komt vooral doordat wij over een reserve verkoop aandelen Nuon beschikken van ruim € 15 miljoen. Exclusief de reserve Nuon bedraagt deze ratio 1,9, wat wordt gekwalificeerd als ‘ruim voldoende’. Op dit moment is onze Algemene Reserve dus voldoende om de risico’s te kunnen afdekken.

Financiële kengetallen
Onderstaande vijf financiële kengetallen geven samen een beeld van de financiële ontwikkelingen in de gemeente. Eén los kengetal zegt echter weinig over de totale financiële positie. Of een hoge schuldquote voor een gemeente nadelig is, hangt bijvoorbeeld af van het eigen vermogen en hoe groot de kans is dat de schuld weer wordt afgelost. Onderstaande een toelichting op de verschillende kengetallen.

Wellicht ten overvloede: deze kengetallen zijn gebaseerd op de jaarrekening 2023 en Programmabegroting 2024- 2027. De cijfers zijn niet geactualiseerd n.a.v. de prognoses in deze Kadernota.

Hieronder een korte uitleg per kengetal.

Weerbaarheid: kan de gemeente tegen een stootje?
Netto schuldquote (ongecorrigeerd): De niet gecorrigeerde netto schuldquote geeft het risico voor de gemeente weer als derden niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Denk bijvoorbeeld aan een woningcorporatie, die geld heeft geleend bij de gemeente. Hoe lager, hoe beter.

Netto schuldquote (gecorrigeerd): De netto schuldquote geeft aan of de gemeente in staat is de schulden terug te betalen waarvoor zij volledig zelf aan de lat staat. Ook hier geldt: hoe lager, hoe beter.

Solvabiliteit: De mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Dit wordt berekend op basis van het eigen vermogen en de bezittingen van de gemeente. Hoe hoger, hoe beter.

Grondexploitatie: Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten. Hier geldt: hoe lager, hoe minder risicovol.

Wendbaarheid: kan de gemeente zich relatief snel aanpassen aan veranderende omstandigheden?
Hierbij zijn de volgende kengetallen van belang:

Belastingcapaciteit: De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin bij het voordoen van een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar kan worden opgevangen of ruimte is voor nieuw beleid. Hoe lager hoe beter.

Structurele exploitatieruimte: Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, door de structurele baten en structurele lasten te vergelijken met de totale baten. Hoe hoger, hoe beter.


De financiële kengetallen dienen in samenhang te worden bezien om onze financiële positie te beoordelen. Onze schuldquote is in 2023 gedaald van 62% naar 54% ten opzichte van 2022. Onze solvabiliteit is ten opzichte van 2022 met 2% verbeterd.
In 2023 vallen vier kengetallen in de categorie voldoende (netto schuldquote, netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen, structurele exploitatieruimte en grondexploitatie) en twee in de categorie matig (solvabiliteit en belastingcapaciteit). 
Op basis van de bovenstaande indeling en rekening houdend met de ratio van ons weerstandsvermogen kunnen we de financiële positie van onze gemeente als voldoende kwalificeren. 

Financiering  
In de begroting 2025 zullen de kapitaallasten (rente- en afschrijvingen) opnieuw worden berekend. Van belang zijn hierbij de volgende aspecten:
•    hoe ontwikkelen zich de boekwaarden van de activa en de grondexploitatie?
•    zijn er in de periode 2025 – 2028 vaste geldleningen die aflopen en/of moeten er nieuwe geldleningen worden aangetrokken?
•    hoe ontwikkelt zich de rente op de kapitaal- en geldmarkt?
•    hoe ontwikkelt zich onze reserve- en voorzieningenpositie?

Mutaties op al deze terreinen leiden er toe dat het totaal aan kapitaallasten (circa. € 6,5 miljoen) in positieve of negatieve zin moet worden bijgesteld. Definitief inzicht in al deze aspecten komt aan bod bij het opstellen van de begroting 2025. 

Voor de jaren 2024/2025 verwachten we een financieringsbehoefte ad 10-15 miljoen.. Dit heeft te maken met de reeds lopende investeringsprojecten, zoals kosten voor Herinrichting diverse dorpskernen en rioleringsprojecten.

Gelet op de verdere prognose voor de financieringsbehoefte is het de verwachting dat investeringen met betrekking tot IKC ‘s-Heerenberg een lening noodzakelijk maken in de orde van grootte van € 30 miljoen  

Naast dit alles speelt ook nog de opgelopen rente, onder andere door de snel gestegen inflatie, die zorgt voor een relatief hoge rente. Verwacht mag worden dat dit een opwaarts effect heeft op de lasten van de financiering.

Afhankelijk van de feitelijke marktomstandigheden zal dan bekeken worden wat de gewenste financiering is. 

Een en ander is echter gebaseerd op de normale economische ontwikkeling. Door de ontwikkelingen als gevolg van de inflatie en de oorlog in Oekraïne is op dit moment nog moeilijk te zeggen wat de verdere ontwikkelingen zullen zijn.

Zo mogelijk zullen we de ontwikkelingen in de begroting 2025 verwerken. 

Solvabiliteit
De mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Dit wordt berekend op basis van het eigen vermogen en de bezittingen van de gemeente. Hoe hoger, hoe beter. Met een solvabiliteitsratio van 33% in 2021, 37% in 2022 en 39% in 2023 is de trend positief maar is nog wel verdere aandacht nodig aangezien het in de categorie ‘matig’ valt (20%-50%).


Renteontwikkeling
Bij de geldmarktrente is de rente door diverse renteverhogingen van de ECB sterk gestegen. Was de rente in 2022 nog tussen 0 en 1%. In 2023 was de rente onder de 3%. De rente lijkt zich voor de komende jaren te stabiliseren voor de lange termijn tussen de 3,0 en 3,5%. Financiering Kort geld ligt rond de 4%.