Voor u ligt de begroting 2017 en de meerjarenramingen voor de periode 2018 tot en met 2020 van de gemeente Montferland. Het gemeentelijk takenpakket kenmerkt zich onverminderd door grote uitdagingen. De afgelopen periode hebben de transities in het sociaal domein grote inspanningen van de gemeente gevraagd. Daarnaast lopen ook nog de meerjarige taakstellingen uit de kerntakendiscussie en het daadwerkelijk realiseren daarvan.
Wederom kunnen wij u een sluitende meerjarenbegroting 2017 - 2020 aanbieden. De aanloop hiernaartoe was grillig en in de concepten bleken we af te stevenen op een broos evenwicht. Echter de septembercirculaire Gemeentefonds, die in de slipstream van Prinsjesdag wordt opgesteld, heeft namelijk een stevige positieve impact op de begrotingssaldi 2017-2020. Deze onverwachte, ogenschijnlijke extreme, meevaller stelt ons in staat om de voorziene woonlastenstijging te beperken. Verderop komen we hier nog nader op terug.
Daarna resteert er nog een positief saldo voor alle jaarschijven. Enig "vet op de botten" is echter meer dan wenselijk: de onvoorspelbare Gemeentefondsuitkering heeft ons de afgelopen jaren meermalen verrast.
Daarnaast geeft het onze vermogenspositie een positieve impuls: onze Algemene reserve is voldoende, maar een injectie komt onze weerbaarheid ten goede.
Daarnaast blijven we onverminderd een uitdaging houden de transitiekortingen binnen de rijksbudgetten te kunnen bekostigen. Op dit moment is de organisatie druk doende om de transformatie (oftewel ‘anders denken’) rondom de transities in gang te zetten. Door onder andere slimme verbindingen te leggen binnen de zorg, meer verantwoordelijkheden bij de samenleving neer te leggen en meer in te zetten op meer informele zorg proberen we de transitiekortingen op te vangen. Met name de Jeugdzorg is nog steeds een onbekende. Dezelfde onzekerheid geldt in een iets minder mate voor de Participatiewet (met name de ontwikkelingen rond Laborijn).
Kijkend naar de toekomstige ontschotting (waarschijnlijk 2018), reguliere taakuitvoering (o.a. rechterlijke ingrepen bij de huishoudelijke hulp) en extra Rijkskortingen op de transitiebudgetten is het nog maar zeer de vraag of budgettaire neutraliteit de komende jaren haalbaar is.
U staat de komende jaren voor een uitdaging hier een juiste invulling aan te geven.
In de volgende figuur is de begrotingscyclus 2017 weergegeven.
De begroting 2017 is de op één na laatste begroting in deze raadsperiode en is tot stand gekomen in een periode waarin de groei van de Nederlandse economie aanhoudt en de inflatie laag is. De economische ontwikkeling is niet uitbundig, maar er is wel sprake van inhaalgroei. De werkloosheid blijft gestaag afnemen, van 6,4% in 2016 naar 6,2% in 2017. De daling van de werkloosheid gaat langzaam, doordat niet alleen de werkgelegenheid, maar ook het arbeidsaanbod stijgt. De werkeloosheid in Montferland was in 2015 al 6,2%. In 2016 is deze verder gedaald wat betekent dat we onder het verwachte landelijk gemiddelde voor 2017 zitten.
De begroting die nu voor u ligt is gebaseerd op de septembercirculaire. De accressen voor alle jaren zijn positiever dan bij de begroting 2016 was voorzien. Het past in het beeld van het eind van de kabinetsperiode waarin in het verkiezingsjaar het 'zoet' wordt gepresenteerd. Echter de Algemene Uitkering is en blijft een onzekere factor. Onze begrotingssaldi worden sterk beïnvloed door het grillige verloop hiervan. De conclusie op dit moment is in ieder geval dat we ruim € 360.000 meer Algemene uitkering gaan ontvangen dan gepresenteerd bij de begroting 2016 (jaarschijf 2017).
Zoals hierboven al aangegeven blijven de decentralisaties onverminderd van het grootste belang voor de gemeenten. Bij de meicirculaire kwam naar voren, dat vanaf 2017 er sprake is van wijzigingen in de bedragen per gemeente door het gebruik van actuelere basisgegevens. De verdeling voor 2017 is dan ook het definitieve budget. Voor 2016 betekent dit een positieve bijstelling van € 0,2 miljoen, welke oploopt tot een negatieve bijstelling van bijna € 3 miljoen in 2020. Voor alle duidelijkheid: de rijksbudgetten zijn in 2016 (ten opzichte van 2015) ook al met € 1,1 miljoen gekort. Echter, bij de septembercirculaire kregen we het (onverwachte) nieuws dat de transitiebudgetten wederom neerwaarts worden bijgesteld. Gemeenten hebben minder inwoners aan wie zij zorg en ondersteuning moeten bieden en daarmee minder kosten. Voor Montferland betekent dit een extra korting van structureel ruim € 400.000.
De komende jaren loopt de taakstelling met betrekking tot de transities op tot circa € 2,8 miljoen. Gelet op bovengenoemde ontwikkelingen wordt voorgesteld het uitgangspunt van budget neutraliteit voor de komende jaren los te laten. In 2017 komen we hier apart bij uw raad op terug. In de paragraaf transities gaan we hier verder nog op in.
Montferland heeft financiën op orde
De uitvoering van het gemeentelijk (financieel) beleid is de komende jaren aan te merken als gunstig. Voor de langere termijn zijn de begrotingssaldi en ons vermogen meer dan stabiel te noemen. Toch kiest Montferland er voor de komende jaren een behoedzaam en voorzichtig beleid te voeren.
De gemeente staat voor de uitdaging om, binnen de beschikbare budgetten, de transities uit te voeren. We zijn hier volop mee bezig door onder andere slimme verbindingen te leggen binnen de zorg en meer verantwoordelijkheden bij de samenleving neer te leggen. Daarnaast wordt er nog meer ingezet op meer informelere zorg en afname van geïndiceerde zorg. Hierbij blijft gelden dat de gemeente zorg hoog in het vaandel heeft staan.
Voor de komende jaren is het zaak onze financiële positie minimaal te handhaven om van "een gezonde financiële huishouding" te spreken. Het feit dat we nu beschikken over een financieel sterke begroting is niet zonder slag of stoot gegaan. De afgelopen jaren hebben in het teken gestaan van het op orde brengen van de financiële huishouding (o.a. twee kerntakendiscussies).
Nog steeds is en blijft de algemene uitkering de meest risicovolle post in onze gemeentebegroting. Ook dit jaar is er weer veel onduidelijkheid en onzekerheid geweest over het Rijksgeld met op de valreep een zeer positief resultaat. Gezien de wisselvalligheid van deze rijksuitkering kan het volgend jaar weer net zo goed anders zijn.
Toch kunnen we concluderen dat als we de (fluctuerende) algemene uitkering buiten beschouwing laten, we sinds jaren het gevoel hebben weer "grip te hebben" op onze structurele financiën.
Ook in deze begroting staat Montferland nog steeds voor vitaliteit en eigenheid door de komende jaren te blijven investeren op het gebied van openbare ruimte en duurzaamheid. Projecten als "Montferland, op weg naar energieneutraal 2030" en "toegankelijkheid openbare ruimte" zijn de pijlers voor de komende periode.
Tot slot zijn we wederom verheugd u een sluitende begroting 2017 – 2020 aan te kunnen bieden. Voor 2017 ontkomen we er niet aan de belastingen voor onze burgers en bedrijven met meer dan de inflatie te verhogen. Door noodzakelijke investeringen op het terrein van de riolering worden de tarieven voor rioolheffing aanmerkelijk verhoogd. De OZB blijft gelijk ten opzichte van 2016 en daarnaast gaan de tarieven voor de afvalstoffenheffing naar beneden.
Tot slot zijn de tarieven voor de omgevingsvergunning en de toeristenbelasting op hetzelfde niveau gebleven als in 2016.
Financiën
Ons uitgangspunt is altijd geweest: een “gezonde financiële huishouding” . Dat wil zeggen: het beschikbaar hebben van voldoende middelen voor de benoemde taken. De afgelopen jaren zijn we volop bezig geweest om onze financiële huishouding op orde te brengen. In de afgelopen vijf jaar hebben we twee kerntakendiscussies gevoerd en diverse andere financiële maatregelen getroffen. Desondanks hadden we steeds het gevoel dat het niet lukte om "grip te krijgen" op onze structurele financiën. Vorig jaar hebben we hiervoor de bal met name neergelegd bij de Rijksoverheid.
Als we het altijd fluctuerende Gemeentefonds buiten beschouwing laten, lijkt de nu voorliggende begroting voor de langere termijn stabiliteit uit te stralen. Echter voor de komende jaren staat op stapel een verdere aanpassing van de verdeelsystematiek van de rijksuitkering BUIG (bijstandsuitkeringen), maar ook van de Integratie-uitkering Sociaal Domein (de transities).
Dit zou de nodige gevolgen kunnen hebben voor de komende jaren.
Kadernota 2017
Op 30 juni 2016 heeft u de Kadernota 2017 vastgesteld. Behalve de uitgangspunten voor de (meerjaren)begroting 2017 - 2020 zijn ook de te verwachten financiële ontwikkelingen voor de komende jaren vastgelegd.
De Kadernota 2017 liet een verslechtering zien ten opzichte van de begroting 2016. Voor 2017 werd een negatief saldo verwacht van € 162.000. De jaren daarna zou deze verbeteren tot een positief saldo van € 348.000 voor 2020 en volgende jaren.
Ontwikkelingen na de Kadernota 2017
Na vaststelling van de Kadernota 2017 zijn er diverse ontwikkelingen op ons afgekomen die onze financiële positie zowel positief als negatief hebben beïnvloed. Een grote ontwikkeling waar we niet onder uitkomen is de septembercirculaire.
De septembercirculaire, die in de slipstream van Prinsjesdag wordt opgesteld, heeft een stevige impact op onze begrotingssaldi zoals we die op dit moment kennen. Door een uitbreiding van het accres beïnvloedt de septembercirculaire de cijfers positief, oplopend tot ruim een miljoen in 2020. Voor de komst van de septembercirculaire was op collegeniveau al overeenstemming over een begroting die sloot en structureel een (beperkt) voordeel liet zien. Het moge duidelijk zijn dat de sombere jaren van de recessie achter ons liggen. In deze jaren hebben wij ook als gemeente de broekriem aangetrokken (lees twee kerntakendiscussies). Nu worden wij achterhaald door een realiteit die in korte tijd kantelt.
Begrotingssaldo 2017 - 2020
Op basis van de bekend zijnde ontwikkelingen, sommige concreet en sommige op basis van aannames, is de conclusie dat onze begrotingssaldi aanzienlijk zijn verbeterd ten opzichte van de vorige begroting (met uitzondering van het jaar 2017). Onderstaand overzicht geeft het meerjarig begrotingsperspectief weer (incl. nieuw beleid).
Tabel 1: Begrotingsuitkomsten 2017 - 2020
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
Saldo begroting | 19 | 185 | 462 | 741 |
Algemene reserve
De Algemene reserve is een belangrijke component binnen onze weerstandscapaciteit. De geraamde stand per 1 januari 2017 bedraagt afgerond € 3,2 mln. In de paragraaf “Weerstandsvermogen en risicobeheersing” hebben wij de gewenste en werkelijke omvang van de Algemene reserve geactualiseerd. Zoals uit deze paragraaf blijkt is onze weerstandscapaciteit “ruim voldoende” (ratio is 1,5).
Tot slot: Onze begrotingssaldi 2017 – 2020 zijn meerjarig reëel en structureel sluitend. Ook onze Algemene Reserve is van ruim voldoende niveau. Voor de komende jaren is het zaak onze financiële positie minimaal te handhaven om van "een gezonde financiële huishouding" te spreken. Dit kan alleen als er behoudend met de financiën wordt omgegaan waar goede onderbouwde en gemotiveerde besluiten aan ten grondslag liggen. In de toekomst is het zaak te voorkomen dat we blijven interen op ons vermogen.
Nieuw beleid 2017-2020
Deze raadsperiode wordt gekenmerkt door grote uitdagingen en veel nieuwe taken. Voor de langere termijn wordt gekoerst op een solide begroting en een gezonde financiële positie. Bij deze begroting stellen wij voor extra financiële middelen beschikbaar te stellen op het gebied van openbare ruimte en duurzaamheid. Projecten als "Montferland, op weg naar energieneutraal 2030" en "toegankelijkheid openbare ruimte" zijn de pijlers voor de komende periode.
Voor een volledig overzicht verwijzen we naar bijlage 4.1.
Woonlasten
De woonlasten (afvalstoffenheffing, rioolheffing en OZB) stijgen in 2017 met afgerond 3,5%. Een hogere stijging was voorzien door alleen al de geplande stijging met 12% van het tarief rioolheffing. Deze stijging is conform het in 2015 vastgestelde Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP). Hoewel we vasthouden aan de tariefstijging rioolheffing geven de positieve begrotingssaldi ons de mogelijkheid om de afvalstoffenheffing te verlagen en de OZB te bevriezen.